-
1 revanche
-
2 Revanche
-
3 se ménager une revanche
se ménager une revanche -
4 en revanche
en revanchedaarentegen, aan de andere kant 〈 figuurlijk〉 -
5 à charge de revanche
à charge de revanche -
6 ménager
ménager1 [meenaazĵee],ménagère [meenaazĵer]♦voorbeelden:→ salon————————ménager2 [meenaazĵee]1 sparen ⇒ zuinig (aan)doen met, met mate gebruiken2 ontzien ⇒ voorzichtig omgaan met, met respect behandelen3 regelen ⇒ zorgen voor, bezorgen4 aanbrengen ⇒ plaatsen, maken♦voorbeelden:1 ménagez vos expressions! • let op uw woorden!ne pas ménager ses paroles • geen blad voor de mond nemenménager son temps • zijn tijd goed, optimaal gebruikenn'avoir rien à ménager • nergens op hoeven te letten→ monture2 zichzelf bezorgen ⇒ zorgen voor, gedaan krijgen♦voorbeelden:se ménager du temps • tijd vrij zien te makenv1) sparen, zuinig zijn (met)3) regelen4) aanbrengen, maken -
7 месть
ngener. revanche, wraak -
8 реванш
ngener. revanche -
9 return
adj. terugkomst, terugkeer, opbrengst; rapport--------n. terug; teruggave; ruimte; verdiensten; vergoeding; (in computers) de Return-toets heet ook Enter--------v. teruggeven; verklarenreturn1[ rittə:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 teruggave 〈 ook met betrekking tot belasting〉 ⇒ terugzending; 〈 bij uitbreiding ook〉 teruggezonden artikel♦voorbeelden:a good return on one's investments • een aardige winst op zijn investeringen¶ by return (of post) • per omgaande, per kerende postin return for • in ruil voor→ happy happy/————————return21 retour-♦voorbeelden:return fare • geld voor de terugreisreturn ticket • retour(tje)II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:a return visit • een tegenbezoek————————return31 terugkeren ⇒ terugkomen, teruggaan♦voorbeelden:1 retourneren ⇒ terugbrengen, teruggeven6 kiezen ⇒ verkiezen, afvaardigen♦voorbeelden: -
10 revenge
n. wraak--------v. wraaknemenrevenge1[ rivvendzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 wraak ⇒ wraakneming, vergelding♦voorbeelden:1 get/have one's revenge on someone for something, take revenge on someone for something • wraak nemen/zich wreken op iemand vanwege ietsin/out of revenge for • uit wraak voor————————revenge2〈 werkwoord〉1 wreken ⇒ vergelden, wraak nemen♦voorbeelden:1 be revenged for something of/(up)on someone, revenge oneself for something (up)on someone • zich wreken wegens iets op iemand -
11 blood revenge
bloedwraak,revanche -
12 belle
-
13 charge
charge [sĵaarzĵ]〈v.〉1 last ⇒ vracht, lading2 lading ⇒ (het) laden, (het) vullen4 opdracht ⇒ last, taak6 aanklacht ⇒ beschuldiging, bezwarende feiten8 charge ⇒ aanval, bestorming♦voorbeelden:charge utile d'un véhicule • nuttig laadvermogen van een voertuigrompre charge • een vracht lossencharge de travail • werkdrukcharge foncière • grondbelastingcharges sociales • sociale lastenavoir charge d'âmes • verantwoordelijk zijn voor het zielenheil van (enkele) personenavoir la charge de qn. • de verantwoordelijkheid voor iemand dragenêtre à charge à qn. • iemand tot last zijnêtre à la charge de qn. • van iemand afhankelijk zijnà la charge de la collectivité • ten laste van de gemeenschapavoir qn. à charge • voor iemand moeten zorgenles frais sont à sa charge • de kosten zijn voor zijn rekeningprendre qn. en charge • de zorg voor iemand op zich nemenrevenir à la charge • hernieuwde pogingen ondernemenf1) last, lading2) last, verplichting3) opdracht4) ambt5) aanklacht6) aanval, bestorming7) overdrijving9) doping -
14 chargé
charge [sĵaarzĵ]〈v.〉1 last ⇒ vracht, lading2 lading ⇒ (het) laden, (het) vullen4 opdracht ⇒ last, taak6 aanklacht ⇒ beschuldiging, bezwarende feiten8 charge ⇒ aanval, bestorming♦voorbeelden:charge utile d'un véhicule • nuttig laadvermogen van een voertuigrompre charge • een vracht lossencharge de travail • werkdrukcharge foncière • grondbelastingcharges sociales • sociale lastenavoir charge d'âmes • verantwoordelijk zijn voor het zielenheil van (enkele) personenavoir la charge de qn. • de verantwoordelijkheid voor iemand dragenêtre à charge à qn. • iemand tot last zijnêtre à la charge de qn. • van iemand afhankelijk zijnà la charge de la collectivité • ten laste van de gemeenschapavoir qn. à charge • voor iemand moeten zorgenles frais sont à sa charge • de kosten zijn voor zijn rekeningprendre qn. en charge • de zorg voor iemand op zich nemenrevenir à la charge • hernieuwde pogingen ondernemenadj1) belast, beladen2) overladen, vol (met)3) aangetekend [brief] -
15 Vergeltung
-
16 revanchieren
revanchieren, sich〈 informeel〉1 revanche nemen, zich revancheren ⇒ wraak nemen2 zich revancheren ⇒ iets terugdoen, een wederdienst bewijzen
См. также в других словарях:
Revanche — Revanche … Deutsch Wörterbuch
revanche — [ r(ə)vɑ̃ʃ ] n. f. • 1525; revenche « vengeance » 1270; de se revancher 1 ♦ Le fait de reprendre l avantage (sur qqn) après avoir eu le dessous. ⇒ vengeance, vindicte. Prendre sa revanche, une éclatante revanche sur qqn. ⇒vx se revancher. ♢… … Encyclopédie Universelle
revanche — Revanche. s. f. Action par laquelle on se revanche du mal qu on a receu. On l avoit mal traité, mais il a eu sa revanche. il en a eu sa revanche. Il se dit aussi en bonne part. Vous m avez rendu quantité de bons offices, je tascheray d en avoir… … Dictionnaire de l'Académie française
Revanche — für Speierbach! als Androhung von ⇨ Rache und Vergeltung hört man noch heute in Hessen und Westfalen, im übrigen Deutschland ist es unbekannt. M. von Ditfurth berichtet über den Ursprung der Redensart im 3. Kapitel seiner ›Erzählungen aus der… … Das Wörterbuch der Idiome
Revanche — bezeichnet eine Band der 1970er und 1980er Jahre, siehe Revanche (Band) Revanche (Album) (1980) von Peter Maffay einen österreichischen Spielfilm von Götz Spielmann aus dem Jahr 2008, siehe Revanche (Film) Siehe auch: Revanchismus Rache,… … Deutsch Wikipedia
Revanche — Saltar a navegación, búsqueda Película del director Götz Spielmann, nominada al óscar en el año 2009 como mejor película de habla no inglesa. Revanche Título Revanche Ficha técnica Dirección Götz Spielmann … Wikipedia Español
Revanche — Sf Vergeltung, Rückkampf erw. fremd. Erkennbar fremd (17. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. revanche, einer Ableitung von (älter) frz. (se) revancher rächen, sich Genugtuung verschaffen , zu afrz. venchier, vengier rächen, ahnden und l. re , aus … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Revanche — * Revanche für Speierbach. Diese im Volksmunde Hessens und Westfalens noch lebende, im übrigen Deutschland, wie es scheint, völlig unbekannte Redensart hat nach Büchmann (6. Aufl., S. 251) folgenden Ursprung: In der Schlacht am Speierbach… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
revanché — revanché, ée (re van ché, chée) part. passé de revancher. Bien revanché par son ami … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
revanche — 1858, from Fr. revanche (see REVANCHIST (Cf. revanchist)) … Etymology dictionary
revanche — s. f. 1. Atitude de quem se sente ofendido ou lesado por outrem e efetua contra ele uma ação mais ou menos equivalente. = VINGANÇA 2. Recuperação do que foi perdido. • Sinônimo geral: DESFORRA ‣ Etimologia: francês revanche … Dicionário da Língua Portuguesa