-
1 relateren
♦voorbeelden: -
2 relateren
-
3 relateren
связать, установить связь; сопоставить* * *гл.общ. связать с, установить связь, сопоставить -
4 iets relateren aan
iets relateren aanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets relateren aan
-
5 связать с
vgener. relateren -
6 сопоставить
vgener. relateren -
7 установить связь
vgener. relateren -
8 connect
v. verbinden; aansluiten[ kənekt]1 in verbinding komen/staan ⇒ in verband staan3 〈informeel; sport; benaming voor〉 doel treffen ⇒ scoren; (de bal (voluit)) raken 〈 balsport〉; een homerun slaan 〈 honkbal〉; zijn tegenstander raken 〈 boksen〉♦voorbeelden:1 connect up • in verbinding komen/staanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:connect up • verbinden -
9 relate
v. vertellen; betrekking hebben op; zich verhouden tot; behoren tot[ rilleet]♦voorbeelden:1 strange to relate … • hoe onwaarschijnlijk het ook moge ken, maar … 〈 bij begin van ongelofelijk verhaal〉 -
10 tie in
n. verbinding, band, verbindingspunt; iets dat verbindt; iets dat verbindt--------v. in verbinding zijn met; associeren, verbinden, relateren, verbinden -
11 связать с
vgener. relateren -
12 сопоставить
vgener. relateren -
13 установить связь
vgener. relateren -
14 koppeling
3 [relatie, verhouding] liaison 〈v.〉 ⇒ 〈 prijzen〉 indexation 〈v.〉 ⇒ 〈 tussen lonen en uitkeringen〉 alignement 〈m.〉 (des allocations sur les salaires)♦voorbeelden: -
15 beziehen
beziehen5 laten slaan op, in verband brengen met ⇒ relateren, betrekken, toepassen9 〈 Zwitserland〉innen, invorderen♦voorbeelden:1 ein Gehalt beziehen • een salaris ontvangen, genietenSchläge beziehen • een pak slaag krijgenein Bett frisch, neu beziehen • een bed verschonenQuartier, Unterkunft in einem Hotel beziehen • zijn intrek in een hotel nemen5 bezogen auf diese Erlebnisse • m.b.t. deze belevenissen2 slaan, betrekking hebben (op)
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский