-
21 uittrekken
5 [uithalen] unpick6 [naar buiten trekken] pull out7 [langer maken] draw out♦voorbeelden:1 zijn kleren uittrekken • take off one's clothes, take one's clothes off, undress2 onkruid uittrekken • pull up weeds, do the weeding3 een bedrag op de begroting uittrekken voor • allocate/earmark part of the budget for, Aappropriate a sum foreen bedrag voor iets uittrekken • put/set aside a sum (of money) for somethingeen halve dag uittrekken voor iets • allot half a day for something1 [naar buiten trekken] go/march out ⇒ leave♦voorbeelden:1 de stad uittrekken • march out of/leave (the) townerop uittrekken om • set out to -
22 halen
5 [erin slagen te bereiken] reach ⇒ catch 〈trein enz.〉, get 〈 hoge noten〉, 〈 het halen〉 make, 〈bij iets/iemand〉 compare, 〈 overleven〉 pull through♦voorbeelden:ik kan er mijn kosten niet uit halen • it doesn't cover my expensesiemand erin halen • drag someone ineruit halen wat erin zit • get the most out of somethingeruit halen wat eruit te halen is • take all one can getoverhoop halen • turn upside downwaar haal ik het geld vandaan? • where shall I find the money?alles naar zich toe halen • 〈 ook figuurlijk〉 grab everything, get one's hands on everything one cande vlag naar beneden halen • lower the flageen vliegtuig naar beneden halen • (bring) down an aeroplanevechters uit elkaar halen • seperate the fighterszijn zakdoek uit zijn zak halen • pull out one's handkerchiefer zo veel mogelijk uit halen • make the most ofiemand uit zijn concentratie halen • break someone's concentrationgeld van de bank halen • (with)draw money from the bankvoor zich halen • 〈 figuurlijk〉 visualize, imagine2 haal voor hem een glas bier! • get him a (glass of) beer!de post halen • collect the mailwordt je zuster gehaald? • is anybody coming for your sister?ik zal het gaan halen • I'll go and get itik zal je morgen komen halen • I'll come for you tomorrowhij haalt zijn boodschappen bij de supermarkt • he does his shopping at the supermarketeen muur tegen de grond halen • pull down a walliemand van de trein halen • meet someone at the stationdrie halen twee betalen • two for the price of oneiets te voorschijn/voor de dag halen • produce somethinghulp/de politie halen • go for help/the policeiemand/iets laten halen • send for someone/somethingiemand iets laten halen • send someone for something4 goede/slechte cijfers halen • get good/bad marksde eerste prijs halen • take first prizemaar net een voldoende halen voor zijn opstellen • scrape through in essay writingwaar haalt hij het vandaan • where does he get it from; 〈 ironisch〉 where does he get these ideas fromdat haal ik niet • I won't make ithij heeft de finish niet gehaald • he did not make it to the finishde post halen • be in time for the postzijn negentigste verjaardag halen • live to be ninetyde nieuwe dokter haalt het niet bij de oude • the new doctor isn't a patch on the old oneik denk niet dat hij (zieke) het zal halen • I don't think he will pull throughhun kandidaat heeft het nog net gehaald • their candidate scraped throughbier haalt het niet bij wijn • beer cannot compare with winedaar haalt niets (het) bij • nothing can touch/beat ithij haalt (het) niet bij haar • he's nowhere near as good as heriemand naar beneden halen • belittle someonevlekken halen uit iets • remove stains from something -
23 kruiwagen
1 [voertuig] (wheel)barrow♦voorbeelden:met/achter een kruiwagen lopen • push/wheel a wheelbarroween kruiwagen/goede kruiwagen hebben • have some pull/a lot of pull -
24 aftrekken
1 [rekenkundig] subtract♦voorbeelden:1 [inhouden] deduct2 [door trekken verwijderen] pull off4 [seksueel bevredigen] jerk/jack off ⇒ wank (off)5 [villen] strip♦voorbeelden:3 zijn ogen van iemand/iets aftrekken • turn one's eyes away from someone/something5 een haas/paling aftrekken • strip a hare, skin an eel -
25 grond
4 [bodem onder water] bottom♦voorbeelden:een stuk grond • a plot of landbraakliggende grond • waste landlaag bij de grond • 〈 figuurlijk〉 commonplace, pedestrian, triteiemand tegen de grond slaan • knock someone flattegen de grond gaan • fall down〈 figuurlijk〉 zij heeft haar bedrijf van de grond af opgebouwd • she built up her firm up from scratch2 〈 schertsend〉 een kunstenaar van de koude grond • a third-rate/would-be artist, an artist of sortsschrale/onvruchtbare grond • barren/poor soilvaste grond onder de voeten hebben • 〈 ook figuurlijk〉 be on firm/solid groundgewijde grond • consecrated groundiemand nog verder de grond in trappen • kick someone when he's downtoen de grond hem te heet onder de voeten werd • when things got too hot for him〈 figuurlijk〉 iemand/iets de grond in prijzen • praise someone/something to the skiesals aan de grond genageld staan • be rooted to the spotdoor de grond (kunnen) gaan/zinken van schaamte • not know where to put oneself for embarrassmentop de grond zitten • sit on the ground/floor〈 figuurlijk〉 iemand de grond in boren • crush someone; 〈 (ernstig) bekritiseren〉 crucify someone, tear/pull someone to pieces/shreds〈 figuurlijk〉 iemand/iets te gronde richten • ruin someone/somethingzichzelf te gronde richten • dig one's own gravegoede grond hebben iets aan te nemen • have good grounds/reason for somethingop medische gronden • for medical reasons, on medical groundsgronden aanvoeren voor • advance arguments fordie bewering mist alle grond • that assertion is without (any) foundation/is groundlessop grond van zijn huidskleur • because of/on account of his colourop grond van artikel 26 • on the basis of/by virtue of section 26op grond waarvan • on the basis of whichop grond van het feit dat … • on the basis of/by reason of the fact that …6 in de grond van de zaak • at bottom, basicallydat komt uit de grond van zijn hart • that comes from the bottom of his heart -
26 omrukken
-
27 terugtrekken
1 [achterwaarts gaan] withdraw2 [terugkrabbelen, inbinden] back out (of)♦voorbeelden:het verslagen leger trok naar het zuiden terug • the defeated army withdrew/retreated to the southII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [achteruit verplaatsen] withdraw2 [weer naar de plaats van herkomst trekken] draw/pull back3 [intrekken] withdraw♦voorbeelden:1 zijn arm terugtrekken • withdraw/draw back one's armtroepen terugtrekken • withdraw/pull back troopsIII 〈wederkerend werkwoord; zich terugtrekken〉1 [naar een rustige plaats gaan] retire2 [niet meer deelnemen, terugtreden] withdraw (from)♦voorbeelden:zich in/op zichzelf terugtrekken • withdraw into oneself, turn inwards upon oneselfzich terugtrekken op het platteland • retreat to the country2 zich bij/voor een examen/sollicitatie terugtrekken • withdraw from an exam/applicationzich uit de zaken terugtrekken • retire/withdraw from businesszich als kandidaat terugtrekken • withdraw as a candidate/from a candidacy -
28 aftrekken
v. deduct, subtract; withdraw, pull back, pull off; masturbate (Vulgar Slang) -
29 ruzie maken
v. quarrel, wrangle, broil, pull caps, pull wigs -
30 uittrekken
v. extract, draw, take off, pull off, pull out, put off, off, destine, discard, vail, ordain, emigrate, earmark -
31 overhalen
• to persuade• to pull• to pull over -
32 scheeftrekken
• to become warped• to pull out of alignment• to pull out of true• to warp -
33 aanhalen
2 [citeren] quote♦voorbeelden:2 als voorbeeld/bewijs aanhalen • quote as an example/as evidenceeen schrijver verkeerd aanhalen • misquote an authorII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [vaster trekken] pull/draw tighter ⇒ tighten3 [beginnen (ergens aan)] let oneself in for♦voorbeelden:we moeten allemaal de buikriem aanhalen • we'll all have to tighten our belts -
34 bijtrekken
2 [in een beter humeur komen] come (a)round♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [naderbij trekken] pull up ⇒ draw up/near♦voorbeelden: -
35 bolwerken
♦voorbeelden:het (kunnen) bolwerken • manage (it), pull it off; stick it out -
36 de trekker overhalen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de trekker overhalen
-
37 dichttrekken
II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
38 een kruiwagen/goede kruiwagen hebben
een kruiwagen/goede kruiwagen hebbenhave some pull/a lot of pullVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kruiwagen/goede kruiwagen hebben
-
39 iemand aan zijn mouw trekken
iemand aan zijn mouw trekken————————iemand aan zijn mouw trekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand aan zijn mouw trekken
-
40 kant
1 [weefsel] lace4 [grensvlak van een lichaam] side ⇒ face, surface, 〈 figuurlijk〉 aspect, 〈 figuurlijk〉 facet, 〈 figuurlijk〉 angle, 〈 figuurlijk〉 view6 [plaats waar twee vlakken samenkomen] edge7 [richting] way, direction8 [plaatsbepaling met betrekking tot een scheidslijn; helft van het lichaam] side9 [deel/uiteinde van een gebied/lichaam] side, end10 [partij, kamp] side, part(y)♦voorbeelden:gekloste kant • bobbin laceopengewerkte kant • openwork laceaan de kant ! • step aside!aan de kant gaan rijden • pull inaan de kant gaan staan • stand/step asidezijn auto aan de kant zetten • pull up/over〈 figuurlijk〉 iemand aan de kant zetten • push someone out; 〈 informeel〉 give someone the push/shoveaan de kant van de weg • at the side of the road, by the roadsidelangs de kant blijven staan • stay on the sideline(s)het schip ligt aan/voor de kant • the ship is moored/berthednaar de kant komen • swim ashoreop de kant klimmen • climb ashoreiemand van de kant afduwen • push someone inzich van zijn goede kant laten zien • show one's good sidede goede kant van een zaak • the positive side of somethingiemands sterke/zwakke kanten • someone's strong/weak pointsde vlakke kant van een plank • the face of a plank〈 figuurlijk〉 aan de ene kant wel, aan de andere kant niet • on the one hand yes, on the other (hand), no; yes and nodeze kant boven • this side upiets op zijn kant zetten • put something on its sidehet gaat met hem de verkeerde kant op • he's going to the bad; 〈 bij ziekte〉 he's taken a turn for the worsedeze kant op, alstublieft • this way, pleasedat is de kant van Haarlem op • that's out towards Haarlem, that's out Haarlem wayvan alle kanten • left and right, on all sidesgeen kant meer op kunnen • have nowhere (left) to goik sta aan jouw kant • I'm on your sideiemand aan zijn kant krijgen • win someone over to one's sidevan die kant hebben we niets te vrezen • we have nothing to fear from that quarterde liefde kan niet van één kant komen • love must be a two-sided affairdat hoor je van alle kanten • that's what you hear on all sideswantrouwen van de kant van de bevolking • distrust on the part of the public11 familie van vaders/moeders kant • relatives on one's father's/mother's sidehij is aan de kleine kant • he is on the short sidevan de verkeerde kant zijn • be of the other persuasionwij van onze kant • (we) for our partiets aan kant maken • tidy something upiets niet over zijn kant laten gaan • not take something (lying down)zich/iemand van kant maken • do oneself/someone in, do away with oneself/someone〈 informeel〉 dat klopt van geen kanten • that's all/completely wrong
См. также в других словарях:
pull — pull … Dictionnaire des rimes
pull — [ pyl ] n. m. • 1930; abrév. de pull over ♦ Pull over. Un pull jacquard. Pull chaussette, moulant, à côtes très serrées. Pull à col roulé, à col en V. Des pulls ras du cou. Pull de coton à manches courtes. ⇒aussi sous pull. Pull et gilet. ⇒ twin… … Encyclopédie Universelle
pull — ► VERB 1) exert force on (something) so as to move it towards oneself or the origin of the force. 2) remove by pulling. 3) informal bring out (a weapon) for use. 4) move steadily: the bus pulled away. 5) move oneself with effort or against… … English terms dictionary
Pull — over « Pull » redirige ici. Pour les autres significations, voir Pull (homonymie) … Wikipédia en Français
pull — [pool] vt. [ME pullen < OE pullian, to pluck, snatch with the fingers: ? akin to MLowG pull, a husk, shell] 1. to exert force or influence on so as to cause to move toward or after the source of the force; drag, tug, draw, attract, etc. 2. a)… … English World dictionary
Pull — Pull, v. t. [imp. & p. p. {Pulled}; p. pr. & vb. n. {Pulling}.] [AS. pullian; cf. LG. pulen, and Gael. peall, piol, spiol.] 1. To draw, or attempt to draw, toward one; to draw forcibly. [1913 Webster] Ne er pull your hat upon your brows. Shak.… … The Collaborative International Dictionary of English
Pull — Pull, n. 1. The act of pulling or drawing with force; an effort to move something by drawing toward one. [1913 Webster] I awakened with a violent pull upon the ring which was fastened at the top of my box. Swift. [1913 Webster] 2. A contest; a… … The Collaborative International Dictionary of English
pull on — ˌpull ˈon [transitive] [present tense I/you/we/they pull on he/she/it pulls on present participle pulling on past tense … Useful english dictionary
Pull up — can mean:* Pull up (exercise), an upper body compound pull exercise * Pull up resistor, a technique in digital electronics * Pull up transistor, a transistor used in analog electronics * Pull Up refactoring, a technique used in object oriented… … Wikipedia
Pull-up — Saltar a navegación, búsqueda En electrónica se denomina pull up bien a la acción de elevar la tensión de salida de un circuito lógico, bien a la tensión que, por lo general mediante un divisor de tensión, se pone a la entrada de un amplificador… … Wikipedia Español
pull — vb Pull, draw, drag, haul, hale, tug, tow mean to cause to move in the direction determined by the person or thing that exerts force. Pull, the general term, is often accompanied by an adverb or adverbial phrase to indicate the direction {two… … New Dictionary of Synonyms