-
21 il manque de présence
il manque de présence -
22 droit, jeton de présence
droit, jeton de présenceDictionnaire français-néerlandais > droit, jeton de présence
-
23 mettre deux personnes en présence
mettre deux personnes en présenceDictionnaire français-néerlandais > mettre deux personnes en présence
-
24 fuir, éviter la présence de qn.
fuir, éviter la présence de qn.Dictionnaire français-néerlandais > fuir, éviter la présence de qn.
-
25 être en présence de
être en présence dein aanwezigheid zijn van; tegenover (iets) staan -
26 Divine Presence
n. Goddelijke aanwezigheid (aanwezigheid van de heilige geest) -
27 Internet Presence Provider
leverancier van aanwezigheid van internet-systeem -
28 honored with his presence
bewees eer met zijn aanwezigheid -
29 imposing presence
indrukwaardige aanwezigheid (persoonlijke charme,imponerend) -
30 in the presence of both parties
in aanwezigheid van de twee partijen -
31 man of no presence
Een mens zonder persoonlijkheid -
32 saving your presence
neem me de uitdrukking niet kwalijk (in ongebruik) -
33 signed in my presence
in mijn aanwezigheid ondertekend -
34 stage presence
aanwezigheid op het toneel -
35 jeton
jeton [zĵətõ]〈m.〉♦voorbeelden:1 jeton (de présence) • presentiepenning, -geldjeton de téléphone • telefoonmunt¶ faux comme un jeton • erg schijnheilig, vals als een katun faux jeton • schijnheilig, vals iemand————————jeton (de présence)presentiepenning, -geldm1) penning, munt2) fiche [sport]3) klap -
36 commanding
-
37 constraint
n. dwang ; geremd; in verlegenheid gebracht[ kənstreent]3 gedwongenheid ⇒ geforceerde stemming, geremdheid♦voorbeelden: -
38 feel
n. voelen; gevoel; gevoelsorgaan; aanraking--------v. voelen; betasten; aanvoelenfeel1[ fie:l]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉2 aanleg ⇒ gevoel, feeling♦voorbeelden:II 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉2 routine♦voorbeelden:————————feel22 voelen ⇒ gevoel/tastzin hebben♦voorbeelden:1 feel (about) after/for something in one's pockets • in zijn zakken naar iets (rond)tasten/zoeken〈 Amerikaans-Engels〉 feel of • betasten, voelen (aan)3 what do you feel about him • wat vind je van hem?feel strongly about/on something • een uitgesproken mening over iets hebbeneverybody felt for the poor boy • iedereen had te doen met de arme jongenI really felt with John • ik voelde echt mee met JanII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 (ge)voelen ⇒ aanvoelen, de indruk krijgen♦voorbeelden:feel the effects of • lijden onder de gevolgen vanmake one's presence felt • zijn aanwezigheid doen gevoelenpoverty made itself felt in the big cities • de armoede werd voelbaar in de grote steden4 a (long-)felt need • een sinds lang gevoelde/reële behoefteI feel it necessary to deny that • ik vind het nodig dat te ontkennen5 it was felt that … • men was de mening toegedaan dat …¶ feel someone out • iemand uithoren/aan de tand voelen2 aanvoelen ⇒ een gevoel geven, voelen♦voorbeelden:feel angry • zich boos (ge)voelen, boos zijnfeel cold/warm • het koud/warm hebbenfeel fine • zich lekker voelenfeel funny • zich raar/niet lekker voelenfeel good • zich goed/fijn voelenfeel hungry • honger/trek hebbenfeel (quite) (like) oneself • zich zelfverzekerd/in goede conditie voelenfeel well • zich goed (ge)voelenI feel like a walk • ik heb zin in een wandelingetjeI really felt out of it/things at that party • ik voelde me niet goed op mijn plaats/niet goed thuis op dat feestjefeel up to one's task • zich tegen zijn taak opgewassen voelenit feels like silk • het voelt zijdeachtig aan -
39 grace
n. zijne hoogheid (eretitel bij kering tot de graaf, archiebisschop e.d)grace1[ grees] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bevalligheid ⇒ gratie, charme2 〈 goedheid〉vriendelijkheid, fatsoen3 respijt ⇒ uitstel, genade7 deugd♦voorbeelden:2 with (a) bad grace • onvriendelijk, met tegenzinwith (a) good grace • vriendelijk, welwillendhe had the grace to say he was sorry • hij was zo beleefd te zeggen dat het hem speetbe in someone's good graces • bij iemand in de gratie staan————————grace2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
40 pop
n. (in computers) het protokol dat door het elektronische postkantoor wordt gebruikt, protokol voor het ontvangen van e-mail--------wijze van toegang tot het internet met enig internetadresPOP (Point Of Presence)pop1[ pop] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:5 in pop • in de lommerd, bij ome Jan————————pop2〈 popped〉1 knallen ⇒ klappen, ploffen2 〈 informeel〉snel/plotseling/onverwacht bewegen ⇒ snel/onverwacht komen/gaan♦voorbeelden:pop out • te voorschijn/er uit schieten; uitpuilenpop up • opduiken, (weer) boven water komen; omhoog komen 〈in het bijzonder van illustraties e.d., in boeken en wenskaarten〉pop across/along/around/down/in/over/round • langs/aan/binnenwippen/gaan♦voorbeelden:pop at • schieten op♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
présence — [ prezɑ̃s ] n. f. • 1172; lat. præsentia A ♦ (Personnes) 1 ♦ Le fait d être dans le lieu dont on parle. La présence de qqn, dans, à, chez... Fuir, éviter la présence de qqn, le fuir. Prouver sa présence en un lieu (⇒ alibi) . « Tant de plaisir… … Encyclopédie Universelle
presence — Presence. s. f. Existence d une personne dans un lieu. Vostre presence est necessaire en ce pays cy. la presence du maistre y estoit necessaire. la presence du Prince dans une armée est souvent tres utile. la presence du Juge estonne, &c. la… … Dictionnaire de l'Académie française
Presence — Pres ence, n. [F. pr[ e]sence, L. praesentia. See {Present}.] 1. The state of being present, or of being within sight or call, or at hand; opposed to absence. [1913 Webster] 2. The place in which one is present; the part of space within one s ken … The Collaborative International Dictionary of English
presence — Presence, Praesentia. Se cacher et eviter la presence du maistre, Ex conspectu heri abdere se. En presence, Coram. En presence de gens, Testibus praesentibus. En la presence de cestuy là, Astante illo. En ma presence, Ante oculos, Coram, Sub… … Thresor de la langue françoyse
presence — ► NOUN 1) the state or fact of being present. 2) the impressive manner or appearance of a person. 3) a person or thing that is present but not seen. 4) a group of soldiers or police stationed in a particular place: the USA would maintain a… … English terms dictionary
Presence — Studioalbum von Led Zeppelin Veröffentlichung 31. März 1976 Label Swan Song Records … Deutsch Wikipedia
Presence — Album par Led Zeppelin Sortie 31 Mars 1976 Enregistrement Novembre/Décembre 1975 Genre(s) Hard rock Heavy metal Blues rock Producteur(s) Jimmy Page/Peter … Wikipédia en Français
Presence — Saltar a navegación, búsqueda Presence Álbum de Led Zeppelin Publicación 31 de marzo de 1976 Grabación Noviembre … Wikipedia Español
Presence — Студийный альбом Led Zeppelin Дата выпуска 31 марта, 1976 Записан ноябрь … Википедия
presence — [n1] occupancy, attendance being, companionship, company, existence, habitation, inhabitance, latency, occupation, omnipresence, potentiality, residence, subsistence, ubiety, ubiquity, whereabouts; concepts 407,518,710 Ant. absence presence [n2]… … New thesaurus
presence — (n.) mid 14c., fact of being present, from O.Fr. presence (12c.), from L. præsentia a being present, from praesentem (see PRESENT (Cf. present) (n.)). Meaning carriage, demeanor, aspect (especially if impressive) is from 1570s; that of divine,… … Etymology dictionary