-
1 pièce d'eau
pièce d'eauwaterpartij 〈 in park, tuin enz.〉 -
2 pièce
pièce [pjes]〈v.〉1 stuk ⇒ exemplaar, (onder)deel2 stuk ⇒ scherf, brok4 kamer ⇒ vertrek, ruimte5 stuk ⇒ muziekstuk, toneelstuk♦voorbeelden:pièces détachées • onderdelenpièces jointes • bijlagenêtre fait d'une seule pièce, tout d'une pièce • uit één stuk gemaakt zijninventer de toutes pièces • van a tot z verzinnenmettre une pièce à un pantalon • een stuk in een broek zettenvendre à la pièce • per stuk verkopentravail aux pièces • stukwerktravailler aux pièces • stukwerk verrichten〈 informeel〉 on n'est pas aux pièces! • het is geen aangenomen werk!la pièce • per stukcela coûte dix francs pièce • dat kost tien frank per stuk→ monnaieen pièces • in stukken, kapotdonner la pièce à qn. • iemand een fooi geven4 appartement de deux pièces • tweekamerwoning, -flatpièce à conviction • bewijsstukpièces d'identité • (identiteits)papierenjuger sur pièces • op grond van bewijsstukken een oordeel vellenpièce de résistance • hoofdschotelpièce montée • monumentale taartfaire pièce à • (iemand) de voet dwars zetten; paal en perk stellen aan (iets)f1) stuk, exemplaar2) scherf, brok3) muntstuk4) kamer5) akker6) document [juridisch]7) kanon, geschut [leger]8) schaakstuk -
3 couper
couper [koepee]♦voorbeelden:¶ couper court à • een eind maken aan, de kop indrukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (door)snijden ⇒ afsnijden, opensnijden, knippen, (om)hakken, maaien6 stopzetten ⇒ tegenhouden, versperren♦voorbeelden:le froid coupe les mains, les lèvres • de kou doet je handen afvriezen, doet je lippen splijtencouper un organe • een orgaan verwijderenle vent coupe le visage • de wind snijdt in je gezichtle village a été coupé du reste du monde • het dorp is van de rest van de wereld afgesnedencouper avec les dents • af-, doormidden bijtencouper avec une scie • af-, doormidden zagencouper à travers champs • de kortste weg nemencouper l'eau, le courant • het water, de stroom afsluitencouper la fièvre • de koorts doen dalencouper le mal à, dans la racine • het kwaad met wortel en tak uitroeiencouper la retraite à l'ennemi • de vijand de terugtocht afsnijdencouper le vent • tegen de wind beschermença vous la coupe! • dat verbaast je!coupez! • stop! 〈 film-, geluidsopname〉〈 telefoon〉 ne coupez pas, s.v.p. • blijft u aan de lijn a.u.b.♦voorbeelden:il se couperait en quatre pour lui • hij gaat door het vuur voor hem1. v1) snijden, scherp zijn3) (door)snijden, afsnijden, knippen, omhakken, maaien4) amputeren5) schrappen [tekst]6) verwonden7) splitsen8) stopzetten9) tegenhouden10) aanlengen11) afnemen [kaarten]12) castreren2. se couperv1) zich/elkaar verwonden3) zichzelf tegenspreken, zich verraden -
4 monter
monter1 [mõtee]〈m.〉————————monter2 [mõtee]2 instappen ⇒ opstappen, gaan (zitten) in, gaan (staan) op♦voorbeelden:monter sur, à un arbre • in een boom klimmenla mer monte • het wordt vloedle ton monte • het gesprek raakt verhitmonter de 10 pour cent • met 10 procent stijgenles larmes lui montaient aux yeux • de tranen schoten haar, hem in de ogenle vin lui monte à la tête • de wijn stijgt haar, hem naar het hoofdII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bestijgen ⇒ beklimmen, opgaan3 naar boven brengen ⇒ omhoog halen, optrekken5 uitrusten ⇒ geheel voorzien van, inrichten6 plaats nemen in, op ⇒ instappen in♦voorbeelden:v1) klimmen, naar boven gaan2) instappen3) toenemen4) opstijgen6) paardrijden9) reiken (tot)10) bestijgen11) hoger plaatsen13) in elkaar zetten14) uitrusten, inrichten15) dekken [koe]16) opkloppen [eiwit]17) hoger stemmen [muziek]18) ophitsen -
5 tomber
tomber1 [tõbee]〈m.〉 〈 sport en spel〉————————tomber2 [tõbee]3 (weg)vallen ⇒ verzwakken, verdwijnen, dalen4 te lijf gaan ⇒ zich werpen (op), aanvallen5 worden ⇒ geraken, vallen6 vallen ⇒ vervallen, instorten7 (bij toeval) komen ⇒ verschijnen, geraken♦voorbeelden:tomber mort, raide mort • morsdood neervallenil laissa tomber ces mots • hij zei de volgende woorden〈 informeel〉 laisse tomber! • kap er mee, geef 't op!!!laisser tomber qn. • iemand laten vallen, zich niet meer voor iemand interesserenlaisser tomber qc. • iets laten vallen, iets loslaten, zich niet meer met iets bezighoudenjupe qui tombe bien • rok die goed valttomber dans les bras de qn. • iemand in de armen vallentomber dans l'escalier • op de trap vallenla rue tombe dans une autre • de straat komt op een andere straat uittomber de fatigue • van moeheid omvallenmots qui tombent des lèvres de qn. • woorden die van iemands lippen komenle stylo m'est tombé des mains • de vulpen viel uit mijn handentomber par la fenêtre • uit het raam vallenle soleil lui tombe sur les yeux • de zon schijnt in zijn ogendes toits qui tombent bien bas sur les fenêtres • laag overhangende dakentomber sur ses pieds • op zijn voeten terechtkomenle jour tombe • de avond valtle vent est tombé • de wind is gaan liggen4 ils nous sont tombés dessus • ze hebben ons overvallen, verrast5 tomber amoureux, malade • verliefd, ziek wordentomber dans une erreur • in een fout vervallentomber dans la misère • in ellende gerakenil est tombé bien bas • hij is wel diep gezonken7 ça tombe bien, mal • dat treft goed, slechtil est bien tombé • hij heeft het goed getroffentomber juste • opgaan, de spijker op de kop slaanje suis tombé en pleine réunion • ik kwam midden in de vergadering binnenvallencet article m'est tombé sous les yeux • dat artikel is me toevallig onder ogen gekomentomber sur qn. • iemand tegen het lijf lopentomber sur qc. • ergens tegenaan lopen♦voorbeelden:→ vestev2) uitvallen3) verzwakken4) aanvallen5) worden6) verschijnen, komen7) vallen (op) [datum]8) uitkomen [krant]
См. также в других словарях:
Pièce d'eau — ● Pièce d eau petit étang, bassin dans un parc, dans un jardin … Encyclopédie Universelle
Piece d'eau des Suisses — Pièce d eau des Suisses La pièce d eau des Suisses (au fond) dans le prolongement de l Orangerie … Wikipédia en Français
Pièce d'eau des suisses — La pièce d eau des Suisses (au fond) dans le prolongement de l Orangerie … Wikipédia en Français
Pièce d'eau des Suisses — 48°47′53″N 2°6′57″E / 48.79806, 2.11583 … Wikipédia en Français
Villa de la Pièce d' Eau des Suisses - Bed and Breakfast — (Версаль,Франция) Категория отеля: Адрес … Каталог отелей
pièce — [ pjɛs ] n. f. • 1080; lat. médiév. petia, d o. gaul. °pettia I ♦ Partie séparée (brisée, déchirée) d un tout. ⇒ fragment, morceau. « un cristal, jeté violemment sur le sol et qui y volait en mille pièces » (Barbey). Mettre en pièces qqch., le… … Encyclopédie Universelle
EAU — L’EAU a toujours hanté l’esprit des hommes. Des différents symboles qu’elle suggère, le plus perceptible est celui du mouvement et de la vie: les sources, les eaux courantes, les vagues sont déjà des objets offerts à une vision animiste du monde … Encyclopédie Universelle
piece — PIECE. sub. f. Partie, portion, morceau d un tout. Une piece de pain. une piece de viande, une piece de bois. on distribuoit par jour aux troupes tant de pieces de viande. & tant de pieces de bois. un acroc luy a emporté une piece de son habit.… … Dictionnaire de l'Académie française
pièce — (piè s ) s. f. 1° Partie d un tout, considérée comme complète, entière en soi. 2° Il se dit de certaines choses qui font un tout, un objet complet. 3° Par extension, fragment, morceau d un tout. 4° Différentes parties de l ancienne armure … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
PIÈCE — s. f. Partie, portion, morceau d un tout. Une pièce de viande. Une pièce de chair. Une pièce de boeuf. Une belle pièce de boucherie. Une pièce de bois. Un accroc lui a emporté une pièce de son habit. Les pièces d une montre, d une pendule. Les… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
PIÈCE — n. f. Partie, portion, morceau d’un tout. Une pièce de viande. Une pièce de boeuf. Une belle pièce de boucherie. Une pièce de bois. Les pièces d’une montre, d’une pendule. Les pièces d’un habillement, d’un harnais, d’une armure. Mettre un vase en … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)