-
1 Pech
〈o.; Pech(e)s, Peche〉♦voorbeelden:die beiden halten zusammen wie Pech und Schwefel • die twee zijn onafscheidelijk〈 spreekwoord〉 wer Pech anfasst, besudelt sich • wie met pek omgaat, wordt ermee besmet -
2 pech
malora -
3 Pech im Quadrat
Pech im Quadratheel veel, grote pech -
4 Pech an den Hosen haben
Pech an den Hosen haben -
5 so ein Pech
so ein Pech!wat 'n pech! -
6 solch ein Pech
solch ein Pech!wat een pech! -
7 vom Pech verfolgt werden
vom Pech verfolgt werden————————vom Pech verfolgt werdenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > vom Pech verfolgt werden
-
8 die beiden halten zusammen wie Pech und Schwefel
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > die beiden halten zusammen wie Pech und Schwefel
-
9 bad
adj. (Canadese en Amerikaanse Slang) goed, buitengewoon, groots, wonderbaarlijk--------adj. schadelijk; minderwaardig; ernstig, acuut; kwaadaardig (Bv.: Roken is schadelijk voor de gezondheid); gebrekkig, niet juist werkend; bedorven, verrot (zoals bedorven vlees)--------adv. slecht, naar; vals--------n. slecht, naar; valsbad1[ bæd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pech♦voorbeelden:take the bad with the good • het goede met het kwade nemen————————bad21 slecht ⇒ minderwaardig, verkeerd2 kwaad ⇒ kwaadaardig, stout, ondeugend3 ziek ⇒ naar, pijnlijk4 erg ⇒ ernstig, lelijk6 vals♦voorbeelden:1 bad air/meat • bedorven lucht/vleesbad conscience • slecht gewetenin bad order • in slechte staat〈 spreekwoord〉 a bad workman always blames his tools • een kwaad werkman vindt nooit goed gereedschapgo bad • bedervenbad-mannered • ongemanierdnot half/so bad • niet zo gek/slechtI am bad at football • ik ben niet goed in voetballenbad boy • stoute jongenin bad faith • te kwader trouwbad feeling • bitterheidbad language • grove taalfrom bad to worse • van kwaad tot ergerfeel/be taken bad • zich ziek/beroerd voelenbad debt • oninbare schuld/vorderingcome to a bad end • slecht aflopenbe in a bad way • er slecht aan toe zijnmake the best of a bad bargain • er het beste van makenbe in someone's bad book(s) • bij iemand in een slecht blaadje staanmake someone appear in a bad light • iemand in een kwaad daglicht stellenbad luck • pechbe on bad terms with • een slechte verstandhouding hebben metthat looks bad • dat voorspelt niet veel goeds〈 informeel〉 (that's) too bad • (dat is) zonde/jammer(just) too bad (for you) • pech gehad, daar kan ik niets aan veranderenwith (a) bad grace • met tegenzinkeep bad hours • laat naar bed gaan————————bad3〈bijvoeglijk naamwoord; badder〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 fantastisch ⇒ geweldig, prima, fijn————————bad4〈 bijwoord〉→ badly badly/ -
10 luck
n. geluk; bestemming--------v. veel geluk hebben, door geluk slagen, een moment van buitengewoon geluk hebben[ luk]1 geluk ⇒ toeval, succes♦voorbeelden:good luck • succesworse luck • pech gehad, jammerhave all the luck • altijd boffenpush one's luck • te veel risico's nementry one's luck • zijn geluk beproevenyour luck is in • dit is je geluksdag/kanslet's do it once more for luck • laten we het nog een keer doen, misschien brengt dat gelukbe in luck/in luck's way • geluk hebbenbe out of luck, be down on one's luck • pech hebbenwith luck • als alles goed gaatyou never know your luck • misschien heb je gelukjust my luck! • dat moet typisch mij weer overkomenno such luck • helaas nietas luck would have it • (on)gelukkig, toevallig -
11 malchance
malchance [maalsĵãs]〈v.〉1 tegenspoed ⇒ ongeluk, pech♦voorbeelden:par malchance • ongelukkigerwijzeftegenspoed, pech -
12 panne
panne [paan]〈v.〉1 pech ⇒ panne, (bedrijfs)stoornis, storing♦voorbeelden:être en panne • pech hebbenêtre en panne d'essence, en panne sèche • zonder benzine staanf1) pech, defect, storing2) trijp3) bladvet4) hamerpin -
13 bad luck
-
14 tuile
-
15 vache
vache1 [vaasĵ]〈v.〉1 koe♦voorbeelden:les sept vaches grasses, les sept vaches maigres • de zeven vette jaren, de zeven magere jarengros comme une vache • zo rond als een ton〈 informeel〉 être là comme une vache qui regarde passer les trains • wezenloos, met open mond staan te kijkenla vache! • verduiveld!, bliksems! 〈 uitroep van spijt〉→ métier3 c'est une vieille vache, une belle vache • het is een rotvent, rotwijfne fais pas la vache • doe niet zo gemeen————————vache2 [vaasĵ]1 rottig ⇒ gemeen, krengerig♦voorbeelden:1 c'est vache • da's gemeen; da's pech, pech gehad1. f1) koe2) smeris3) smeerlap4) rundleer2. adj1) gemeen, rot2) verdomd [mooi] -
16 veine
veine [ven]〈v.〉♦voorbeelden:être en veine • in de stemming zijnmauvaise veine • pechpas de veine! • pech (gehad)!veine, alors! • fijn!¶ (se) saigner aux quatre veines • grote offers brengen, al het geld geven dat men heeftf1) ader2) inspiratie3) geluk -
17 c'est vache
c'est vacheda's gemeen; da's pech, pech gehad -
18 jouer de malchance
-
19 Panne
Panne〈v.; Panne, Pannen〉♦voorbeelden: -
20 Quadrat
Quadrat〈o.; Quadrat(e)s, Quadrate〉♦voorbeelden:eine Zahl ins Quadrat erheben • een getal tot de tweede macht verheffenvier zum Quadrat • vier kwadraat, vier tot de tweede macht
См. также в других словарях:
Pech — Saltar a navegación, búsqueda La sociedad Pech es una etnia que ha habitado el territorio de la actual Honduras desde hace mas de 3 mil años, se cree que provienen de América del Sur con un origen Chibcha, luego emigraron a Colombia y llegaron… … Wikipedia Español
Pech — may refer to: Pech people, an indigenous people in northeastern Honduras Pech (Dungeons Dragons), a monster Pech (mythology), a type of gnome like creatures in Scottish myth Pech (novel), a 2002 novel by Joanna Chmielewska Pech (river), in… … Wikipedia
Pech — haben: Unglück haben. Die Wendung stammt von der Vogelstellerei: Der an der Leimrute klebende Vogel hat Pech (an den Federn) und geht daran zugrunde (⇨ Leim). In einer Handschrift aus dem Jahre 1479 schreibt ein vom Unglück verfolgter… … Das Wörterbuch der Idiome
Pech — Pech: Die Bezeichnung für den dunkelfarbigen, zähklebrigen, teerartigen Rückstand bei der Destillation organischer Stoffgemenge (mhd. bech, pech, ahd. beh, peh) ist aus lat. pix (picis) »Pech, Teer« (urverwandt u. a. mit gleichbed. griech. píssa… … Das Herkunftswörterbuch
Pech [2] — Pech. (Vgl. Bd. 7, S. 56.) Pech aus Mineralölrückständen braucht man für Wegebau, Bauindustrie, Wasserdichtmachen, Elektroisolierung und Rostschutzfarben. Einige Erdöle (»Rohöle«) geben hartes Pech von seiner schwarzer Farbe, welches… … Lexikon der gesamten Technik
Pech — Sn std. (8. Jh.), mhd. pech, bech, ahd. peh, beh, as. pik Entlehnung. Wie ae. pic, anord. bik entlehnt aus l. pix (picis) f.; schon alt auch als Bild für die Hölle gebraucht. Pech haben und Pechvogel stammt wohl vom Vogelfang mit Pechruten, doch… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Pech — [Aufbauwortschatz (Rating 1500 3200)] Auch: • Unglück Bsp.: • Da hat sie wirklich Pech gehabt. • Du meine Güte, das ist Pech! • Deine Tasche ist noch nicht angekommen? Pech … Deutsch Wörterbuch
pech — pech. adj. Hond. Se dice del individuo de un pueblo amerindio de origen chibcha que habita los pueblos y aldeas del noreste del departamento hondureño de Olancho. U. t. c. s. || 2. Hond. Perteneciente o relativo a los pech. || 3. m … Enciclopedia Universal
pech — {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. mż IIb, D. a, blm {{/stl 8}}{{stl 7}} niekorzystny zbieg okoliczności; brak szczęścia : {{/stl 7}}{{stl 10}}Ktoś ma pecha. A to pech! Znowu nic nie załatwiłem. Pech kogoś prześladuje. <niem.> {{/stl 10}} … Langenscheidt Polski wyjaśnień
pech — 1. adj. Hond. Se dice del individuo de un pueblo amerindio de origen chibcha que habita los pueblos y aldeas del noreste del departamento hondureño de Olancho. U. t. c. s.) 2. Hond. Perteneciente o relativo a los pech. 3. m. Hond. Lengua de la… … Diccionario de la lengua española
Pech [1] — Pech, pix nigra, ein Produkt des Holzteers. Dieser, auch flüssiges Pech, pix liquida, genannt, wird gewonnen, indem man die alten harzreichen Wurzeln und Stammstrünke der Nadelhölzer (Fichte, Kiefer) trocken erhitzt (schwelt, daher… … Lexikon der gesamten Technik