-
1 ongunstig
desfaborabelDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > ongunstig
-
2 неблагоприятный
ongunstig -
3 desfaborabel
ongunstigDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > desfaborabel
-
4 unfavourable
ongunstig -
5 desfaborabel
ongunstig -
6 adverse
-
7 inauspicious
adj. onheilspellend, ongunstig[ inno:spisjəs] 〈 inauspiciousness〉 -
8 notorious
adj. algemeen (ongunstig) bekend, berucht[ nooto:riəs] 〈 notoriousness〉1 algemeen (ongunstig) bekend ⇒ berucht, notoir -
9 reflect on
reflect on, reflect upon2 zich ongunstig uitlaten over ⇒ in diskrediet brengen, een ongunstig licht werpen op♦voorbeelden:2 your rude behaviour reflects only on yourself • je onbetamelijk gedrag speelt alleen maar in je eigen nadeel -
10 unfavourable
adj. ongunstig; negatief♦voorbeelden: -
11 favorless
adj. ongewenst, niet gewenst; ongunstig, ongenadig, niet bevooroordeeld, ongunstig -
12 favourites
n. ongewenst, niet gewenst; ongunstig, ongenadig, niet bevooroordeeld, ongunstig -
13 favourless
adj. ongewenst, niet gewenst; ongunstig, ongenadig, niet bevooroordeeld, ongunstig -
14 défavorable
défavorable [deefaavorraabl]1 ongunstig ⇒ onvoordelig, schadelijk♦voorbeelden:être défavorable à qn. • iemand slechtgezind zijnadj -
15 неблагополучный
ongelukkig, ongunstig -
16 отрицательный
ontkennend, negatief, ongunstig -
17 не соглашаться
prepos.gener. (iem.) ongelijk geven (с кем-л.), aanvechten, afslaan, ongunstig beschikken (op-íà) -
18 неблагоприятный
-
19 неблагосклонный
-
20 недоброжелательный
adjgener. wangunstig, afgunstig, kwaadwillig, moedwillig, ongenegen, ongunstigRussisch-Nederlands Universal Dictionary > недоброжелательный
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Немецкий
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Турецкий
- Французский
ongunstig
Страницы