-
1 ordelijk
2 [geregeld] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 orderly ⇒ 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 well-organized/-ordered, 〈 bijwoord〉 in orderly fashion, 〈 bijwoord〉 in good order♦voorbeelden:2 de demonstratie kent een ordelijk verloop • the demonstration is passing off in an orderly fashionalles gaat er ordelijk toe • everything is well-organized (there)3 een ordelijk huishouden • a tidy/well-organized household -
2 ordelijk
adj. orderly, regular, tidy, neat--------adv. orderly -
3 alles gaat er ordelijk toe
alles gaat er ordelijk toeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alles gaat er ordelijk toe
-
4 de demonstratie kent een ordelijk verloop
de demonstratie kent een ordelijk verloopVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de demonstratie kent een ordelijk verloop
-
5 een ordelijk huishouden
een ordelijk huishoudena tidy/well-organized householdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ordelijk huishouden
-
6 geregeld
♦voorbeelden:1 een geregelde aanvoer • a constant/steady flow/supplyhij komt geregeld te laat • he is often/regularly lateII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [geordend] regular♦voorbeelden:2 een geregeld huishouden • an orderly/a well-ordered householdeen geregeld leven gaan leiden • settle down, start keeping regular hours -
7 neervlijen
2 [ordelijk neerleggen] arrange neatly♦voorbeelden:1 het hoofd neervlijen • lay down/recline one's head -
8 net
net1〈 het〉2 [elkaar snijdende zaken] network ⇒ system, 〈 communicatie ook〉 net, mains 〈 elektrisch〉, grid 〈 gas, elektriciteit〉3 [televisiezenders] channel♦voorbeelden:netten breien/knopen • make netseen net spannen • spread a net〈 figuurlijk〉 achter het net vissen • miss out, miss the boatde koffer in het net leggen • put the suitcase in the rack〈 figuurlijk〉 iemand in zijn netten verstrikken • (en)trap/ensnare someonehet elektrische net • the (electric) mains3 het eerste/tweede net • channel one/two————————net24 [hygiënisch] clean5 [ethisch zuiver] decent♦voorbeelden:1 een nette stapel • a neat/tidy pileiets in het net schrijven/uitwerken • copy out something3 een nette buurt • a respectable/genteel neighbourhoodnette mensen • respectable/decent people‘copuleren’ is een net woord voor ‘neuken’ • ‘copulate’ is a polite word for ‘fuck’II 〈 bijwoord〉2 [pas; precies als] just♦voorbeelden:1 net goed • serves you/him/her/them right〈 ironisch〉 dat kun je net denken • you've got another thing coming, not likelyzij ging net vertrekken • she was about to leavenet iets voor hem • 〈 net wat hij zoekt〉 just the thing for him; 〈 kenmerkend voor hem〉 just like him, him all overnet wat ik dacht • just as I thoughtdat is net wat ik nodig heb • that's exactly what I need; 〈 ook ironisch〉 that's just what I need; 〈 ironisch〉 that's all I neednet wat je zegt! • just as you say!, right you are!maar net een voldoende halen • just pass, scrape throughdat was maar net aan • that was a narrow escape/close call, that was touch and gonet mis • a near miss/thingik weet het nog zo net niet • I'm not so surehet nog net halen • squeak through/byik weet het net zo min als jij • your guess is as good as minewij zijn net zo min tevreden • we aren't satisfied eitherze zeurden net zo lang tot hij meeging • they nagged him into coming alongze is net zo goed als hij • she's every bit as good as he isze hebben net zo goed een medaille verdiend • they are just as worthy of a medalde een net zoveel geven als de ander • give one just as much as the otherhet is net alsof je het leuk vindt • it's (almost) as if you think it's funnydat is het hem nou net • that's just it, there's the rubzo is het maar net • right you are!, just as you say!dan heb ik net zo lief dat je weg gaat • in that case I'd just as soon you leftje moet net doen alsof • you must pretendhet begint net zo gezellig te worden • the fun is just startingwe hadden net zo goed niets kunnen doen • we might just as well have done nothingwe kwamen net te laat • we came just too latehij is net zijn vader • he's the spitting image of his fatherik heb dat gisteren net schoongemaakt • I cleaned that only yesterdaywij zijn net thuis • we've (only) just come homewe waren er nog maar net, toen … • we had hardly arrived when …net of hij zo'n beste is • as if he's so great3 kun je dat niet netter zeggen? • can't you put that more politely? -
9 netjes
♦voorbeelden:de kamer is netjes opgeruimd • the living room is shipshape/nice and tidynetjes in orde • in proper trim2 wat ben je netjes vandaag! • you're looking smart today!netjes gekleed • all dressed upnetjes schrijven • write neatly3 iemand netjes behandelen • treat someone decently/fairlygedraag je netjes • behave yourselfdat is niet netjes • that is not done/proper; that is bad manners/formdat is niet zo netjes van je • that is not very nice of you -
10 rommelig
2 [met betrekking tot ingewanden] rumbling♦voorbeelden: -
11 vlijen
♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский