-
1 uplift
n. verheffing--------v. optillen, verhogen, verhemelenuplift1〈zelfstandig naamwoord; vaak attributief〉2 opbeuring ⇒ stichting, lotsverbetering————————uplift2〈 werkwoord〉2 (geestelijk) verheffen ⇒ stichten, aanmoedigen -
2 crampon
-
3 davit
n. davit, hijskraan voor optillen van boten[ dævit, deevit] 〈 scheepvaart〉1 davit2 kraanbalk ⇒ laadboom, giek -
4 dead lift
n. direct optillen zonder mechanische hulp; opheffen van gewicht tot op heuphoogtedead lift〈 krachtsport〉 -
5 heave
n. hijs--------v. optillen, trekken; op doen rijzen; uithalen; gooienheave1[ hie:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 ruk♦voorbeelden:————————heave21 (op)zwellen ⇒ rijzen, omhooggaan♦voorbeelden:〈 informeel〉 heave up • overgeven, brakenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 hoist
n. takel; heffing (van een voorwerp)--------v. hijsen, takelen, optillen van iemand of iets (door middel van een elektrisch apparaat)hoist1[ hojst] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zet ⇒ duw, stoot————————hoist2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
7 jack up
v. optillen of omhoogwerken met behulp van een hefboom; prijzen doen stijgen (zoals in "Ik heb de auto voor 1,500 $ verkocht en zij deden de prijs stijgen tot 2,500 $)jack up -
8 lever
n. kraan; hefboom, koevoet; pedaal--------v. hefboom, (met een hefboom) optillen; wegwippenlever1[ lie:və] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hefboom ⇒ koevoet, breekijzer————————lever2〈 werkwoord〉1 opheffen/verplaatsen door middel van hefboom ⇒ tillen/(los)wrikken♦voorbeelden:1 lever something into/out of position • iets op/van zijn plaats wrikken〈 figuurlijk〉 lever someone out of his job • iemand wippen, wegmanoeuvreren -
9 prance
n. het dansen, steigeren; het trots stappen--------v. dansen, steigeren (optillen van voorste benen: paard); trots stappenprance1[ pra:ns] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉————————prance2〈 werkwoord〉2 (vrolijk) springen ⇒ huppelen, dansen♦voorbeelden:2 prance about/around • rondspringen/lopen -
10 rear
adj. achter---------n. achterland; achter---------v. opvoeden; stichten; optillen; verheffenrear1[ riə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ bring up the rear • als laatste komen, de rij sluitenat/ 〈 Amerikaans-Engels〉 in the rear • achteraan, aan de achterkant————————rear2♦voorbeelden:1 rear door/light/wheel • achterdeur/licht/wiel————————rear3II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 grootbrengen ⇒ fokken, kweken♦voorbeelden: -
11 take up
v. opnemen; verzamelen; een hobbie beginnen; een vrijetijdsbesteding beginnen (bv.: "Om de winterdagen snel voorbij te laten gaan, denk ik eraan om skilessen te nemen")take up♦voorbeelden:take up with • bevriend raken metII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 oplichten ⇒ optillen, oppakken9 aannemen ⇒ aanvaarden, ingaan op♦voorbeelden:he was completely taken up with his new book • hij werd volkomen in beslag genomen door zijn nieuwe boektake up gardening • gaan tuinierentake up a matter • een zaak aansnijdenI'll take things up with your superior • ik zal de zaak aan je chef voorleggen -
12 throw up
overgeven; opgeven; snel bouwenthrow upII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 throw up your hands • handen omhoog, geef je overthrow up one's eyes • de ogen ten hemel slaan -
13 windlass
n. windas--------v. met windas optillen; door lift omhoog tillen[ windləs] -
14 lifting
adj. heffend; verheven--------n. het optillen, het ophijsen -
15 lifting up
het optillen -
16 raise one's hat
iem. hoed optillen, iem. gedag zeggen (door hoed af te nemen) -
17 upliftment
n. het optillen, het opheffen, verheffing, het ten hemel heffen (de handen), ten hemel slaan (de ogen) -
18 uprear
v. zich verheffen, opstaan, opgetild worden; optillen, opheffen, verheffen -
19 to lift
heffenloslatenlossenoplichtenoptillenoptrekkenopvoerenopwerkentillen
См. также в других словарях:
optillen — opo … Woordenlijst Sranan
Neuniederländisch — oder modernes Niederländisch ist die Nachfolgesprache des Mittelniederländischen und die Grundlage für die Niederländische Standardsprache. In die Zeit des Neuniederländischen fällt die Entstehung der niederländischen Standardsprache. Die… … Deutsch Wikipedia