-
61 been
2 [lichaamsdeel met betrekking tot een dier] leg3 [bot; stof waaruit botten bestaan] bone5 [met betrekking tot een kous; met betrekking tot een voorwerp] leg♦voorbeelden:een houten been • a wooden legop het verkeerde been gezet worden • 〈 sport〉 be wrong-footed; 〈 figuurlijk〉 be misled; 〈informeel; figuurlijk〉 be sent barking up the wrong treehij brak zijn been • he broke his legde benen strekken • stretch one's legsmet de benen over elkaar • with one's legs crosseder was veel volk op de been • a great many people were aboutik kan niet meer op mijn benen staan • I can't keep on my feet any longereen leger op de been brengen • raise an armyop de been blijven • remain on one's feetweer op de been zijn • be up and about (again)hij is al de hele dag op de been • he's been on his feet all daystevig op zijn benen staan • be steady on one's legsgoed ter been zijn • be a good walkerzich de benen uit het lijf lopen • run one's legs off〈 spreekwoord〉 het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen • it is no easy matter to bear prosperity decently -
62 nek
1 [deel van de hals] nape/back of the neck2 [figuurlijk] [voorwerp] neck♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 dat breekt je nog eens de nek • that will be your ruin/undoing of youeen kip de nek omdraaien • wring/twist a chicken's neckover zijn nek gaan • heave, puke〈 figuurlijk〉 over zijn nek gaan van iets/iemand • not be able to stand (the sight of) something/someone〈 figuurlijk〉 tot aan zijn nek in de schulden zitten • be up to one's neck/ears in debt -
63 hoofd
3 [(van personen) leider, meerdere] 〈m.b.t. gezin〉 chef 〈m.〉 ⇒ 〈m.b.t. school〉 directeur 〈m.〉⇒ directrice 〈v.〉♦voorbeelden:het hoofd van een stoet • la tête d'un cortègemet gebogen hoofd lopen • marcher la tête bassemet gedekt hoofd • la tête couvertehij heeft een goed hoofd • il a de la têtehij is een hoofd groter dan ik • il me dépasse d'une têteeen hard hoofd in iets hebben • être pessimiste (concernant qc.)zijn hoofd wordt rood van schaamte • le rouge de la honte lui monte au fronteen verstopt hoofd hebben • être enchifenéeen hoofd vol zorgen hebben • n'avoir que des soucis en têtehet hoofd vol hebben van … • ne rêver que de …iets het hoofd bieden • faire front à qc.iemand het hoofd bieden • tenir tête à qn.zich het hoofd over iets breken • se casser la tête sur qc.iemand het hoofd op hol brengen • tourner la tête à qn.het hoofd buigen • baisser la têtehet hoofd er niet bij hebben • avoir la tête ailleurshet is hem gelukt het hoofd boven water te houden • il a réussi à se maintenir 〈 niet failliet gaan〉het hoofd koel houden • garder la tête froidehet hoofd op de ellebogen laten rusten • se prendre la tête dans les mainshet hoofd loopt mij om • je ne sais (plus) où donner de la têtehet hoofd ontbloten • se découvrirhet hoofd schudden • secouer la têtemijn hoofd staat er niet naar • je n'ai pas la tête à çade hoofden tellen • compter les personnes présenteshet hoofd verliezen • perdre la têteik durf mijn hoofd eronder te verwedden • j'en mettrais ma main au feuzeur me niet aan het hoofd! • ne me casse pas les pieds!wel wat anders aan z'n hoofd hebben • avoir bien autre chose en têtehij stelde zich aan het hoofd van de beweging • il prit la tête du mouvementaan het hoofd staan van iets • diriger qc.ben je wel goed bij je hoofd? • ça va pas, la tête?niet goed bij, in het, zijn hoofd zijn • ne pas avoir toute sa têteiemand boven het hoofd groeien • 〈 ook figuurlijk〉 dépasser qn.dat hangt hem boven het hoofd • cela lui pend au nezdie onderneming is mij boven het hoofd gegroeid • la direction de cette entreprise dépasse maintenant mes capacitéshet werk groeit haar boven het hoofd • elle est submergée de travaildie gedachte speelt mij door het hoofd • cette pensée me trotte par la têtedat is mij door het hoofd geschoten • ça m'est complètement sorti de la têtehet is hem in het hoofd geslagen • il a perdu la tête〈 figuurlijk〉 iemand iets in het hoofd stampen • fourrer qc. dans la tête de qn.zich een gat in het (z'n) hoofd vallen • s'ouvrir le crâne en tombantzich licht in het hoofd voelen • avoir le vertigeiemand in het hoofd treffen • toucher qn. à la têtezich iets in het hoofd zetten • se mettre qc. en têtehoe haalt hij het in zijn hoofd? • 〈 denken〉 qu'est-ce qu'il va chercher là?; 〈 doen〉 qu'est-ce qui lui prend de faire une chose pareille!het in zijn hoofd halen om te • s'aviser dealles zeggen wat in je hoofd opkomt • dire tout ce qui vous passe par la têtemet het hoofd omlaag vallen • tomber la tête la premièremet zijn hoofd tegen de muur lopen • donner de la tête contre un murmet het hoofd tegen de muur slaan • se cogner la tête contre le muriemand een verwijt naar het hoofd slingeren • lancer un reproche à la tête de qn.〈 figuurlijk〉 iemand iets naar het hoofd smijten • jeter qc. à la tête de qn.de drank stijgt hem naar het hoofd • l'alcool lui monte à la tête〈 figuurlijk〉 hij kan wel op zijn hoofd gaan staan, ik doe het niet • il a beau faire des pieds et des mains, je ne marche paseen prijs op iemands hoofd zetten • mettre à prix la tête de qn.dat zal op uw hoofd neerkomen • cela vous retombera sur la têteiets over het hoofd zien • ne pas remarquer qc.ik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • je me garderai bien de faire cette bêtisedat laat ik mij niet uit mijn hoofd praten • on ne me fera pas changer d'idéedat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • tu ferais mieux d'abandonner cette idéeuit het hoofd leren • apprendre par coeuruit het hoofd rekenen • calculer de têteuit het hoofd spelen • jouer sans partitioniemand van het hoofd tot de voeten opnemen • examiner qn. des pieds à la têtevan het hoofd tot de voeten gewapend • armé de pied en cap't is om je voor het hoofd te slaan • c'est à se taper la tête contre les murs〈 figuurlijk〉 iemand voor het hoofd stoten • offenser qn.een hoofd hebben als een boei • être rouge comme une pivoine〈 spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • autant de têtes, autant d'avishet hoofd van de rooms-katholieke Kerk • le chef de l'Eglise catholique -
64 weg
weg1〈de〉♦voorbeelden:eigen weg • chemin privéde openbare weg • la voie publique〈 figuurlijk〉 iemand van de rechte weg afleiden • détourner qn. du droit cheminde weg bereiden • préparer la voie〈 figuurlijk〉 de weg effenen voor iemand • préparer le terrain pour qn.zijn eigen weg gaan • suivre sa propre voiezijn weg vinden • faire son cheminiemand de weg wijzen • montrer le chemin à qn.aan de weg naar Delft • au bord de la route de Delftzo oud als de weg naar Kralingen, Rome • vieux comme le mondeop weg gaan (naar) • se mettre en route (pour)〈 figuurlijk〉 iemand op weg helpen • mettre qn. sur la (bonne) voiehij is op weg beroemd te worden • il est en passe de devenir célèbrede wagen ligt vast, goed op de weg • la voiture tient bien la route〈 spreekwoord〉 de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens • l'enfer est pavé de bonnes intentions〈 spreekwoord〉 wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks • qui édifie en grande place, fait maison trop haute ou trop basselangs deze onsympathieke weg • par ce moyen peu sympathiquelangs vreedzame weg • par la négociationeen weg te voet afleggen • parcourir un chemin à piediemand de weg afsnijden • couper la route à qn.zich een weg banen • se frayer un cheminmet zijn geld geen weg weten • ne pas savoir que faire de son argentiemand iets in de weg leggen • mettre des bâtons dans les roues à qn.iemand in de weg lopen • être dans les jambes de qn.dat zit me in de weg • ça m'irriteiemand in de weg staan • gêner qn.problemen uit de weg ruimen • résoudre des problèmesuit de weg kunnen • savoir comment s'y prendre (avec qn., qc.)uit de weg! • laisse(z)-moi passer!iemand uit de weg gaan • éviter qn.iemand uit de weg ruimen • liquider qn.→ link=wil wil————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig] parti2 [niet te vinden] disparu3 [+ van][verrukt] fou/fol/folle4 [verwijderd] loin♦voorbeelden:weg wezen! • allez, ouste!weg met …! • à bas …!¶ als dat gebeurt ben je weg • dans ce cas-là, tu seras fichuiets weg hebben van • ressembler un peu à〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 met iets weg zijn • avoir pigé qc.in het wilde weg schieten • tirer au hasard -
65 kaart
1 [speelkaart] card4 [toegangskaart] ticket5 [ansichtkaart] card♦voorbeelden:de kaarten zijn geschud • 〈 figuurlijk〉 the die is cast, decisions have been made2 〈 figuurlijk〉 dat is doorgestoken kaart • it's been arranged behind our backs, it's rigged; it's a frame up 〈 gearrangeerde beschuldiging〉〈 figuurlijk〉 dat is geen haalbare kaart • it's not a viable proposition, it's not practicable/workable〈 figuurlijk〉 zich in de kaart laten kijken • show one's cards/hand3 de gele/rode kaart krijgen • be shown the yellow/red cardgroene kaart • Bgreen cardmag ik de kaart van u • may I have the menu, please?die plaats staat niet op de kaart • that place isn't on the map -
66 klap
klap1〈de〉♦voorbeelden:1 een grote klap krijgen • 〈 verlies〉 essuyer un sérieux revers; 〈 teleurstelling〉 en prendre un sale couper vielen rake klappen • les coups pleuvaient secik kan mezelf wel een klap geven • je pourrais me battreiemand een klap verkopen • administrer une gifle à qn.een boek met een klap dichtslaan • refermer un livre avec un bruit seciemand een klap op, voor zijn muil geven • foutre un coup de poing dans la gueule à qn.in één klap • d'un seul couphet interesseert hem geen klap • il s'en moque éperdumentgeen klap uitvoeren • ne rien ficherhet was de klap op de vuurpijl • c'était le bouquet→ link=vlieg vlieg————————klap21 clac! -
67 terrein
♦voorbeelden:op eigen terrein spelen • jouer sur son propre terraineigen terrein • domaine privéhet terrein verkennen • reconnaître le terrainzich op bekend, vertrouwd terrein bevinden • être en pays de connaissancenu zijn we op glibberig terrein • nous voilà sur un terrain glissantterrein prijsgeven • céder du terraindie activiteiten vallen buiten ons terrein • ces activités ne sont pas de notre domaine -
68 terugtocht
1 [terugreis] (chemin <m.> du) retour 〈m.〉♦voorbeelden: -
69 afkoelen
1 [koeler worden] cool (off/down) ⇒ chill♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:dat zal hem wel afkoelen • that should cool him down 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk ook〉 that should calm him down -
70 besmeuren
♦voorbeelden: -
71 boven water komen
boven water komen〈 letterlijk〉 surface, come up for air; 〈 ook figuurlijk〉 (re)surface; 〈 figuurlijk ook〉 turn up (again)————————boven water komenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > boven water komen
-
72 brein
♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 het brein zijn achter een project • be the brain(s) behind a project, mastermind a project -
73 doorbreken
doorbreken♦voorbeelden:1 het gezwel brak door • the swelling burst/ruptureddoorgebroken kamers • open-plan roomsde zon zal spoedig doorbreken • the sun will break through soonII 〈 overgankelijk werkwoord〉————————doorbreken♦voorbeelden: -
74 front
2 [leger] [voorste gevechtslinie, gebied waar gevochten wordt] front ⇒ 〈 voornamelijk figuurlijk〉 forefront4 [meteorologie] front♦voorbeelden:2 het vijandelijke/oostelijke front • the enemy/eastern frontaan het front sneuvelen • be killed at the frontop twee fronten actief zijn • be active on two fronts -
75 hardheid
1 hardness ⇒ 〈 taaiheid, ruwheid ook〉 toughness 〈 ook figuurlijk〉, 〈 wreedheid, hardvochtigheid, scherpheid〉 harshness, 〈 soliditeit, dichtheid〉 solidity 〈 ook figuurlijk〉♦voorbeelden:1 de hardheid van metalen/water • the hardness of metals/waterde hardheid van het politieoptreden • the severity/brutality of the police actions -
76 horde
-
77 houvast
1 hold, grip♦voorbeelden:niet veel/geen enkel houvast geven • provides little/no holdnergens houvast aan hebben • 〈 figuurlijk〉 have nothing to go by/ondit berichtje biedt ons enig/weinig houvast • this item gives us something/nothing to go on -
78 ijs
1 [bevroren water(oppervlak)] ice2 [lekkernij] ice cream♦voorbeelden:het ijs houdt (nog niet) • the ice is (not yet) thick enough (to bear one's weight)de haven was door ijs gesloten • the port was icebound/closed off by iceik drink m'n whisky zonder ijs of water • I drink my whisky straight -
79 kookpunt
♦voorbeelden: -
80 nemen
1 [beetpakken] take2 [in genoemde toestand brengen/laten verkeren] take3 [het genoemde (gaan) doen] take4 [nuttigen] have6 [aanvaarden] take8 [op zijn weg passeren] take9 [op genoemde wijze opvatten] take♦voorbeelden:een kind op de arm nemen • take a baby/child in one's arms〈 figuurlijk〉 neem mijn vader nou • now, take my fathermen neme … • take …in behandeling nemen • start treatingiets op zich nemen • undertake (to do) something; 〈 verantwoordelijkheid〉 take something (up)on oneselfiets ter hand nemen • take something in hand/something upiets tot zich nemen • take somethingvoor zijn rekening nemen • deal with, account foruit elkaar nemen • take apart3 maatregelen nemen • take steps/measuresde moeite nemen om • take the trouble toontslag nemen • resignplaats nemen tussen/in • sit (down)/take a seat between/inwat neem jij? • what are you having?neem nog een koekje • (do) have another biscuiteen krant nemen • take/subscribe to a newspapereen dag vrij nemen • have/take a day offiemand tot man, vrouw nemen • take someone as one's husband/wifedat neem ik niet! • I'm not standing for that!je moet de Engelsen nemen zoals ze zijn • you must take the English the way they are7 de bus nemen • catch/take the/go by buseen taxi nemen • get/take a/go by taxiiemand tot voorbeeld nemen • take someone as an exampleiets niet zo nauw nemen • not bother oneself much about something, not be overparticulariemand (niet) serieus nemen • (not) take someone seriouslyalles bij elkaar genomen • all things consideredstrikt genomen • strictly (speaking)over het geheel genomen • all in alliets ter harte nemen • take something to heart10 〈 religie〉 de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen • the Lord gave, the Lord hath taken awayiemand het leven nemen • take someone's lifeeen stad nemen • take/capture a city¶ hij nam haar van achteren/met geweld • he took her from behind/by forcewat dacht je? ik neem het er maar eens van • you bet, I'm doing myself proud/I'm helping myself, ( 〈 slang〉 to the goodies)iemand ertussen nemen • pull someone's leghet er (goed) van nemen • live well
См. также в других словарях:
Guru — For other uses, see Guru (disambiguation). A guru (Sanskrit: गुरु) is one who is regarded as having great knowledge, wisdom, and authority in a certain area, and who uses it to guide others (teacher). Other forms of manifestation of this… … Wikipedia