-
1 been
3 [bot; stof waaruit botten bestaan] os 〈m.〉4 [gebeente] os 〈 meervoud〉♦voorbeelden:dat paard staat hoog op de benen • ce cheval a de longues jambesop het verkeerde been gezet worden • être pris à contre-piedmet het verkeerde been uit bed gestapt zijn • s'être levé du pied gauche〈 figuurlijk〉 iemand tegen het zere been schoppen • toucher qn. au vifeen been breken • se casser la jambede benen nemen • prendre ses jambes à son coumijn been slaapt • j'ai des fourmis dans les jambesde benen strekken • se dégourdir les jambesmet zijn been trekken • tirer la jambeal de hele dag op de been zijn • être sur pied toute la (sainte) journéeer was veel volk op de been • il y avait beaucoup de mondeik kan niet meer op mijn benen staan • je ne tiens plus sur mes jambesiemand weer op de been helpen • remettre qn. sur piedvast op z'n benen staan • être d'aplombslecht ter been zijn • avoir de mauvaises jambeszijn benen uit zijn lijf lopen • se démenerik heb geen benen meer om op te staan • je n'ai plus de jambesbenen als een ooievaar hebben • être monté sur des échasses〈 spreekwoord〉 het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen • ±il faut de plus grandes vertus pour soutenir la bonne fortune que la mauvaise -
2 been
2 [lichaamsdeel met betrekking tot een dier] leg3 [bot; stof waaruit botten bestaan] bone5 [met betrekking tot een kous; met betrekking tot een voorwerp] leg♦voorbeelden:een houten been • a wooden legop het verkeerde been gezet worden • 〈 sport〉 be wrong-footed; 〈 figuurlijk〉 be misled; 〈informeel; figuurlijk〉 be sent barking up the wrong treehij brak zijn been • he broke his legde benen strekken • stretch one's legsmet de benen over elkaar • with one's legs crosseder was veel volk op de been • a great many people were aboutik kan niet meer op mijn benen staan • I can't keep on my feet any longereen leger op de been brengen • raise an armyop de been blijven • remain on one's feetweer op de been zijn • be up and about (again)hij is al de hele dag op de been • he's been on his feet all daystevig op zijn benen staan • be steady on one's legsgoed ter been zijn • be a good walkerzich de benen uit het lijf lopen • run one's legs off〈 spreekwoord〉 het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen • it is no easy matter to bear prosperity decently -
3 been
кость; ножка; сторона; смотаться; пуститься наутёк; размяться; отстоять себе ноги; поднять на ноги* * *o1) mv benen нога ж ( выше ступни)op de been zijn — а) быть на ногах, бодрствовать б) подняться после болезни
de bénen máken — уносить ноги
2) mv beenderen кость ж* * *сущ.общ. верхняя часть чулка, кость, нога (от бедра до ступни), сторона (треугольника), ножка (циркуля и т.п.) -
4 been
I.hetBein nII.hetKnochen m -
5 been
n. (Anatomy) leg, one of the two or four limbs that support and move an animal or human; bone, hard structures which make up the skeleton; long narrow part of something -
6 been
-
7 been
1) tass2) ben -
8 been
bacak s -
9 been
bras, jambe, os, patte -
10 been
brasa; brasa; pia; weso, wesu -
11 mijn been slaapt
-
12 een leger op de been brengen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een leger op de been brengen
-
13 hij is al de hele dag op de been
hij is al de hele dag op de beenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is al de hele dag op de been
-
14 aan een been kluiven
aan een been kluiven -
15 al de hele dag op de been zijn
al de hele dag op de been zijn -
16 als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heenDeens-Russisch woordenboek > als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen
-
17 dat is een blok aan zijn been
dat is een blok aan zijn been -
18 dat was tegen het zere been
dat was tegen het zere been -
19 de pijn schiet door zijn been
de pijn schiet door zijn been -
20 die kou dringt door merg en been
die kou dringt door merg en beenDeens-Russisch woordenboek > die kou dringt door merg en been
См. также в других словарях:
been — [bi:n, bın US bın] [: Old English; Origin: gebeon] 1.) the past participle of ↑be 2.) a) used to say that someone has gone to a place and come back been to ▪ I ve never been to Japan. have been to do sth ▪ Have you been to see the Van Gogh… … Dictionary of contemporary English
been — been; car·a·been; car·been; cau·been; gom·been; she·been; … English syllables
Been — [OE. beon, ben, bin, p. p. of been, beon, to be. See {Be}.] The past participle of {Be}. In old authors it is also the pr. tense plural of {Be}. See 1st {Bee}. [1913 Webster] Assembled been a senate grave and stout. Fairfax. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
been — pp. of BE (Cf. be). Dismissive slang phrase been there, done that attested from 1994 (been there had the experience, usually of something disreputable, is from 1880s) … Etymology dictionary
been-to — UK US noun [countable] [singular been to plural been tos] west african informal someone who has lived in the UK, especially for part of their education Thesaurus: educated people and experts … Useful english dictionary
been — / bot bonyo been / voet futu … Woordenlijst Sranan
Been — may refer to:*pungi, wind instrument *Rudra Veena, string instrument *past participle of the verb to … Wikipedia
Been — Been, S. Behen … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
been — the past participle of be … Usage of the words and phrases in modern English
been — [bin; ] often [ ben; bēn] vi. [ME ben < OE beon: see BE] pp. of BE … English World dictionary
Been — Mario Been Spielerinformationen Voller Name Mario Been Geburtstag 11. Dezember 1963 Geburtsort Rotterdam, Niederlande Position Mittelfeld Vereine als Aktiver1 … Deutsch Wikipedia