-
1 ongegrond
♦voorbeelden:ongegrond zijn • manquer de fondement -
2 ongegrond
2 [onbillijk] unfair♦voorbeelden:ongegronde klachten • unfounded complaintsiemand ongegrond verdenken • suspect someone without cause2 een ongegronde beschuldiging • an unfair/a groundless accusation -
3 ongegrond
необоснованный, неосновательный, беспричинный, беспочвенный* * *прил.общ. беспричинный, неосновательный, необоснованный -
4 ongegrond
adj. unfounded, ill found, ill founded, ungrounded, groundless, baseless, bottomless, causeless, gratuitous, wild--------adv. groundlessly, gratuitously -
5 ongegrond
-
6 ongegrond
• non-primed• unfounded -
7 ongegrond
false, unfounded, groundless, baseless -
8 ongegrond zijn
ongegrond zijn -
9 iemand ongegrond verdenken
iemand ongegrond verdenkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand ongegrond verdenken
-
10 беспричинный
ongegrond -
11 non-primed
ongegrond -
12 unfounded
ongegrond -
13 baseless
ongegrond -
14 groundless
ongegrond -
15 unfounded
ongegrond -
16 беспочвенный
ongegrond, ongemotiveerd -
17 baseless
-
18 gratuitous
-
19 groundless
adj. ongegrond; ongebaseerd[ graundləs] 〈 groundlessness〉 -
20 faux
faux1 [foo]I 〈m.〉1 (het) valse ⇒ (het) onware, (het) onechte♦voorbeelden:3 〈 figuurlijk〉 s'inscrire en faux contre une interprétation • de juistheid van een interpretatie aanvechtenII 〈v.〉♦voorbeelden:————————faux2 [foo],fausse [foos]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉1 vals ⇒ onwaar, onjuist, verkeerd2 ongegrond ⇒ vals, ijdel3 onecht ⇒ nagemaakt, vervalst, schijn-, imitatie-4 onoprecht ⇒ onwaarachtig, vals♦voorbeelden:faire un faux mouvement • een verkeerde beweging makenfaire un faux pas • een misstap doense trouver dans une fausse position • zich in een scheve positie bevindensituation fausse • dubbelzinnige situatiefrapper à faux • misslaanraisonnement qui porte à faux, en porte à faux • ongefundeerde redeneringfaux ami • vriend die geen vriend isc'est une fausse blonde • ze heeft geblondeerd haarfaux bonhomme • iemand die slechts in schijn goedaardig isfaux col • losse boordc'est une fausse maigre • zij lijkt magerder dan ze isfaire une fausse sortie • net doen alsof men weggaat1. m2) vervalsing3) bedrog2. fzeis [landbouw]3. faux/fausseadj, adv1) vals, onwaar, onjuist2) ongegrond3) onecht, nep4) onoprecht5) onzuiver, vals [muziek]
Страницы