-
41 unhappy
-
42 malheureusement
-
43 malheureux
malheureux [maalurreu]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 ongelukkig ⇒ ellendig, droevig, jammer(lijk)♦voorbeelden:un amour malheureux • een onbeantwoorde liefdeun mot malheureux • een slecht gekozen woordce serait malheureux de ne pas en profiter • het zou jammer zijn er niet van te profiterenun pauvre malheureux • een arme drommelil est malheureux que 〈+ aanvoegende wijs〉 • het is jammer, dat …〈 zelfstandig〉 malheureux! • arme kerel!ce n'est pas malheureux! • dat is maar goed ook!1. m (f - malheureuse) 2. = malheureuse; adj1) ongelukkig, verdrietig3) geen succes hebbend, mislukkend4) onbelangrijk, onbeduidend -
44 misérable
misérable [miezeeraabl]1 ellendig ⇒ deerniswaardig, ongelukkig♦voorbeelden:1 un(e) misérable • ellendeling, ongelukkigeadj1) ellendig, ongelukkig2) armoedig3) onbeduidend -
45 unglücklicherweise
unglücklicherweise1 ongelukkig(erwijze), ongelukkig genoeg -
46 бедный
arm ; ongelukkig ; schraal -
47 злополучный
adjgener. rampspoedig, ongelukkig, beroerd, rampzalig -
48 к несчастью
prepos.gener. ongelukkig, ongelukkigerwijs, ongelukkigerwijze -
49 несчастливый
adjgener. onfortuinlijk, ongelukkig -
50 несчастный
adj1) gener. onbehaaglijk (о внешнем облике человека), armoedig, ongelukkig, onzalig, rampzalig, miserabel2) liter. getekend -
51 come unstuck
uiteenvallen (bv. "Het was zo ongelukkig, hun huwelijk werd verbroken na slechts anderhalf jaar")loskomen, losgaan -
52 even
adj. gelijk; effen; even; parallel; quitte; zelfs; precies; kalm, niet snel te irriteren of boos te maken; deelbaar door twee, precies door twee te delen (Wiskunde)--------adv. zelfs--------v. plat maken, recht maken; gelijk makeneven1[ ie:vn] 〈bijvoeglijk naamwoord; evenness〉1 vlak ⇒ gelijk, glad2 gelijkmatig ⇒ kalm, onveranderlijk3 even5 eerlijk♦voorbeelden:2 even breathing • rustige/regelmatige ademhalingan even temper • een evenwichtig humeuran even temperature • een gelijkmatige temperatuureven odds • gelijke kansenbe/get even with someone • 't iemand betaald zettenfirst I was losing, now we're even again • eerst verloor ik, nu staan we weer quitteshe is even with me • ze staat gelijk met mij————————even21 gelijk worden ⇒ glad/effen worden→ even up even up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉————————even3〈 bijwoord〉1 zelfs♦voorbeelden:he doesn't even eat any more • hij eet zelfs niet meershe was unhappy, even weeping • ze was ongelukkig, ja zelfs in traneneven now • zelfs nueven so • maar tocheven then • zelfs toeneven if/though • zelfs al -
53 have an unfortunate sequel
slecht/ongelukkig aflopen -
54 his expression bore testimony to his unhappiness/that he was unhappy
his expression bore testimony to his unhappiness/that he was unhappyEnglish-Dutch dictionary > his expression bore testimony to his unhappiness/that he was unhappy
-
55 ill-starred
-
56 long
adj. lang; langdurig; niet voor rede vatbaar (gevaar)--------adv. lang; langdurig; gedurende--------n. lange tijd; lang iets--------v. verlangen (naar); smachten; uitzien (naar); missenlong1[ long] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:before long • binnenkort, spoedighe won't stay for long • hij zal niet (voor) lang blijven————————long2〈bijvoeglijk naamwoord; longer [longgə], longest [longgist]〉 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉2 groot ⇒ meer dan, lang♦voorbeelden:long finger • middelvingerover the long haul • op lange termijntake a long look at something • iets lang/aandachtig bekijken/onderzoekenof long standing • al lang bestaand, van ouds gekendto cut a long story short • om kort te gaan, samengevatin the long term • op den duur, op de lange duur2 long dozen • groot dozijn, dertiencotton is in long supply • er is een ruime voorraad katoenhe stands a long chance • hij maakt weinig kanslong sale • verkoop à la hausse¶ the long arm of the law • de lange/machtige arm der wet〈 Brits-Engels〉 not by a long chalk • op geen stukken na, bijlange nietlong division • staartdelinglong drink • longdrinklong johns • lange onderbroekin the long run • uiteindelijklong shot • kansloos deelnemer; gok, waagstuk〈 Amerikaans-Engels〉 by a long shot • veruit, met gemaknot by a long shot • op geen stukken na, bijlange nietlong suit • fort, sterk puntlong in the tooth • lang in de mond, aftandstake a long view/take long views • dingen op de lange termijn bekijkenhave come a long way • van ver gekomen zijn, erg veranderd zijngo a long way (towards) • voordelig (in het gebruik) zijn, veel helpen, het ver schoppen£1 doesn't go a long way these days • met een pond kom je tegenwoordig niet ver meer————————long3〈 werkwoord〉————————long4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:all night long • de hele nachtthe promotion was long due • de promotie liet lang op zich wachtendon't be long • maak het kortas/so long as • zo lang, mitsno/not any longer • niet langer/meer〈 informeel〉 so long! • tot dan!, tot ziens!he's long about his work • hij doet lang over zijn werkbe long in doing something • lang over iets doen -
57 low
adj. laag; zwak; neerslachtig; diep; goedkoop; grof--------adv. laag; op lage toon; minderwaardig; raakt op--------n. gebied van lage luchtdruk; dieptepunt; laagterecord; iets laags--------v. loeien, bulkenlow1[ loo] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————low2〈 lowness〉1 laag ⇒ niet hoog, niet intensief♦voorbeelden:low gear • lage versnellinglow grade • lage kwaliteit, laag gehalte/percentage 〈 vaak attributief〉low point • minimum, dieptepuntlow tide • laagwater, eblow water • laag water, laagtij 〈 in een rivier〉at lowest • op z'n laagstlow comedy • kluchtkeep a low profile • zich gedeisd/op de achtergrond houdenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉3 zwak ⇒ slap, futloos♦voorbeelden:————————low3〈 werkwoord〉————————low4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:play low • laag/voor kleine bedragen spelen4 be/get/run low • op raken, bijna op zijn -
58 make/pull a long face
make/pull a long face -
59 mishap
n. ongeval, ongeluk, ongelukkig voorval[ mishæp]♦voorbeelden: -
60 outrageous
adj. schokkend; schandalig; wreed; beledigend; ongelukkig; belachelijk (gekleed), lachwekkend (slang)[ autreedzjəs]3 schandelijk ⇒ schaamteloos, grof; ongehoord, afschuwelijk
См. также в других словарях:
Unglücklich — 1. Es ist nicht jeder so unglücklich als er meint. Holl.: Men is zelden zoo ongelukkig, als men zich verbeeldt. (Harrebomée, II, 136b.) 2. Unglücklich im Spiel, glücklich in der Liebe. Holl.: Ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
List of soap operas — This is a list of soap operas by country of origin. Argentina * Amandote * Padre Coraje * Pinina * Resistiré * Floricienta (2004 2006) * Chiquititas (1995 2003) Australia * Bellbird (1967 1977) * Blue Hills (radio; 1949 76)) * The Box (1974 1977) … Wikipedia
Carice van Houten — Infobox actor name = Carice van Houten imagesize = caption = Van Houten in July 2008 birthname = Carice Anouk van Houten birthdate = birth date and age|1976|9|5 birthplace = Leiderdorp, Netherlands deathdate = deathplace = othername = occupation … Wikipedia
Stern — Die Sterne befragen, auch: In den Sternen lesen: sein vorherbestimmtes Schicksal mit astrologischen Methoden berechnen wollen. Die Redensarten weisen auf die Beschäftigung mit der Sterndeutung, die in Deutschland vom 13. 18. Jahrhundert Gelehrte… … Das Wörterbuch der Idiome
Gestirn — 1. Es sind viel tausend Gestirn am Himmel, aber auch Sonne und Mond werden verfinstert. *2. Er ist im gestirn verirret. – Henisch, 1577, 27; Eyering, II, 354; Körte, 2098. Er ist verstört, verwirrt, confus. *3. Er ist unter einem glücklichen… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Land — 1. Alle Lande seyn dess Weysen Vatterland. – Lehmann, II, 26, 4; Simrock, 6161; Körte, 3674; Braun, II, 2141; Masson, 351. Als man Sokrates fragte, was für ein Landsmann er sei, antwortete er: ein Weltbürger. Poln.: Tam dom, gdzie dobrze. – W… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mensch — 1. A verzagte Möntsch isch im Himmel nid sichar. (Bern.) – Zyro, 108. 2. Ach, Mensch, betracht , wie Gott verlacht all deinen Pracht, der in einer Nacht wird zu nichts gemacht. – Gerlach, 9. 3. Ain verkerter mensch richtet hader an vnd ain… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Unglück — 1. Allein vnglück vnd armut ist vor den Neidhard gut. – Gruter, III, 4; Lehmann, II, 33, 21; Simrock, 7478. 2. Alles Vnglück fahet sich in Gottes namen an (in nomine Domini). – Gruter, III, 4; Henisch, 1697, 30; Petri, II, 8; Blum, 2; Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wahrsagen — 1. Das Wahrsagen (Wahrheit sagen) bringt nur Klagen. – Parömiakon, 183. Schwed.: Spåmän ha tu wilkor. (Grubb, 757.) 2. Vom Wahrsagen kann man wol leben, aber nicht vom Wahrheit sagen. »Vom Wahrsagen kann man wol noch hier und da in Deutschland… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Weib — (s. ⇨ Frau). 1. A jüng Weib is wie a schön Vögele, was män muss halten in Steigele (Vogelbauer). (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. A schämedig (schamhaftes) Weib is güt zü schlugen. (Warschau.) – Blass, 11. Weil es, um keinen Scandal zu machen, den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wunsch — 1. Aus den Wünschen erkennt man den Mann. Die Aegypter haben das Sprichwort: »Was wünscht der Blinde?« fragte man. »Einen Korb voll Hühner«, war die Antwort, wenn er auch nicht sieht, so mag er doch gern stossen. (Burckhardt, 512.) 2. Bliesen die … Deutsches Sprichwörter-Lexikon