-
1 enfermer
-
2 cantonner
cantonner [kãtonnee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈figuurlijk; + dans〉 zich beperken (tot) ⇒ zich bepalen (tot), zich verschansen (in) 〈 figuurlijk〉♦voorbeelden:1. v2) inkwartieren2. v -
3 emprisonner
-
4 boucler
-
5 claquemurer
claquemurer [klaakmuuree] -
6 claustrer
claustrer [kloostree]1 opsluiten ⇒ isoleren, afzonderen -
7 cloîtrer
cloîtrer [klwaatree]♦voorbeelden:1 zich afzonderen ⇒ zich geheel terugtrekken, zich afsluiten (van de buitenwereld) -
8 confiner
-
9 renfermer
-
10 asile
asile [aaziel]〈m.〉1 asiel ⇒ toevluchtsoord, wijkplaats2 inrichting ⇒ tehuis, gesticht♦voorbeelden:chercher asile • asiel, toevlucht zoekenasile de nuit • nachtverblijfà l'asile! • opsluiten!m1) toevluchtsoord, asiel2) inrichting, gesticht -
11 barricader
barricader [baariekaadee]♦voorbeelden:1. v1) versperren2) goed (af)sluiten, dichttimmeren2. se barricaderv -
12 cage
cage [kaazĵ]〈v.〉2 schacht ⇒ koker, kooi6 fuik ⇒ visnet, -kaar♦voorbeelden:cage d'escalier • trappenhuismettre qn. en cage • iemand opsluitenf1) kooi2) schacht, koker3) bajes4) net [doel]5) kast [horloge]6) visnet -
13 interner
-
14 secret
secret1 [səkre]〈m.〉♦voorbeelden:le secret de la confession • het biechtgeheimle secret de la correspondance • het briefgeheimsecret de fabrication • fabrieksgeheimsecret de Polichinelle • publiek geheimsecret professionnel • beroepsgeheim, zwijgplichtce n'est un secret pour personne • dat is een publiek geheimêtre dans le secret (des dieux) • tot de ingewijden behorenmettre qn. dans le secret • iemand inwijden, op de hoogte brengendans le plus grand secret • in het diepste geheimen secret • in het geheim, onopgemerkt2 dans le secret de son coeur • in het verborgene, in stilte3 avoir le secret de qc. • de kunst van iets verstaan, iets goed kunnen————————secret2 [səkre],secrète [səkret]1 geheim ⇒ verborgen, geheim-3 intiem(ste) ⇒ innerlijk, diep(ste)♦voorbeelden:services secrets • geheime (inlichtingen)diensttiroir secret • geheime la3 la vie secrète • het innerlijk leven, het diepste wezen1. m 2. secret/secrèteadj1) geheim2) gesloten, terughoudend3) inwendig, innerlijk4) heimelijk -
15 verrouiller
verrouiller [verroejee]v -
16 calfeutrement
calfeutrement [kaalfeutrəmã]〈m.〉1 (het) breeuwen ⇒ (het) dichtstoppen van kieren en gaten, (het) tochtvrij maken -
17 calfeutrer
calfeutrer [kaalfeutree]1 tochtvrij maken ⇒ (de kieren en gaten) dichtstoppen (van), breeuwen♦voorbeelden:1 se calfeutrer chez soi • thuis blijven zitten, afgesloten leven -
18 coffrer
-
19 encager
-
20 ficher qn. dedans
ficher qn. dedansiemand erin laten lopen; 〈 leger〉iemand opsluiten, achter de tralies zetten
- 1
- 2