-
21 ail
nm. (plante): Ô (Bozel, Flumet, Saxel.002), alye (Albanais 001, Cordon), al (Chamonix, Albens). - E.: Tresse.A1) gousse d'ail: kûta d'ô nf. (002, Flumet) ; gossa nf. (001, Thônes), R. Gousse.A3) ail ail plantaginé // à tuniques réticulées: porè nm. (Montmin), R. Poireau ; érba dé nou stemije (Beaufort) / érba à nou sminze (Chamonix) / herbe à neuf chemises (Morzine).A4) ail sauvage: branlèta nf. (), R. => Ciboulette. -
22 quatre-vingt
adnc., huitante: kator-van (Morzine), katro-van (Cordon, Saxel 002), katro-vêê dc. / fgm. / devant un chiffre, katro-vêz dv. (Albanais 001, Bellecombe-Bauges, Compôte-Bauges), katro-vin (Aillon-Jeune, Arvillard, Chambéry), katre-vinh (Peisey), katro-vîn (St-Martin-Porte 203) ; huitanta (Albertville 021, Ballaison), hwétan-nta, hwétin-nta (Modane), hwitanta anc. (002, Massongy, Morzine), hwitant dv., -a dc., -o fgm./seul (203), vwètanta (021) ; oktanta (COD).Fra. Ils étaient quatre-vingts: al tô katro-vêê (001).Fra. Il a quatrevingts ans: al a katro-vêz an (001).Fra. Quatre-vingt-un, quatre-vingt-deux...: katro-vêê-yon, katro-vêê-dou... (001).Fra. Quatre-vingt-quatre ans: katro-vi-n-èkatr on ().Fra. Quatre-vingt-neuf: katro-van-nou (002), katro-vêê-nou (001). -
23 trente
adnc. trêta dc./fgm., trêt dv., trin-nt devant un chiffre (Albanais.001b, PPA.), trêta dc., trêt dv. et devant un chiffre (001a, Aillon-V.273, Aix, Albertville, Annecy.003, Balme-Si., Beaufort.065, Bellecombe-Bauges, Billième, Chambéry.025b, Gd-Bornand.113, Leschaux, Marthod, Montagny-Bozel, St-Jean- Arvey, St-Jean-Sixt, Savigny, COD.), trinta dc., trint dv. (003,025a, Arvillard, Bellevaux, Conflans, Houches, Manigod.098, Onex, Peisey, Queige.108, Ste-Foy, Thônes.004, Thonon, Ugines, Vaulx, Villard-Doron), tranta (Alex, Attignat-Oncin, Bonneville, Cordon.083, Giettaz, Megève, Morzine, Saxel.002), trint dv., -a dc., -o fgm./seul (St-Martin-Porte), tri-nte (Macôt-Plagne) ; trê-dyé < trois dix> (098). - E.: Habiller, Toilette.Fra. Ils étaient trente: al tô trêta (001).Fra. Trente francs: trêta fran (001).Fra. Trente ans: trêt an (001), trint an (004).Fra. Trente-et-un: trêt yon (025), trin-nt-yon (001), trant-yon (002), trantson (083), trêtzon (065), trint-é-yon (108), trin-nt-éu- n (St-Michel-Mau.).Fra. Trente-deux: trin-nt-dou (001), trinte-dou (004), trêtadou (065).Fra. Trente-trois: trinte-trai (004).Fra. Trente-cinq: trin-nt-sin (001), trêt-fin (113).Fra. Trente-neuf: trêta-nou (273), trin-nt-nou (001). - E.: Beau. -
24 à la va-comme-je-te-pousse
loc. adv. разг.как придется, кое-как, как бог на душу положитWilliam faisait le ménage à la va-comme-je-te-pousse. Un coup de balai par-ci, de plumeau par-là... ça y était. (O. Mirbeau, Le Journal d'une femme de chambre.) — Вильям занимался уборкой, не утруждая себя. Где-то подметет, где-то смахнет пыль... и все дела.
Je suis sûr que ce roman possède de fortes doses d'efficacité et de charme. Pourquoi? Parce que je lui découvre les faiblesses que j'aime le moins - certaine abondance oratoire, syntaxe et grammaire mises à mal, (donc négligence et corrections à la va-comme-je-te-pousse) - et pourtant ce qu'il porte en lui de force, de naturel, de mouvement, l'emporte de loin sur ses défauts. (F. Nou-rissier, Les romans, Les Nouvelles littéraires.) — Я уверен, что роман обладает значительной силой воздействия и притягательности. Почему? Потому что, хотя я и вижу в нем недостатки, которые я больше всего не люблю - известное злоупотребление риторикой, синтаксические и грамматические промахи, то есть небрежное отношение к тексту, исправления, сделанные тяп-да-ляп - однако, сила, непосредственность и динамика, которые заключены в романе, намного превосходят его недостатки.
Dictionnaire français-russe des idiomes > à la va-comme-je-te-pousse
-
25 après
après1 [aapre]〈 bijwoord〉1 daarna ⇒ daarop, vervolgens, later♦voorbeelden:l'école est tout de suite après • de school ligt daar direct achterle jour d'après • de dag eropaussitôt après • meteen daaropet puis après! • en wat dan nog?, nou en?————————après2 [aapre]〈voorzetsel; ook m.〉1 na ⇒ achter(na)♦voorbeelden:l'un après l'autre • achtereenvolgensaprès avoir fait son café • na haar kopje koffie gezet te hebbenaprès être partie, elle a dit • nadat ze vertrokken was, heeft ze gezegdaprès manger • na het etenaprès ce(la) • vervolgens, daarnaaprès quoi • waarnaaprès tout • alles welbeschouwd, eigenlijkd' après eux • volgens hend' après ses dires • naar zijn zeggenpeindre d' après une photo, d' après nature • van een foto, naar de natuur schilderenl'avant et l' après • wat ervoor en erna gebeurt1. advdaarna, vervolgens, later2. prép1) na2) achter(na)3. après queconj -
26 bien
bien1 [bjẽ]〈m.〉1 weldaad ⇒ (het) goede, welzijn, welvaart2 bezit(ting) ⇒ vermogen, goed♦voorbeelden:1 un homme de bien • een fatsoenlijk, integer manle bien commun, général, public • het algemeen welzijngrand bien vous fasse! • wel bekome het u!le souverain bien, le bien suprême • het opperste goed, gelukdire du bien de qn., parler en bien de qn. • gunstig over iemand sprekenc'est un bien • dat is een gelukfaire le bien • goed doen, charitatief zijnce voyage lui fait beaucoup de bien • die reis doet hem heel goedcela fait du bien • dat doet een mens goedprendre son bien où on le trouve • je toe-eigenen wat van je gading isvouloir le bien de qn. • het beste met iemand voorhebbenmener qc. à bien • iets tot een goed einde brengenchanger qc. en bien • iets ten goede veranderenen tout bien tout honneur • in alle eer en deugdpour son bien • voor zijn eigen bestwil2 biens de consommation • verbruiksgoederen, consumptiegoederenbiens de famille • familiebezitbiens vacants • onbeheerde goederenavoir du bien • vermogend zijnavoir des biens au soleil • onroerende goederen, land bezitten————————bien2 [bjẽ]〈bijwoord; ook bijvoeglijk naamwoord, tussenwerpsel〉1 goed ⇒ wel, mooi, fatsoenlijk2 zeer ⇒ veel, erg4 werkelijk ⇒ echt, zeer zeker5 〈 als uitroep〉wel! ⇒ welnu!♦voorbeelden:1 avoir l'air bien • er goed, mooi uitzienun homme bien • een betrouwbaar manun type bien • een aardige ventse conduire bien • zich netjes gedragenêtre bien avec qn. • goed met iemand kunnen opschietenfaire bien • juist handelen, goed passen, goed staanfaire bien (de) • er goed aan doen (om)ça fait bien de parler anglais • het staat goed als je Engels spreektc'est bien fait! • net goed!c'est bien fait pour lui! • dat is z'n verdiende loon!on mange bien ici • je kunt hier lekker etennous sommes bien ici • we voelen ons hier lekkerça va bien? • gaat het goed?〈 schertsend〉 nous voilà bien! • nou zitten we mooi in de puree!tant bien que mal • zo goed en zo kwaad als het gaatni bien ni mal • tamelijk goed2 bien blanc • helemaal wit, spierwitelle est bien jeune pour voyager seule • ze is wel heel jong om alleen te reizenbien sûr • natuurlijkbien souvent • heel vaakbien d' autres • vele anderenil en a vu bien d' autres • hij heeft heel wat meegemaakt〈 België〉 assez bien de • heel wat, veelbien de, bien des • heel wat, (heel) veeldepuis bien des années • sinds vele jarenil part bien demain? • hij vertrekt toch morgen?5 il le fait bien, pourquoi pas moi? • hij doet het toch ook, waarom ik dan niet?j'irais bien avec vous • ik zou wel met u mee willennous verrons bien • we zullen wel zienvouloir bien • wel willenou bien • ofweleh bien! • welnu!si bien que • zodat1. m1) (het) goede, welzijn2) bezit(ting), vermogen2. adj, advgoed, mooi, fatsoenlijk3. adv1) zeer, veel, erg2) heel veel, ruimschoots3) werkelijk, echt4. bien queconj5. interj -
27 bras
bras [braa]〈m.〉1 arm3 mankracht ⇒ werkkracht, arbeider♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 avoir un bras de fer • onverbiddelijk, streng zijnbras d'honneur • obsceen gebaar voor lulbaisser les bras • (de moed) opgeven, zich gewonnen gevencette nouvelle m'a cassé bras et jambes • ik ben kapot van dat nieuws〈 figuurlijk〉 couper bras et jambes à qn. • iemand versteld doen staan; 〈 ook〉iemand vleugellam maken, iemand uitputtenouvrir les bras à qn. • iemand met open armen ontvangen; 〈 ook〉iemand vergeven, iemand de helpende hand reikentendre les bras vers qn. • iemands hulp inroepen〈 figuurlijk〉 les bras m'en tombent • nou breekt m'n klomp, ik sta pafbras dessus, bras dessous • arm in arm, gearmd〈 figuurlijk〉 se réfugier dans les bras de qn. • bij iemand z'n heil, z'n toevlucht zoeken〈 figuurlijk〉 avoir qc., qn. sur les bras • voor iets, iemand te zorgen hebben, opgescheept zitten met iets, iemandbras de vigne • wijnranktravailler à pleins bras • uit alle macht werkentomber sur qn. à bras raccourcis • zich als een razende op iemand werpen¶ à bout de bras • op armlengte; op eigen krachtà force de bras • met de sterke armdépenser de l'argent à tour de bras • met geld smijtenm1) arm2) macht3) zwengel4) armleuning5) (zee)engte6) bras [aan ra]7) voorpoot, schaar, vin -
28 chanter
chanter [sĵãtee]♦voorbeelden:c'est comme si on chantait • het helpt geen zier, je bereikt er geen fluit meesi ça vous chante • als u daar zin in hebtII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 qu'est-ce que tu nous chantes là? • wat vertel je (ons) nou (voor onzin)?v1) (be)zingen2) kraaien [haan]3) sjirpen [krekel] -
29 commencer
commencer [kommãsee]1 beginnen♦voorbeelden:ça commence à bien faire • nou is het wel genoegà commencer par • te beginnen bijcommencer par faire qc. • beginnen met iets te doen, eerst iets doenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beginnen (met) ⇒ openen, aangaan♦voorbeelden:v -
30 comprendre
comprendre [kõprãdr]1 begrijpen ⇒ beseffen, verstaan, duidelijk inzien2 bevatten ⇒ omvatten, bestaan uit3 meerekenen ⇒ meetellen, inbegrepen doen zijn (bij)♦voorbeelden:comprendre un code • een code kunnen ontcijferencomprendre la plaisanterie • tegen een grapje kunnencomment comprenez-vous le rôle d'un conseiller? • hoe ziet u de rol van een raadsman?voilà comme je comprends des vacances • dat is voor mij de ideale vakantiefaire comprendre qc. à qn. • iemand iets duidelijk makense faire comprendre • zich verstaanbaar maken, zich duidelijk uitdrukkenje n'y comprends rien • ik begrijp er niets vancomprendre qc. à demi-mot • maar een half woord nodig hebbenj'ai compris que 〈+ aantonende wijs〉 • ik heb bemerkt dat, ik heb ingezien datje comprends • ik snap het¶ je comprends! • nou en of!♦voorbeelden:1 cela se comprend (de soi) • dat is te begrijpen, dat spreekt vanzelf1. v1) begrijpen, beseffen2) bestaan uit3) meerekenen2. se comprendrev -
31 croire
croire [krwaar]1 geloven♦voorbeelden:croire à qc. • aan, in iets gelovencroire à la guerre • denken dat er oorlog komtc'est à ne pas y croire • men zou het niet voor mogelijk houdencroire en qn. • in iemand gelovencroire en soi • zelfvertrouwen hebbenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 geloven2 denken ⇒ menen, houden voor♦voorbeelden:faire croire qc. à qn. • iemand iets wijs makenà l'en croire • als men hem geloven magcroyez-en mon expérience • vertrouwt u op mijn ervaringme croira qui voudra • hoe ongelofelijk het ook klinktil ne croit pas si bien dire • hij weet niet hoe waar zijn woorden zijncroire bien faire • denken er goed aan te doenvous ne sauriez croire à quel point j'ai été touché • u kunt zich niet voorstellen hoe getroffen ik wasà ce que je crois • naar mijn mening1 denken ⇒ menen, zich verbeelden♦voorbeelden:il se croit qc. • hij heeft heel wat verbeeldingqu'est-ce qu'il se croit, celui-là? • wat denkt hij wel?, wie denkt hij wel dat hij is?il se croit en sécurité • hij waant zich veilig, denkt dat hij veilig is1. v1) geloven2) denken, menen2. se croirevzich achten, zich wanen -
32 fois
fois [fwaa]〈v.〉♦voorbeelden:1 l'autre fois • een tijdje geleden, onlangsune bonne fois • eens en voor altijdc'est cent fois mieux • dat is veel betervous avez cent fois raison • u hebt volkomen gelijkcertaines fois • somsarbre deux fois centenaire • twee eeuwen oude boomdeux fois plus grand • twee keer zo grootvous avez mille fois raison • u heeft groot gelijktoutes les fois que • steeds alsla seule et unique fois • absoluut de enige keerencore une fois • nogmaals, ik zeg je nog eens, ik herhaalplus d'une fois • vaakà la fois • tegelijk(ertijd)y regarder à deux fois • zich tweemaal bedenken〈 formeel〉 par deux fois, par trois fois • twee keer, drie keerune fois pour toutes • eens en voor altijddes fois • somsil y avait une fois, il était une fois • er was eensune fois en route elle ne s'arrêtait plus • toen ze eenmaal op weg was gegaan, stopte ze niet meerune fois, deux fois, trois fois • één, twee, drie 〈 voor het uitvoeren van een bedreiging〉fkeer, maal -
33 là
-
34 mais
mais1 [me]〈 bijwoord〉1 jazeker ⇒ heus, beslist♦voorbeelden:1 il ne sait rien, mais rien! • hij weet niets, maar dan ook absoluut niets!non mais (des fois)! • nee zeg, nou nog mooier!tu viendras? mais oui, mais certainement! • kom je? ja zeker, ja beslist!mais oui! • welja!ah, mais! • nee maar!————————mais2 [me]〈voegwoord; ook m.〉1 maar ⇒ evenwel, echter♦voorbeelden:1 non seulement …, mais (mais encore, mais aussi, mais même, mais en outre) • niet alleen …, maar ook (maar zelfs, maar bovendien)〈 zelfstandig〉 pas de mais! • geen maren!1. advjazeker, beslist2. conjmaar, echter -
35 maïs
mais1 [me]〈 bijwoord〉1 jazeker ⇒ heus, beslist♦voorbeelden:1 il ne sait rien, mais rien! • hij weet niets, maar dan ook absoluut niets!non mais (des fois)! • nee zeg, nou nog mooier!tu viendras? mais oui, mais certainement! • kom je? ja zeker, ja beslist!mais oui! • welja!ah, mais! • nee maar!————————mais2 [me]〈voegwoord; ook m.〉1 maar ⇒ evenwel, echter♦voorbeelden:1 non seulement …, mais (mais encore, mais aussi, mais même, mais en outre) • niet alleen …, maar ook (maar zelfs, maar bovendien)〈 zelfstandig〉 pas de mais! • geen maren!m -
36 moyen
moyen1 [mwaajẽ]〈m.〉1 middel ⇒ manier, procédé♦voorbeelden:moyens de communication de masse • massacommunicatiemiddelenavec des moyens de fortune • geïmproviseerdemployer les grands moyens • zich van grof, zwaar geschut bedienenmoyen mnémotechnique • geheugensteuntjes'il en avait le moyen • als hij kontrouver moyen de • kans zien ompas moyen! rien à faire! • onmogelijk! niets aan te doen!〈 informeel〉 alors, il n'y a plus moyen? • nou, komt er nog wat van?au moyen de • door middel vanil n'y a pas moyen de • onmogelijk om tec'est le meilleur moyen de • dat is de beste manier ompar quel moyen? • hoe?par tous les moyens • uit alle machtpar ses propres moyens • op eigen krachtpar le moyen de • door, viaathlète en pleine possession de ses moyens • atleet in topvorm→ fin————————moyen2 [mwaajẽ],moyenne [mwaajen]♦voorbeelden:→ âge, entreprise1. m 2. moyensm pl1) capaciteiten, mogelijkheden3. moyen/-enneadj1) midden-, middel-2) gemiddeld3) middelmatig -
37 penser
penser [pãsee]♦voorbeelden:1 les animaux pensent-ils? • beschikken dieren over een denkvermogen?façon de penser • zienswijzefaites-moi penser à lui écrire • help me eraan herinneren dat ik hem nog moet schrijvenlaisser, donner à penser • te denken gevenvous n'y pensez pas! • dat meent u niet!ah, j'y pense • tussen twee haakjesil ne dit rien, mais il n'en pense pas moins • hij zegt niets, maar denkt zoveel te meerpense aux voisins! • denk om de buren!sans penser à mal • zonder kwade bedoelingsans y penser • onbewust, automatisch, zonder opzetpenses-tu!, pensez-vous! • wel nee!pensez-donc! • stel je voor!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 denken ⇒ menen, vinden2 veronderstellen ⇒ vermoeden, geloven3 van plan zijn ⇒ zich voornemen, zich voorstellen5 hopen6 bedenken ⇒ doordenken, uitdenken♦voorbeelden:1 qu'est-ce qui vous fait penser cela? • hoe komt u daarbij?marcher dans ce que je pense • trappen in je-weet-welqu'en pensez-vous? • wat vindt u ervan?un coup de pied où je pense • een schop onder zijn je-weet-welvous pensez bien que • u kunt zich wel voorstellen datne pas penser que 〈+ aanvoegende wijs〉 • niet denken, niet geloven datv1) denken (aan)2) menen, vinden6) hopen7) bedenken -
38 possible
possible [possiebl]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, m.〉♦voorbeelden:est-ce possible! • hoe is 't mogelijk!aussitôt que, dès que possible • zo spoedig mogelijkautant que possible • voor zover mogelijkle mieux possible, aussi bien que possible • zo goed mogelijk(ce n'est) pas possible! • 't is niet waar!, hoe kan dat nou!gentil au possible • allervriendelijkstle possible • 't mogelijkesi possible • zo mogelijkpossible • misschien, 't kan zijn→ mesure————————misschien, 't kan zijn→ mesureadj -
39 puis
puis [pŵie]〈 bijwoord〉1 vervolgens ⇒ (en) toen, daarna, verder♦voorbeelden:1 et puis • (en) bovendien, (en) trouwenset puis c'est tout • en dat is datet puis? 〈 informeel〉, et puis quoi, et puis après? • en wat dan nog?, nou en?advvervolgens, daarna -
40 que
que1 [kə]1 die, dat ⇒ welke♦voorbeelden:malheureux que je suis! • ongelukkige die ik ben!Il est grandiose. Que tu dis! • Hij is fantastisch. Dat zeg jíj!que je sache • voor zover ik weetII 〈 vragend voornaamwoord〉1 wat?♦voorbeelden:1 qu'est-ce que la vérité? • wat is de waarheid?ne plus savoir que dire • niet meer weten wat te zeggenqu'est-ce qui se passe? • wat gebeurt er?qu'est-ce que c'est qu'ils veulent? • wat willen ze?que faire? • wat te doen?que fais-tu?, qu'est-ce que tu fais? • wat doe je?————————que2 [kə]〈 bijwoord〉1 〈 formeel〉waarom?♦voorbeelden:1 que n'es-tu ici? • waarom ben je er niet?2 que de fois • hoeveel keer, hoe vaakque de monde! • wat een mensen!————————que3 [kə]〈 voegwoord〉1 dat3 〈 na bepaalde uitdrukkingen〉of9 〈 niet vertalen〉♦voorbeelden:1 c'est que • dat is, dat komt omdatc'est alors que • toen3 à peine … que • nauwelijks … ofje dis que non • ik zeg van neeoh! que oui • nou en ófje crois que oui • ik geloof van welque si • jawel, jazeker9 quel beau pays que la France! • wat is Frankrijk een mooi land!est-ce que tu es malade? • ben je ziek?si j'étais que de vous • als ik u was1. pron1) die, dat, welke2) wat, hetgeen3) wat?2. adv 3. conj1) dat2) dan3) opdat4) voordat5) [+ne] slechts6) indien
См. также в других словарях:
nou — NOU, NÓUĂ, noi, adj. I. 1. Făcut sau creat (relativ) de curând; care apare pentru prima dată. ♢ Lună nouă = fază a Lunii când aceasta este în conjuncţie şi când faţa dinspre Pământ, nefiind luminată, este invizibilă; timpul când Lună este în… … Dicționar Român
nou — nou·gat; nou·ga·tine; nou·me·ite; nou·me·nal; nou·me·nal·ism; nou·me·nal·ist; nou·me·non; nou·rice; nou·ther; nou·veau; nou·velle; nou·me·a·ite; nou·me·nal·ly; … English syllables
NOU — steht für: Flughafen La Tontouta in Neukaledonien (IATA Code) Nou steht für: Camp Nou oder auch Nou Camp, Heimstadion des FC Barcelona Nou (Sibiu) („Neudorf“), Ortsteil der Gemeinde Roșia (Sibiu) in Rumänien Nou Român, Ortsteil der Gemeinde… … Deutsch Wikipedia
Nou Pa Pè — Album par Edmond Mondésir 250px Sortie 2009 Genre Bèlè Label Awimusic … Wikipédia en Français
Nõu — ist der Familienname von: Enn Nõu (* 1933), estnischer Schriftsteller Helga Nõu (* 1934), estnische Schriftstellerin Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidung mehrerer mit demselben Wort bezeichneter Begriffe … Deutsch Wikipedia
Nou la — Album par Kassav Sortie 2000 Genre Zouk Label Warner Critique [[]] … Wikipédia en Français
Nou — Nou, Noou Correspond à l adjectif catalan nou (latin novus) = nouveau. Reste à savoir ce qu il pouvait bien signifier lorsqu on l a employé comme surnom : sans doute celui qui était nouveau dans le village. La forme Noou est une amusante… … Noms de famille
nou — Mot Monosíl·lab Nom masculí … Diccionari Català-Català
nou|me|na — «NOO muh nuh, NOW », noun. plural of noumenon … Useful english dictionary
nou — obs. f. now … Useful english dictionary
nouþe — variant of nowthe adv. Obs … Useful english dictionary