-
41 pass through the crowd
-
42 pass through
-
43 passage
n. doorgang; passage; deel, stukje; paragraaf[ pæsidzj]1 (het) voorbijgaan ⇒ doortocht, verloop2 (recht op) doortocht ⇒ vrije doorgang/ingang4 passage ⇒ kanaal, doorgang; (zee)reis, overtocht♦voorbeelden:force a passage through the crowd • zich een doorgang banen door de menigtework one's passage • voor zijn overtocht aan boord werken -
44 pleb
n. menigte mens; volksman; grofheid[ pleb] 〈Brits-Engels; informeel; pejoratief〉 -
45 plurality
n. meerderheid; menigte; grootste aantal stemmen[ ploerælətie] 〈meervoud: pluralities〉 -
46 populace
n. gepeupel, menigte -
47 posse
n. (politie)macht; menigte[ possie]♦voorbeelden: -
48 press
n. pers; druk--------v. persen; drukken; aandringen; pressen; strijkenpress1[ pres] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 drukpers7 druk9 muurkast♦voorbeelden:get a good press • een goede pers krijgenat/in (the) press • ter perseoff the press • van de pers→ yellow yellow/————————press2♦voorbeelden:press down (up)on someone • op iemand drukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 drukken ⇒ duwen, klemmen6 pressen ⇒ druk uitoefenen op, aanzetten♦voorbeelden:press a metaphor • een metafoor letterlijk opvattenbe pressed for money/time • in geld-/tijdnood zittenpress something upon someone • iemand iets opdringen¶ press home one's point of view • zijn zienswijze doordrijven/zetten -
49 push one's way through a crowd
-
50 push
n. druk; compressie; aanval; initiatief; hulp--------v. duwen; wegduwen; drukken; initiatief nemen; hasjiesj verkopenpush1[ poesj]1 duw ⇒ stoot, zet, ruk♦voorbeelden:〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 at a push • als het echt nodig is, in geval van nood2 druk ⇒ nood, crisis♦voorbeelden:1 to get a job like that you need a lot of push • om zo'n baan te krijgen moet je heel wat aankunnen2 if/when it comes/came to the push • als het erop aankomt/aankwam————————push21 duwen ⇒ stoten, schuiven, dringen2 vorderingen maken ⇒ vooruitgaan, doorgaan, verder gaan3 zich (uitermate) inspannen ⇒ doorzettingsvermogen/ondernemingslust hebben♦voorbeelden:2 push ahead/along/forward/on • (rustig) doorgaan/verder gaanpush by/past someone • iemand voorbijdringenpush ahead/along/forward/on with • vooruitgang boeken/opschieten metII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 stimuleren ⇒ bevorderen, promoten, voorthelpen, pushen3 druk uitoefenen op ⇒ lastig vallen, aandringen bij♦voorbeelden:1 push the button • op de knop/bel drukkenpush the car • de auto aanduwenpush a door open • een deur openduwenhe pushes the matter too far • hij drijft de zaak te ver doordon't push your sister to take that decision • zet je zus niet aan tot dat besluitpush one's way through a crowd • zich een weg banen door een menigteI pushed myself to do it • ik dwong mezelf het te doen〈informeel; figuurlijk〉 push someone about/around • iemand ruw/slecht behandelen; iemand commanderen, iemand met minachting behandelenthey pushed our work aside • ze schoven ons werk terzijde; 〈 figuurlijk〉 ze gaven ons werk geen kanspush back one's hair • zijn haar naar achteren strijkenpush back the enemy • de vijand terugdringenhe was pushed down • hij werd ondergeduwdpush oneself forward • zich op de voorgrond dringenpush someone forward as a candidate • iemand als kandidaat naar voren schuivenpush over a lady • een dame omverlopenpush over a table • een tafel omgooienthat pushed prices up • dat joeg de prijzen omhoogpush someone into action • iemand tot actie dwingenthe disaster pushed all other news off the front pages • de ramp verdrong al het andere nieuws van de voorpagina'spush one's work onto someone else • zijn werk op iemand anders afschuiven/aan iemand anders opdringenshe pushed him to the verge of suicide • ze dreef hem bijna tot zelfmoordpush oneself • zichzelf promoten, zichzelf weten te verkopen3 don't push your luck (too far)! • stel je geluk niet te veel op de proef!he is pushed (for time/money) • hij heeft bijna geen tijd/geld, hij zit krap (in zijn tijd/geld)he pushed me for money • hij probeerde geld van mij los te krijgen¶ push home • uitvoeren, toedienen, krachtig ondernemen/uiteenzettenthe attack was pushed home with considerable force • de aanval werd met veel kracht uitgevoerd -
51 rampage
n. dolheid--------v. oproer makenrampage1[ ræmpeedzj,ræmpeedzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a crowd on the rampage • een losgeslagen menigte————————rampage21 (uitzinnig) tekeergaan ⇒ razen, tieren -
52 she didn't notice her friend in the crowd
English-Dutch dictionary > she didn't notice her friend in the crowd
-
53 she thrust her way through the crowd
she thrust her way through the crowdEnglish-Dutch dictionary > she thrust her way through the crowd
-
54 shoulder
n. schouder; berm--------v. duwen (met de schouders), dringen; zich (een weg) banen; op zijn schouders nemenshoulder1[ sjooldə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a shoulder of lamb • een lamsbout¶ put/set one's shoulder to the wheel • zijn schouders ergens onder zetten, ergens hard aan werken〈 informeel〉 (straight) from the shoulder • op de man af, recht voor z'n raap————————shoulder2♦voorbeelden:shoulder people aside • mensen opzij duwen met de schoudersII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 shoulder a great burden/responsibility • een zware last/verantwoording op zich nemen -
55 shudder
n. huivering, siddering, rilling--------v. huiveren, trillenshudder1[ sjuddə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a shudder ran through the crowd • een huivering ging door de menigte————————shudder2〈 werkwoord〉1 huiveren ⇒ sidderen, beven2 trillen♦voorbeelden:he shuddered at the sight of • hij huiverde bij het zien vanshudder with fear • sidderen van angst -
56 squeeze through the crowd
squeeze through the crowd -
57 squeeze
n. samendrukking, druk--------v. afpersen, wringen; dringen; drukken; samenpersen; knijpen; afgeperst gedrongensqueeze1[ skwie:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 samendrukking ⇒ pressie, druk2 uitgeperste/uitgeknepen hoeveelheid3 gedrang♦voorbeelden:put the squeeze on someone • iemand onder druk zetten————————squeeze22 wurmen ⇒ dringen, zich wringen♦voorbeelden:squeeze up a bit • schuif nog wat opsqueeze through the crowd • zich een weg door de menigte banenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:4 how can she squeeze so many things into one single day? • hoe krijgt ze zoveel dingen op één dag gedaan? -
58 the crowd buzzed with excitement
the crowd buzzed with excitement -
59 the crowds cleared
-
60 the mob rapidly dissipated
См. также в других словарях:
menigte — ipisma … Woordenlijst Sranan
Old Frankish — Spoken in formerly the Netherlands, Belgium, Luxembourg, Northern France, Western Germany Era Evolved into Old Low Franconian by the 8th century Language family Indo European … Wikipedia
Histoire de la langue française — Cet article fait partie de la série : Langue française Langue d oïl Dialectes Créoles Francophonie Histoire Serments de Strasbourg Ordonnance de Villers Cotterêts … Wikipédia en Français
Johan Huizinga — (7 décembre 1872 à Groningue 1er février 1945 à De Steeg) est un historien néerlandais, spécialiste de l’histoire culturelle dans la lignée de Jacob Burckhardt … Wikipédia en Français
ХЁЙЗИНГА — (Huizinga) Иоганн (род. 7 дек. 1872, Гронинген – ум. 1 февр. 1945, Стег, близ Арнгема) – нидерл. философ и историк. Занимался историей и философией культуры. С 1915 – профессор в Лейдене. Благодаря морфологическому анализу глубоко понимал процесс … Философская энциклопедия
КЕРСЕБОМ — КЕРСЕБОМ, Керсебум (Kersseboom) Биллем (1691 1771), голл. финанс. чиновник. Имея хорошую образоват. подготовку, занимался вопросами политич. арифметики. В 1737 42 опубликовал 7 полемич. брошюр, к рые сыграли заметную роль в развитии количеств,… … Демографический энциклопедический словарь
HUIZINGA (J.) — HUIZINGA JOHAN (1872 1945) Le plus grand historien néerlandais du XXe siècle était le fils d’un célèbre professeur de physiologie à l’université de Groningue. Johan Huizinga naquit dans cette ville où il commença par étudier, de 1891 à 1895, les… … Encyclopédie Universelle
maint — maint, mainte [ mɛ̃, mɛ̃t ] adj. indéf. et pron. indéf. • déb. XIIe; p. ê. gaul. manté ou germ. manigithô « grande quantité » 1 ♦ Adj. indéf. Littér. (surtout dans des expr.) Plusieurs, un grand nombre de. En maint endroit. ⇒ divers. « Roches de… … Encyclopédie Universelle
mainte — ● maint, mainte adjectif indéfini (germanique manigipô, grand nombre) Littéraire. En grand nombre : En maint endroit. Maintes et maintes fois. À maintes reprises. ● maint, mainte (difficultés) adjectif indéfini (germanique manigipô, grand nombre) … Encyclopédie Universelle
Lüge — 1. Af a Lug ghead a Wadschn. (Steiermark.) – Firmenich, II, 766, 61. 2. Alle Lügen ersticken in der Wiegen. Lat.: Mendacium non senescit. (Binder I, 1833; Schreger, 12.) 3. Alle Lügen sind krumm, grad ist keine, wie die Schlange auch. – Sailer,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon