-
21 bretelle
bretelle [brətel]〈v.〉1 schouderriem ⇒ draagband, schouderband♦voorbeelden:bretelle de contournement • omleidingslus1. f1) draagband, schouderband2) oprit [autoweg]3) wissel [spoorwegen]2. bretellesf pl2) bretels -
22 cendre
cendre [sãdr]〈v.〉1 〈 ook meervoud〉as2 〈 meestal meervoud〉as ⇒ stoffelijk overschot, overblijfselen♦voorbeelden:cendre noire • bruinkoolcendres volantes • vliegasmettre, réduire en cendres • in de as leggenréduit en cendres • volledig afgebrandrenaître de ses cendres • uit zijn as herrijzenle feu sous la cendre • smeulende hartstocht1. fas2. cendresf pl -
23 chaîne
chaîne [sĵen]〈v.〉4 zender ⇒ golflengte, kanaal, net♦voorbeelden:chaîne de fabrication, de montage • lopende bandchaîne mécanique • lopende bandrompre sa chaîne • z'n kluisters verbrekenà la chaîne • aan de lopende bandchaîne stéréo • stereo-installatiefaire la chaîne • een rij vormen (om iets door te geven)1. f1) ketting, band2) (berg)keten3) reeks, rij4) golflengte, kanaal, net2. chaînesf plketenen, boeien -
24 ciseau
ciseau [siezoo]〈m.〉2 beitel♦voorbeelden:une paire de ciseaux • een schaarciseau de menuisier • houtbeitel1. m 2. ciseauxm pl1) schaar2) schaarbeweging [gymnastiek] -
25 commodité
commodité [kommoddietee]〈v.〉1 gerief(lijkheid) ⇒ gemak, voordeel♦voorbeelden:1. fgemak, gerief2. commoditésf plsanitaire voorzieningen [in huis] -
26 cristal
cristal [kriestaal],cristaux [kriestoo]〈m.〉1 kristal♦voorbeelden:voix de cristal • zeer heldere stemen cristal • kristallen1. m 2. cristauxm pl1) kristalwerk2) kristalsoda -
27 dehors
dehors1 [dəor]〈m.〉♦voorbeelden:1 au dehors • (van) buiten, aan de buitenkantau dehors de • buitensous les dehors de la religion • met de godsdienst als dekmantel————————dehors2 [dəor]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:dîner dehors • buiten(shuis) etenêtre dehors • uit zijnde dehors • van buitenmarcher les pieds en dehors • met de voeten naar buiten gericht lopens'ouvrir en dehors • naar buiten toe opengaanen dehors de • buitenc'est en dehors du sujet, de la question • dat staat buiten de zaakpar dehors • buiten omdehors! • eruit!1. m 2. m pluiterlijk, voorkomen, schijn3. adv1) buitenshuis, (er)buiten2) (er)uit -
28 disposition
disposition [diespooziesjõ]〈v.〉1 indeling ⇒ schikking, inrichting4 neiging ⇒ stemming, zin♦voorbeelden:être dans de bonnes, mauvaises dispositions • een goed, slecht humeur hebben1. f1) indeling, inrichting2) beschikking3) bepaling4) neiging2. dispositionsf pl1) maatregelen2) aanleg, begaafdheid -
29 divers
divers [diever]1 verschillend ⇒ verscheiden, veelsoortig♦voorbeelden:→ fait♦voorbeelden:à diverses reprises • meermalen1. adjverschillend, veelsoortig2. adj plvescheidende, verschillende -
30 donnée
donnée [donnee]〈v.〉→ banque, traitement1. fgegeven, informatie2. donnéesf pl1) gegevens, data -
31 écriture
écriture [eekrietuur]〈v.〉1 schrift♦voorbeelden:1 écriture script • blokletters, blokschriftécriture anglaise, couchée • schuinschriftécriture spéculaire • spiegelschriftécriture en chiffres • cijferschriftécriture chiffrée • cijferschrift6 écriture passée au débit, au crédit • debitering, crediteringpasser une écriture • een boeking makentenir les écritures • de boekhouding doen1. f1) schrift3) handschrift4) stijl5) geschrift, document [juridisch]2. écrituresf pl -
32 effet
effet [effe]〈m.〉1 uitwerking ⇒ effect, gevolg4 kracht ⇒ vermogen, werking♦voorbeelden:〈 techniek〉 effet de recul • terugstoot, -slageffet en retour • terugslageffet de serre • broeikaseffecteffet secondaire • bijwerkingavoir de l'effet • resultaat hebbenavoir qc. pour effet • iets als gevolg hebbenfaire (de l')effet • uitwerking hebbenfaire l'effet d'une bombe • inslaan als een bomfaire mauvais effet • een slechte indruk makencela fait son effet • dat heeft succesrater son effet • de mist ingaanà cet effet • met het oog hieropsous l'effet de qc. • door de inwerking van ietseffets publics • overheidsfondsenavoir effet • geldenproduire ses effets • van kracht worden1. m1) gevolg, effect2) wissel, handelspapier3) werking4) rechtsgevolg2. effetsm pl1) spullen -
33 élément
élément [eeleemã]〈m.〉1 element♦voorbeelden:enquête qui n'apporte aucun élément nouveau • onderzoek dat geen nieuwe bijzonderheden aan het licht brengtse retrouver dans son élément • in zijn element raken1. m1) element2) bestanddeel3) factor2. élémentsm pl2) eenheden [leger] -
34 espèce
espèce [espes]〈v.〉1 soort ⇒ aard, slag♦voorbeelden:ça n'a aucune espèce d'importance • dat heeft geen enkel belangune espèce d'uniforme • een soortement uniformun menteur de la plus belle espèce • een leugenaar van het ergste soortl'espèce humaine • de mensheidun voyou de son espèce • een boef van hetzelfde slag als hijespèce d' idiot • stomme idiootde la même espèce • gelijksoortig3 communier sous les deux espèces • onder beide gedaanten, met brood en wijn communicerenpayer en espèces • contant betalen1. f1) soort, slag2) casus, geval2. espècesf pl1) gedaante2) contant geld -
35 façon
façon [faasõ]〈v.〉3 maaksel ⇒ werk, creatie, uitvoering; maakloon♦voorbeelden:châle façon cachemire • imitatie kasjmier sjaalde cette façon • op die manierd'une façon générale • in het algemeende quelle façon • hoeelle veut vivre à sa façon • zij wil haar eigen leven leidenune façon de parler, de s'exprimer • een zegswijzefaçon de parler • bij wijze van sprekenune façon de voir • een zienswijzed' une façon ou d'une autre • op de één of andere manierde façon que • opdat, zo(danig) … datde telle façon que • zo(danig) … datde façon à • zo … datde façon à ce que • zo … datà la façon de • op de manier vanprendre un travail à façon • werk aannemen tegen betaling van het maakloonsans façon • ongedwongenaccepter qc. sans façon • iets zonder meer aannemensans plus de façons • zonder veel omhaal (van woorden)de toute façon • hoe dan ook1. f1) wijze, manier2) werk, creatie3) snit, vorm4) bewerking [landbouw]2. façonsf plgedrag, handelwijze -
36 fer
fer [fer]〈m.〉1 ijzer3 degen♦voorbeelden:le fer de lance d'une armée • de stoottroepen van een legerfer à talons • hakbeschermerfer blanc • blikfer étamé • blikfer fondu • gietijzerfer laminé • walsijzerchaussures munies de fer(s) • beslagen schoenen〈 spreekwoord〉 il faut battre le fer pendant qu'il est chaud • men moet het ijzer smeden als het heet isfer à friser • krultangmarquer au fer rouge • brandmerkenfer à souder • soldeerbout〈 figuurlijk〉 de fer • sterk, strengune volonté de fer • een onverzettelijke wilskrachten fer • ijzerenfer à repasser • strijkboutpar fer et par air • per spoor en per vliegtuigmettre un fer à un cheval • een paard beslaanen fer à cheval • hoefijzervormigil y croit dur comme fer • hij gelooft er heilig in1. m1) ijzer2) degen3) hoefijzer2. fersm pl -
37 forme
forme [form]〈v.〉1 vorm ⇒ gedaante, gestalte3 vorm ⇒ leest, snit, matrijs♦voorbeelden:en forme de • -vormig, in de vorm vansans forme • vormeloos, ondefinieerbaarsous (la) forme de • in de vorm vanmanquer de formes • geen manieren hebbenmettez-y les formes • zeg het voorzichtigavertir qn. dans les formes • iemand officieel waarschuwen→ papier1. f1) vorm, gestalte2) pasvorm, matrijs3) conditie2. formesf pl -
38 honneur
honneur [onnur]〈m.〉♦voorbeelden:homme d'honneur • man van eerà qui ai-je l'honneur? • met wie heb ik het genoegen?c'est à l'honneur • dat heeft een ereplaatsêtre l'honneur de la famille • het sieraad van de familie zijnfaire un (grand) honneur à qn. • iemand een grote eer bewijzenfaire honneur à ses obligations, engagements • zijn verplichtingen nakomenfaire honneur à un plat • een gerecht eer aandoenfaire honneur à une traite • een wissel honorerense faire honneur de qc. • trots zijn op ietsremettre en honneur qc. • iets in ere herstellenêtre à l'honneur • gehuldigd wordenc'est tout à son honneur • dat strekt hem tot eeravec honneur • eervolêtre en honneur • in de mode zijn, zeer gewaardeerd zijn 〈 van zaken〉en l'honneur de • ter ere vanpour l'honneur • voor de eer, gratissauf votre honneur • met alle respectsur l'honneur, sur son honneur • op zijn erewoordfaire à qn. les honneurs de la maison • iemand gastvrij ontvangen1. m 2. honneursm pl1) eerbetoon, hulde2) hoge kaarten -
39 horreur
horreur [orrur]〈v.〉1 huivering ⇒ afgrijzen, vrees2 afkeer ⇒ weerzin, afschuw♦voorbeelden:avoir horreur de, avoir en horreur • verafschuwenfaire horreur • afkeer inboezemenprendre qn., qc. en horreur • een gruwelijke hekel aan iemand, iets krijgen1. f1) huivering, afgrijzen2) afkeer, weerzin3) gruwel2. horreursf pl1) gruwelijkheden, wreedheden2) grofheden -
40 idée
idée [iedee]〈v.〉2 idee ⇒ plan, inval♦voorbeelden:avoir les idées larges • ruimdenkend zijnavoir des idées noires • alles door een zwarte bril bekijkenidée reçue • gevestigd idee, heersende opvattingj'ai idée que • mij dunkt dataussi, a-t-on idée! • het idee!n'avoir aucune, pas la moindre idée de • niet de flauwste notie hebben vanse faire des idées • zich iets in het hoofd halense faire une idée de qc. • zich een beeld van iets vormensauter d'une idée à l'autre • van de hak op de tak springenavoir des idées de derrière la tête • bijbedoelingen hebbenavoir l'idée de • het plan opvatten omvivre à son idée • doen waar men zin in heefton ne m'ôtera pas ça de l'idée • dat kan men mij niet uit het hoofd pratenvenir à l'idée • 〈 van gedachte〉opkomen, invallenavoir dans l'idée que • denken dat1. f1) idee, begrip2) plan, inval3) mening, opvatting2. idéesf pl2) filosofie
См. также в других словарях:
Flemish Movement — The Flemish Movement ( nl. Vlaamse Beweging) is a popular term used to describe the political movement for emancipation and greater autonomy of the Belgian region of Flanders, for protection of the Dutch language, and for the over all protection… … Wikipedia
Dutch conjugation — Dutch grammar series Dutch grammar Dutch verbs Dutch conjugation t kofschip T rules Dutch nouns Dutch declension Gender in Dutch grammar Dutch orthography Dutch dictionary IJ Dutch phonology … Wikipedia
Mouvement flamand — Le drapeau de combat flamand, symbole du mouvement flamand. On appelle collectivement mouvement flamand l ensemble des associations et des individus qui mettent l accent sur l émancipation du peuple flamand dans le contexte belge. Sur le plan… … Wikipédia en Français
Rode Leeuwen — Les Rode Leeuwen (« Lions rouges ») ont constitué entre 1968 et 1978 une première scission entre socialistes flamands et francophones dans l arrondissement de Bruxelles Hal Vilvorde avant celle, définitive, du Parti socialiste belge… … Wikipédia en Français
Nacionalismo flamenco — El movimiento flamenco emplea una variante de la bandera de Flandes, donde el león tiene la lengua y las zarpas negras en vez de rojas. El movimiento flamenco (en flamenco:Vlaamse Beweging) es un término popular empleado para describir el… … Wikipedia Español
Centre de coordination des organisations flamandes — Le centre de coordination des organisations flamandes (Overlegcentrum van de Vlaamse verenigingen, OVV en néerlandais) est un lobby politique nationaliste flamand qui a pour idéologie politique l indépendance de la Flandre. Il réunit des… … Wikipédia en Français
Visueel Festival Visuel — Créé en 2005, le Visueel Festival Visuel est le fruit d’une collaboration entre les Centres Culturels francophone et néerlandophone berchemois. Il trouve sa spécificité dans sa volonté de dépasser tous les clivages culturels et linguistiques en… … Wikipédia en Français