-
1 links
3 [met de linkerhand of linkervoet werkend] left-handed ⇒ 〈 sport ook〉 left-footed, 〈 attributief〉, 〈 boksen〉 southpaw♦voorbeelden:1 de tweede straat links • the second street to/on the leftlinks en rechts • 〈 ook figuurlijk〉 right and left, on all sideslinks houden • keep (to the) left〈 figuurlijk〉 iemand links laten liggen • ignore someone, pass someone by/over, give someone the cold shoulder〈 figuurlijk〉 iets links laten liggen • ignore something, pass something by/overlinks van iemand zitten • sit to/on someone's leftlinks de bocht om rijden • take the left-hand bend/turnlinks schrijven • write with one's left hand4 linkse manieren • gauche behaviour/manners5 de linkse partijen • the left(-wing)/leftist parties, the parties of the left(op) links stemmen • vote for the left -
2 links schrijven
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > links schrijven
-
3 linkshandige
n. left handed, southpaw -
4 twijfelachtig
adj. dubious, doubtful, equivocal, questionable, problematic, problematical, uncertain, left handed, shady--------adv. dubiously, doubtfully, problematically -
5 linkshandig
1 left-handed ⇒ 〈 wetenschappelijk〉 sinistral, 〈Brits-Engels; informeel〉 cackhanded, 〈 boksen〉 southpaw -
6 schrijven
schrijven11 missive♦voorbeelden:1 een begeleidend schrijven • an accompanying/covering letterin antwoord op uw schrijven van 10 maart jl. • in answer to your letter of 10 March last————————schrijven2♦voorbeelden:leren schrijven • learn to writedat staat nergens geschreven • it doesn't say that anywherewij schrijven elkaar al lang • we have been writing to each other for a long timeeigenhandig schrijven • write in one's own handiets fout schrijven • misspell somethinglinks schrijven • write left-handeddat papier schrijft slecht • that paper is not nice to write onhij schrijft vlot/gemakkelijk • he writes with easevoluit schrijven • write (out) in fullmet de hand schrijven • write in longhand/by handiemand om geld schrijven • write to someone for moneyop een advertentie schrijven • answer an advertisementhet staat op haar gezicht geschreven • it's written all over her faceop het moment waarop ik dit schrijf • at the time of writing¶ wij schreven toen 1960 • the year/date was 1960 -
7 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
8 overleveren
1 [overgeven] hand over ⇒ turn over/in2 [doorgeven] hand down♦voorbeelden:overgeleverd aan de goedheid/genade van • left to the tender mercies ofdit lied is ons overgeleverd uit de 14e eeuw • this song has come down to us from the 14th century
См. также в других словарях:
left-handed — left handedly, adv. left handedness, n. /left han did/, adj. 1. having the left hand more dominant or effective than the right; preferably using the left hand: a left handed pitcher. 2. adapted to or performed by the left hand: a left handed… … Universalium
left-handed — left hand|ed [ left hændəd ] adjective 1. ) someone who is left handed is born with a natural tendency to use their left hand to do things, especially things such as writing: My mom s left handed. a left handed pitcher a ) only before noun used… … Usage of the words and phrases in modern English
Left-handed — Left hand ed, a. 1. Having the left hand or arm stronger and more dexterous than the right; using the left hand and arm with more dexterity than the right. [1913 Webster] 2. Clumsy; awkward; unlucky; insincere; sinister; malicious; as, a left… … The Collaborative International Dictionary of English
left-handed — adj 1.) a left handed person uses their left hand for writing, throwing etc ≠ ↑right handed 2.) [only before noun] left handed tools have been made for left handed people to use ▪ left handed scissors 3.) left handed compliment AmE a statement… … Dictionary of contemporary English
left-handed — left′ hand′ed adj. 1) having the left hand more dominant or effective than the right; preferably using the left hand: a left handed pitcher[/ex] 2) adapted to or performed by the left hand: a left handed tool; a left handed tennis serve[/ex] 3)… … From formal English to slang
left-handed — [left′han′did] adj. 1. using the left hand more skillfully than, and in preference to, the right 2. done with the left hand 3. clumsy; awkward 4. designating an insincere or ambiguous compliment; BACKHANDED (sense 2) 5. MORGANATIC: from the… … English World dictionary
left-handed — late 14c., of persons; 1650s of tools, etc., from LEFT (Cf. left) (adj.). In 15c. it also could mean maimed. Sense of underhanded is from early 17c., as in left handed compliment (1787, also attested 1855 in pugilism slang for a punch with the… … Etymology dictionary
left-handed — ► ADJECTIVE 1) using or done with the left hand. 2) turning to the left; towards the left. 3) (of a screw) advanced by turning anticlockwise. 4) ambiguous … English terms dictionary
left-handed — UK [ˌleft ˈhændɪd] / US [left ˈhændəd] adjective 1) a) someone who is left handed is born with a natural tendency to use their left hand to do things, especially things such as writing My mum s left handed. a left handed batsman b) [only before… … English dictionary
left-handed — adjective 1 someone who is left handed uses their left hand for most things, especially writing 2 done with the left hand: a left handed shot 3 made to be used by left handed people: left handed scissors 4 left handed compliment AmE a statement… … Longman dictionary of contemporary English
left-handed — ADJ Someone who is left handed uses their left hand rather than their right hand for activities such as writing and sports and for picking things up. I noticed she was left handed... There is a place in London that supplies practically everything … English dictionary