-
1 lasse
-
2 de guerre lasse
de guerre lassein arren moede, ten einde raad -
3 il a lassé ma patience
-
4 dafür lasse ich mich auf der Stelle totschlagen
dafür lasse ich mich (auf der Stelle) totschlagen!ik mag een boon wezen als het niet waar is!Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > dafür lasse ich mich auf der Stelle totschlagen
-
5 das lasse ich mir gefallen
das lasse ich mir gefallen!dat mag ik wel!Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > das lasse ich mir gefallen
-
6 das lasse ich mir nicht bieten
das lasse ich mir nicht bieten!dat laat ik mij niet welgevallen, dat neem, pik ik niet!Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > das lasse ich mir nicht bieten
-
7 das lasse ich mir nicht gefallen
das lasse ich mir nicht gefallen!dat laat ik mij niet welgevallen!Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > das lasse ich mir nicht gefallen
-
8 ich lasse dir das Buch für 20 Mark
ik geef, verkoop jou het boek voor 20 markWörterbuch Deutsch-Niederländisch > ich lasse dir das Buch für 20 Mark
-
9 ich lasse es mich nicht anfechten
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ich lasse es mich nicht anfechten
-
10 ich lasse keinen neben mir aufkommen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ich lasse keinen neben mir aufkommen
-
11 ich lasse mich nicht ins Bockshorn jagen
ich lasse mich nicht ins Bockshorn jagenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > ich lasse mich nicht ins Bockshorn jagen
-
12 ich lasse mir die Butter nicht vom Brot nehmen
ich lasse mir die Butter nicht vom Brot nehmenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > ich lasse mir die Butter nicht vom Brot nehmen
-
13 lieber lasse ich mich hängen
lieber lasse ich mich hängen!ik ga nog liever dood!Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > lieber lasse ich mich hängen
-
14 gefallen
gefallenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben; met 3e naamval〉2 plezier hebben (in), genoegen scheppen (in)♦voorbeelden:1 das lasse ich mir nicht gefallen! • dat laat ik mij niet welgevallen!〈 informeel〉 das lasse ich mir gefallen! • dat mag ik wel!wie gefalle ich dir? • hoe vind je me?1 plezier hebben, zich verlustigen ⇒ genoegen scheppen -
15 guerre
guerre [ger]〈v.〉♦voorbeelden:guerre d'agression • aanvalsoorlogla guerre de Cent, de Sept, de Trente ans • de Honderdjarige, Zevenjarige, Dertigjarige Oorlogl'art de la guerre • de krijgskunstcrime de guerre • oorlogsmisdaadguerre éclair • blitzkriegla Guerre des étoiles • Star Wars, sterrenoorlogguerre d'extermination • vernietigingsoorloggens de guerre • militairenguerre de plume • pennenstrijdguerre de positions • stellingoorlogguerre des prix • prijzenoorlogGuerres de Religion • godsdienstoorlogenguerre de tranchées • loopgravenoorlogguerre d'usure • uitputtings-, slijtageslagla guerre froide • de koude oorlogla Grande Guerre • de Eerste Wereldoorlogguerre idéologique • ideologische oorlogvoeringde guerre lasse • in arren moede, ten einde raadguerre ouverte • openlijk verklaarde, open oorlogguerre presse-bouton • elektronische oorlogvoeringguerre psychologique • psychologische oorlogvoeringguerre raciale • rassenstrijdguerre sainte • heilige oorlogguerre sous-marine • duikbootoorlogaller à la guerre • ten strijde trekkenentrer en guerre • aan de oorlog gaan deelnemenfaire la guerre • oorlog voerenfaire la guerre aux abus • misstanden bestrijdenfaire la guerre à qn. sur, à propos de qc. • voortdurend op iemand zitten te vitten vanwege ietsmourir à la guerre • sneuvelenpartir pour la guerre • ten strijde trekkenpartir en guerre contre qc. • tegen iets ten strijde trekkenavant la guerre • voor de (laatste) oorlogen guerre • in staat van oorlog¶ c'est de bonne guerre • dat zijn de regels van het spel, dat is fairf -
16 lasser
lasser [laasee]2 ontmoedigen ⇒ afschrikken, uitputten♦voorbeelden:→ passer1 genoeg krijgen (van) ⇒ moe worden (van), uitgeput raken (van)v1) vervelen2) uitputten -
17 passer
passer [paasee]2 voorbijgaan ⇒ voorbijkomen, gaan (langs), passeren4 gaan (van … naar) ⇒ overgaan (naar, tot)5 doorgaan (voor) ⇒ gelden (als), passeren (voor)♦voorbeelden:défense de passer • geen toegangmon dîner ne passe pas • mijn avondeten ligt me zwaar op de maagcette histoire-là ne passe pas • dat verhaal is niet geloofwaardigla loi a passé • de wet is aangenomencette scène ne passe pas • die scène komt niet goed over (bij het publiek)laissez passer! • maak ruimte!, opzij!passer outre à qc. • geen rekening houden met ietsje suis passé par là • dat heb ik ook meegemaaktil faut en passer par ses volontés • men moet voor zijn wil buigenil faudra en passer par là • er zit niets anders openfin, passe pour lui • nu goed, voor hem maken we een uitzondering(cela) passe (encore), mais … • dat is nog tot daar aan toe, maar …passer prendre qn. • iemand komen ophalenen passant • in het voorbijgaan, terloopssoit dit en passant • trouwens, tussen twee haakjespasser sur les fautes de qn. • iemands fouten door de vingers zienpasser sur les détails • niet stil blijven staan bij details3 comme le temps passe! • wat gaat de tijd snel!faire passer le temps • de tijd verdrijvenfaire passer à qn. le goût, l'envie de qc. • iemand de lust tot iets doen vergaan〈 spreekwoord〉 tout passe, tout lasse, tout casse 〈 alles gaat voorbij〉cela lui passera • dat gaat wel overenfin, passons! • nu goed, laten we daar niet meer over praten!4 où est-il passé? • waar is hij gebleven?passer à l'ennemi • naar de vijand overlopenpasser en deuxième, seconde • overschakelen naar de tweede versnellingpasser en seconde • naar de vijfde klas gaanse faire passer pour • zich uitgeven voor1 oversteken ⇒ over-, doortrekken, overgaan, doorkomen, gaan door3 voorbijgaan ⇒ passeren, overschrijden4 aanreiken ⇒ overhandigen, aan-, doorgeven5 aanschieten ⇒ aandoen, aantrekken6 halen door, langs, over ⇒ strijken langs, over, steken door, in, vertonen 〈 film〉 ⇒ draaien 〈 plaat〉7 overslaan ⇒ voorbij laten gaan, weglaten♦voorbeelden:1 passer un mur • over een muur klimmen, springenpasser sa vie à manger et à dormir • niets anders doen dan eten en slapenpasser la seconde • naar de tweede versnelling gaanpasser un coup de fil à qn. • iemand opbellen〈 communicatie(media)〉 je vous passe … • ik verbind u door met …6 qu'est-ce qu'il lui a passé! • hij heeft hem er flink van langs gegeven!j'en passe et des meilleures! • en ik vertel nog niet ééns alles!1 gebeuren ⇒ zich afspelen, voorvallen4 het stellen zonder ⇒ missen, ontberen, afzien van♦voorbeelden:1 que se passe-t-il?, qu'est-ce qui se passe? • wat gebeurt er?ça ne se passera pas comme ça! • dat gaat zomaar niet!tout se passe comme si • het lijkt wel of, alles wijst erop datne pas pouvoir dire ce qui se passe en soi • niet kunnen zeggen wat er in zijn binnenste omgaat→ jeunesse4 je me passerais bien volontiers de cette corvée • ik zou maar al te graag onder dat karwei uit willen komenvoilà qui se passe de commentaires • dat maakt commentaar overbodig, dat spreekt voor zichzelf1. v2) gaan (van...naar)4) uitgezonden worden [film, radio]6) verbleken7) oversteken8) doorbrengen9) passeren, overschrijden10) over-handigen11) aantrekken12) halen door, langs, over13) vertonen [film]14) overslaan15) vergeven16) doen verdwijnen17) zeven18) boeken2. se passerv1) gebeuren2) voor-bijgaan3) missen, afzien (van) -
18 las
las [laa],lasse [laas]1 vermoeid ⇒ uitgeput, afgemat♦voorbeelden:être las de vivre • het leven niet meer aankunnen -
19 Bockshorn
Bockshorn〈o.〉♦voorbeelden: -
20 Butter
Butter〈v.; Butter〉♦voorbeelden:alles (ist) in (bester) Butter! • alles (is) in orde, voor mekaar!jemandem fällt die Butter vom Brot • iemand staat perplexich lasse mir die Butter nicht vom Brot nehmen • ik laat me de kaas niet van het brood etenschmelzen wie Butter an der Sonne • verdwijnen als sneeuw voor de zon
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Lasse — ist ein skandinavischer männlicher Vorname. Er ist wie Lars eine skandinavische bzw. finnische Kurzform des lateinischen Vornamens Laurentius[1]; zur ursprünglichen Bedeutung des Namens siehe dort. Inhaltsverzeichnis 1 Bekannte Namensträger 1.1… … Deutsch Wikipedia
Lasse — is a common given name in the Nordic countries. It is also often a nickname for people named Lars. Notable people named Lasse include: *Lasse Åberg, Swedish actor, musician, film director and artist *Lasse Gjertsen, a Norwegian animator. *Lasse… … Wikipedia
lassé — lassé, ée (lâ sé, sée) part. passé de lasser. Qui éprouve la lassitude physique. Lassé d une longue marche. • Tout lassé que j étais, ma frayeur et mon zèle M ont donné pour courir une force nouvelle, RAC. Mithr. V, 4. Fig. • Lassé de ses… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Lasse — puede referirse a Lasse, comuna francesa situada en Maine y Loira. Lasse, comuna francesa situada en Pirineos Atlánticos. Esta página de desambiguación cataloga artículos relacionados con el mismo título. Si llegaste aquí a … Wikipedia Español
Lasse — (l[a^]s), a. & adv. Less. [Obs.] Chaucer. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Lasse — m Finnish form of LAURENCE (SEE Laurence), derived from a Scandinavian pet form of the name. It has been borne, for example, by the Finnish runner Lasse Viren (b. 1949). Variant: Lassi … First names dictionary
lassé — Lassé, [lass]ée. part. Lassé du chemin, du travail … Dictionnaire de l'Académie française
Lasse — Lasse, Pfarrdorf im Marchfelde im Untermanhartsbergkreise in Österreich unter der Enns; 850 Ew.; Ackerbau, Vieh u. Pferdezucht, Gestüt … Pierer's Universal-Lexikon
lasse — obs. form of lass, less … Useful english dictionary
lasse — ● las, lasse (difficultés) adjectif (latin lassus) Orthographe De guerre lasse → guerre. Construction Las de : je sui … Encyclopédie Universelle
lasse — las, lasse 1. (lâ, lâ s ) adj. 1° Qui éprouve le sentiment de la lassitude. • Ma foi, me trouvant las.... Je me suis doucement assis sur ce nuage, MOLIÈRE Amph. prologue.. • Sied il bien à des dieux de dire qu ils sont las ?, MOLIÈRE ib..… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré