-
1 kloppen
2 [op iets slaan om er de aandacht op te vestigen] frapper3 [m.b.t. de hartspier] battre♦voorbeelden:binnen zonder kloppen • entrez sans frapper→ link=deur deurkloppende boekhouding • comptabilité exactede rekening klopt • le compte y estdat klopt • c'est exactdaar klopt iets niet • il y a qc. qui ne va pasII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een slag geven; verslaan, overwinnen] battre♦voorbeelden:iemand op de rug kloppen • donner une tape dans le dos à qn.de as van de sigaar kloppen • faire tomber la cendre d'un cigare→ link=borst borst -
2 kloppen
-
3 kloppen
battre, frapper, heurter, se mettre d'accord -
4 kloppen op een tafel
kloppen op een tafel -
5 binnen zonder kloppen
-
6 eiwit stijf kloppen
eiwit stijf kloppen————————eiwit stijf kloppen -
7 aan de deur kloppen
aan de deur kloppen -
8 de as van de sigaar kloppen
-
9 het kloppen van de pols
-
10 iemand geld uit de zak kloppen
iemand geld uit de zak kloppensoutirer de l'argent à qn. -
11 iemand op de rug kloppen
iemand op de rug kloppendonner une tape dans le dos à qn. -
12 iemand op zijn schouder kloppen
iemand op zijn schouder kloppen〈 goedkeuren〉 approuver qn.; 〈 bemoedigen〉 encourager qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand op zijn schouder kloppen
-
13 op de deur kloppen
op de deur kloppen -
14 zich op de borst kloppen, slaan
zich op de borst kloppen, slaanDeens-Russisch woordenboek > zich op de borst kloppen, slaan
-
15 bonzen
1 [beuken] frapper dur2 [botsen] se cogner (à, contre)3 [onstuimig kloppen] battre (à tout rompre)♦voorbeelden:2 tegen iemand aan bonzen • se cogner à qn.II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [hevig kloppen, slaan] frapper violemment♦voorbeelden:1 iemand wakker bonzen • frapper bruyamment à la porte de qn. pour le réveiller -
16 binnen
binnen1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:niets binnen kunnen houden • vomir tout ce qu'on absorbede oogst is binnen • la moisson est rentréestaat je fiets al binnen? • est-ce que tu as déjà rentré ton vélo?wij werden binnen geroepen • on nous a fait entrernaar binnen gaan • entreriets naar binnen slaan • avaler qc.zich iets te binnen brengen • se rappeler qc.iemand te binnen schieten • venir à l'esprit à qn.van binnen • au dedansvan binnen uit • du dedansbinnen zonder kloppen • entrez sans frapperbinnen! • entrez!————————binnen2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:2 de rekening moet binnen drie dagen betaald worden • la facture doit être payée dans les trois joursbinnen een uur ben ik bij je • d'ici une heure je serai chez toi -
17 borst
♦voorbeelden:uit volle borst zingen • chanter à pleins poumonsde borst onderzoeken • faire un examen du thoraxaan iemands borst liggen • être couché contre le sein de qn.iemand aan de borst drukken, sluiten • presser, serrer qn. contre son coeurzich op de borst kloppen, slaan • se vanter (de)het op de borst hebben • souffrir d'une maladie pulmonairedat stuit mij tegen de borst • ça me rebuteeen kind de borst geven • allaiter un enfantde borst krijgen • être nourri au seinde borsten onderzoeken • faire un examen des seinseen kind aan de borst leggen • allaiter un enfanthet kind is van de borst • l'enfant est sevrémaak je borst maar nat! • prépare-toi au pire! -
18 deur
♦voorbeelden:met gesloten deuren beraadslagen • délibérer à huis closde deur voor iemands neus dichtdoen • claquer la porte au nez de qn.de deur achter zich dichttrekken • tirer la porte sur soi〈 figuurlijk〉 zij loopt bij haar buren de deur plat • elle est tout le temps fourrée chez ses voisinsde deur openzetten voor knoeierijen • ouvrir la porte aux tripotagesde deur uit smijten • flanquer à la portede deur uitgaan • sortirdat vliegt (als warme broodjes) de deur uit • ça se vend comme des petits painsiemand (het gat van) de deur wijzen • mettre qn. à la portehij is de deur uit • il a quitté la maisonaan de deur kloppen • frapper à la porteaan de deur wordt niet gekocht • pas de porte-à-portein de deur staan • être sur le pas de la portemet de deuren gooien • claquer les portesdat is niet bepaald naast de deur • ce n'est pas précisément la porte à côtéom de deur piepen • montrer le bout de son nezde deur niet uit komen • ne pas mettre le nez dehorshij gaat van deur tot deur • il va de porte en portedat staat voor de deur • ça ne va pas tarderde winter staat voor de deur • nous sommes au seuil de l'hiverderde, vijfde deur van auto • hayon arrièredaar is de deur! • à la porte!¶ dat doet de deur dicht! • c'est le comble! -
19 geld
♦voorbeelden:1 je geld of je leven! • la bourse ou la vie!baar geld • espècescontant geld • (argent) liquidein contant geld • en espècesgemunt geld • numérairemet gepast geld betalen • faire l'appointgrof geld verdienen • gagner grosgroot geld • billetskinderen betalen half geld • les enfants paient demi-tarifklein geld • monnaiepapieren geld • papier-monnaievals geld • fausse monnaiehet volle geld • (le) plein tarifvuil geld • argent gagné malhonnêtementzwart geld • argent noirzijn geld erdoor jagen • brûler la chandelle par les deux boutsergens (veel) geld tegenaan gooien • investir (des sommes folles) dans qc.het geld groeit mij niet op de rug • je ne suis pas Crésushet geld voor het grijpen hebben • rouler sur l'orgeen geld hebben • être sans le souzijn geld erbij inschieten • en être pour son argent〈 figuurlijk〉 iemand geld uit de zak kloppen • soutirer de l'argent à qn.zijn geld er uit krijgen • rentrer dans son argentgeld laten rollen • faire valser l'argentgeld door de vingers laten slippen • ne pas regarder à la dépenseveel geld opleveren • rapporter grosgeld slaan • battre monnaiesmijten met geld • jeter l'argent par les fenêtresgeld in iets steken • placer son argent en, dans qc.er geld op moeten toeleggen • en être de sa pochegeld wisselen • faire de la monnaiebovenop zijn geld zitten • être près de ses souszwemmen in het geld • rouler sur l'orniet goed? geld terug • remboursement garanti en cas de non-satisfactiondik in het geld zitten • être cousu d'ormet zijn geld geen raad weten • ne savoir que faire de son argentom geld vragen • demander de l'argentom geld verlegen zijn • être à court d'argentiets te gelde maken • faire argent de qc.van zijn geld leven • vivre de ses rentesvoor geld • pour de l'argentvoor geen geld ter wereld • pour rien au mondevoor geen geld • à aucun prixtwee voor hetzelfde geld • deux pour le prix d'ungeld als water verdienen 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 geld als slijk verdienen • faire beaucoup d'argentdat brengt geld in 't laatje • ça fait des soushet geld niet over de balk gooien • ne pas jeter l'argent pas les fenêtres -
20 hameren
1 [met een hamer slaan] donner des coups de marteau2 [krachtig kloppen] frapper fort3 [+ op][aandringen (op)] insister (sur)♦voorbeelden:1 de voorzitter hamerde om de spreker tot de orde te roepen • le président rappela l'orateur à l'ordre en frappant du marteaudat bericht hamerde voortdurend door mijn hoofd • cette nouvelle me résonnait dans la tête3 op iets hameren • s'appesantir sur qc.II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [(met een hamer) slaan] marteler♦voorbeelden:de spijker in het hout hameren • enfoncer le clou dans le bois〈 figuurlijk〉 iets erin hameren • enfoncer qc. dans le crâne (de qn.)het hameren • le martelage
- 1
- 2
См. также в других словарях:
kloppen — kloppen: I.kloppen:⇨schlagen(I,1) II.kloppen,sich:⇨schlagen(II,1) … Das Wörterbuch der Synonyme
kloppen — Vsw klopfen … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
kloppen — ↑ klopfen … Das Herkunftswörterbuch
kloppen — prügeln; dreschen (umgangssprachlich); schlagen; boxen; hauen * * * klọp|pen 〈V. tr.; hat; mdt.; norddt.〉 1. etwas (in etwas) kloppen schlagen, hauen, klopfen 2. jmdn. od. sich kloppen … Universal-Lexikon
kloppen — klọp|pen (norddeutsch, mitteldeutsch für klopfen, schlagen); sich kloppen … Die deutsche Rechtschreibung
kloppen — kloppentr 1.klopfen,prügeln.NiederdundmitteldFormvonhd»klopfen«.1300ff. 2.intr=betteln.⇨klopfen5.Seitdem19.Jh … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
kloppen — klopu … Woordenlijst Sranan
Pinneken kloppen — Pinneken kloppen, auch Pennchen kloppen, (Plattdeutsch für ‚Stöckchen schlagen‘) ist ein ehemals sehr beliebtes Straßenspiel aus dem Ruhrgebiet, das in anderen Regionen auch unter Bezeichnungen wie Stockschlagen, Holzpinn schlagen, Klippchen… … Deutsch Wikipedia
Griffe kloppen \(seltener auch: klopfen\) — Der Ausdruck stammt aus der Soldatensprache und bedeutet, mit dem Gewehr exerzieren, Gewehrgriffe üben: Die Rekruten mussten in glühender Hitze Griffe kloppen … Universal-Lexikon
(Große) Sprüche machen \(oder: kloppen\) — [Große] Sprüche machen (oder: kloppen) Die Fügung wird umgangssprachlich abwertend gebraucht um auszudrücken, dass sich jemand in großtönenden Worten äußert, hinter denen nicht viel steckt: Kann dein Freund auch noch was anderes außer Sprüche… … Universal-Lexikon
Solveig Kloppen — (born June 10, 1971) is a Norwegian journalist, actress and TV hostess.She is best known as hostess for Idol , the Norwegian version of Pop Idol. She grew up in Vik in Sogn and at Jessheim … Wikipedia