-
1 monter
-
2 monter
1. bnguilleret/-ette, allègre2. bwgaiement, allègrement -
3 monter
gai, joyeux -
4 fris en monter
fris en monter -
5 beklimmen
monter -
6 in de trein stappen
monter -
7 in een auto stappen
monter -
8 instappen
monter -
9 omhoogdrijven
-
10 opklimmen
ww1) grimper, monter (sur)2) monter (en grade), s'élever -
11 berijden
-
12 boven
boven1〈 bijwoord〉1 [algemeen] en haut♦voorbeelden:iemand boven laten • faire monter qn.boven was het uitzicht fantastisch • en haut, la vue était splendidewij staan boven aan de lijst • nous sommes en haut de la listede bordjes staan boven in de kast • les assiettes sont en haut de l'armoirenaar boven gaan • monterde man zat boven op het huis • l'homme était sur le toit de la maisontot boven aan toe • jusqu'en hautvan boven bekijken • regarder d'en hautvan boven tot onderen • de haut en basde vierde regel van boven • la quatrième ligne à partir du hautvan boven af • à partir du haut¶ Oranje boven! • vive la maison d'Orange!weer boven komen • refaire surfacedat gaat mijn verstand te boven • ça me dépassedat gaat mijn financiële draagkracht te boven • c'est au-dessus de mes moyenste boven komen • venir à bout dehij is de operatie te boven (gekomen) • il s'est remis de son opérationhij is alle moeilijkheden te boven (gekomen) • il a repris le dessuseen maatschappelijke hervorming moet van boven af beginnen • une réforme sociale doit partir du sommet————————boven2〈 voorzetsel〉1 [algemeen] au-dessus de2 [behalve] en plus de♦voorbeelden:niet boven de begroting gaan • ne pas dépasser les limites d'un budgetde rekening komt boven de honderd gulden • la note dépasse les cent florinskinderen boven de drie jaar • les enfants de plus de trois anseen majoor staat boven een kapitein • un colonel est au-dessus d'un capitainede bel zit boven het naamplaatje • la sonnette est placée au-dessus de la plaquehij staat ver boven zijn tijdgenoten • il est très supérieur à ses contemporainshij is boven alle verdenking verheven • il est au-dessus de tout soupçontien graden boven het vriespunt • dix degrés au-dessus de zéroiemand bevoorrechten boven een ander • favoriser une personne au détriment d'une autreuitmunten boven • être supérieur (à)uitsteken boven • dépasser de2 hij verdient nog wel duizend gulden boven zijn maandsalaris • en plus de son mois, il gagne bien encore mille florinsboven de wind • au vent -
13 inzetten
1 [aanbrengen in, tussen] mettre2 [beginnen te doen] entamer3 [in actie laten komen] engager♦voorbeelden:een lapje inzetten • mettre une pièceruiten inzetten • poser des carreauxhet inzetten • la posede trainer zette beide wisselspelers in • l'entraîneur a fait monter sur le terrain les deux remplaçants1 [sport en spel] miser2 [m.b.t. een veiling] mettre à prix♦voorbeelden:2 ik heb het huis ingezet op 210.000 gulden • j'ai mis la maison aux enchères au prix de 210.000 florinsde veilingmeester zette in op vijftig gulden • le commissaire-priseur a fixé le prix de base à cinquante florins1 [beginnen] commencer♦voorbeelden:1 de winter zet stevig in • l'hiver s'annonce rigoureuxde winter zet stevig in • l'hiver s'annonce rigoureuxIV inzicht|inzicht♦voorbeelden:tot het inzicht komen, dat … • en arriver à l'idée que …naar zijn inzicht • d'après lui -
14 naar boven gaan
-
15 op zijn achterste poten gaan staan
op zijn achterste poten gaan staan————————op zijn achterste poten gaan staanDeens-Russisch woordenboek > op zijn achterste poten gaan staan
-
16 oplopen
1 [naar boven lopen, gaan; toenemen] monter2 [op weg gaan] se mettre en route3 [Algemeen Zuid-Nederlands][+ met][veel ophebben met] faire grand cas (de)4 [botsen op] heurter (qc.)♦voorbeelden:tegen de dijk oplopen • monter sur la digue2 een stuk met iemand oplopen • faire un bout de chemin avec qn.II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:een verkoudheid oplopen • attraper un rhume -
17 opstijgen
-
18 opzetten
2 [komen aanzetten] surgir♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [overeind zetten; op het hoofd zetten] mettre3 [m.b.t. dode dieren] empailler4 [+ tegen][opstoken] dresser (qn. contre)5 [op het vuur zetten] mettre (à chauffer, sur le feu)♦voorbeelden: -
19 poot
♦voorbeelden:de achterste poten • les pattes de derrièreop zijn achterste poten gaan staan • monter sur ses ergotsgeef eens een poot! • donne la patte!pootjes geven • donner la pattemijn pen heeft pootjes gekregen • mon stylo s'est envolé2 de poten onder het kabinet wegzagen • 〈 de basis wegnemen〉 saper le gouvernement; 〈 bekritiseren〉 démolir le gouvernement〈 figuurlijk〉 iets op poten zetten • mettre sur pied qc.een tafel op vier poten • une table à quatre piedsiemand pootje haken • faire un croche-pied à qn.; 〈 figuurlijk〉 faire un croc-en-jambe à qn.geen poot meer kunnen verzetten • ne plus pouvoir mettre un pied devant l'autreblijf er af met je poten! • bas les pattes!geen poot aan de grond krijgen • n'avoir aucune chance de succèsgeen poot uitsteken • ne pas remuer le petit doigtgeen poot verzetten • ne pas bouger d'un poucegeen poot hebben om op te staan • ne pas faire le poids4 iemand een poot geven • serrer la pince à qn.op zijn poot spelen • réagir violemmenteen brief op poten schrijven • écrire une lettre dans laquelle on ne mâche pas ses mots -
20 promoveren
1 [graad van doctor verwerven] passer son doctorat2 [sport en spel] monter♦voorbeelden:1 hij is gepromoveerd op een onderzoek naar … • sa thèse de doctorat portait sur l'étude de …
См. также в других словарях:
monter — [ mɔ̃te ] v. <conjug. : 1> • v. 980; lat. pop. °montare, de mons → mont I ♦ V. intr. (auxil. être ou avoir) A ♦ (Êtres animés) 1 ♦ Se déplacer dans un mouvement de bas en haut; se transporter vers un lieu plus haut que celui où l on était,… … Encyclopédie Universelle
monter — Monter, Ascendere, Facere ascensionem ad locum aliquem. Monter aucun jusques au ciel, Ferre in astra, vel In caelum ferre. Monter en chaire pour parler au peuple, Ascendere in concionem. Monter emmont, Superare, Scandere. Monter emmont le mur,… … Thresor de la langue françoyse
Mönter — ist der Familienname folgender Personen: Friedhelm Mönter (1946–2009), deutscher Journalist und Radiomoderator Gregor Mönter (* 1967), deutscher Comedy Darsteller und Coach/Dramaturg für andere Künstler Petra Mönter (* 1962), deutsche Autorin … Deutsch Wikipedia
monter — {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. mos I, Mc. montererze; lm M. montererzy {{/stl 8}}{{stl 7}} wykwalifikowany pracownik zajmujący się składaniem i naprawą maszyn, urządzeń i instalacji : {{/stl 7}}{{stl 10}}Monter instalacji przemysłowych. Ekipa monterów.… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
mòntēr — m 〈G montéra〉 onaj koji obavlja montažu (strojeva, uređaja i sl.) … Veliki rječnik hrvatskoga jezika
monter — mòntēr m <G montéra> DEFINICIJA onaj koji obavlja montažu (strojeva, uređaja i sl.) ETIMOLOGIJA vidi montaža … Hrvatski jezični portal
monter — (mon té) v. n. 1° Aller en un lieu plus haut que celui où l on était. 2° Monter chez quelqu un, aller dans son logis situé au premier étage ou plus haut. 3° Monter à cheval. 4° Monter à l assaut. 5° Monter en voiture, monter sur un… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
MONTER — v. n. Se transporter dans un lieu plus haut que celui où l on était. En ce sens, il se dit Des hommes et des animaux. Monter vite, facilement. Monter avec peine. Monter lentement. Monter plus haut, bien haut. C est un pays inégal, on ne fait que… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
MONTER — v. intr. Se déplacer de bas en haut, en parlant des êtres animés. Monter vite, facilement. Monter avec peine. Monter lentement. Monter plus haut. C’est un pays inégal, on ne fait que monter et descendre. Monter sur un arbre, à un arbre, au haut… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
monter — I. Monter. v. n. Se transporter en un lieu plus haut que celuy où l on estoit. En ce sens il se dit des hommes & des animaux. Monter viste. monter facilement. monter avec peine. monter lentement. monter bien haut. c est un pays inegal, on ne fait … Dictionnaire de l'Académie française
monter — vi. , aller ou venir en haut ; gravir. vt. , porter en haut, hisser : MONTÂ (Aillon Vieux., Aix.017, Albanais.001, Annecy.003, Arvillard.228, Bellecombe Bauges.153, Bellevaux, Billième, Chamonix, Compôte Bauges.271, Cordon.083, Côte Aime, Doucy… … Dictionnaire Français-Savoyard