-
61 Zahn
〈m.; Zahn(e)s, Zähne〉♦voorbeelden:künstliche Zähne • valse tanden, kunsttanden〈 figuurlijk〉 an dieser Aufgabe kannst du dir die Zähne ausbeißen • op deze opgave kun je je tanden stukbijtener murmelte etwas zwischen den Zähnen • hij mompelde iets binnensmonds¶ 〈informeel; figuurlijk〉 einen (tollen) Zahn draufhaben • (a) heel snel rijden; (b) flink aan de gang, op dreef zijn〈informeel; figuurlijk〉 einen Zahn zulegen • (a) nog meer gas geven; (b) een schepje er bovenop doen -
62 Zeug
〈o.; Zeug(e)s, Zeuge〉1 prul, rommel ⇒ spullen, gerei3 〈 scheepvaart〉tuigage, takelage♦voorbeelden:ich habe mein ältestes Zeug angezogen • ik heb mijn oudste kloffie aangetrokkenalbernes Zeug treiben • gekke, domme dingen doen¶ er arbeitete, fuhr, was das Zeug hielt • hij werkte, reed zo hard (als) hij kon〈 informeel〉 jemandem etwas am Zeug flicken • (a) iemand een loer draaien; (b) iemand iets aanwrijvensich für jemanden, etwas ins Zeug legen • zich voor iemand, iets erg inzettenmit jemandem scharf ins Zeug gehen • met iemand niet bepaald zachtzinnig omgaaner hat, in ihm steckt das Zeug zu einem guten Zimmermann • hij heeft de capaciteiten om een goed timmerman te worden -
63 Zunge
Zunge〈v.; Zunge, Zungen〉♦voorbeelden:1 böse Zungen behaupten … • boze tongen beweren …eine falsche Zunge haben • een leugenaar zijneine feine, verwöhnte Zunge haben • een fijnproever, lekkerbek zijnso weit die französische Zunge klingt • overal waar Frans gesproken wordteine geläufige Zunge haben • welbespraakt zijnjemandem hängt die Zunge zum Halse heraus • (a) iemand vergaat van de dorst; (b) iemand hangt de tong op de schoeneneine Sache brennt jemandem auf der Zunge • iets brandt iemand op de lippendas Wort auf der Zunge haben • het woord op de tong, op de lippen hebbendas Herz auf der Zunge tragen • het hart op de tong hebbenmit (heraus)hängender Zunge • met de tong uit de mond, buiten ademetwas geht jemandem schwer von der Zunge • iemand krijgt iets niet over zijn lippen -
64 Zügel
Zügel〈m.; Zügels, Zügel〉1 teugel, toom ⇒ 〈 figuurlijk ook〉 macht, heft♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 jemanden am langen Zügel führen • iemand niet te kort houden, iemand ruimte laten〈 figuurlijk〉 die Zügel in der Hand haben • de teugels, het heft in handen hebben -
65 abnehmen
abnehmenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉2 afnemen, verminderen ⇒ dalen, slinken♦voorbeelden:an Kräften abnehmen • in kracht afnemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 af-, wegnemen ⇒ verwijderen, afhalen2 afnemen, uit handen nemen3 controleren, inspecteren, keuren4 ont-, afnemen6 afnemen, kopiëren ⇒ nemen, maken♦voorbeelden:jemandem ein Bein abnehmen • iemand een been afzettenjemandem einen Weg abnehmen • voor iemand anders een boodschap doen〈 informeel〉 die Geschichte wird dir niemand abnehmen! • dat verhaal zal niemand geloven! -
66 abschneiden
abschneiden1 het er goed, slecht afbrengen ⇒ een goed, slecht figuur slaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉5 beroven van, ontnemen♦voorbeelden:3 jemandem den Weg abschneiden • iemand de pas afsnijden, iemand voor zijnjemandem das Wort abschneiden • iemand in de rede vallen -
67 ankommen
ankommen3 opgewassen zijn ⇒ tegen iemand, iets op kunnen♦voorbeelden:es kommt ihm nicht darauf an • hij vindt het niet belangrijkalles kommt auf die Umstände an • alles hangt van de omstandigheden afes käme auf einen Versuch an • je zou het eens kunnen proberen3 gegen etwas, jemanden nicht ankommen • tegen iets, iemand niet op kunnen4 (bei jemandem) schlecht, übel ankommen • (bij iemand) geen succes hebben; 〈 ook〉 (bij iemand) aan het verkeerde adres zijnder Roman kam beim Publikum gut an • de roman had succes bij het publiek -
68 anrechnen
anrechnen1 aan-, berekenen ⇒ in rekening brengen♦voorbeelden:2 die Untersuchungshaft auf die Gefängnisstrafe anrechnen • het voorarrest van de gevangenisstraf aftrekkenjemandem etwas mit einem Betrag anrechnen • iemand voor iets een bedrag aftrekkenjemandem etwas zur Ehre anrechnen • iemand iets tot eer aanrekenen -
69 antun
antun♦voorbeelden:jemandem eine Wohltat antun • iemand een weldaad bewijzenjemandem, einer Sache Schaden antun • iemand, iets schade toebrengen〈 formeel〉 jemandem, sich Zwang antun • iemand, zich dwingenvon der Musik angetan sein • van de muziek verrukt, weg zijn -
70 bekannt
bekannt♦voorbeelden:1 etwas bekannt geben • bekendmaken, verklarenjemandem etwas bekannt geben • iemand iets me(d)edelen, iemand op de hoogte brengen van ietsich machte ihn mit ihr bekannt • ik stelde hem aan haar voordarf ich bekannt machen? • mag ik voorstellen?etwas bekannt machen • iets bekendmaken, me(d)edelenich habe ihn mit der Regelung bekannt gemacht • ik heb hem van de regeling in kennis gesteldmit jemandem bekannt werden • met iemand kennis maken, iemand leren kennensie sind gut (miteinander) bekannt • ze kennen elkaar goed -
71 fallen
fallen7 ten deel, te beurt vallen♦voorbeelden:1 einen Plan fallen lassen • een plan laten varen, opgeven〈 figuurlijk〉 jemanden fallen lassen • iemand laten vallen, iemand niet langer steunenüber etwas, jemanden kein Wort fallen • over iets, iemand met geen woord reppendas Haar fiel ihr bis auf die Schultern • haar haar viel tot op haar schoudersim Fallen • al vallendeinem Pferd in die Zügel fallen • een paard bij de teugels grijpendas fällt unter das neue Gesetz • dat valt onder de nieuwe wetsich zu Tode fallen • doodvallenim Preis fallen • in prijs dalendie meiste Arbeit fiel auf ihn • hij kreeg het meeste werk te verrichten〈 spreekwoord〉 wenn das Kind in den Brunnen gefallen ist, deckt man ihn zu • als het kalf verdronken is, dempt men de put〈 spreekwoord〉 wer andern eine Grube gräbt, fällt selbst hinein • wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in -
72 fassen
fassenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 pakken, grijpen ⇒ vat krijgen♦voorbeelden:der Wind fasst ins Segel • de wind krijgt vat in het zeilII 〈 overgankelijk werkwoord〉8 meepakken, grijpen♦voorbeelden:jemanden an, bei seiner schwachen Seite, Stelle fassen • iemand op zijn zwakke plek raken〈 figuurlijk〉 jemanden bei seiner Ehre zu fassen versuchen • op iemands eer(gevoel) proberen te werkeneinen Weg mit Bäumen fassen • een weg met bomen omzomenetwas in Worte fassen • iets onder woorden brengen7 das ist nicht zu fassen! • je houdt het niet voor mogelijk!Vertrauen zu jemandem fassen • vertrouwen in iemand krijgeneinen Vorsatz fassen • zich iets voornemenetwas ins Auge fassen • iets onder ogen zienjemanden ins Auge fassen • iemand op het oog hebben10 Angst, Entsetzen fasste mich • angst, ontzetting greep mij aan1 tot bedaren komen, zich beheersen ⇒ opnieuw zijn evenwicht vinden♦voorbeelden:1 fass dich! • beheers je! -
73 jemandem den Puls fühlen
(a) iemand de pols voelen; 〈 (b) informeel; figuurlijk〉 iemand polsen • 〈 (c) informeel; figuurlijk〉 nagaan of iemand wel bij zijn verstand is————————Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem den Puls fühlen
-
74 jemandem ein Ding verpassen
————————Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem ein Ding verpassen
-
75 jemanden jemandem an die Seite stellen
jemanden jemandem an die Seite stelleniemand naast iemand plaatsen, zetten, iemand met iemand vergelijkenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden jemandem an die Seite stellen
-
76 leicht
2 (ge)makkelijk ⇒ licht, ongecompliceerd; goed♦voorbeelden:leicht bewaffnet • lichtgewapendleicht übertrieben • lichtelijk overdrevenjemanden um 10 Mark leichter machen • iemand 10 mark lichter makendas ist leicht möglich • dat is best, goed mogelijkleicht verdaulich • licht verteerbaarleicht verständlich • gemakkelijk te begrijpener begreift leicht • hij is vlug van begripjemanden leicht fallen • iemand licht vallen, iemand (ge)makkelijk afgaanjemanden, etwas leicht machen • iemand, iets gemakkelijk makenetwas leicht machen • iets gemakkelijk, luchtig opnemen, iets licht opvattendu hast, kannst leicht reden! • jij hebt makkelijk praten!nachher war mir leicht(er) • nadien was, voelde ik mij opgeluchtich tue mich, mir leicht damit • het gaat me gemakkelijk van de hand, afdas gibt es so leicht nicht wieder! • dat komt niet zo gauw meer terug!es wird mir ein Leichtes sein • het zal voor mij niet moeilijk, geen probleem zijn -
77 leid
♦voorbeelden:1 eine Sache leid sein, werden • iets beu zijn, moe, beu wordenjemanden leid sein, werden • iemand moe zijn, genoeg hebben van iemandetwas ist, wird jemandem leid • (a) iemand is, wordt iets beu; (b) iemand heeft, krijgt spijt van ietslass es dir nicht leid sein! • zit er niet over in!mir ist es leid um das Geld • ik vind het zonde van het geld -
78 lieb
♦voorbeelden:1 Lieber Herr X! • Beste meneer X!〈 informeel〉 (mein) lieber Freund! • beste vriend!(ach,) du liebes bisschen! • lieve hemel, deugd!den lieben langen Tag • de godganse(lijke) dagjemanden, etwas lieb gewinnen • iemand, iets lief krijgen, gaan houden van iemand, ietsjemanden, etwas lieb haben • iemand, iets lief hebben, van iemand, iets houdenlieb geworden • dierbaar (geworden), vertrouwdmein Lieber! • mijn beste!(mein) Liebes! • liefje!, schat!das ist mir lieb und teuer • dat is mij dierbaarlieb mit, zu Kindern • lief voor kinderen3 ein liebes Kind • een zoet, lief kindsei so lieb • wees zo goedes wäre mir lieber, wenn … • ik zou liever hebben, zien dat … -
79 machen
machen1 maken, doen ⇒ vervaardigen, toebereiden, veroorzaken♦voorbeelden:das Bett machen • het bed opmakenden Dolmetscher machen • als tolk optredenjemandem gute Laune machen • iemand een goed humeur bezorgenein gemachter Mann • een geslaagd manMittag machen • de middagpauze houdenjemandem Mut machen • iemand moed gevendie Schauspielerin macht die Ophelia • de toneelspeelster speelt de rol van OpheliaTee machen • thee zettendie Wohnung machen • het huis doen〈 informeel〉 mache nicht so viele Worte! • gebruik niet zo'n omhaal van woorden!〈 informeel〉 lass mich nur machen! • laat mij maar begaan!jemandem viel zu schaffen machen • iemand veel te schaffen geven〈 informeel〉 wird gemacht! • komt voor elkaar!〈 informeel〉 das macht 15 Mark • dat is, kost 15 mark〈 informeel〉 macht nichts! • hindert niets!was macht dein Magen? • hoe is het met je maag?〈 informeel〉 was soll man nur machen? • wat doe je er aan?〈 informeel〉 machs gut! • het ga je goed!〈 informeel〉 mach schnell! • maak haast!〈 informeel〉 mach doch schon! • schiet toch op!daran lässt sich nichts machen • daar is niets aan te doen〈 informeel〉 mit mir kann man es ja machen! • (a) ik trap er steeds weer in; (b) ik moet me zoiets laten welgevallen4 vormen, tot stand brengen♦voorbeelden:ich mache mich auf den Weg • ik ga op wegdas Wetter macht sich • het weer wordt beterdas macht sich von selbst • dat gaat vanzelfer macht sich • hij maakt vorderingendas Gemälde macht sich gut an der Wand • het schilderij doet het goed aan de muur3 mache dich nach Hause! • maak dat je thuis komt!ich mache mir nichts, wenig aus ihm • ik geef niets, weinig om hem〈 informeel〉 mach dir nichts daraus! • trek je er niets van aan! -
80 quitt
♦voorbeelden:mit jemandem quitt werden • met iemand tot een akkoord komen
См. также в других словарях:
Iemand Als Jij — Infobox ESC entry song = Iemand Als Jij caption = year = 1993 country = Belgium artist = Barbara Dex as = Barbara with = language = Dutch languages = composer = Marc Vliegen lyricist = Tobana conductor = place = 25th (last) points = 3 place semi … Wikipedia
Hand — 1. Alle Händ voll to dohne, seggt de ol Zahlmann1, on heft man êne. (Insterburg.) – Frischbier2, 1469. 1) Der Name eines Feldwächters in Insterburg. 2. Alten Händen hilft kein Nagelschminken. – Laus. Magazin, XXX, 251. Russisch Altmann V, 85. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Barbara Dex — Nom Barbara Deckx Naissance 22 janvier 1974 Turnhout … Wikipédia en Français
Декс, Барбара — Барбара Декс Barbara Dex Барбара в 2006 г. (фото Кристофа Персонса) … Википедия
Nase — 1. Aeingden der Nuos no durch däk uch dän. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 1111. 2. An seiner Nase findet jeder Fleisch. Er ziehe sich also daran, und bekümmere sich nicht um die Nasen (Angelegenheiten) anderer. 3. Auch zwischen Nas und Lippe… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ohr — 1. An den Ohren erkennt man den Esel. 2. An den Ohren erkennt man die halben, am Schreien die Stocknarren. Lat.: Ex verbis fatuos, ex aure tenemus asellum. (Chaos, 951.) 3. Bei tauben Ohren ist jede Predigt verloren. 4. Bei weiten Ohren und… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Nous On Veut Des Violons — Infobox ESC entry song = flagicon|Belgium Nous, On Veut Des Violons caption = year = 1992 country = Belgium artist = Ingrid Simonis as = Morgane with = language = French languages = composer = Claude Barzotti lyricist = Anne Marie Gaspard… … Wikipedia
De Wereld Rond — Studio album by K3 Released 2004 … Wikipedia
Auge — 1. Ab Auge, ab Herz. (Luzern.) 2. Als das aug erfüllet, so ist dem bauch genug gethan. – Henisch, 152. 3. An den Augen sieht man, was einer ist und was er kann. 4. An den augen tevblein vnd in den hertzen tevflein. – Trymberg, Renner, um das Jahr … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Herz — 1. Ae frühlich Hatz, en fresche Moth magd Scha (Schaden) wier jod, hölpt ouch noch witt enn schlête Zitt. (Aachen.) – Firmenich, III, 232. 2. Auf einem traurigen Herzen steht kein fröhlicher Kopf. – Heuseler, 83. Dän.: Et sorrigfuld hierte er… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Rübe — 1. Aus Rüben lässt sich kein Blut zapfen (pressen). Was einer nicht hat, kann er nicht geben, kann man ihm auch nicht nehmen. It.: Di rapa sangue non si può cavare. (Bohn I, 90 u. 114.) 2. Besser Rüben am eigenen Tisch, als an fremdem Fleisch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon