-
1 anrühren
-
2 antun
antun♦voorbeelden:jemandem eine Wohltat antun • iemand een weldaad bewijzenjemandem, einer Sache Schaden antun • iemand, iets schade toebrengen〈 formeel〉 jemandem, sich Zwang antun • iemand, zich dwingenvon der Musik angetan sein • van de muziek verrukt, weg zijn -
3 bewegen
bewegen12 〈 figuurlijk〉roeren, bewegen ⇒ treffen, ontroeren♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————bewegen2 -
4 jemandes Herz rühren
-
5 rühren
rühren♦voorbeelden:3 rühre nicht daran! • laat dat rusten!II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 (ont)roeren ⇒ vertederen, aandoen♦voorbeelden:〈informeel; eufemistisch〉 ein menschliches Rühren verspüren • (a) (nodig) naar het toilet moeten; (b) honger hebben♦voorbeelden:sich nicht vom Fleck rühren • geen voet verzettensich rühren und regen • heel actief zijn〈 leger〉 rührt euch! • op de plaats rust!
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский