-
1 berate
-
2 denounce
v. hekelen, afkeuren[ dinnauns] 〈zelfstandig naamwoord: denouncement〉1 kapittelen ⇒ hekelen, afkeuren2 aan de kaak stellen ⇒ openlijk beschuldigen/aanklagen♦voorbeelden:2 denounce someone as a thief • iemand voor dief uitmaken/van diefstal betichten -
3 flay
v. villen, (af)stropen; hekelen[ flee] -
4 lampoon
n. satire, schotschrift--------v. in schotschriften hekelen[ læmpoe:n] -
5 pillory
n. schandpaal--------v. blok; schandpaal; aan de kaak stellen; hekelenpillory1♦voorbeelden:————————pillory2〈werkwoord; pilloried〉 -
6 castigate
v. kastijden; corrigeren2 hekelen ⇒ laken, gispen -
7 clobber
-
8 criticise
v. kritiek hebben, kritiek uitoefenen; bekritiseren; hekelen, afkeuren→ criticize criticize/ -
9 criticize
v. bekritiseren, aanmerkingen makencriticize, criticise[ krittissajz]1 kritiek hebben/uitoefenen (op)2 (be)kritiseren ⇒ beoordelen, recenseren -
10 excoriate
v. ontvellen, schaven -
11 lambast
-
12 lambaste
v. (iem.) f op zijn donder geven; hekelen -
13 satirize
-
14 scarify
v. litteken maken; huid snijden; krabben; onbarmhartig hekelen -
15 score
n. resultaat; puntenstelsel; winstpunt; rangschikking; tientallig; schuld; rekening; partituur; aantekening; spleet, snee--------v. bereiken, winnen, hoog scoren; hoge punten krijgen; aantekenen; spleet, sneescore1[ sko:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stand ⇒ puntentotaal, score3 getrokken/ingesneden lijn ⇒ kerf, kras; striem, schram; lijn6 grief7 onderwerp ⇒ thema, punt♦voorbeelden:1 what is the score? • hoeveel staat het?keep (the) score • de stand bijhoudenlevel the score • gelijkmakenon the score of • vanwegeon that score • daaromrun up a score • in de schulden rakenon this/that score • wat dit/dat betreft————————score23 succes hebben/boeken♦voorbeelden:¶ 〈 informeel〉 score off/against/over someone • iemand aftroeven; iemand de grond in trappen 〈 in debat〉; iemand voor gek zettenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 lijn(en) trekken/krassen ⇒ (in)kerven; schrammen6 een score/puntentotaal halen van 〈 bijvoorbeeld in test〉♦voorbeelden:2 score something (up) against/to someone • iets op iemands rekening schrijven 〈 ook figuurlijk〉; iemand iets aanrekenen -
16 taunt
-
17 vituperate
-
18 castigate the merger
De fusie hekelen -
19 castigation
n. hekelen, laken; streng straffen -
20 denouncer
n. hekelen, afkeuren
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Hatchel — Hatch el, v. t. [imp. & p. p. {Hatcheled} or {Hatchelled} ( [e^]ld); p. pr. & vb. n. {Hatcheling} or {Hatchelling}.] [OE. hechelen, hekelen; akin to D. hekelen, G. hecheln, Dan. hegle, Sw. h[ a]kla. See {Hatchel}, n.] 1. To draw through the teeth … The Collaborative International Dictionary of English
Hatcheled — Hatchel Hatch el, v. t. [imp. & p. p. {Hatcheled} or {Hatchelled} ( [e^]ld); p. pr. & vb. n. {Hatcheling} or {Hatchelling}.] [OE. hechelen, hekelen; akin to D. hekelen, G. hecheln, Dan. hegle, Sw. h[ a]kla. See {Hatchel}, n.] 1. To draw through… … The Collaborative International Dictionary of English
Hatcheling — Hatchel Hatch el, v. t. [imp. & p. p. {Hatcheled} or {Hatchelled} ( [e^]ld); p. pr. & vb. n. {Hatcheling} or {Hatchelling}.] [OE. hechelen, hekelen; akin to D. hekelen, G. hecheln, Dan. hegle, Sw. h[ a]kla. See {Hatchel}, n.] 1. To draw through… … The Collaborative International Dictionary of English
Hatchelled — Hatchel Hatch el, v. t. [imp. & p. p. {Hatcheled} or {Hatchelled} ( [e^]ld); p. pr. & vb. n. {Hatcheling} or {Hatchelling}.] [OE. hechelen, hekelen; akin to D. hekelen, G. hecheln, Dan. hegle, Sw. h[ a]kla. See {Hatchel}, n.] 1. To draw through… … The Collaborative International Dictionary of English
Hatchelling — Hatchel Hatch el, v. t. [imp. & p. p. {Hatcheled} or {Hatchelled} ( [e^]ld); p. pr. & vb. n. {Hatcheling} or {Hatchelling}.] [OE. hechelen, hekelen; akin to D. hekelen, G. hecheln, Dan. hegle, Sw. h[ a]kla. See {Hatchel}, n.] 1. To draw through… … The Collaborative International Dictionary of English
heckle — transitive verb (heckled; heckling) Etymology: Middle English hekelen to dress flax, scratch, from heckele hackle; akin to Old High German hāko hook more at hook Date: circa 1825 to harass and try to disconcert with questions, challenges, or… … New Collegiate Dictionary
Wenceslas Cobergher — Infobox Engineer image size = caption = Portrait of Wenceslas Cobergher name = Wenceslas Cobergher nationality = Flemish birth date = 1560 ? birth place = Antwerp, Flanders death date =November 23, 1634 death place = Brussels education = spouse … Wikipedia
Wenceslas Cobergher — Portrait de Wenceslas Cobergher Naissance 1561 ou 1557 Anvers … Wikipédia en Français
Ryswyck — (spr. reisweik), 1) Jan Theodoor van (volkstümlich Door genannt), flämischer Dichter, geb. 8. Juli 1811 in Antwerpen, wo er nach mancherlei Schicksalen Sekretär beim Leihamt ward und 7. Mai 1849 geisteskrank starb. Seit 1835 hat R. zahlreiche… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
heckle — heckler, n. /hek euhl/, v., heckled, heckling, n. v.t. 1. to harass (a public speaker, performer, etc.) with impertinent questions, gibes, or the like; badger. 2. hackle1 (def. 8). n. 3. hackle1 (def. 5). [1275 1325; ME hekelen, var. of hechelen… … Universalium
heckle — {{11}}heckle (n.) flax comb, c.1300, hechel, perhaps from an unrecorded O.E. *hecel or a cognate Germanic word (Cf. M.H.G. hechel, M.Du. hekel), from P.Gmc. *hakila , from PIE *keg hook, tooth (see HOOK (Cf. hook)). {{12}}heckle (v.) early 14c.,… … Etymology dictionary
