-
1 clobber
-
2 dud
-
3 everyday
adj. alledaags, dagelijks[ evriedee]1 (alle)daags ⇒ gewoon, doordeweeks♦voorbeelden:everyday worries • (alle)daagse zorgen -
4 glad rags
-
5 kit
n. uitrusting; uitrusting; gereedschap; vriendenkring (spreektaal); teil; poes; kit--------v. uitrusten, uitmonsterenkit1[ kit]1 (gereedschaps)kist ⇒ doos, (plunje)zak2 bouwdoos/pakket♦voorbeelden:————————kit2〈werkwoord; kitted〉 -
6 my everyday suit
-
7 rig-out
-
8 rig
n. (scheep) tuig(age); uitrusting--------v. opzichten, vervalsenrig1[ rig] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 〈 Amerikaans-Engels〉trekker/truck met oplegger♦voorbeelden:————————rig2〈werkwoord; rigged〉♦voorbeelden: -
9 rigging
n. uitrusting, want, tuigage, tuig, plunje[ riging] 〈 the〉 -
10 togs
♦voorbeelden: -
11 duddy
adj. plunje, gescheurd (kleren) (Schotse taal) -
12 duds
n. (Informeel) plunje, lompen; eigendom
См. также в других словарях:
Plunder, der — Der Plunder, des s, plur. car. eigentlich, untaugliche und abgetragene Kleidungsstücke und deren Theile, Lumpen. In weiterer Bedeutung, untaugliches und abgenutztes Geräth, und figürlich, eine jede schlechte, verächtliche und unerhebliche Sache.… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Plünnen — Plünnenpl 1.Kleider;Sachen;Habe.Im14.Jh.ausdemMittelniederdeutschenaufgekommen;wohlmit»Plunder«verwandt;vglndl»plunje«. 2.Uniform.Sold1939bisheute. 3.Wäschestücke.BSD1965ff. 4.jnbeidenPlünnenkriegen=a)jnfestanfassenundnichtfreigeben;jnprügeln.Nied… … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
plunder — (v.) 1630s, from M.H.G. plunderen to plunder, originally to take away household furniture, from plunder household goods, clothes (Cf. M.H.G. plunder lumber, baggage, 14c.; M.Du. plunder household goods; Fris., Du. plunje clothes ). A word… … Etymology dictionary