-
1 *hausse
*hausse ['oos]〈v.〉1 stijging♦voorbeelden:jouer à la hausse • à la hausse, op stijging van de beurs speculerenses actions sont en hausse • zijn zaken gaan vooruit -
2 Hausse
-
3 hausse du coût de la vie
hausse du coût de la vieDictionnaire français-néerlandais > hausse du coût de la vie
-
4 jouer à la hausse
jouer à la hausseà la hausse, op stijging van de beurs speculeren -
5 cela ne le hausse pas dans mon estime
Dictionnaire français-néerlandais > cela ne le hausse pas dans mon estime
-
6 mouvements de hausse, de baisse
mouvements de hausse, de baisseprijsverhogingen, -verlagingenDictionnaire français-néerlandais > mouvements de hausse, de baisse
-
7 ses actions sont en hausse
ses actions sont en hausseDictionnaire français-néerlandais > ses actions sont en hausse
-
8 long
adj. lang; langdurig; niet voor rede vatbaar (gevaar)--------adv. lang; langdurig; gedurende--------n. lange tijd; lang iets--------v. verlangen (naar); smachten; uitzien (naar); missenlong1[ long] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:before long • binnenkort, spoedighe won't stay for long • hij zal niet (voor) lang blijven————————long2〈bijvoeglijk naamwoord; longer [longgə], longest [longgist]〉 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉2 groot ⇒ meer dan, lang♦voorbeelden:long finger • middelvingerover the long haul • op lange termijntake a long look at something • iets lang/aandachtig bekijken/onderzoekenof long standing • al lang bestaand, van ouds gekendto cut a long story short • om kort te gaan, samengevatin the long term • op den duur, op de lange duur2 long dozen • groot dozijn, dertiencotton is in long supply • er is een ruime voorraad katoenhe stands a long chance • hij maakt weinig kanslong sale • verkoop à la hausse¶ the long arm of the law • de lange/machtige arm der wet〈 Brits-Engels〉 not by a long chalk • op geen stukken na, bijlange nietlong division • staartdelinglong drink • longdrinklong johns • lange onderbroekin the long run • uiteindelijklong shot • kansloos deelnemer; gok, waagstuk〈 Amerikaans-Engels〉 by a long shot • veruit, met gemaknot by a long shot • op geen stukken na, bijlange nietlong suit • fort, sterk puntlong in the tooth • lang in de mond, aftandstake a long view/take long views • dingen op de lange termijn bekijkenhave come a long way • van ver gekomen zijn, erg veranderd zijngo a long way (towards) • voordelig (in het gebruik) zijn, veel helpen, het ver schoppen£1 doesn't go a long way these days • met een pond kom je tegenwoordig niet ver meer————————long3〈 werkwoord〉————————long4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:all night long • de hele nachtthe promotion was long due • de promotie liet lang op zich wachtendon't be long • maak het kortas/so long as • zo lang, mitsno/not any longer • niet langer/meer〈 informeel〉 so long! • tot dan!, tot ziens!he's long about his work • hij doet lang over zijn werkbe long in doing something • lang over iets doen -
9 повышение
1.gener. op (op en af, op en neer ââåðõ è âíèç; òî òóäà, òî ñþäà)2. ngener. boost, avance (в должности), bevordering (в чине), opslag (цены и т.п.), verhoging, hausse (курса ценных бумаг), prijsstijging, stijging -
10 boom
n. lawaai, boem; gedreun; (haven)boom; arm van pickup--------v. dreunen; donderenboom1[ boe:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (dof, hol) gedreun ⇒ gebulder, gedaver2 hausse ⇒ (periode van) hoogconjunctuur, sterke loon/prijsstijging3 (hoge) vlucht ⇒ (plotselinge, krachtige) stijging/toename 〈in aanzien/rijkdom e.d.〉, bloei, opkomst♦voorbeelden:————————boom2♦voorbeelden:the clock boomed out • de klok dreundeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈vaak +out〉bulderend/galmend/dreunend uiten -
11 long sale
-
12 rise
n. opslag, verhoging; stijging; opkomst--------v. opstaan; opgaan; stijgenrise1[ rajz]1 helling ⇒ verhoging, hoogte♦voorbeelden:♦voorbeelden:give rise to • aanleiding geven tot————————rise2♦voorbeelden:rise again • uit de dood opstaanrise to one's feet • opstaan2 good teamworkers should rise above personal jealousies • goede teamgenoten moeten boven persoonlijke naijver staanthe curtain rises on a Victorian room • het gordijn gaat op en toont een Victoriaanse kamerhe rose to the suggestion • hij begreep de wenkrise to the rank of lieutenant • bevorderd worden tot luitenant -
13 take a long position in gold
-
14 mouvement
mouvement [moevmã]〈m.〉1 beweging2 verplaatsing ⇒ verschuiving, beweging, verkeer3 levendigheid ⇒ beweging, drukte4 opwelling ⇒ impuls, aandoening5 stroming ⇒ beweging, partij♦voorbeelden:mouvements de gymnastique • gymnastiekoefeningenmouvement du sol • golving, geaccidenteerdheid van de bodemmouvement de tête • hoofdknikimprimer un mouvement à qc. • iets in beweging brengenmettre en mouvement • in beweging zettenmouvements de hausse, de baisse • prijsverhogingen, -verlagingenmouvement de l'histoire • voortgang der geschiedenisle mouvement des idées • de ontwikkeling der denkbeeldenun roman d'aventures où il y a beaucoup de mouvement • een avonturenroman met veel actie→ tempsde son propre mouvement • uit eigen bewegingm1) beweging2) verplaatsing3) ontwikkeling4) verkeer5) drukte6) opwelling, impuls7) beweging, stroming8) tempo [muziek]10) mechanisme -
15 *hausser
*hausser ['oosee]1 verhogen ⇒ verheffen, optrekken, vermeerderen♦voorbeelden:hausser le ton • een hoge toon aanslaanhausser la voix • z'n stem verheffenhausser une maison d' un étage • een verdieping op een huis zettencela ne le hausse pas dans mon estime • dat doet hem niet in mijn achting stijgen♦voorbeelden:se hausser sur la pointe des pieds • op de tenen gaan staan
См. также в других словарях:
Hausse... — Hausse … Deutsch Wörterbuch
Hausse — Hausse … Deutsch Wörterbuch
hausse — [ os ] n. f. • XIIIe; de hausser 1 ♦ Techn. Objet ou dispositif qui sert à hausser, à élever. Spécialt Planche mobile placée sur les vannes d un barrage pour hausser le niveau des eaux. 2 ♦ Système de visée, appareil articulé et gradué qui permet … Encyclopédie Universelle
*hausse — ● hausse nom féminin (de hausser) Action de s élever, d atteindre un niveau plus élevé : La hausse des eaux de la Seine. Augmentation de degré, de valeur, de prix : La hausse de la température, des prix. ● hausse (expressions) nom féminin (de… … Encyclopédie Universelle
Hausse — Sf Steigen des Börsenkurses per. Wortschatz fach. (19. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. hausse, zu frz. hausser erhöhen , aus l. * altiare zu l. altus hoch (der Anlaut wohl nach dem germanischen Wort für hoch ). Ebenso nndl. hausse, nschw.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
haussé — haussé, ée (hô sé sée) part. passé de hausser. Rendu plus haut. Un mur haussé de trois pieds. Élevé, porté en haut. • Je vis de votre amant la visière haussée, MAIRET Sophon. IV, 1. • Trois fois sur Pélion tous ces monstres horribles… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Hausse — (h[add]s), n. [F.] (Gun.) A kind of graduated breech sight for a small arm, or a cannon. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
hausse — Hausse. s. f. Ce qui sert à hausser. Il faut mettre une hausse à ces souliers, à ces bottes. Il ne se dit guere que de ces choses là … Dictionnaire de l'Académie française
Hausse — (fr., spr. Hoß), 1) Instrument zum Richten der Kanonen, so v.w. Aufsatz 3); 2) das Steigen der Staats u. Börsenpapiere, im Gegensatz zu Baisse; Haussier (spr. Hoßjeh), Speculanten, welche auf das Steigen der Papiere rechnen; vgl. Börse V … Pierer's Universal-Lexikon
Hausse — (franz., spr. ōß ), das »Steigen« der Preise, besonders bei solchen Artikeln, die an der Börse oder in andrer Weise einer Kursnotierung unterliegen; Haussekonsortium (Mine), die Vereinigung von Börsenspekulanten (Haussiers, Mineurs) zur… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Hausse — (frz., spr. ohß), das Steigen der Kurse der Börsenpapiere, im Gegensatz zur Baisse (s.d.); Haussier (spr. oßĭeh), Spekulant auf die H.; Haussekonsortium, Vereinigung von Spekulanten, um eine H. herbeizuführen … Kleines Konversations-Lexikon