-
1 simper
n. dom geaffecteerd lachen; dom geaffecteerd lachje--------v. dom geaffecteerd lachensimper1[ simpə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 onnozele glimlach ⇒ zelfvoldane/gemaakte grijnslach————————simper2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 mince
n. gehakt vlees; gehaktbal--------v. fijnhakken van vlees; nuffig trippelenmince1[ mins] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————mince2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:she didn't mince her words • zij nam geen blad voor de mond -
3 affected
-
4 airy
-
5 artificial
adj. kunstmatig, gekunsteld, kunst-[ a:tiffisjl]3 gekunsteld ⇒ gemaakt, geaffecteerd♦voorbeelden:artificial intelligence • kunstmatige intelligentieartificial respiration • kunstmatige ademhalingartificial kidney • kunstnierartificial language • kunsttaal -
6 genteel
adj. deftig; beleefd; aangenaam in omgang; goed gemanierd[ dzjentie:l] -
7 he minced his French
-
8 lah-di-dah
-
9 mouth
n. mond; bek; muil; monding; brutaal (een grote mond hebben)--------v. uitdrukken; mompelen; in de mond stekenmouth11 mond ⇒ muil, bek♦voorbeelden:have a foul mouth • vuilbekkenanother mouth to feed • alweer een mond (om) te voedenshut your mouth! • hou je mond/bek!keep one's mouth shut • niets verklappenit makes my mouth water • het is om van te watertandenit sounds odd in his mouth • uit zijn mond kt het gekout of someone's own mouth • met iemands eigen woordenmouth-to-mouth • mond op mond〈 informeel〉 down in the mouth • terneergeslagen, bedrukt, ontmoedigd→ wrong wrong/♦voorbeelden:————————mouth21 declameren ⇒ geaffecteerd (uit)spreken/zeggen -
10 plummy
adj. goed (sl.), (werk)uitstekend (sl.); vol met pruimen♦voorbeelden:1 a plummy job • een vet baantje, een moordbaantje -
11 precious
adj. duur; waardevol; geliefd; precieus--------adv. verdomd, erg, zeer (slang)precious11 dierbaar iemand/iets ⇒ schat, lieverd————————precious2〈bijvoeglijk naamwoord; preciousness〉2 dierbaar ⇒ geliefd, bemind3 gekunsteld ⇒ geaffecteerd, gemaakt♦voorbeelden:precious stones • edelstenen————————precious3♦voorbeelden:he had precious little money • hij had nauwelijks een rooie cent -
12 simperingly
-
13 affectedly
adv. voorgewend, geaffecteerd, gemaakt -
14 mincing
adj. aanstellerig, geaffecteerd uitspreken--------n. malen (van vlees, etc.) -
15 mincingly
adv. gemaakt, geaffecteerd; vergoelijkend -
16 niminypiminy
adj. gemaakt, geaffecteerd; kunstmatig -
17 simperer
n. dom geaffecteerd lachen
См. также в других словарях:
affektiert — AdjPP geziert erw. fremd. Erkennbar fremd (17. Jh.) mit Adaptionssuffix. Ursprünglich Partizip zu dem Verbum affektieren etwas anstreben, sich etwas anmaßen , das im 16. Jh. aus l. affectāre sich etwas aneignen entlehnt wurde. Als Nebenbedeutung… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache