-
1 whiff
n. vleug, flard (v. rook), spoor--------v. Vleug, zweem, flard (v. rook), zuchtje, teug, het inademen, het opsnuivenwhiff1[ wif] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 teug ⇒ het opsnuiven, het inademen————————whiff2〈 werkwoord〉 -
2 ribbon
n. lint; flard[ ribbən]♦voorbeelden: -
3 patch
n. lapje; vlek; verband; deel van de grond; (in computers) correctie van programmatuur dat slechts een klein deel toevoegt aan of wijzigt in het programma--------v. (een) lap naaien op/in; (op)lappen, verstellen, samenflansenpatch1[ pætsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 vlek♦voorbeelden:6 patches of fog • mistbanken, flarden mistin patches • op sommige plaatsen/momenten→ purple purple/————————patch2〈 werkwoord〉1 (een) lap(pen) naaien op/in2 (op)lappen ⇒ verstellen; samenflansen→ patch up patch up/ -
4 rag
n. lapje; vod; jool--------v. pesten; plagen; lol trappenrag1[ ræg] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 lap(je) ⇒ vodje, stuk, flard4 〈Brits-Engels; informeel〉 herrie ⇒ keet, (studenten)lol; 〈 in het bijzonder〉 jaarlijkse studentenoptocht voor een goed doel♦voorbeelden:dressed in rags • in lompen gehuldI haven't a rag to put on • ik heb niets om aan te trekkencooked to rags • stukgekooktfor a rag • voor de gein, voor de lol→ wet wet/————————rag2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 strain
n. spanning; (het) drukken; moeite; verstuiken; melodie; toon; tendens, richting; karakter; afkomst--------v. spannen; inspannen; krom buigen; zevenstrain1[ streen] 〈 zelfstandig naamwoord〉8 stam ⇒ ras, soort♦voorbeelden:————————strain21 zich inspannen ⇒ moeite doen, zwoegen♦voorbeelden:2 strain at the leash • aan de teugels trekken, zich los willen rukken 〈 in het bijzonder figuurlijk〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉7 afgieten♦voorbeelden:2 strain one's eyes • turen, ingespannen kijkenstrain one's voice • zijn stem forceren -
6 tag
n. label (ook in computers); etiket, plakkertje; uitdrukking; krul; (in computers) label--------v. aanhechten, aanhangen, vastknopen, vastbinden; etiketteren, meelopen, volgentag1[ tæg]4 flard ⇒ rafel, los uiteinde————————tag2〈 tagged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 every item was nicely tagged • elk artikel was keurig geëtiketteerd/van een prijskaartje voorzien -
7 tatter
-
8 tattered
adj. lomp, vod; flard[ tætəd] -
9 tear
n. traan; scheur; vrolijk maken--------v. rennen, stormen; scheuren, stuk gaan; rukken, trekken; verscheurentear1[ tiə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 traan♦voorbeelden:move someone to tears • iemand aan het huilen brengen————————tear2[ teə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 scheur2 flard————————tear3————————tear4♦voorbeelden:3 tear at something • aan iets rukken/trekken→ tear into tear into/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:tear across • doormidden scheurentear in half/two • in tweeën scheuren
См. также в других словарях:
flärd — • fåfänga, flärd, flärdfullhet, prälsjuka, högfärd … Svensk synonymlexikon
flard — pantouflard reniflard riflard sauciflard soufflard … Dictionnaire des rimes
flärd — s ( en) … Clue 9 Svensk Ordbok
Philippe Briet (galeriste) — Pour les articles homonymes, voir Philippe Briet et Briet. Philippe Briet, né le 9 décembre 1959 à Abbeville, dans la Somme, et mort le 25 février 1997 à New York, est un galeriste et éditeur français. Entre 1977 et 1994, il organise 98… … Wikipédia en Français
fåfänga — • fåfänga, flärd, flärdfullhet, prälsjuka, högfärd … Svensk synonymlexikon
flärdfullhet — • fåfänga, flärd, flärdfullhet, prälsjuka, högfärd … Svensk synonymlexikon
högfärd — • fåfänga, flärd, flärdfullhet, prälsjuka, högfärd … Svensk synonymlexikon
prälsjuka — • fåfänga, flärd, flärdfullhet, prälsjuka, högfärd … Svensk synonymlexikon
ytlighet — • fåfänga, flärd, flärdfullhet, prälsjuka, högfärd … Svensk synonymlexikon
tantsnusk — s ( et) NEDS litteratur inriktad på flärd och erotik … Clue 9 Svensk Ordbok