-
1 een minnelijke schikking
een minnelijke schikking -
2 een minnelijke schikking
een minnelijke schikkingan amicable/a friendly settlement/arrangementVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een minnelijke schikking
-
3 een minnelijke schikking
-
4 een minnelijke schikking treffen
een minnelijke schikking treffenDeens-Russisch woordenboek > een minnelijke schikking treffen
-
5 een minnelijke schikking treffen
een minnelijke schikking treffenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een minnelijke schikking treffen
-
6 schikking
♦voorbeelden:een minnelijke schikking • un accord à l'amiableeen minnelijke schikking treffen • s'arranger à l'amiablede schikking van de figuren op een schilderij • la disposition des personnages d'un tableautot een schikking komen • arriver à un accord -
7 schikking
4 [maatregel] arrangement♦voorbeelden:tot een schikking komen (met iemand) • come to an agreement (with someone)4 schikkingen treffen om …/voor … • make arrangements to …/for … -
8 Vergleich
Vergleich〈m.; Vergleich(e)s, Vergleiche〉♦voorbeelden:das ist ja kein Vergleich! • dat is toch niet te vergelijken!im Vergleich zu, mit • in vergelijking met -
9 Abkommen
Abkommen〈o.; Abkommens, Abkommen〉1 overeenkomst ⇒ akkoord, verdrag♦voorbeelden:ein Abkommen schließen, treffen • een akkoord sluiten -
10 anmelden
anmelden1 (aan)melden ⇒ aankondigen, aandienen♦voorbeelden:1 jemanden, sich anmelden • iemand, zich aanmelden, aandienenpolizeilich angemeldet in Bonn • ingeschreven in het bevolkingsregister van Bonn4 Berufung anmelden • beroep aantekenen, in beroep gaaneinen Vergleich anmelden • een minnelijke schikking voorstellen -
11 полюбовная сделка
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > полюбовная сделка
-
12 amicable
adj. vriendschappelijk[ æmikkəbl] 〈amicably; zelfstandig naamwoord: amicability〉♦voorbeelden: -
13 come to an amicable agreement
-
14 полюбовная сделка
-
15 minnelijk
♦voorbeelden:1 een minnelijke schikking • an amicable/a friendly settlement/arrangement -
16 ein friedlicher Vergleich
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ein friedlicher Vergleich
-
17 ein gütliches Abkommen
-
18 einen Vergleich anmelden
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > einen Vergleich anmelden
-
19 conciliation
-
20 accord
accord [aakor]〈m.〉1 overeenstemming ⇒ harmonie, eensgezindheid2 overeenkomst ⇒ schikking, vergelijk3 goedkeuring ⇒ toestemming, instemming♦voorbeelden:tomber, se mettre d' accord • het eens wordenmettre d' accord • tot overeenstemming brengend' accord 〈 informeel〉, d' acc. • in orde, okayaccord de principe • beginselakkoordaccord sur les salaires • loonakkoordaccord sectoriel • deelakkoordconclure, passer un accord • een akkoord sluiten1. m2) overeenkomst3) goedkeuring4) akkoord, samenklank [muziek]2. d'accordinterjgoed, in orde, okee
- 1
- 2