-
1 village
-
2 localité
-
3 pays
pays1 [pee.ie]〈m.〉1 land5 streek♦voorbeelden:pays membre • lidstaatpays en voie de développement • ontwikkelingslandpays donateur • donorlandhaut pays • hooglandpays plat, plat pays • laagland, vlaktecourir les pays, voir du pays • reizencourir le pays • stad en land aflopen4 un pays perdu • een uithoek, gatarriver de son pays, être bien de son pays • naïef zijnfaire voir du pays à qn. • iemand 't vuur na aan de schenen leggenêtre en pays de connaissance • op bekend terrein zijn————————pays2 [pee.ie],payse [pee.iez]〈m., v.〉1 streekgenoot, -genote ⇒ land-, stad-, dorpsgenootm1) land2) vaderland4) dorp, stadje -
4 avoir
avoir1 [aavwaar]〈m.〉1 bezit ⇒ vermogen, goed♦voorbeelden:avoir fiscal • belastingfaciliteitense faire faire un avoir • een tegoedbon laten uitschrijvenavoir à la caisse d'épargne • spaartegoedportez cette somme à mon avoir • crediteert u mij voor dit bedrag————————avoir2 [aavwaar]2 〈 vooral met toekomende tijd, passé composé, passé défini〉 krijgen ⇒ in het bezit komen van, hebben ⇒ 〈 examen, trein〉 halen3 te pakken nemen ⇒ beetnemen, te grazen nemen6 schelen ⇒ mankeren, hebben♦voorbeelden:avoir qn. à déjeuner • iemand te lunchen hebbenen avoir assez de qn. • genoeg van iemand hebbenen avoir à, après, contre qn. • iets tegen iemand hebben, op iemand gebeten zijnnous en avons pour deux heures • we hebben er twee uur voor nodigen avoir pour son argent • waar voor zijn geld krijgenavoir pour ami • als vriend hebbenavoir qc. sur soi • iets bij zich hebbenavoir un prix • een prijs krijgenfaire avoir qc. à qn. • iemand aan iets helpen6 qu'est-ce qu'elle a, cette télé? • wat mankeert er aan die televisie?1 er is, zijn ⇒ er staat, staan, er ligt, liggen♦voorbeelden:il y a cinq kilomètres d'ici au village • het dorp is vijf kilometer hiervandaanil y en a qui • er zijn mensen diecombien y a-t-il d'ici à Paris? • hoever is het (van hier) naar Parijs?il n'y a pas de quoi • niets te dankenil n'y a pas que lui • hij is niet de enigequ'est-ce qu'il y a de nouveau? • wat voor nieuws is er?→ unIII 〈 hulpwerkwoord〉1 hebben, zijn2 moeten ⇒ behoeven, willen♦voorbeelden:il n'a pas à se plaindre • hij heeft niet te klagentu n'auras pas à le regretter • je zult er geen spijt van krijgenje n'ai rien à faire • ik heb niets te doenj'ai (fort) à faire • ik heb het (erg) druk1. m1) bezit, vermogen2) creditpost2. v1) hebben, bezitten2) krijgen3) halen [examen, trein]5) dragen [kleren]6) zijn [leeftijd]7) meten8) schelen, mankeren9) lijken (op)10) [hulpww.] hebben, zijn11) [hulpww.] moeten3. il y av1) er is/zijn2) geleden zijn -
5 clocher
clocher1 [klosĵee]〈m.〉2 dorp ⇒ gemeente, parochie♦voorbeelden:querelles de clocher • dorpsruzies————————clocher2 [klosĵee]〈 werkwoord〉1 niet kloppen ⇒ mank gaan, niet in de haak zijn♦voorbeelden:m2) gemeente, parochie -
6 couper
couper [koepee]♦voorbeelden:¶ couper court à • een eind maken aan, de kop indrukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (door)snijden ⇒ afsnijden, opensnijden, knippen, (om)hakken, maaien6 stopzetten ⇒ tegenhouden, versperren♦voorbeelden:le froid coupe les mains, les lèvres • de kou doet je handen afvriezen, doet je lippen splijtencouper un organe • een orgaan verwijderenle vent coupe le visage • de wind snijdt in je gezichtle village a été coupé du reste du monde • het dorp is van de rest van de wereld afgesnedencouper avec les dents • af-, doormidden bijtencouper avec une scie • af-, doormidden zagencouper à travers champs • de kortste weg nemencouper l'eau, le courant • het water, de stroom afsluitencouper la fièvre • de koorts doen dalencouper le mal à, dans la racine • het kwaad met wortel en tak uitroeiencouper la retraite à l'ennemi • de vijand de terugtocht afsnijdencouper le vent • tegen de wind beschermença vous la coupe! • dat verbaast je!coupez! • stop! 〈 film-, geluidsopname〉〈 telefoon〉 ne coupez pas, s.v.p. • blijft u aan de lijn a.u.b.♦voorbeelden:il se couperait en quatre pour lui • hij gaat door het vuur voor hem1. v1) snijden, scherp zijn3) (door)snijden, afsnijden, knippen, omhakken, maaien4) amputeren5) schrappen [tekst]6) verwonden7) splitsen8) stopzetten9) tegenhouden10) aanlengen11) afnemen [kaarten]12) castreren2. se couperv1) zich/elkaar verwonden3) zichzelf tegenspreken, zich verraden -
7 distribuer
distribuer [diestriebuu.ee]〈 werkwoord〉1 uitdelen ⇒ ronddelen, verdelen2 bezorgen ⇒ bestellen, leveren♦voorbeelden:distribuer des sourires • tegen iedereen glimlachendistribuer le courrier • de post bezorgendistribuer son emploi du temps • zijn tijd indelenv1) uitdelen, verdelen2) bezorgen, leveren3) uitreiken [prijs]4) indelen5) vertegenwoordigen [merk] -
8 trou
trou [troe]〈m.〉3 leemte ⇒ gat, lacune♦voorbeelden:trou d'air • luchtzaktrou dans la couche d'ozone • gat in de ozonlaagtrou d'homme • mangattrou d'obus • granaattrechtertrou du souffleur • souffleurshokjetrou individuel • mangatboire comme un trou • zuipen als een tempelierfaire le trou normand • een borreltje drinken tussen twee maaltijdgangenfaire mettre qn. dans son trou • iemand zo'n schrik aanjagen dat hij zich wel overal verbergen wilvivre dans son trou • eenzelvig leven3 j'ai peut-être encore un trou dans mon emploi du temps • misschien heb ik nog ergens een gaatje (in mijn agenda)avoir un trou (de mémoire) • een black-out hebbenil y a un trou dans son emploi du temps • hij heeft geen alibi voor de hele tijd4 être au trou • (in de bak, nor) zittenm1) gat2) hol3) leemte, gaping4) oog [naald]5) putje [golf]6) nor -
9 bourg
-
10 bourgeois
bourgeois [boerzĵwaa],bourgeoise [boerzĵwaaz]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 burger ⇒ iemand uit de middenklasse, iemand uit de burgerij2 burger♦voorbeelden:1 cuisine bourgeoise • goede burgerpot, -kostmaison bourgeoise • herenhuismilieux bourgeois • burgerlijke kringenquartier bourgeois • deftige buurtgrand bourgeois • gegoed burgerpetit bourgeois • burgermanépater le bourgeois • de nette burgerman ergernis geven -
11 de là au village
de là au village -
12 distribuer le courant électrique dans un village
distribuer le courant électrique dans un villageDictionnaire français-néerlandais > distribuer le courant électrique dans un village
-
13 *hauteur
*hauteur ['ootur]〈v.〉3 hooggelegen terrein ⇒ heuvel, berg♦voorbeelden:la hauteur du soleil • de stand van de zonl'avion perd de la hauteur • het vliegtuig verliest hoogteprendre de la hauteur • opstijgensauter en hauteur • hoogspringenà la hauteur de • op het niveau vanêtre à la hauteur de la situation • tegen de situatie opgewassen zijnil n'est pas à la hauteur • hij is niet voor zijn taak berekend4 hauteur de vues • ruime blik, diep inzicht, hoge idealenélever qc. à la hauteur d'une institution • iets tot een gevestigde instelling maken -
14 il y a cinq kilomètres d'ici au village
il y a cinq kilomètres d'ici au villageDictionnaire français-néerlandais > il y a cinq kilomètres d'ici au village
-
15 le village a été coupé du reste du monde
le village a été coupé du reste du mondeDictionnaire français-néerlandais > le village a été coupé du reste du monde
-
16 les hauteurs qui entourent notre village
les hauteurs qui entourent notre villageDictionnaire français-néerlandais > les hauteurs qui entourent notre village
-
17 n'être jamais sorti de son trou
n'être jamais sorti de son trouDictionnaire français-néerlandais > n'être jamais sorti de son trou
-
18 patelin
См. также в других словарях:
Dorp — steht für: Dorp (Wuppertal), eine Ortslage in Wuppertal Elberfeld Dorp (Solingen), eine ehemalige Gemeinde nun zu Solingen gehörig Dorp bzw. vom Dorp ist der Familienname folgender Personen: Günter vom Dorp, deutscher Hörfunkmoderator … Deutsch Wikipedia
Dorp — is a village or small town, from the Dutch or Afrikaans word dorp; in English its use refers chiefly to South Africa. Dorp can also refer to: Dorp (band), a South African musical group based in London New Dorp, a district of Staten Island, New… … Wikipedia
Dorp — Dorp, n. [LG. & D. dorp. See {Thorpe}.] A hamlet. A mean fishing dorp. Howell. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
dorp — [dôrp] n. [Du, akin to Ger dorf, THORP] [Chiefly South Afr.] a village … English World dictionary
Dorp — Dorp, Stadt im Kreise Solingen des preußischen Regierungsbezirks Düsseldorf; Tabak , Papier , Stahl u. Eisenwaarenfabrik; 6300 Ew. Eigentlich ist D. nur eine aus mehreren Ortschaften bestehende Bürgermeisterei, die nach dem Hauptort D. benannt… … Pierer's Universal-Lexikon
Dorp — Dorp, früher Stadt, seit 1. Jan. 1889 Solingen (s. d.) einverleibt … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Dorp — Dorp, ehemal. Stadt, seit 1889 zu Solingen gehörig … Kleines Konversations-Lexikon
dorp — [ dɔrp ] noun count SOUTH AFRICAN a village or small town … Usage of the words and phrases in modern English
dorp — UK [dɔː(r)p] / US [dɔrp] noun [countable] Word forms dorp : singular dorp plural dorps South African a village or small town … English dictionary
Dorp (Wuppertal) — Dorp Stadt Wuppertal Koordinaten: 51 … Deutsch Wikipedia
Dorp (band) — Dorp Origin Cape Town, South Africa London, UK Genres Alternative rock, Electronic (Post 1999) Ska punk, Trip hop, Maskanda (Pre 1999) Years active 1992 Present … Wikipedia