-
1 without purpose
doelloos -
2 kick around
doelloos rondlopenkick around2 in leven zijn ⇒ bestaan, rondhollenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:III 〈werkwoord + voorzetsel〉 -
3 aimless
-
4 futile
-
5 adrift
adv. word meegesleept, is aan zijn lot overgelaten[ ədrift]♦voorbeelden:the project went adrift • het project ging de mist in -
6 coast
n. kust; strand--------v. freewheelen, met de motor in de vrijloop rijden, varen langs de kustcoast1[ koost] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kust→ clear clear/————————coast2〈 werkwoord〉2 〈 voornamelijk figuurlijk〉 zonder inspanning vooruitkomen ⇒ zich (doelloos) laten voortdrijven, zich niet inspannen♦voorbeelden:1 the children coasted along on their bikes with the wind behind • met de wind in de rug fietsten de kinderen zonder te trappen -
7 desultory
adj. doelloos, zonder betekenis; zonder methode, zonder orde; oppervlakkig, van de hak op de tak[ desltrie, dezl-] 〈 desultorily〉1 onsystematisch ⇒ van de hak op de tak, onsamenhangend -
8 hollow
adj. hol, uigehold; ijdel, doelloos, leeg--------n. gat, hol--------v. graven, uithollenhollow1[ holloo] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 leegte————————hollow2〈bijvoeglijk naamwoord; hollowness〉1 hol2 zonder inhoud ⇒ leeg, onoprecht————————hollow3〈 bijwoord〉1 volkomen♦voorbeelden: -
9 idle
adj. lui; werkeloos; ledig; stopzetting (van werk); nutteloos; ongegrond; waardeloos--------v. nietsdoen, luieren; stationair draaien/lopen (v. motor)idle1[ ajdl] 〈bijvoeglijk naamwoord; idler; idly; idleness〉3 doelloos ⇒ zinloos, vruchteloos♦voorbeelden:4 idle hours • rustige/vrije urenidle machines • stilstaande machines————————idle2〈 werkwoord〉2 stationair draaien/lopen 〈 van motor〉♦voorbeelden:1 idle about • luieren, rondhangen -
10 purposeless
-
11 random
adj. toevallig; bij toeval; doelloos; zonder betekenis--------adv. toevalligrandom1[ rændəm] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:ask questions at random • zomaar wat vragenchoose at random • willekeurig kiezen————————random21 willekeurig ⇒ toevallig, op goed geluk♦voorbeelden:random selection • willekeurige selectie -
12 wild
adj. wild; woest; ongecontroleerd; kwaad; te keer gaan; stormachtig; niet natuurlijk--------adv. wild; ongecontroleerd; doelloos--------n. woestenij, wildernis; (vrije) natuur; (in het) wildwild1[ wajld]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; the; vaak meervoud〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————wild2〈 wildness〉3 onbeheerst ⇒ onstuimig, grillig, losbandig6 dol ⇒ gek, waanzinnig7 woest ⇒ woedend, razend♦voorbeelden:drive wild • gek makengo wild • gek wordenwild idea • fantastisch ideea wild guess • een gok/gissing in het wilde weg, zomaar een gokwild horses wouldn't get/drag it from/out of me! • voor geen geld ter wereld vertel ik hethe has sown his wild oats • hij is zijn wilde haren kwijtwild camping • vrij kamperenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 woest ⇒ enthousiast, dol♦voorbeelden:————————wild3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
13 wind
n. wind; storm; ademhaling; blaasinstrument; wind (laten); tip; praat zonder inhoud; neiging--------n. wind; windstreek; tocht; lucht, reuk; adem; de blaasinstrumenten; de blazers; doelloos gepraat, gezwets--------v. omdraaien; kronkelen; verkrommen; omwikkelen, omwinden; binden; omgewikkeld worden; van richting veranderen--------v. uit laten luchten; in een blaasinstrument blazen; ruikend zoeken; moeilijk ademen; verademenwind1[ wajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slag ⇒ (om)wenteling, draai————————wind21 wind ⇒ luchtstroom, tocht; rukwind♦voorbeelden:fair wind • gunstige windfling/throw something to the winds • iets in de wind slaan/veronachtzamen(sail) close to the/near the wind 〈 scheepvaart〉 • scherp (bij de wind) (zeilen); 〈 figuurlijk〉de grens van het oirbare/toelaatbare (raken)there's something in the wind • er is iets gaande/aan de hand♦voorbeelden:〈 informeel〉 get/have the wind up • hem knijpen, in de rats zittenget one's second wind • er weer tegenaan kunnen♦voorbeelden:¶ to the (four) winds • in het rond, alle kanten op————————wind3♦voorbeelden:————————wind4♦voorbeelden:1 winden ⇒ spoelen, draaien♦voorbeelden:1 zich slingerend banen ⇒ door/indringen2 winden ⇒ wikkelen, (op)rollen♦voorbeelden:wind back • terugspoelenwind in • binnen/inhalen 〈 van vis(lijn)〉————————wind5 -
14 aimlessly
adv. zonder doel, doelloos; niet doeltreffend -
15 aimlessness
n. zonder doel, doelloos -
16 faineant
adj. (Frans) doelloos; lui--------n. (Frans) nietsnut; lui persoon -
17 futilely
adv. futiel, vergeefs, doelloos -
18 meanderthal
n. iemand die zich verveelt en zich doelloos en langzaam voortbeweegt voor iemand die haast heeft -
19 purposelessly
adv. doelloos -
20 randomness
n. doelloos zijn
- 1
- 2
См. также в других словарях:
German declaration of war against the Netherlands — At 6:00 AM (Amsterdam Time) on 10 May 1940, during the Battle of the Netherlands, the German envoy Count Zech von Burkensroda gave Dutch minister of foreign affairs Van Kleffens the following German declaration of war. It was only later… … Wikipedia