-
61 dat valt me vies van je tegen
dat valt me vies van je tegen -
62 dat vind ik stom van je
dat vind ik stom van je -
63 dat
dat1♦voorbeelden:dat land • ce paysdat meisje • cette fille1 [bij nadruk op de tegenstelling of bij tegenstelling]celui-là, celle-là2 [in combinatie met être]ce3 [in combinatie met andere werkwoord] 〈 onderwerp〉 cela⇒ ça 〈 lijdend voorwerp〉 le, la ⇒ 〈 met nadruk〉cela, ça4 [gevolgd door een voorzetselbepaling, meestal ingeleid door ‘van’]celui, celle5 [gevolgd door een bijvoeglijke bijzin]ce♦voorbeelden:1 wil je dit boek of dat? • veux-tu ce livre-ci ou celui-là?dat is nog eens een man • ça, c'est un hommewie is dat? • qui est-ce?ziezo, dat is dat • ça y est3 dat doet maar! • ça fait comme chez soi!dat heb ik nooit gezegd • je n'ai jamais dit çadat is te zeggen • cela, ça revient à direnee, dat weet ik niet • ça, je ne (le) sais paszij heeft dat en dat gezegd • elle a dit ça et çajouw voorstel lijkt me beter dan dat van Paul • ta proposition me semble meilleure que celle de Paul¶ ik heb een broek gekocht, maar hij is niet je dat • j'ai acheté un pantalon, mais ce n'est pas tout à fait ça1 〈 als onderwerp in de Franse bijzin〉 qui, < als lijdend voorwerp en naamwoordelijk deel van het gezegde> que, <als meewerkend voorwerp, voorafgegaan door het voorzetsel ‘à’> qui♦voorbeelden:het kind dat ik een gulden gegeven had • l'enfant à qui j'avais donné un florinhet voorwerp dat in de vitrine lag • l'objet qui se trouvait dans la vitrinehet voorwerp dat Jan gevonden had • l'objet que Jean avait trouvé————————dat2〈 voegwoord〉1 [een bijzin afhangend van een werkwoord inleidend] que♦voorbeelden:ik denk dat hij komt • je pense qu'il viendra2 hij is kwaad dat hij niet mee mag • il est furieux, parce qu'il ne peut pas nous accompagnerde reden dat hij niet komt • la raison pour laquelle il ne vient pashet is tijd dat we een beslissing nemen • il est temps que nous prenions une décisiongelopen dat hij heeft! • comme il a couru!dat hij leve! • qu'il vive!smerig dat het er was! • ce que c'était sale!doe het zo dat ik tevreden kan zijn • fais-le de façon que je sois contentbehalve dat • à part quezonder dat • sans quedat mij nu juist zo iets moest overkomen! • dire qu'il faut que ça m'arrive à moi! -
64 de laatste rit is om twaalf uur
de laatste rit is om twaalf uurle dernier train, autobus, tram (etc.) part à minuitDeens-Russisch woordenboek > de laatste rit is om twaalf uur
-
65 de trein vertrekt om vijf over 't heel
de trein vertrekt om vijf over 't heelDeens-Russisch woordenboek > de trein vertrekt om vijf over 't heel
-
66 deel aan iets hebben
deel aan iets hebbenavoir part à qc. -
67 dit daargelaten
dit daargelaten -
68 dit even opzij gezet
dit even opzij gezet -
69 doe hem, haar de groeten
doe hem, haar de groeten -
70 doen
doen1〈 het〉♦voorbeelden:¶ iemands doen en laten • les faits et gestes de qn.uit zijn gewone doen zijn • ne pas être dans son assiettein goeden doen zijn • vivre dans l'aisanceergens mee van doen hebben • avoir à voir dans qc.voor hun doen • pour euxdat is geen doen • ça n'est pas faisable————————doen21 [algemeen] faire2 [ergens plaatsen; ook m.b.t. tijdsduur] mettre3 [+ het][gewenste (uit)werking hebben] faire♦voorbeelden:1 iemand iets cadeau doen • faire cadeau de qc. à qn.die toeristen deden Europa in 7 dagen • ces touristes ont fait l'Europe en 7 joursze doet het erom • elle le fait exprèsde kamer doen • faire le ménageeen oproep doen • faire un appelgewichtig doen • faire l'importantiemand doen begrijpen dat … • faire comprendre à qn. que …wat heeft dat kind gedaan? • qu'est-ce qu'il a fait de mal, ce petit?het is met hem gedaan • c'en est fait de luinu is het gedaan • c'est la fin de toutiets gedaan weten te krijgen • obtenir qc. (de qn.)als je het dan toch moet doen … • tant qu'à faire …roken doet hij niet • il ne fume pasdoen toenemen • augmenterdat wordt altijd zo gedaan • c'est l'habitudedat doet men niet • cela ne se fait pasik doe het • d'accordhet deed me niets • ça ne m'a rien faitwat doet die man (voor de kost)? • que fait cet homme (dans la vie)?moet je wat doen? • tu dois aller quelque part?zo'n ervaring doet je wat • une expérience comme ça, ça (te) fait quelque choseal doende leert men • en faisant, on apprendwat moet ik daarmee doen? • qu'est-ce que vous voulez que j'en fasse?u zou er beter aan doen uw mond te houden • vous feriez mieux de vous taireik doe er twee uur over • je mets deux heures (à <+ onbepaalde wijs>); 〈m.b.t. werk ook〉 je le fais en deux heureszout erbij doen • ajouter du seldat doet mij goed • cela me fait du bienheb ik daar kwaad aan gedaan? • est-ce que j'ai mal fait?lief doen • se montrer aimablehij heeft het meer gedaan • il n'en est pas à son coup d'essaizij deed niets dan praten • elle n'a fait que parlerverstandig doen • agir de façon raisonnablevreemd doen • avoir un comportement bizarrehij zingt beter dan hij vroeger deed • il chante mieux qu'avantzij doen niets aan hun geloof • ils ne sont pas pratiquantsaan de slanke lijn doen • faire un régime (amaigrissant)aan sport doen • faire du sporthij doet in textiel • il est dans le textilehij doet lang over dat boek • il met du temps à lire ce livreveel te doen hebben • avoir beaucoup à fairein die stad is veel te doen • dans cette ville on peut faire un tas de chosesniet weten wat te doen • ne savoir que fairedat is te doen • c'est faisableer is veel over te doen geweest • cela a fait du bruitkunt u iets voor hem doen? • pouvez-vous (faire) qc. pour lui?je doet maar! • (tu) fais ce que tu veux!2 iets in zijn zak doen • mettre qc. dans sa pochedie poster doet het daar goed • cette affiche fait bien à cet endroithet zijn onze programma's die het hem doen • c'est la qualité de nos programmes qui fait notre succèsde kleur doet het hem • tout est dans la couleurik doe het ermee • avec ça, j'arrive à m'en tirerhij kan het ermee doen • ça lui apprendrahet moeten doen met … • devoir se contenter de …ik kan er niets aan doen • je n'y peux rienkan ik er iets aan doen! • qu'est-ce que tu veux que j'y fasse!er het zwijgen toe doen • préférer se tairedat doet er niets toe • cela ne fait rienmet iemand te doen hebben • 〈 ruzie〉 avoir un compte à régler avec qn.; 〈 medelijden〉 avoir pitié de qn.met iemand te doen krijgen • avoir affaire à qn.het is hem te doen om • ce qu'il veut, c'esthet is me niet om het geld te doen • ce n'est pas pour ce que ça me rapportezich aan iets te goed doen • se régaler de qc. 〈 ook figuurlijk〉 -
71 dollen
♦voorbeelden:zonder dollen • blague à part -
72 door een verzuim is de bestelling niet uitgevoerd
door een verzuim is de bestelling niet uitgevoerdà cause d'un oubli (de notre part), la commande n'a pas été exécutéeDeens-Russisch woordenboek > door een verzuim is de bestelling niet uitgevoerd
-
73 doorbrengen
-
74 dubbel
dubbel1〈 het〉♦voorbeelden:————————dubbel21 [algemeen] double♦voorbeelden:een dubbele betrekking • une double activitédubbel bier • bière forteeen dubbel(e) boord • un col de chemiseeen dubbele boterham • un sandwich (de pain de mie)een dubbele deur • 〈 twee vleugels〉 une porte à deux battants; 〈 twee achter elkaar〉 une double portedubbele exemplaren • exemplaires en doubleeen weg met dubbel spoor • une ligne à double voieeen deken dubbel leggen • mettre une couverture en doublehij ligt dubbel (van het lachen) • il se tord (de rire)het dubbele van de prijs • le double du prix→ link=bodem bodemII 〈 bijwoord〉1 [in tweeën, twee keer] (en) double2 [tweemaal] deux fois3 [in tweemaal zo hoge mate] deux fois plus♦voorbeelden:dubbel parkeren • stationner en double filedubbel en dwars • largementhij heeft zijn aandeel al dubbel en dwars gekregen • il a déjà reçu plus que sa part -
75 dun
♦voorbeelden:een dunne nevel • une brume légèredun papier • papier fineen dun straaltje water • un maigre filet d'eaueen dun vernisje • une fine couche de vernisverf dun opbrengen • appliquer une fine couche de peintureeen boterham dun smeren • beurrer légèrement une tartineeerlijke mensen zijn dun gezaaid • les gens honnêtes sont raresdunne soep • soupe clairedun reageren • réagir de manière mesquine→ link=dik dik -
76 een actief aandeel hebben in iets
een actief aandeel hebben in ietsprendre une part active à qc.Deens-Russisch woordenboek > een actief aandeel hebben in iets
-
77 een apart hoofdstuk
een apart hoofdstuk -
78 een belangrijk deel van de kosten uitmaken
een belangrijk deel van de kosten uitmakenDeens-Russisch woordenboek > een belangrijk deel van de kosten uitmaken
-
79 een gescheiden kas voeren
een gescheiden kas voeren -
80 een graantje meepikken
een graantje meepikken
См. также в других словарях:
part — 1. (par ; l Académie dit que le t se prononce ; c est une erreur ; ceux qui usent de ce mot, les légistes et les médecins, ne prononcent pas le t) s. m. 1° Terme de jurisprudence. L enfant dont une femme vient d accoucher. Exposition de part … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
part — PART. s. m. L enfant dont une femme vient d accoucher. Il n est guere en usage qu en terme de Droit. Suppression de part. supposition de part. Part. s. f. Portion de quelque chose qui se divise entre plusieurs. Il y a tant de bien, il en faut… … Dictionnaire de l'Académie française
part — Part, Partus a pariendo. Part, et portion, Portio, Pars. Avoir part et portion, In societatem venire. Avoir part aux louanges, Participare laudes. Je y ay ma part, Est aliqua mea pars virilis. Qui n a nulle part, Exempt, Expers, Exors. Selon ma… … Thresor de la langue françoyse
Part — (p[aum]rt), n. [F. part, L. pars, gen. partis; cf. parere to bring forth, produce. Cf. {Parent}, {Depart}, {Parcel}, {Partner}, {Party}, {Portion}.] 1. One of the portions, equal or unequal, into which anything is divided, or regarded as divided; … The Collaborative International Dictionary of English
Part and parcel — Part Part (p[aum]rt), n. [F. part, L. pars, gen. partis; cf. parere to bring forth, produce. Cf. {Parent}, {Depart}, {Parcel}, {Partner}, {Party}, {Portion}.] 1. One of the portions, equal or unequal, into which anything is divided, or regarded… … The Collaborative International Dictionary of English
Part of speech — Part Part (p[aum]rt), n. [F. part, L. pars, gen. partis; cf. parere to bring forth, produce. Cf. {Parent}, {Depart}, {Parcel}, {Partner}, {Party}, {Portion}.] 1. One of the portions, equal or unequal, into which anything is divided, or regarded… … The Collaborative International Dictionary of English
Part owner — Part Part (p[aum]rt), n. [F. part, L. pars, gen. partis; cf. parere to bring forth, produce. Cf. {Parent}, {Depart}, {Parcel}, {Partner}, {Party}, {Portion}.] 1. One of the portions, equal or unequal, into which anything is divided, or regarded… … The Collaborative International Dictionary of English
Part singing — Part Part (p[aum]rt), n. [F. part, L. pars, gen. partis; cf. parere to bring forth, produce. Cf. {Parent}, {Depart}, {Parcel}, {Partner}, {Party}, {Portion}.] 1. One of the portions, equal or unequal, into which anything is divided, or regarded… … The Collaborative International Dictionary of English
Part song — Part Part (p[aum]rt), n. [F. part, L. pars, gen. partis; cf. parere to bring forth, produce. Cf. {Parent}, {Depart}, {Parcel}, {Partner}, {Party}, {Portion}.] 1. One of the portions, equal or unequal, into which anything is divided, or regarded… … The Collaborative International Dictionary of English
Part of Me — «Part of Me» Сингл Кэти Перри из альбома … Википедия
Part Lies, Part Heart, Part Truth, Part Garbage 1982–2011 — Part Lies, Part Heart, Part Truth, Part Garbage 1982–2011 … Википедия