-
1 intéresser qn. à une cause
intéresser qn. à une causeDictionnaire français-néerlandais > intéresser qn. à une cause
-
2 mettre une cause au rôle
Dictionnaire français-néerlandais > mettre une cause au rôle
-
3 pour une cause sérieuse
pour une cause sérieuse -
4 embrasser, épouser, prendre en main une cause
embrasser, épouser, prendre en main une causeDictionnaire français-néerlandais > embrasser, épouser, prendre en main une cause
-
5 cause
cause [kooz]〈v.〉1 oorzaak ⇒ reden, beweegreden4 zaak♦voorbeelden:cause d'erreurs • bron van foutencause de nullité • reden voor nietigheidêtre cause de, être cause que • er de oorzaak van zijn datêtre cause de confusion • aanleiding geven tot verwarringà cause de • door, wegens, vanwege, omc'est à cause de cela que • daarompour cause de • wegens, ompour une cause sérieuse • om een ernstige redenet pour cause! • en niet zonder reden!, en terecht!avoir qc. pour cause • iets als oorzaak hebbencause première • grondoorzaakcause criminelle • strafzaakla cause est entendue, jugée • het vonnis is geveldavoir cause gagnée • gelijk krijgen〈 figuurlijk〉 mettre qn., qc. en cause • iemand, iets verantwoordelijk stellenmettre hors de cause • vrijpleitencela est hors de cause • dat staat buiten kijfembrasser, épouser, prendre en main une cause • een zaak tot de zijne makenf1) oorzaak, reden2) (rechts)zaak3) zaak, belang -
6 intéresser
intéresser [ẽteeressee]1 interesseren ⇒ de belangstelling wekken van, boeien4 betreffen ⇒ aangaan, betrekking hebben op♦voorbeelden:voilà qui vous intéressera! • dat is echt iets voor u!il intéresse ma cousine • mijn nichtje heeft een oogje op hem1 zich interesseren (voor) ⇒ belang stellen (in), aandacht schenken (aan)♦voorbeelden:personne ne s'est intéressé à moi • niemand nam notitie van mijv1) interesseren4) betreffen, aangaan -
7 rôle
rôle [rool]〈m.〉1 rol2 rol ⇒ register, lijst♦voorbeelden:le premier rôle • de hoofdrolcréer un rôle • als eerste een rol spelence n'est pas mon rôle de vous conseiller • het is mijn taak niet u raad te geventenir un rôle • een rol spelenrôle d'impôt • belastingkohiermettre une cause au rôle • een strafzaak op de rol plaatsen→ tourm1) rol2) functie3) register -
8 causer
causer [koozee]1 praten2 roddelen♦voorbeelden:trouver à qui causer • met iemand te maken krijgen die niet op zijn mondje is gevallen〈 informeel〉 hé, je te cause! • ik heb het tegen jou!, luister je?〈 informeel〉 cause toujours, je t'écoute, tu m'intéresses • klets maar raak, ik trek me er toch niets van aancauser sur qn. • over iemand roddelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 veroorzaken ⇒ aanleiding geven tot, verwekken, teweegbrengen♦voorbeelden:causer de la peine, du chagrin à qn. • iemand verdriet aandoen, berokkenencauser une certaine surprise à qn. • enige verbazing bij iemand wekkenv1) veroorzaken2) praten3) roddelen -
9 liquidation
liquidation [liekiedaasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:liquidation de l'impôt • berekening van de belastingliquidation judiciaire • faillissemententrer en liquidation • geliquideerd wordenliquidation pour cause de cessation de commerce • opruiming wegens opheffingf1) opheffing2) verdeling [erfenis]3) uitverkoop4) (het) oplossen [conflict]5) (het) uit de weg ruimen [iemand]6) liquidatie, afrekening -
10 effet
effet [effe]〈m.〉1 uitwerking ⇒ effect, gevolg4 kracht ⇒ vermogen, werking♦voorbeelden:〈 techniek〉 effet de recul • terugstoot, -slageffet en retour • terugslageffet de serre • broeikaseffecteffet secondaire • bijwerkingavoir de l'effet • resultaat hebbenavoir qc. pour effet • iets als gevolg hebbenfaire (de l')effet • uitwerking hebbenfaire l'effet d'une bombe • inslaan als een bomfaire mauvais effet • een slechte indruk makencela fait son effet • dat heeft succesrater son effet • de mist ingaanà cet effet • met het oog hieropsous l'effet de qc. • door de inwerking van ietseffets publics • overheidsfondsenavoir effet • geldenproduire ses effets • van kracht worden1. m1) gevolg, effect2) wissel, handelspapier3) werking4) rechtsgevolg2. effetsm pl1) spullen -
11 gagner
gagner [gaanjee]2 winnen♦voorbeelden:gagner de quoi vivre • in zijn levensonderhoud kunnen voorzien3 y gagner • erop vooruitgaan, in iemands voordeel zijnil gagne à être connu • als je hem beter leert kennen, valt hij best meeon ne gagne rien à attendre • wachten helpt niet veelc'est toujours ça de gagné! • dat is alvast meegenomen!gagner en qualité • beter van kwaliteit zijn, wordengagner en profondeur • veel dieper, veel verder gaanla mer gagne sur la côte • de zee wint terrein op de kustII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 verkrijgen ⇒ verwerven, winnen4 bereiken ⇒ gaan naar, reiken tot5 zich meester maken van ⇒ bevangen, overmannen♦voorbeelden:gagner une maladie contagieuse • een besmettelijke ziekte oplopengagner de la place • ruimte winnengagner qn. à sa cause • iemand voor zijn zaak winnenla faim le gagnait • hij kreeg hongerle froid le gagna • hij werd door kou bevangenle vertige le gagna • hij werd plotseling duizelig♦voorbeelden:se laisser gagner • zich laten overhalen, verleidenv1) verdienen2) winnen4) verkrijgen, behalen5) bereiken, gaan (naar) -
12 rapport
rapport [raapor]〈m.〉1 verslag ⇒ rapport, verklaring3 verband ⇒ samenhang, verhouding, betrekking, gelijkenis, overeenkomst4 verhouding ⇒ verstandhouding, betrekking, relatie♦voorbeelden:quel rapport? • wat heeft dat er mee te maken?faire le rapport entre deux événements • verband leggen tussen twee gebeurtenissenje ne vois pas le rapport • ik zie het verband nietcela n'a aucun rapport avec • dat heeft niets te maken metdans le rapport de trois à un • in de verhouding van drie staat tot éénen rapport avec • in overeenstemming met, overeenkomstigêtre en rapport avec • samenhangen metpar rapport à • in vergelijking met, in verhouding tot, vergeleken metêtre sans rapport avec • in geen verband staan metsous le rapport de • wat betreftsous tous les rapports • in alle opzichtenrapports sexuels • seksuele omgangavoir des rapports tendus avec qn. • op gespannen voet staan met iemandavoir des rapports avec une femme • seksuele omgang hebben met een vrouwêtre en rapport avec qn. • met iemand in contact staanentrer, se mettre en rapport avec qn. • in contact treden met iemand→ maisonm1) verslag, rapport2) opbrengst3) verband, samenhang4) verhouding, betrekking5) vloedwater6) appel, verslag [leger] -
13 sentir
sentir [sãtier]1 voelen ⇒ gewaarworden, zich bewust zijn van, merken5 proeven ⇒ smaken (naar), de smaak hebben van♦voorbeelden:1 sentir la fatigue • moe zijn, zich moe voelenfaire sentir qc. à qn. • iemand iets doen voelen, doen begrijpenfaire sentir à qn. que • iemand duidelijk maken datse faire sentir • merkbaar worden, zich doen geldenje sentis la colère me gagner • ik voelde dat ik boos werdje sens à quel point cela a dû être difficile • ik besef hoe moeilijk dat moet zijn geweestne pas pouvoir sentir qn. • iemand niet kunnen luchten (of zien)à cause de son rhume il ne sent plus rien • vanwege zijn verkoudheid ruikt hij niets meer3 sentir bon, mauvais • lekker, vies ruiken, stinkenfromage qui sent fort • kaas die sterk ruiktil sent des pieds • zijn voeten stinkence poisson commence à sentir • die vis begint te stinken2 voelbaar, merkbaar zijn♦voorbeelden:〈 informeel〉 alors, tu ne te sens plus? • ben je niet goed wijs geworden?ne pas pouvoir se sentir • elkaar niet kunnen luchten (of zien)v1) voelen, merken2) ruiken (aan, naar)5) aanvoelen
См. также в других словарях:
Une cause perdue — est une nouvelle d’Anton Tchekhov (en russe : Propachtchee delo). Sommaire 1 Historique 2 Résumé 3 Notes et références 4 … Wikipédia en Français
cause — [ koz ] n. f. • XIIe; lat. causa « cause » et « procès » → chose I ♦ Ce qui produit un effet (considéré par rapport à cet effet). 1 ♦ (1170) Ce par quoi un événement, une action humaine arrive, se fait. ⇒ origine; motif, objet, raison, 3. sujet.… … Encyclopédie Universelle
Cause En Droit Civil Français — Cause en droit français des contrats Pour les articles homonymes, voir cause. Droit des contrats Fondamentaux Types de contrat … Wikipédia en Français
Cause de l'obligation — Cause en droit français des contrats Pour les articles homonymes, voir cause. Droit des contrats Fondamentaux Types de contrat … Wikipédia en Français
Cause en droit civil francais — Cause en droit français des contrats Pour les articles homonymes, voir cause. Droit des contrats Fondamentaux Types de contrat … Wikipédia en Français
Cause en droit civil français — Cause en droit français des contrats Pour les articles homonymes, voir cause. Droit des contrats Fondamentaux Types de contrat … Wikipédia en Français
Cause Réelle Et Sérieuse En Droit Du Travail Français — Cause réelle et sérieuse du licenciement en droit du travail français Droit du travail en France Sources du droit du travail Internationales : OIT · UE Étatiques : Constitution · Loi · Règlement · Jurisprudence Professionnelles :… … Wikipédia en Français
Cause reelle et serieuse en droit du travail francais — Cause réelle et sérieuse du licenciement en droit du travail français Droit du travail en France Sources du droit du travail Internationales : OIT · UE Étatiques : Constitution · Loi · Règlement · Jurisprudence Professionnelles :… … Wikipédia en Français
Cause réelle et sérieuse — du licenciement en droit du travail français Droit du travail en France Sources du droit du travail Internationales : OIT · UE Étatiques : Constitution · Loi · Règlement · Jurisprudence Professionnelles : Convention collective ·… … Wikipédia en Français
Cause réelle et sérieuse en droit du travail français — Cause réelle et sérieuse du licenciement en droit du travail français Droit du travail en France Sources du droit du travail Internationales : OIT · UE Étatiques : Constitution · Loi · Règlement · Jurisprudence Professionnelles :… … Wikipédia en Français
cause — Cause, qui fait faire quelque chose, Causa. La meilleure cause et la pire, Superior causa et inferior. B. ex Cicerone. Les causes durent tousjours et perseverent, Manent causae. Tu as ouy les causes de mon conseil, Audisti consilij mei motus. Par … Thresor de la langue françoyse