-
1 crazy
adj. crazy, insane, "nuts", mad -
2 gek
gek1〈de〉3 [komisch persoon] clown4 [vaak in samenstellingen] [iemand met een bijzondere voorkeur] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:iemand voor de gek houden • pull someone's leg, make a fool of someoneiemand voor gek laten staan • make someone look a fooliemand voor gek zetten • make a fool of someone3 voor gek lopen • look absurd/ridiculous4 hij is een boekengek • he's book-mad/a book nut————————gek2♦voorbeelden:1 ben je nu helemaal gek geworden! • have you gone out of your mind?, have you taken leave of your senses?je lijkt wel gek • you must be mad/crazy〈 figuurlijk〉 het is om gek van te worden • it is enough to drive you mad/crazy/ 〈 informeel〉 up the wallgek zijn/worden • be/go mad/crazyhij is hartstikke gek • he's (stark) raving mad, he's (completely) nuts/crackersgek van angst • crazy with fearben je gek! • you're/you must be kidding/jokinghij is er gek genoeg voor • he's mad enough to (do it), I wouldn't put it past himhij deed of hij gek was • he pretended not to noticeje zou wel gek zijn als je het niet deed • you'd be silly/ 〈 sterker〉crazy/mad not to (do it)〈 informeel〉 die is gek! • you must be kidding!dat lijkt me niet gek • that doesn't sound at all badhet wordt hoe langer hoe gekker • this is just getting worse (and worse)geen gek figuur slaan • not look bad, make a good impressionop de gekste plaatsen/tijden • in the oddest/most unlikely places, at the oddest times/momentser gek uitzien • look ridiculousgek genoeg • oddly/strangely enoughniet gek, hè? • not bad, eh?dat is te gek om los te lopen • that's too ridiculous for wordshet gekke van de zaak/kwestie is • the funny thing ishij is gek op die meid • he's crazy about that girlII 〈 bijwoord〉2 [+ niet] (not) all that♦voorbeelden:1 je kunt het zo gek niet bedenken of hij heeft het wel • you name it, he's got itdoe maar gewoon, dan doe je (al) gek genoeg • just be your normal idiotic selfdoe niet zo gek • don't act/be so sillyergens gek van opkijken • really be surprised by something -
3 dol
3 [dwaas] foolish, silly, daft♦voorbeelden:dol van woede • hopping madeen dolle vlucht • a wild chasedoor het dolle heen zijn • be beside oneself with excitement/joydoor het dolle heen raken • go bonkersdol van vreugde • wild/drunk with joy4 dol op iets/iemand zijn • be mad/crazy about something/someoneII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 die schroef is dol • the screw is worn/slipping -
4 stapel
stapel1〈de〉1 [opgetaste hoeveelheid] pile, heap, stack2 [in samenstellingen] [vee] stock3 [stelling op een werf] stocks♦voorbeelden:2 pluimveestapel, runderstapel • poultry stock, cattle stock3 een schip op stapel zetten/van stapel laten lopen • lay down/launch a shipte hard van stapel lopen • go too fast————————stapel21 mad, crazy, raving♦voorbeelden:1 ben je nou helemaal stapel geworden? • have you gone totally mad?ergens stapel op zijn • be crazy/nuts about somethingstapel zijn op iemand • be crazy about someone -
5 stapelgek
2 [bezeten van liefde] mad, crazy♦voorbeelden: -
6 bedonderd
-
7 hoorndol
-
8 hoteldebotel
〈 informeel〉2 [verrukt van] crazy♦voorbeelden:1 zij raakte helemaal hoteldebotel toen … • she got into an absolute state when …ik word hoteldebotel van die vent • that guy's driving me round the bend -
9 krankzinnig
♦voorbeelden:krankzinnig worden • go insane/out of one's mindII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:1 een krankzinnig plan • a crazy/an insane plandat is krankzinnig veel • that is an insane amount -
10 meidengek
-
11 mesjogge
〈 informeel〉♦voorbeelden:1 ben je nou helemaal mesjogge? • are you completely cracked/out of your mind?dat is mesjogge • that's crazy -
12 weg
weg1〈de〉4 [doortocht] way♦voorbeelden:de grote weg • the main road, the motorwayeen kortere weg nemen • take a short cutopenbare weg • public highway/roadop de rechte/goede/verkeerde weg zijn • be on the right/wrong trackeen weg aanleggen • build a roadde weg afsnijden voor (onderhandelingen) • shut the door on (negotiations)de weg effenen voor iemand • pave the way for someonezijn eigen weg gaan • go one's own wayde weg weten • know the wayiemand de weg wijzen • show someone the wayaan de weg naar Delft • on the road to Delftflink aan de weg timmeren • be busy creating a distinct profile for oneselfzich op weg begeven • set/start outop weg gaan • set off (on a trip), set out (for), godat is de kortste/zekerste weg • that is the quickest/surest waylangs deze onsympathieke weg • even though I don't like this meanszich van slinkse wegen bedienen, slinkse wegen gaan • use devious ways and meansnieuwe wegen openen voor de handel • open new channels for tradenog een lange weg voor zich hebben/te gaan hebben • have a long way to go4 iemand de weg afsnijden • cut someone off, block someone's wayzich een weg banen • work/edge one's way through; 〈 met meer kracht〉 force/fight one's way through; 〈 in de wereld〉 carve one's (own) way (in the world)met zijn tijd/geld geen weg weten • not know what to do with one's time/money(iemand) in de weg staan • stand in someone's/the wayiemand iets in de weg leggen • put something in someone's way(voor) iemand uit de weg gaan • keep/get out of someone's way, avoid someoneproblemen uit de weg ruimen • get rid of/eliminate problemsiemand uit de weg ruimen • eliminate someone, get rid of someoneeen misverstand uit de weg helpen • clear up a misunderstanding————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig; niet te vinden] gone2 [verrukt] crazy3 [verwijderd] away♦voorbeelden:de sleutel/de pijn/haar geld is weg • the key/pain/money is goneweg wezen! • 〈 plaats buiten〉 (let's) get away from here!; 〈 plaats binnen〉 (let's) get out of here!weg met … • away/down with …het heeft er veel van weg dat hij het met opzet deed • it looks very much as if he did it on purpose -
13 zot
-
14 balverliefd
adj. crazy of playing with balls -
15 bedonderd
adj. crazy, insane, "nuts", mad -
16 beduveld
adj. crazy, insane, "nuts", mad -
17 belatafeld
adv. crazy, insane, "nuts", mad -
18 belazerd
adv. crazy, insane, "nuts", mad -
19 besodemieterd
interj. crazy, insane, "nuts", mad -
20 betoeterd
adv. cracked, crazy, mad, insane
См. также в других словарях:
Crazy — may refer to: Insanity In print media: Crazy Magazine (1973–1983), a comic magazine Crazy, a novel by Benjamin Lebert In movies: Crazy (1999 film), a 1999 documentary by Heddy Honigmann Crazy (2000 film), a 2000 film directed by Hans Christian… … Wikipedia
Crazy P — Crazy Penis Audioriver Festival 2009, Płock, Poland Background information Also known as … Wikipedia
Crazy 4 U — Single par Kumi Kōda extrait de l’album Feel My Mind Face A Crazy 4 U Face B Yume with You Sortie 15 janvier 2004 … Wikipédia en Français
Crazy 4 U — Single by Kumi Koda from the album Feel My Mind Relea … Wikipedia
Crazy — Cra zy (kr[=a] z[y^]), a. [From {Craze}.] 1. Characterized by weakness or feebleness; decrepit; broken; falling to decay; shaky; unsafe. [1913 Webster] Piles of mean andcrazy houses. Macaulay. [1913 Webster] One of great riches, but a crazy… … The Collaborative International Dictionary of English
Crazy — (engl.: verrückt) steht für: Crazy (Roman), einen Roman von Benjamin Lebert Crazy (Film), eine Verfilmung des Romans von Benjamin Lebert des Regisseurs Hans Christian Schmid Crazy (Lied), ein Lied der US amerikanischen Band Aerosmith Crazy… … Deutsch Wikipedia
Crazy B — upright49 Nom Nicolas Vadon Activité principale Disc jockey … Wikipédia en Français
Crazy C — (born Simone Cullins) is an American songwriter and a record producer. He is a co owner of Paid in Full Entertainment, the label that launched the careers of Chamillionaire and Paul Wall.[1] He is best known as a producer for the platinum selling … Wikipedia
crazy — (adj.) 1570s, diseased, sickly, from CRAZE (Cf. craze) + Y (Cf. y) (2). Meaning full of cracks or flaws is from 1580s; that of of unsound mind, or behaving as so is from 1610s. Jazz slang sense cool, exciting attested by 1927. To drive (someone)… … Etymology dictionary
crazy — ► ADJECTIVE (crazier, craziest) 1) insane or unbalanced, especially in a wild or aggressive way. 2) extremely enthusiastic about something. 3) absurdly unlikely: a crazy angle. 4) archaic full of cracks or flaws. ► NOUN (pl … English terms dictionary
crazy — [krā′zē] adj. crazier, craziest [< CRAZE] 1. a) having flaws or cracks b) shaky or rickety; unsound 2. a) unsound of mind; mentally unbalanced or deranged; psychopathic; insane … English World dictionary
