-
1 contracteren
kontratáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > contracteren
-
2 contract
n. contract--------v. een contract afsluiten; krijgen, besmet worden; krimpen; inkrimpencontract1[ kontrækt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 contract 〈 ook bridge〉 ⇒ (bindende) overeenkomst, verdrag, verbintenis; 〈 attributief〉 contractueel vastgelegd♦voorbeelden:1 enter into/make a contract • een contract sluiten, een verbintenis aangaanbe under contract to someone • zich contractueel verbonden hebben tegenover iemand————————contract2[ kəntrækt]1 een contract/overeenkomst/verdrag sluiten ⇒ een verbintenis aangaan, contracteren♦voorbeelden:contract to build a factory • een contract sluiten voor de bouw van een fabriekcontract to do something • zich contractueel verplichten om iets te doen1 samentrekken ⇒ inkrimpen, sen♦voorbeelden:1 ‘we will’ can be contracted to ‘we'll’ • ‘we will’ kan samengetrokken worden tot ‘we'll’1 per/bij contract regelen/vaststellen ⇒ contracteren, aangaan♦voorbeelden:contract debts • schulden aangaan/op zich nemencontract out • uitbesteden -
3 договариваться
v1) gener. afpraten, bespreken (о чём-л.), conveniëren, overeenkomen, afspreken, beklinken, conditioneren, een afspraak maken, onderhandelen, zich met (iem.) verstaan2) busin. contracteren -
4 заключать контракт
vbusin. contracterenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > заключать контракт
-
5 заключать сделку
vbusin. contracteren -
6 engage
v. werkgeven, huren; verbinden[ ingeedzj]2 zich verplichten ⇒ beloven, aangaan♦voorbeelden:〈 formeel〉 engage upon • zich bezig gaan houden met, aangaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aannemen ⇒ in dienst nemen, contracteren♦voorbeelden:he engages himself in painting • hij houdt zich bezig met schilderenengage someone in conversation • een gesprek met iemand aanknopen -
7 sign
n. bord; wenk; teken; gebaar; hint; kenmerk--------v. ondertekenen; tekenen; een teken geven (knipperlicht v. auto)sign1[ sajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aanwijzing ⇒ (ken)teken, blijk; voorteken3 wenk ⇒ teken, seintje♦voorbeelden:————————sign23 wenken ⇒ een teken geven, gebaren♦voorbeelden:sign one's name to • ondertekenensign away • schriftelijk afstand doen vansign in • tekenen bij aankomst, intekenensign off • een brief beëindigensign off/on • een radio/tv-uitzending beëindigen/beginnensign on at the Job Centre • inschrijven op het arbeidsbureausign on/up as a sailor • als matroos aanmonsterensign out • tekenen bij vertrekshe signed over her estate to her daughter • ze deed schriftelijk afstand van haar landgoed ten gunste van haar dochtersign up for a course • zich voor een cursus inschrijven -
8 kontratá
aangaan, afsluiten [v], contracteren [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > kontratá
-
9 Vertrag
Vertrag〈m.; Vertrag(e)s, Verträge〉♦voorbeelden: -
10 einkaufen
einkaufenI 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈informeel; sport en spel〉aankopen, contracteren -
11 kontrahieren
kontrahierenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 contraheren, (zich) samentrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 contraheren, samentrekken1 zich contraheren, zich samentrekken -
12 unter Vertrag nehmen
unter Vertrag nehmen -
13 verpflichten
verpflichten♦voorbeelden:ich bin dir sehr verpflichtet • ik ben je erg dankbaarich bin Ihnen zu Dank verpflichtet • ik ben u dank verschuldigd -
14 kontratá
aangaan, afsluiten [v], contracteren [v]
См. также в других словарях:
kontrahieren — Vsw zusammenziehen, einen Vertrag schließen per. Wortschatz fach. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. contrahere (contractum), zu l. trahere ziehen (abstrakt) und l. con . Die Entlehnung in der Bedeutung einen Vertrag schließen ist die ältere;… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache