-
1 afdalen
1 [met betrekking tot personen] go/come down, descend2 [met betrekking tot zaken] drop (down), descend3 [figuurlijk] descend, come down♦voorbeelden:1 een berg afdalen • go/come down a mountainin de mijn afdalen • go down the pit/mine3 tot iemand afdalen • come down/descend to someone's level; 〈 met betrekking tot spreken, schrijven〉 talk/write down to someone -
2 aankomen
2 [het doel treffen] hit hard3 [komen aanzetten] come (with)5 [bij toeval aanraken] touch, hit ⇒ come up (against)6 [in gewicht toenemen] put on weight7 [neerkomen] come down (to), depend (on)♦voorbeelden:daar komt iemand aan • someone is coming3 en daar kom je nu pas mee aan? • and now you tell me!je hoeft met dat plan bij hem niet aan te komen • it's no use going to him with that plan5 niet/nergens aankomen! • don't touch!, hands off!alles komt op hem aan • it all depends on himiets op het laatste ogenblik laten aankomen • leave something to the last momentII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gelden, betreffen] come (down) (to)♦voorbeelden:waar het op aankomt • what really mattersals het erop aan komt • when it comes to the crunch -
3 beneden
beneden1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:naar beneden komen • 〈langs trap enz.〉 come down(stairs); 〈 vallen〉 fall down; crash 〈 vliegtuig〉; collapse 〈 muur, dak〉de vijfde regel van beneden • the fifth line up, the fifth line from the bottom————————beneden2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:beneden de verwachtingen blijven • fall short of expectationsbeneden de waarde verkopen • sell below valuebeneden mijn waardigheid • beneath my dignity〈 scheepvaart〉 beneden de wind • (to) leeward, downwindhet beneden zich achten • consider it beneath one -
4 neerkomen
2 [treffen] fall ((up)on)3 [de bedoeling hebben] come/boil down (to) ⇒ amount (to)♦voorbeelden:1 waar is het vliegtuig neergekomen? • where did the aeroplane land?met een geweldige smak neerkomen • come down like a ton of bricksdat komt op hetzelfde neer • it comes/boils down to the same thingwaar het op neerkomt is … • the long and the short of it is … -
5 afkomen
1 [zich verwijderen] come off/away (from)2 [+ op] [toegaan naar] come up to/towards3 [afdalen] come down4 [ontslagen, bevrijd raken] get rid of ⇒ be done/finished with 〈 iets vervelends〉, 〈 ontsnappen〉 get off/away, get out of 〈 uitnodiging, verplichting〉♦voorbeelden:de muggen komen op het licht af • mosquitoes are drawn/attracted to the lightzij zag de auto recht op zich afkomen • she saw the car heading straight for her/coming straight at her3 een weg/een rivier afkomen • come down a road/a riverer met de schrik van afkomen • get off with only a scareik kon niet van hem afkomen • I couldn't shake him off/get rid of him¶ wanneer komt die benoeming af? • when will that appointment come through? -
6 afstappen
1 [naar beneden stappen] step down ⇒ come down/off, dismount, 〈 met betrekking tot fiets〉 get off (one's bike)2 [vaak + op] [stappen naar/van] step up/down to♦voorbeelden: -
7 dalen
♦voorbeelden:1 zich in dalende lijn bewegen • be on the decline, show a downward tendencyhij is zeer in mijn achting gedaald • he has gone down considerably in my estimation〈 figuurlijk〉 in het graf dalen • sink into the/one's gravede temperatuur daalde tot beneden het vriespunt • the temperature fell below zerode koersen dalen • (the) prices are dropping/falling/are going down; 〈 figuurlijk〉 things are/business is going downhillde prijzen zijn sterk gedaald • prices have plummetediets in waarde doen dalen • devalue something -
8 afstappen
v. step down, come down; alight, dismount; approach, come near to -
9 afklimmen
v. climb down, go down, come down, step gradually down -
10 afzakken
1 [afglijden] come down ⇒ slip/slide down2 [stroomafwaarts drijven] drift down3 [slechter worden] fall back ⇒ slip/sink downwards♦voorbeelden: -
11 overleveren
1 [overgeven] hand over ⇒ turn over/in2 [doorgeven] hand down♦voorbeelden:overgeleverd aan de goedheid/genade van • left to the tender mercies ofdit lied is ons overgeleverd uit de 14e eeuw • this song has come down to us from the 14th century -
12 wal
3 [het vaste land] shore♦voorbeelden:van twee walletjes eten • have one's cake and eat it2 aan lager wal geraken • 〈 letterlijk〉 be borne down on the lee shore; 〈 figuurlijk〉 come down in the world, go to seedaan lager wal zijn/zitten • be down and outhet schip ligt aan de wal • the ship is in the harbour/in dockaan de wal • on shoretussen wal en schip vallen • fall between two stoolsiemand van de wal in de sloot helpen • get someone out of the frying pan into the firesteek maar eens van wal! • fire away!, go ahead!〈 figuurlijk〉 dan moet de wal het schip maar keren • things will run their course, but then there will be a price to payaan wal brengen • land, bring (something/someone) ashore -
13 aan lager wal geraken
aan lager wal gerakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan lager wal geraken
-
14 achterschip
1 [deel van een schip] stern2 [achterste schip] rear/last ship♦voorbeelden:2 〈 figuurlijk〉 in het achterschip (ge)raken/zijn • 〈 raken〉 come down in the world; 〈 zijn〉 be down and out -
15 hard
3 [moeilijk te verduren, onbetwistbaar] hard6 [onaangenaam met betrekking tot zintuiglijke waarneming] harsh ⇒ 〈 met betrekking tot kleuren ook〉 garish♦voorbeelden:een hard ei • a hard(-boiled) egghet gaat er hard tegen hard • the gloves are offhard leer • stiff leather3 harde bewijzen • firm proof, hard evidenceharde cijfers • hard figuresharde gegevens/feiten • hard/concrete data/factseen harde politiek • a tough policyhet was een harde slag voor haar • it was a heavy/bitter blow for her't zijn harde tijden • these are hard/trying timeseen harde waarheid • a harsh/stern truthzo iets is wel hard/valt hard • that sort of thing is certainly hard/rough't valt me hard het oude huis te verlaten • it's hard for me/it's a great wrench to leave our old housemet een harde stem spreken • speak in a hard voiceeen harde strijd • a hard/tough fightharde wind • strong/stiff windeen harde les • a hard/tough lessonharde maatregelen • harsh measureseen hard oordeel/vonnis • a harsh judgement/severe sentencehard van aard zijn • be hard-heartedhij is hard voor zijn vrouw • he is hard on his wife6 harde klanken/lijnen • harsh sounds/linesharde trekken • harsh featureshard water • hard waterII 〈 bijwoord〉1 [op onzachte wijze, hevig; met inspanning] hard2 [luid] loudly4 [meedogenloos] hard, harshly♦voorbeelden:hard liggen/neerkomen • lie hard, come down hardeen band hard oppompen • pump a tire up hardhard studeren/werken • study/work hardhard vriezen • freeze hardhij ging er nogal hard tegenaan • he went at it rather hardom het hardst roepen • shout at the top of one's voicezijn rust hard nodig hebben • sorely/badly need one's/a restdit onderdeel is hard aan vervanging toe • this part is in urgent need of replacement/badly needs to be replaced2 niet zo hard praten! • keep your voice down!harder spreken! • speak up!zeg dat maar niet te hard • don't speak too soonde tv harder zetten • turn up the TV3 hard achteruitgaan • deteriorate rapidly/fasthard lopen/rijden • walk/drive fastte hard rijden • drive/ride too fast, speed -
16 in het achterschip (ge)raken/zijn
in het achterschip (ge)raken/zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in het achterschip (ge)raken/zijn
-
17 instorten
1 [met geweld (doen) instromen] pour (into)♦voorbeelden:haar hele wereld was ingestort • her whole world had collapsedde zaak staat op instorten • the business is about to collapse2 de patiënt stortte weer in • the patient had/suffered a relapseop instorten staan • be about to collapse/to have a nervous breakdown -
18 naar beneden gaan
naar beneden gaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar beneden gaan
-
19 naar beneden komen
naar beneden komenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar beneden komen
-
20 tot iemand afdalen
tot iemand afdalencome down/descend to someone's level; 〈 met betrekking tot spreken, schrijven〉 talk/write down to someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tot iemand afdalen
См. также в других словарях:
come down on — ˌcome ˈdown on [transitive] [present tense I/you/we/they come down on he/she/it comes down on present participle coming down on past tense … Useful english dictionary
Come-down — auch: Come|down 〈[kʌmdaʊn] n. 15〉 Zeitraum, über den die Wirkung einer harten Droge nachlässt [zu engl. come down „herunterkommen, sich beruhigen“] * * * Come down [ kʌmdaʊn], das; s, s [engl. come down, eigtl. = Abstieg, zu: to come down =… … Universal-Lexikon
come down — {v.} 1. To reduce itself; amount to no more than. Followed by to . * /The quarrel finally came down to a question of which boy would do the dishes./ Syn.: BOIL DOWN(3). 2. To be handed down or passed along, descend from parent to child; pass from … Dictionary of American idioms
come down — {v.} 1. To reduce itself; amount to no more than. Followed by to . * /The quarrel finally came down to a question of which boy would do the dishes./ Syn.: BOIL DOWN(3). 2. To be handed down or passed along, descend from parent to child; pass from … Dictionary of American idioms
come down — vi came down, coming down: to be announced the decision came down from the Supreme Court Merriam Webster’s Dictionary of Law. Merriam Webster. 1996. come down … Law dictionary
come down on — (someone/something) 1. to criticize someone or something. It seems that if you give an opinion about something, people come down on you. 2. to have an opinion about someone or something. It was hard to know where he would come down on the issue.… … New idioms dictionary
Come-down — auch: Come|down 〈[kʌmdaʊn] n.; Gen.: s, Pl.: s〉 Zeitraum, über den die Wirkung einer harten Droge nachlässt [Etym.: <engl. come down »herunterkommen, sich beruhigen«] … Lexikalische Deutsches Wörterbuch
Come-down — [ kʌmdaun] das; s, s <zu engl. to come down, eigtl. »herunterkommen«> (Jargon) das Nachlassen der Rauschwirkung (bei Drogen) … Das große Fremdwörterbuch
come|down — «KUHM DOWN», noun. Informal. a loss of position, rank, or money which is unexpected: »“It s quite a comedown from being a ten thousand dollar a year man to this, but I ll come back” (James T. Farrell) … Useful english dictionary
come down on — ► come down on 1) criticize or punish harshly. 2) reach a decision in favour of one side or another. Main Entry: ↑come … English terms dictionary
come down to — ► come down to be dependent on (a factor). Main Entry: ↑come … English terms dictionary