-
1 chin
n. kin--------v. aanmoediging[ tsjin]1 kin♦voorbeelden:take something on the chin • iets moedig verdragen〈 informeel〉 (keep your) chin up! • kop op! -
2 chin-chin
-
3 chin-wag
-
4 chin strap
n. kinriem, stormband, band aan de hoeden vastgemaakt die onder de kin loopt; band die de kin steunt tijdens een kosmetische behandeling van het gezicht; gedeelte van een hoofdtuig onder de kinchin strap1 kinriem ⇒ stormband, stormriem -
5 (keep your) chin up!
(keep your) chin up!kop op! -
6 a square chin
-
7 chuck someone under the chin
chuck someone under the chin -
8 covered up to his chin
-
9 double chin
-
10 have a good chin-wag
-
11 stick one's chin out
erom vragen, problemen zoeken -
12 take something on the chin
-
13 the proud lift of her chin
-
14 with one's chin cupped in one's hand
with one's chin cupped in one's handEnglish-Dutch dictionary > with one's chin cupped in one's hand
-
15 keep one's chin up
maak je niet zo'n zorgen, verlies de hoop niet; blijf moedig in een moeilijke situatie -
16 up to the chin
diep in gedachten -
17 chuck
n. streek,aaitje (onder de kin); ruk; worp; kauwplaat (v. draaibank)--------v. (zacht)kloppen, strijken, aaien, (weg)gooienchuck1[ tsjuk] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ give/get the chuck • de bons geven/krijgen————————chuck2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:chuck the stuff in the van • het spul in de bestelwagen gooienchuck away opportunities • kansen vergooien/weggooienchuck someone out • iemand eruit donderenchuck it! • schei uit!, hou (ermee) op!chuck it in • er de brui aan geven, ermee ophoudenchuck up a job/everything • een baan/alles opgeven -
18 cup
n. glas, beker, kelk, bokaal; lot--------v. in een beker doencup1[ kup] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kop(je) ⇒ mok, beker6 (lijdens)kelk ⇒ lot, wedervaren♦voorbeelden:my cup of tea • (echt) iets voor mij————————cup2〈werkwoord; cupped〉♦voorbeelden:cup one's hands round something • zijn handen ergens (beschermend/als een kom) omheen leggen -
19 double
adj. dubbel; tweepersoons--------adv. dubbel--------n. dubbele; dubbelganger; scherpe vouw--------v. (zich) verdubbelen, dubbelvouwen; zich omwenden; doublerendouble1[ dubl] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 het dubbele ⇒ dubbele (hoeveelheid/snelheid e.d.)5 〈 benaming voor〉 verdubbeling 〈 van score, bord, inzet enz. in diverse sporten〉 ⇒ 〈 bridge〉 doublet; 〈 darts〉 worp in de dubbelring; 〈 honkbal〉 tweehonkslag; 〈 paardenrennen〉 weddenschap op de dubbel♦voorbeelden:〈 sport〉 win the double • een dubbelslag slaan 〈 in voetbal bijvoorbeeld beker en kampioenschap winnen〉————————double21 dubbel ⇒ tweemaal (zo groot/veel/enz.), dubbeldik; dubbelgevouwen, dubbelgebogen; tweedelig; voor twee2 oneerlijk ⇒ dubbelhartig, vals♦voorbeelden:double bed/room • tweepersoonsbed/kamerdouble CD • dubbel-cddouble chin • onderkin, dubbele kindouble feature • bioscoopvoorstelling met twee hoofdfilmsdouble glazing/windows • dubbele beglazing/ramendouble meaning • dubbele/ambigue betekenis2 double agent • dubbelagent/spiondouble life • dubbelleven————————double31 (zich) verdubbelen ⇒ doubleren, tweemaal zo groot/veel worden3 een dubbele rol/functie spelen/hebben♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verdubbelen ⇒ doubleren, tweemaal zo groot maken3 spelen ⇒ doubleren, tijdelijk overnemen♦voorbeelden:he doubled his fists • hij balde zijn vuisten————————double4〈 bijwoord〉1 dubbel ⇒ tweemaal (zoveel als); in tweeën; samen, in groepjes van twee♦voorbeelden:cost double • tweemaal zoveel kostensee double • dubbel ziensleep double • met zijn tweeën in één bed slapen -
20 lift
n. lift; het meeliften met iemand; verhoging; steun; het omhoogtillen--------v. verhogen; omhoogtillen; opkomen, omhoog komen; optrekken; onthullen; stelen (spreektaal)lift1[ lift]1 〈 voornamelijk Brits-Engels〉(goederen/personen)lift3 (ver)heffing ⇒ hijs(ing), optrekking♦voorbeelden:1 lift ⇒ opwaartse druk, draagkracht————————lift21 (op)stijgen ⇒ opgaan/komen, omhooggaan/komen♦voorbeelden:1 this window won't lift • dit raam gaat/wil niet omhoog/open〈 luchtvaart, ruimtevaart〉 lift off • opstijgen, startenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (omhoog/op)tillen ⇒ omhoog/optrekken, (op)hijsen♦voorbeelden:not lift a hand/finger • geen hand/vinger/poot uitstekenlift down • aftillen, neerlatenlift a tent • een tent afbreken
- 1
- 2
См. также в других словарях:
chin — chin·cha; chin·chai·su·yu; chin·cha·yo·te; chin·che·rin·chee; chin·chil·la; chin·chil·li·dae; chin·chil·lon; chin·chow; chin·cough; chin·di; chin·hsien; chin·kiang; chin·kle; chin·less; chin·qua·pin; co·chin; co·me·chin·gón; kin·chin; ma·chin;… … English syllables
Chin Yi — Chin Yi, 2009. Datos generales Origen Granada, España … Wikipedia Español
Chin — bezeichnet: Chin (Volk), eine Volksgruppe in Myanmar (Birma) Chin Staat, Staat in Myanmar Japan Chin, eine Hunderasse einen der frühjapanischen Fünf Könige von Wa Chin ist der Familienname folgender Personen: Cheryl Chin (* 1979), singapurische… … Deutsch Wikipedia
Chin-Na — Le Chin Na ou Qinna (擒拿, pinyin: qín ná, Wade Giles: ch in2 na2, cantonais: kàhm nàh) est un ensemble de techniques des arts martiaux chinois qui servent à saisir puis contrôler un adversaire. Le mot 擒 (Chin ou Qin) se rapporte à saisir ou… … Wikipédia en Français
Chin na — Le Chin Na ou Qinna (擒拿, pinyin: qín ná, Wade Giles: ch in2 na2, cantonais: kàhm nàh) est un ensemble de techniques des arts martiaux chinois qui servent à saisir puis contrôler un adversaire. Le mot 擒 (Chin ou Qin) se rapporte à saisir ou… … Wikipédia en Français
chin — [chin] n. [ME < OE cin < IE base * ĝenu , chin, jawbone > Goth kinnus, cheek, L gena, cheek, Gr genys, chin] the part of the face below the lower lip; projecting part of the lower jaw vt. chinned, chinning Gym. to pull (oneself) up,… … English World dictionary
Chin Ce — Nationality Nigerian Occupation Author Chin Ce (born in 1966) is a Nigerian writer. He was educated at the University of Calabar. He write a fictional trilogy, Children of Koloko , Gamji College and The Visitor . Chin Ce has also authored three… … Wikipedia
chin — CHIN, chinuri, s.n. Suferinţă fizică sau morală intensă. – Din magh. kin. Trimis de valeriu, 03.03.2003. Sursa: DEX 98 CHIN s. 1. calvar, durere, încercare, patimă, păs, pătimire, suferinţă, (înv. şi pop.) muncă, (pop.) aht, cercare, năpastă,… … Dicționar Român
chin — S3 [tʃın] n [: Old English; Origin: cinn] 1.) the front part of your face below your mouth ▪ He rubbed his chin thoughtfully. 2.) (keep your) chin up! spoken used to tell someone to make an effort to stay brave and confident when they are in a… … Dictionary of contemporary English
chin — [ tʃın ] noun count ** the center of the bottom part of your face, below your mouth and above your neck (keep your) chin up SPOKEN used for telling someone to be brave and happy even though they are in a difficult situation: Come on, chin up! We… … Usage of the words and phrases in modern English
chin — ► NOUN ▪ the protruding part of the face below the mouth. ► VERB informal ▪ hit or punch on the chin. ● keep one s chin up Cf. ↑keep one s chin up ● take it on the chin Cf. ↑take it on the chin … English terms dictionary