-
61 kloten
♦voorbeelden:¶ wat zit je nou te kloten? • qu'est-ce que tu fous?wie heeft er aan mijn radio zitten te kloten? • qui est l'enculé qui a touché à ma radio? -
62 komen
1 [algemeen] venir2 [aan-, overkomen] arriver (à)3 [toegevoegd worden aan] être ajouté (à)♦voorbeelden:er komen mensen vanavond • nous avons du monde ce soirer komt regen • il va pleuvoirin afwachting van de dingen die komen gaan • en attendant la suite des événementswat niet is, kan nog komen • tout est encore possibleeen paar dagen komen logeren bij iemand • venir passer quelques jours chez qn.komen te overlijden • venir à mourir, décéderik kwam, zag en overwon • je suis venu, j'ai vu, j'ai vaincudat komt eerst • cela passe avantkomt er nog wat van? • c'est pour aujourd'hui ou pour demain?er komt niets van in! • il n'en est pas question!dat komt ervan als je niet luistert • voilà ce qui arrive quand on n'écoute pasovereind komen • se levertussenbeide komen • intervenirhij kan niet uit zijn bed komen • il a des problèmes à se levervan school komen • rentrer de l'écoleje komt als geroepen • tu ne pouvais pas mieux tomberkomt u ook? • serez-vous des nôtres?ze zullen je zien komen! • ils te sentiront venir!er komen • y arriver〈 figuurlijk〉 komt hij er vandaag niet, dan komt hij er morgen • avec lui c'est tout doucement le matin, pas trop vite le soirer komt 15 % voor bediening bij • il faut ajouter 15 % pour le servicevan het een komt het ander • de fil en aiguilleer moet een kindje komen • ils vont (nous allons etc.) avoir un enfantiets te weten komen • apprendre qc.waardoor, hoe komt het? • comment ça se fait?hoe kom je daar nou bij?, hoe kom je erbij! • où vas-tu chercher cela?; où as-tu pris une telle idée?kom er eens aan, als je durft • touches-y si tu oseskom ik gelegen? • est-ce que je (vous) dérange?het komt niet zo nauw • ce n'est pas à un(e) cm (minute, franc etc.) prèsergens niet aan toe komen • ne pas trouver le temps de faire qc.dat komt (goed) van pas, uit • ça tombe à pichoe kom je aan die knul? • où as-tu déniché ce gars?aan geld zien te komen • se procurer de l'argentde wegen komen hier bij elkaar • les chemins se rejoignent ici〈 figuurlijk〉 ergens in (kunnen) komen • (pouvoir) s'imaginer qc.de optocht kwam langs mijn huis • le défilé est passé devant chez moiop een gedachte komen • avoir une idéeergens niet op kunnen komen • ne plus se rappeler qc.vervolgens kwam de spreker op een ander onderwerp • ensuite l'orateur aborda un sujet différentdat komt op 200 gulden • cela revient à 200 florinstot zichzelf komen • 〈 weer meester over zichzelf worden〉 se reprendre; 〈 weer bij bewustzijn komen〉 reprendre ses esprits -
63 kwestie
♦voorbeelden:een slepende kwestie • une question qui traîne en longueureen kwestie van alle kanten bekijken • faire le tour d'une questionhij staat buiten die kwestie • il est étranger à cette affairedat is buiten kwestie • c'est hors de questionde persoon in kwestie • la personne en questiondat is alleen nog maar een kwestie van tijd • ce n'est plus qu'une question de tempshet is een kwestie van smaak • c'est (une) affaire de goûthet is een kwestie van 10 minuten • c'est l'affaire de dix minutesdat is een kwestie voor de politie • c'est une affaire qui regarde la policegeen kwestie van! • (il n'en est) pas question! -
64 langbenig
-
65 leer mij ze kennen!
leer mij ze kennen!c'est toi qui vas me dire à qui j'ai à faire! -
66 lek
lek1〈de, het〉♦voorbeelden:er zit een lek in de band • le pneu a crevé————————lek2♦voorbeelden:een lek schip • un navire qui prend l'eau -
67 leren
leren11 de, en cuir————————leren21 apprendre (qc. à qn.)♦voorbeelden:zijn huiswerk leren • faire ses devoirsiemand leren kennen • faire la connaissance de qn.〈 ironisch〉 leer mij ze kennen! • c'est toi qui vas me dire à qui j'ai à faire!iemand leren lezen • apprendre à lire à qn.leren lopen • apprendre à marcherdat zal je leren • ça t'apprendradat is makkelijk te leren • cela s'apprend facilementvoor dokter leren • faire des études de médecinehij heeft weinig geleerd • il est peu allé à l'école -
68 leven
leven1〈 het〉♦voorbeelden:een bruin leven • une vie de cocagneeen dubbel leven leiden • mener une vie doublehet leven wordt steeds duurder • (le coût de) la vie ne cesse d'augmenterzijn eigen leven leiden • vivre sa viedat verhaal is een eigen leven gaan leiden • ce récit est devenu un tout indépendant du contexteeen lekker leventje leiden • se la couler doucedat is een lekker leventje • c'est la belle vieals je leven je lief is • si ta vie t'est précieuseeen lui leventje • une petite vie pépèrenieuw leven inblazen • revitalisereen nieuw leven beginnen • refaire sa viehet ongeboren leven • la vie foetaleeen ongeregeld leven leiden • mener une vie de bâton de chaiseeen teruggetrokken leven leiden • mener une vie retiréeeen verdorven leven leiden • mener une vie dissolueeen vrolijk leventje leiden • mener joyeuse viehij danste alsof zijn leven er van afhing • il dansait comme si c'était une question de vie ou de mortzich het leven benemen, zich van het leven beroven • se suiciderals vrijgezel door het leven gaan • être célibatairezijn leven hangt aan een zijden draad(je) • sa vie pend à un filhet leven erbij inschieten • y laisser la viezo is het leven • c'est la vieiemand het leven laten • laisser la vie sauve à qn.iemand het leven ontnemen • ôter la vie à qn.zijn leven redden • sauver sa viehet leven schenken aan • donner la vie àhoe staat het leven? • comment ça va?voor zijn leven strijden • défendre sa peauzijn leven wagen • risquer sa viemijn leven lang • ma vie durantbij, tijdens zijn leven • de son vivantzich door het leven slaan • se débrouiller dans la viein leven • en vieiets in het leven roepen • mettre qc. sur piedhet leven in het hiernamaals • (la vie de) l'au-delàmet zijn leven spelen • risquer sa vieiemand naar het leven staan • attenter à la vie de qn.om het leven komen • trouver la mortiemand om het leven brengen • tuer qn.uit het leven gegrepen • pris sur le vifvan zijn leven niet • jamais de la vieheb je van je leven! • a-t-on jamais vu ça!voor zijn leven geborgen zijn • avoir du foin dans ses bottes pour le restant de ses jourshij is voor zijn leven ongelukkig • il est malheureux pour la vievoor het leven benoemd • nommé à viezij heeft geen leven bij die man • ce n'est pas une vie (pour elle) auprès de cet hommeeen leven als een luis op een zeer hoofd hebben • vivre comme un coq en pâte〈 spreekwoord〉 zolang er leven is, is er hoop • tant qu'il y a de la vie, il y a de l'espoir¶ dat brengt leven in de brouwerij • 〈 het wordt levendig〉 cela met de l'entrain; 〈 de zaken gaan vooruit〉 les affaires prennent tournuretoen begon het lieve leventje • …, ce qui mit le feu aux poudreswat is er een leven op straat! • quelle animation il y a dans la rue!leven maken • faire du tapagezij is in het leven • elle est prostituéenaar het leven tekenen • dessiner d'après natureeen leven als een oordeel • un tapage infernal————————leven21 vivre♦voorbeelden:leeft die vaas nog? • ce vase n'est toujours pas cassé?blijven leven • rester en viemen moet leven en laten leven • il faut vivre et laisser vivrewe moeten daar nog een jaar mee leven • il faudra supporter cela un an encorestil gaan leven • se retirer des affairesin angst leven • vivre dans l'angoissemet deze man valt niet te leven • cet homme est invivablenaar iets toe leven • se réjouir à l'idée de qc.leven tussen hoop en vrees • flotter entre l'espoir et la craintehij leeft van rijst • il vit de rizvan zijn rente leven • vivre de ses renteshij heeft genoeg om van te leven • il a de quoi vivrevan dit vak kun je niet leven • ce métier ne nourrit pas son hommezo waar als ik leef • aussi vrai que j'existezij leven langs elkaar heen • ils vivent chacun de leur côtémen moet ermee leren leven • il faudra bien s'y faire〈 spreekwoord〉 wie dan leeft, die dan zorgt • qui vivra, verra¶ leve de koningin! • vive la reine!dat portret leeft • ce portrait vitdeze romanpersonages leven • les personnages de ce roman sont vrais -
69 lijder
-
70 los
2 [niet bevestigd, gebonden] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 détaché; 〈 verwijderbaar〉 amovible; 〈 niet gebonden〉 défait♦voorbeelden:een losse tand • une dent qui branleer is een schroef los • une des vis s'est desserréehaar hoest werd losser • sa toux devenait plus grasseeen losse voering • une doublure amoviblealles wat los en vast zit • tout le saint-frusquinde hond is los • le chien n'est pas attachéde leeuw is los • le lion s'est échappélos! • lâche(z)!→ link=zand zandlosse melk • lait en vraclos werk • du travail occasionnellos werkman • ouvrier à la journéethee wordt bijna niet meer los verkocht • le thé ne se vend pratiquement plus au poidsdat is niet los te denken van • c'est indissociable delos van • abstraction faite de¶ ze leven er maar op los • 〈 zonder nadenken〉 ils vivent au jour le jour; 〈 bandeloos〉 ils mènent une vie de bâton de chaiseer gemakkelijk op los slaan • avoir la main leste -
71 meest
♦voorbeelden:in de meeste gevallen • dans la plupart des casde meesten zijn gisteren vertrokken • la plupart sont partis hierde meesten van ons • la plupart d'entre nous2 met de meeste hoogachting • avec le plus grand respect; 〈 slotformule van brief〉 je vous prie d'agréer, Monsieur (Messieurs etc.), l'expression de mes sentiments distinguésII 〈 bijwoord〉1 [in de hoogste mate] le (la, les) plus2 [gewoonlijk] en général♦voorbeelden:de meest geschikte datum • la date qui conviendrait le mieuxde meest aangewezen persoon zijn • être tout désignéaan de meest biedende • au plus offranthet meest houden van iets • préférer qc. -
72 mislukken
1 [misgaan] échouer2 [niet worden wat het worden moest] rater♦voorbeelden:een mislukte onderneming • 〈 bedrijf〉 une entreprise qui a été un fiasco; 〈 plan〉 un projet qui a échouéhet is hem mislukt • il a échouéeen mislukt genie • un génie manquézijn zoon is mislukt • son fils n'a pas réussi (dans la vie) -
73 muf
muf, muffig1 [m.b.t. lucht] qui sent le renfermé2 [m.b.t. smaak] qui a un goût de moisi♦voorbeelden:het ruikt hier muf • ça sent le renfermé ici3 wat een muffe boel! • c'est à crever d'ennui ici! -
74 neus
♦voorbeelden:een fijne neus voor iets hebben • 〈 opmerken〉 flairer qc. instantanément; 〈 waarde schatten〉 avoir du nezeen frisse neus halen • prendre un bol d'aireen lange neus maken (tegen iemand) • faire un pied de nez (à qn.)een lopende neus hebben • avoir le nez qui coulehet is zijn neus voorbijgegaan • ça lui a passé sous le nezzijn neus ophalen • reniflerzijn neus snuiten • se moucherzijn neus overal in steken • fourrer son nez partoutzijn neus in de wind steken • porter le nez au ventzijn neus stoten • se casser le nezneuzen tellen • compter les têtes〈 schertsend〉 ja, mijn neus! • mon oeil!dat ga ik jou niet aan je neus hangen • je ne risque pas de te le direiemand bij de neus hebben, nemen • mener qn. en bateaudoor de neus spreken • parler du nezlangs zijn neus weg • comme si de rien n'étaitje staat er met je neus bovenop • tu as le nez dessusaltijd met zijn neus in de boeken zitten • avoir toujours le nez dans les livresiemand met zijn neus op de feiten drukken • forcer qn. à regarder la réalité en facemet zijn neus in de boter vallen • avoir une veine de cocuje kijkt met je neus! • mets des lunettes!met zijn neus kijken • avoir le nez sur qc.wit om de neus zien • être blanc comme un linge〈 figuurlijk〉 iemand iets onder zijn neus wrijven • jeter des reproches au nez de qn.sta niet uit je neus te eten • ne reste pas là à te tourner les pouceshet komt me mijn neus uit • j'en ai par-dessus la têteuit zijn neus bloeden • saigner du nez〈 figuurlijk〉 iemand iets voor de neus wegnemen, wegkapen • souffler qc. au nez de qn.niet verder kijken dan je neus lang is • ne pas voir plus loin que le bout de son nez〈 spreekwoord〉 wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht • qui coupe son nez défigure son visage¶ dat examen is een wassen neus • cet examen, c'est de la frimeiemand iets door de neus boren • faire passer qc. sous le nez de qn. -
75 om het hardst
-
76 ook
2 [zelfs] même3 [als versterking] vraiment6 [misschien] peut-être♦voorbeelden:1 ook een mop! • la bonne blague!〈 ironisch〉 dat is ook een standpunt! • en voilà une idée!mij ook goed! • d'accord!zo kun je er ook over denken • c'est une opinion qui se défend't is ook wat! • quelle affaire!dat is ook wat moois! • c'est du joli!ik ben er ook nog! • et moi! on m'oublie!weg! en gauw ook! • allez ouste, et plus vite que ça!ik ook niet • moi non plusdoe ook zo • faites-en autantook namens mijn man zend ik u … • mon mari se joint à moi pour vous envoyer …als ook • ainsi queniet alleen …, maar ook … • non seulement … mais encore …wat u ook zegt • vous avez beau direwat het resultaat ook moge zijn • quel que soit le résultatwat er ook gebeurt • quoi qu'il arrivewie (dan) ook • qui que ce soithoe heet hij ook al weer? • comment s'appelle-t-il déjà?hoe weinig ook • si peu que ce soithoe dom hij ook is • aussi bête qu'il soit4 zij heeft hard gewerkt, zij is dan ook geslaagd • elle a travaillé dur, aussi a-t-elle réussi5 zij is eindelijk geslaagd, zij had dan ook hard gewerkt • elle a fini par réussir, il faut dire qu'elle avait travaillé dur¶ dat gezanik ook! • ces éternelles jérémiades!ook al protesteert u • vous avez beau protesterook al is hij niet rijk • bien qu'il ne soit pas riche -
77 rechtgeaard
♦voorbeelden: -
78 rijzen
1 [zich oprichten] se dresser3 [omhooggaan; opwaarts hellen] monter4 [gisten] lever5 [zich voordoen] surgir♦voorbeelden:in aanzien rijzen • croître en considérationde vraag rijst, of … • la question qui se présente est (celle) de savoir si … -
79 schelen
2 [ter harte gaan] importer (à qn.)3 [ontbreken] manquer♦voorbeelden:zij scheelt een hoofd met hem • 〈 groter〉 elle a une tête de plus que lui; 〈 kleiner〉 elle a une tête de moins que luidat scheelt! • ah mais ça change tout!dat scheelt veel • ça fait une grande différencehet scheelt weinig • ça ne fait pas une grande différencezij schelen niet veel in leeftijd • il n'y a pas une grande différence d'âge entre euxwat kan me dat schelen? • qu'est-ce que ça peut bien me faire?het kan mij weinig schelen • peu m'importedat scheelt maar weinig • il s'en faut de peuwat scheelt je? • il y a quelque chose qui ne va pas?er scheelt altijd iets aan (bij hem) • il n'est jamais contentik weet heel goed wat er aan scheelt • je sais très bien ce qui ne va paswat scheelt er aan dat boek? • qu'est-ce que tu lui reproches, à ce livre? -
80 schorten
1 manquer♦voorbeelden:1 wat schort eraan? • qu'est-ce qui ne va pas?er schort iets aan • il y a qc. qui ne va pashet schort hun aan goede wil • ils manquent de bonne volonté
См. также в других словарях:
Qui-Gon Jinn — Star Wars character Liam Neeson as Qui Gon Jinn Portrayed by Liam Neeson (Episode I … Wikipedia
Qui Est Juif — ? Cet article traite des critères utilisés pour définir la judaïté des juifs. L article Identité juive traite de la façon dont les Juifs définissent eux mêmes leur judéité. Les Juifs et le judaïsme Généralités Qui est Juif ? … Wikipédia en Français
Qui Est Juif ? — Cet article traite des critères utilisés pour définir la judaïté des juifs. L article Identité juive traite de la façon dont les Juifs définissent eux mêmes leur judéité. Les Juifs et le judaïsme Généralités Qui est Juif ? … Wikipédia en Français
Qui Veut Gagner Des Millions — ? Qui veut gagner des millions ? Genre Jeu télévisé Réalisé par Didier Froehly Présenté par Jean Pierre Foucault Pays … Wikipédia en Français
Qui Veut Gagner Des Millions? — Qui veut gagner des millions ? Qui veut gagner des millions ? Genre Jeu télévisé Réalisé par Didier Froehly Présenté par Jean Pierre Foucault Pays … Wikipédia en Français
Qui Veut Gagner Des Millions ? — Qui veut gagner des millions ? Genre Jeu télévisé Réalisé par Didier Froehly Présenté par Jean Pierre Foucault Pays … Wikipédia en Français
Qui est Juif — ? Cet article traite des critères utilisés pour définir la judaïté des juifs. L article Identité juive traite de la façon dont les Juifs définissent eux mêmes leur judéité. Les Juifs et le judaïsme Généralités Qui est Juif ? … Wikipédia en Français
Qui est Juif ? — Cet article traite des critères utilisés pour définir la judaïté des juifs. L article Identité juive traite de la façon dont les Juifs définissent eux mêmes leur judéité. Les Juifs et le judaïsme Généralités Qui est Juif ? … Wikipédia en Français
Qui est juif — ? Cet article traite des critères utilisés pour définir la judaïté des juifs. L article Identité juive traite de la façon dont les Juifs définissent eux mêmes leur judéité. Les Juifs et le judaïsme Généralités Qui est Juif ? … Wikipédia en Français
Qui veut gagner des millions — ? Qui veut gagner des millions ? Genre Jeu télévisé Réalisé par Didier Froehly Présenté par Jean Pierre Foucault Pays … Wikipédia en Français
Qui veut gagner des millions? — Qui veut gagner des millions ? Qui veut gagner des millions ? Genre Jeu télévisé Réalisé par Didier Froehly Présenté par Jean Pierre Foucault Pays … Wikipédia en Français