-
61 geluk
3 [prettige toevalligheid, gebeurtenis] lucky thing ⇒ piece/bit of luck, 〈 meevaller, mazzel〉 lucky break♦voorbeelden:op goed geluk (af) • on the off-chance, hoping for the beststom geluk hebben • be dead luckyzijn geluk beproeven • try one's luckdat brengt geluk • that will bring (good) luckals ze geluk heeft, haalt ze 't misschien • with (a bit of) luck/if she's lucky she might make itiemand geluk toewensen • wish someone luck/happinessdoor stom geluk • by pure chance/sheer luckgeluk hebben in het spel/de liefde • be lucky at cards/in lovehij mag van geluk spreken • he can count himself lucky, he can/may thank his lucky starsveel geluk! • good luck!dat is meer geluk dan wijsheid • that is more (by) good luck than good judgement; 〈 gezegd wanneer een beginner of onkundige slaagt of wint〉 (that's just) beginner's luckhij kon zijn geluk niet op • he couldn't get over it/was beside himself with joyhet geluk hebben • be fortunate/lucky enough (to)dat is een geluk bij een ongeluk • it could have been a great deal worsehet was zijn geluk dat hij zwemmen kon • it was lucky/a good job for him that he could swimdat was je geluk • that saved youwat een geluk dat je thuis was • a lucky thing you were (at) homeeen gelukje • a stroke of (good) luck, a windfall, a godsend -
62 langzaam
1 [niet vlug] slow♦voorbeelden:1 een langzame dood sterven • die a slow/lingering deathhaast je langzaam • more haste, less speedlangzaam vooruitkomen • make slow progresslangzaam wegsterven • fade outlangzaam aan! • slow down!, (take it) easy!het langzaam aan doen • go slowheel langzaam • very slowly, at a snail's pacelangzaam aan • gradually -
63 schnabbel
♦voorbeelden:ergens een schnabbel hebben • have a (bit of a) job on the side somewhere -
64 stuk
stuk1〈 het〉1 [deel] piece ⇒ part, fragment, 〈 land〉 lot, length 〈 stof, plank, koord〉 〈ook → link=stukje stukje〉2 [(grote) hoeveelheid] lot7 [document] document, paper10 [muziekstuk] piece (of music)13 [gestalte] stature, build♦voorbeelden:1 stukken en brokken • bits and pieces, odds and endsiets in stukken snijden • cut something up (into pieces)een stuk met iemand meelopen • accompany someone part of the way〈 figuurlijk〉 werken dat de stukken er af vliegen • work with a vengeance/at full tiltiets aan stukken slaan/gooien • knock/smash something to piecesiets in stukken scheuren • tear something to pieceshet perceel werd in drie stukken verdeeld • the parcel was divided into three lotseen stuk uit een boek voorlezen • read a passage/section from a book〈 figuurlijk〉 een man uit één stuk • a man of character/of honour, salt of the earthuit één stuk vervaardigd • made in/of one pieceeen goed stuk werk • a fine piece of workeen stuk beter • much/a lot betterstukken beter • quite a lot/far bettermijn klas is een heel stuk voor • my class is well aheadzij is een stuk afgeslankt • she has lost quite a bit of weightdat zou ons een stuk verder brengen • that would help us a lotiets/iemand met stukken slaan • defeat someone/something by a large marginop geen stukken na • not by a long way/shot/ 〈 Brits-Engels ook〉chalk, not nearly3 een stuk gereedschap • a piece of equipment, a tooleen stuk speelgoed • a toyeen groot stuk zeep • a large cake/tablet of soapsigaren van twee gulden per stuk • cigars of two guilders each/apiece/a pieceper stuk verkopen • sell by the piece/singlystuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • the parts were replaced one by onehet zijn stuk voor stuk deugnieten • they're rascals, every one of themtwintig stuks vee • twenty head of cattlevier stuks bagage • four pieces of luggageeen stuk of tien appels • about ten/ten or so apples4 aangetekend stuk • registered mail/letter/item5 een lekker stuk • a nice bit of skirt/stuff/crumpetiets met de stukken kunnen bewijzen • have documents to prove something11 een stuk in een broek zetten • patch a pair of trousers/ Apantshij had stukken op zijn ellebogen • he had elbow patches〈 informeel〉 een raar stuk vreten • a rum customer, a right one13 klein van stuk • small, of small stature, shortstukken aan toonder • bearer securities¶ op zijn stuk blijven staan • hold one's ground, stick to one's gunsvan zijn stuk raken • lose one's head, be put off one's balanceiemand van zijn stuk brengen • unsettle/unnerve/disconcert someoneeen stuk in de kraag hebben • be tight/plasteredop het stuk van … • as far as … is concerned————————stuk21 [aan stukken] apart, to pieces3 [onder de indruk, ingenomen met] impressed (by)♦voorbeelden:het kopje viel stuk • the cup fell to pieces/fell and brokeiets stuk maken • break/ruin something -
65 zier
♦voorbeelden:het kan mij geen zier schelen • I couldn't care lesszich ergens geen zier van aantrekken • not care a bit about something -
66 stukje bij beetje
adv. bit by bit -
67 aankloten
-
68 aardig wat geld
aardig wat geldquite a bit/a nice bit of moneyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aardig wat geld
-
69 aardig
♦voorbeelden:dat is aardig van je!, wat aardig van je! • how nice of youeen aardig tuintje • a nice/pretty gardeneen aardig poosje • quite a whileII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:dat komt aardig in de richting • that's more like ithet werk schiet aardig op • the work is coming along nicelyaardig wat geld • quite a bit/a nice bit of moneyaardig wat mensen • quite a few peoplehij is aardig op weg om … te worden • he is well on his way to becoming … -
70 afdoen
2 [wegnemen] take off4 [betalen] settle♦voorbeelden:2 〈 figuurlijk〉 zijn armoede deed niets af aan zijn waardigheid • his poverty did not detract from his dignity〈 figuurlijk〉 dat doet niets af aan het feit dat … • that doesn't alter the fact that …hij heeft voorgoed bij mij afgedaan • I'm through with himiets van de prijs afdoen • knock a bit off the price, come down a bit (in price)die zaak is afgedaan • that business is over and done withdaarmee is dat afgedaan • that is the end of thatiets afdoen met een lachertje • laugh something offhet laatste agendapunt werd met een paar woorden afgedaan • the last item on the agenda was disposed of in a few wordsde schade onderhands afdoen • settle the damages out of court -
71 bij stukjes en bij beetjes
bij stukjes en bij beetjesbit by bit, little by littleVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij stukjes en bij beetjes
-
72 boor
-
73 buitenkansje
1 stroke/bit/piece of luck♦voorbeelden: -
74 druppelsgewijs
♦voorbeelden: -
75 een beetje vervelend zijn
een beetje vervelend zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een beetje vervelend zijn
-
76 een ietsje te gaar
een ietsje te gaara tiny bit/ 〈 informeel〉 wee bit overdoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ietsje te gaar
-
77 eindje
2 [korte afstand] little way3 [uiteinde] (loose) end♦voorbeelden:1 een eindje van een sigaar • a cigar butt/stubde deur een eindje openlaten • leave the door ajar 〈 op een kier〉; leave the door open a little (way)een eindje verder • a bit further3 〈 figuurlijk〉 de eindjes met moeite aan elkaar kunnen knopen • be hardly able to make (both) ends meet -
78 erbarmen
erbarmen1〈 het〉1 compassion, pity♦voorbeelden:1 met iemand erbarmen hebben • feel pity for someone, commiserate with someone————————erbarmen2〈wederkerend werkwoord; zich erbarmen〉1 take/(have) pity (on)♦voorbeelden:1 〈 ironisch〉 hij erbarmde zich over het laatste restje wijn • he rescued the last bit of wine; 〈 ongemarkeerd〉 he finished/polished off the last bit of wine -
79 gaandeweg
♦voorbeelden: -
80 hij erbarmde zich over het laatste restje wijn
hij erbarmde zich over het laatste restje wijnhe rescued the last bit of wine; 〈 ongemarkeerd〉 he finished/polished off the last bit of wineVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij erbarmde zich over het laatste restje wijn
См. также в других словарях:
bit — bit … Dictionnaire des rimes
bitərəfləşmə — «Bitərəfləşmək»dən f. is … Azərbaycan dilinin izahlı lüğəti
Bit — Saltar a navegación, búsqueda Bit es el acrónimo de Binary digit. (dígito binario). Un bit es un dígito del sistema de numeración binario. Mientras que en el sistema de numeración decimal se usan diez dígitos, en el binario se usan sólo dos… … Wikipedia Español
BIT — (binary digit) Contraction de l’expression anglaise binary digit (chiffre binaire), le terme bit prend en informatique trois significations différentes. Puisqu’on se trouve ici dans un système de numération à base 2, deux symboles (habituellement … Encyclopédie Universelle
Bit — [bɪt], das; [s], [s]: kleinste Einheit der Informationseinheit beim Computer: ein Byte besteht aus acht Bit; ein Bit steht entweder auf 0 oder auf 1. * * * bịt 〈EDV; Zeichen für〉 Bit * * * 1Bịt , das; [s], s <aber: eine Million Bits od.… … Universal-Lexikon
bit — bit1 [bit] n. [ME < OE bite, a bite < bītan, BITE] 1. the part of a bridle that goes into a horse s mouth, used to control the horse: see BRIDLE 2. anything that curbs or controls 3. the part of a pipestem held in the mouth: see PIPE 4. th … English World dictionary
bit — Ⅰ. bit [1] ► NOUN 1) a small piece or quantity. 2) (a bit) a short time or distance. 3) (also bit of fluff or stuff) informal a girl or young woman. ● a bit … English terms dictionary
bit.ly — bit.ly … Википедия
BIT — (homonymie) Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Pour les articles homophones, voir Bite (homonymie) et Bitte (homonymie) … Wikipédia en Français
bit — BIT, biţi, s.m. (inform.) Unitate de măsură pentru cantitatea de informaţie (3) dintr un semnal, corespunzător logaritmului în baza 2. – Din engl., fr. bit. Trimis de paula, 03.09.2007. Sursa: DEX 98 bit (unitate de informaţie) s. m., pl. biţi… … Dicționar Român
Bit — Sn Binärzeichen per. Wortschatz fach. (20. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus ne. bit, einem Kunstwort ( blending ) aus ne. binary digit binäre Zahl . E. binary geht (wie auch nhd. binär) zurück auf l. bīnārius zwei enthaltend , zu l. bīnus je zwei ;… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache