-
81 zuur
zuur1〈 het〉1 [wat zuur is] ±pickles ⇒ pickled vegetables/onions/ 〈enz.〉4 [scheikunde] acid♦voorbeelden:2 het zuur hebben • have heartburn, suffer from acid stomach————————zuur21 [met betrekking tot een smaakgewaarwording] sour4 [scheikunde] acid♦voorbeelden:de melk is zuur • the milk has gone Boff/ Abad/has turned sourdat is zuur voor hem • that's hard on himzuur kijken • look sour -
82 Grieks
-
83 Turks
-
84 af
af1〈 het〉♦voorbeelden:————————af2I 〈 bijwoord〉1 [met betrekking tot een verwijdering] off, away2 [+ van] [met betrekking tot het uitgangspunt] from3 [met betrekking tot een verwijderd/gescheiden zijn] away, off4 [naar beneden] down♦voorbeelden:1 af en aan • back and forth, to and fromensen liepen af en aan • people came and wentaf en toe • (every) now and thenklaar? af! • get set! go!2 van die dag af • from that day (on/onward(s))van de grond af • from ground levelde nieuwigheid is er een beetje af • the novelty has worn off a bitde verf is er af • the paint has come offver af • a long way offhij woont een eindje van de weg af • he lives a little way away from the roadvan iemand af zijn • be rid of someoneu bent nog niet van me af • you haven't seen the last/back of mede trap af • down the stairsaf! • (get) down!; 〈 tegen hond ook〉 down boy/girl!goed/beter/slecht af zijn • have come off well/better/badlydaar wil ik (van) af zijn • I wouldn't like to sayop 't onbeleefde af • to the point of rudenessik weet er niets van af • I don't know anything about itII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉4 [spel] out♦voorbeelden:2 het werk is af • the work is done/finishedde voorstelling was af • the performance was perfect -
85 alleen
♦voorbeelden:1 vrouw/man alleen • single man/womanhij is graag alleen • he likes to be alone/by himselfhet alleen klaarspelen • manage it alone/on one's ownalleen staan • be on one's ownhelemaal alleen • all/completely aloneeen kamer voor hem alleen • a room (all) to himselfik alleen wens u te spreken • I'm the only one who wants to talk to youalleen in het weekeinde geopend • only open at weekendsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:de gedachte alleen al • the mere/very thoughtzijn toezegging alleen al was genoeg • his promise was enough in itselfalleen al hierom • if only because of thisik wilde u alleen maar even spreken • I just wanted to talk to youal was het alleen maar om/omdat • if only for (the fact that)alleen maar aan zichzelf denken • only think of oneselfniet alleen … maar ook • not only … but also2 alleen al het feit dat … • the very/mere fact that … -
86 arm
arm1〈de〉1 [ledemaat] arm3 [ledemaat bij dieren] paw4 [leuning van een zitmeubel] arm♦voorbeelden:1 een gebroken arm • a broken/fractured armgespierde armen • muscular arms〈 figuurlijk〉 met open armen ontvangen • receive/welcome with open armshij sloeg zijn armen om haar heen • he threw his arms around herzijn arm uit de kom trekken • put one's shoulder outzij liepen arm in arm • they walked arm in arm〈 figuurlijk〉 iemand in de arm nemen • call in someone 〈 bijvoorbeeld politie〉; consult someone 〈advocaat/arts〉; engage someone————————arm21 [behoeftig, bezitloos] poor♦voorbeelden:ik ben er twintig gulden armer op geworden • it set me back twenty guildershet arm hebben • be badly offarm worden • be reduced to povertyde armen en de rijken • the rich and the poor4 het arme schaap • the poor thing/soul -
87 bar
bar1〈de〉1 [hoge tafel met krukken; meubel voor de drankvoorraad] bar2 [café; vertrek in een hotel] bar3 [in samenstellingen] bar♦voorbeelden:wie staat er achter de bar? • who's behind the bar?————————bar21 [kaal] barren♦voorbeelden:een barre winter • a severe winternu wordt het toch te bar! • this is going too far!; this is really getting a bit much!II 〈 bijwoord〉 -
88 begaan
begaan1♦voorbeelden:1 hij is begaan met haar lot • he is sympathetic towards her, he sympathizes with her————————begaan21 [zijn gang gaan] do as one likes/pleases ⇒ 〈 zijn zin krijgen〉 have one's (own) way, 〈 zonder toezicht werken〉 carry on by oneself, 〈 zonder toezicht werken〉 get on with it♦voorbeelden:1 iemand stil laten begaan • let someone do as he/she pleases; 〈 op eigen wijze te werk laten gaan〉 give someone a free handhij wilde haar zoenen en ze liet hem begaan • he wanted to kiss her and she let himII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [betreden] walk on♦voorbeelden:1 een blunder/flater begaan • commit a blunder, blunder -
89 behouden
behouden11 safe♦voorbeelden:hij is gelukkig behouden gebleven • luckily he is unharmediemand behouden aan land brengen • bring someone safely ashore————————behouden22 [niet opgeven] maintain, keep3 [in leven houden] save♦voorbeelden:zijn zetel behouden • retain one's seat -
90 beladen
-
91 betrekkelijk
♦voorbeelden:betrekkelijk voornaamwoord • relative pronoundat is betrekkelijk • that depends (on how you look at it)alles is betrekkelijk • everything is relativeII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 alles gaat betrekkelijk goed • things are going well, consideringbetrekkelijk goedkoop • relatively cheap -
92 braak
-
93 breed
2 [royaal] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:de kamer is 6 m lang en 5 m breed • the room is 6 metres (long) by 5 metres (wide)breder worden/maken • broaden/widen (out)niet breder dan twee meter • not more than two metres wide/in widthhet breed hebben • be well offII 〈 bijwoord〉2 [ruim] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:1 een breed omgeslagen kraag • a wide/loose collarbreed opgezet • broadly-basediets breed uitmeten • lay something on thick〈 spreekwoord〉 wie het breed heeft, laat het breed hangen • they that have a good store of butter may lay it thick on their bread -
94 bruin
bruin1〈 het〉1 [kleur] brown2 [brood] brown (loaf)♦voorbeelden:¶ oud bruin • ±brown ale————————bruin21 brown♦voorbeelden:1 een bruin café • ±a pubzich bruin laten bakken • get a (sun)tanwat bak je ze weer bruin • you're really going to town on it -
95 conservatief
conservatief1〈de〉————————conservatief21 [behoudend] conservative2 [politiek] Conservative♦voorbeelden: -
96 courant
courant1〈 het〉1 currency————————courant2♦voorbeelden:1 courante fondsen • sal(e)able/marketable stockshet meest courante model • the best-selling modelcourante rente • running interestcourante schulden • current debtscourante waren/artikelen • current stock -
97 dadelijk
I 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 kom je haast? ja, dadelijk • are you coming now? yes, just a minute2 niet dadelijk mooi, maar toch wel aardig • not exactly beautiful, but still nicedadelijk wil je nog beweren dat … • I suppose you'll say next that …II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 -
98 diplomatiek
diplomatiek1〈de〉————————diplomatiek21 [met betrekking tot de diplomatie; gelijk aan het origineel] diplomatic♦voorbeelden:1 diplomatieke betrekkingen onderhouden/verbreken • maintain/break off diplomatic relationsdiplomatieke onschendbaarheid • diplomatic immunitydiplomatieke stappen ondernemen • take diplomatic stepsdiplomatieke vertegenwoordiger • envoydiplomatiek te werk gaan • show great tact, be diplomatic -
99 donker
donker1♦voorbeelden:vóór (het/de) donker thuis zijn • be home before dark————————donker2♦voorbeelden:een donkere lucht • a dark/gloomy skyhet wordt donker • it's getting darkeen donker type • a dark-complexioned typeII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
100 duur
duur1〈de〉1 [tijdruimte die iets beslaat] duration ⇒ length, 〈 met betrekking tot apparatuur〉 life, 〈 met betrekking tot gevangenisstraf, ambt〉 term2 [tijd dat men het ergens uithoudt] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:het geschil is al van lange duur • the dispute is of long standingvoor onbepaalde duur in staking gaan • strike for an indefinite periodop de lange duur • in the long run, finallyhet leven is kort van duur • life is short————————duur22 [zwaarwegend, bindend] solemn♦voorbeelden:dure gewoontes • expensive/luxurious habitseen duur hotel • an expensive/plush hotelaan de dure kant • on the pricey sideeen dure tijd • a period/time of high pricesdure vaklui • highly-paid craftsmendie auto is duur (in het gebruik) • that car is expensive to runde stookolie wordt weer duurder • heating oil is going up againhoe duur is die fiets? • how much is that bicycle?dat is te duur voor mij/me te duur • I can't afford itergens duur mee uit zijn • get a bad bargaineen dure plicht • a bounden duty3 dure mensen • chic/posh peoplehij gebruikt graag dure woorden • he likes to use big wordsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 onze duur betaalde/bevochten vrijheid • our dearly bought/hard-won freedomiets duur betalen • pay a high price for something 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 pay dearly for something
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский
bijvoeglijk+naamwoord+ook
Страницы