-
1 doué
doué [doe.ee]♦voorbeelden:être doué pour les langues • een talenknobbel hebbenadj1) voorzien (van), uitgerust (met)2) begaafd -
2 fort
fort1 [for]〈m.〉2 sterkste gedeelte ⇒ dikste, breedste gedeelte5 sjouwer ⇒ zakkendrager, lastdrager♦voorbeelden:————————fort2 [for]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 sterk ⇒ krachtig, machtig, flink2 hard ⇒ stevig, vasthoudend, taai3 begaafd ⇒ intelligent, handig, behendig4 hevig ⇒ fel, scherp, luid, hoog5 fors ⇒ dik, zwaar, gezet♦voorbeelden:recourir à la manière forte • zijn toevlucht nemen tot geweldville forte • versterkte stadc'est plus fort que moi • ik kan niet andersà plus forte raison • zoveel te meerêtre fort de • steunen opse faire fort de • zich wel in staat achten omle plus fort c'est que • het sterkste is nog datça c'est fort! 〈 België〉, ça c'est fort de café! • dat is kras!→ raisonforte tête • stijfkopêtre fort en calcul • goed zijn in rekenenêtre fort en gueule • niet op zijn mondje gevallen zijngoût fort • scherpe, sterke smaakhaleine forte • doordringende adempayer le prix fort • de volle prijs betalentabac fort • zware tabakfort en gueule • snoeverig————————fort3 [for]〈 bijwoord〉2 sterk♦voorbeelden:parler fort • hard pratenpousser fort • hard duwenrespirer fort • diep ademhalensentir fort • sterk ruiken1. m1) sterkste kant/gedeelte2) vesting3) midden, hart4) sjouwer2. adj1) sterk, krachtig2) hard, stevig3) begaafd, handig4) hevig, fel5) luid6) fors, dik, zwaar3. adv1) zeer, heel, erg2) sterk -
3 génie
génie [zĵeenie]〈m.〉3 aard ⇒ geest, karakter4 begaafdheid ⇒ talent, aanleg♦voorbeelden:mauvais génie • kwade genius, boze geestidée de génie • geniaal ideeavoir du génie • geniaal, zeer begaafd zijnavoir le génie des affaires • zakentalent hebbenle génie militaire • de geniem2) zinnebeeld3) aard, karakter4) talent5) genie -
4 surdoué
surdoué [suurdoe.ee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden: -
5 connaître
connaître [konnetr]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 iemand, iets〉 kennen ⇒ 〈 iemand ook〉 leren kennen ⇒ 〈 iets ook〉 weten, op de hoogte zijn van, verstand hebben van♦voorbeelden:connaître qn. de nom • iemand van naam kennenconnaître un grand succès • veel succes hebbenfaire connaître qc. à qn. • iemand iets meedelense faire connaître • zich bekendmaken; zich doen geldenfaire connaître qn. • iemand bekendheid gevença me connaît • dat heb ik meer gedaanje ne lui connaissais pas ce talent • ik wist niet dat hij daarin zo begaafd wasne connaître que son devoir • alleen maar zijn plicht zienil ne connaît rien à la littérature • hij weet niets van literatuur→ fruit1 elkaar, zichzelf kennen♦voorbeelden:1 s'y connaître en qc. • verstand hebben van iets, iets goed kunnenv1) kennen2) leren kennen3) weten, verstand hebben (van) -
6 intelligence
intelligence [ẽtelliezĵãs]〈v.〉1 intelligentie ⇒ (hoog) verstandelijk vermogen, verstand, intellect♦voorbeelden:avoir l'intelligence vive • vlot van begrip zijndoué d'intelligence • verstandelijk begaafdavoir une bonne intelligence des faits • de feiten op zijn duimpje kennenavoir des intelligences dans la place • geheime contacten hebben met de vijand in de belegerde vesting; 〈 figuurlijk〉contactpersonen, introducties hebben in een moeilijk toegankelijke kringvivre en bonne, mauvaise intelligence avec qn. • in goede, slechte verstandhouding met iemand leven1. f1) intelligentie, intellect, verstand2) inzicht, begrip2. intelligencesf pl -
7 intelligent
intelligent [ẽtelliezĵã]1 intelligent ⇒ verstandig, schrander♦voorbeelden:1 peu intelligent • weinig begaafd, niet bijster intelligentadj1) intelligent, verstandig -
8 littéraire
littéraire [lieteerer]2 〈 alleen bijvoeglijk naamwoord〉 literair begaafd ⇒ literair gericht, die zich bezighoudt met de menswetenschappen♦voorbeelden:adj1) literair, letterkundig -
9 talent
talent [taalã]〈m.〉1 talent ⇒ aanleg, gave♦voorbeelden:exercer son, un talent • zich volledig ontplooienmontrez-nous vos talents • laat eens zien wat je kuntde talent • begaafd, getalenteerdm1) talent, aanleg -
10 talentueux
talentueux [taalãtuu.eu]= talentueuse; adj -
11 avoir du génie
avoir du géniegeniaal, zeer begaafd zijn -
12 cantatrice de génie
cantatrice de génie -
13 de talent
de talentbegaafd, getalenteerd -
14 doué d'intelligence
doué d'intelligence -
15 je ne lui connaissais pas ce talent
je ne lui connaissais pas ce talentDictionnaire français-néerlandais > je ne lui connaissais pas ce talent
-
16 pensant
pensant [pãsã]♦voorbeelden:¶ bien pensant • gezagsgetrouw, rechtzinnig -
17 peu intelligent
peu intelligentweinig begaafd, niet bijster intelligent -
18 un surdoué
un(e) surdoué(e)
См. также в других словарях:
Operation Silbertanne — (Silver Fir) was the codename of a series of murders taking place between September 1943 and September 1944 during the German occupation of the Netherlands. The assassinations were carried out by a death squad composed of Dutch members of the SS… … Wikipedia