-
1 bedrijfsklaar
♦voorbeelden: -
2 bedrijfsklaar
-
3 bedrijfsklaar
готовый к работе (к) эксплуатации (к) вводу (к) пуску* * *прил.общ. готовый к вводу в действие, готовый к пуску -
4 bedrijfsklaar
• in working order -
5 bedrijfsklaar maken
bedrijfsklaar makenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bedrijfsklaar maken
-
6 in working order
bedrijfsklaar -
7 operational
adj. operationeel, bedrijfsklaar; gevechtsklaar[ oppəreesjnəl]2 operationeel ⇒ operatie-, bedrijfs-, werkings-♦voorbeelden: -
8 готовый к вводу в действие
adjgener. bedrijfsklaarRussisch-Nederlands Universal Dictionary > готовый к вводу в действие
-
9 готовый к пуску
adjgener. bedrijfsklaar -
10 in working order
in working orderbedrijfsklaar; goed/normaal functionerend -
11 operation
n. aktie, daad, werking; operatie[ oppəreesjn]1 operatie ⇒ handeling, onderneming; campagne; 〈 medicijnen, geneeskunde ook〉 chirurgische ingreep; 〈 leger ook〉 militaire actie; 〈 handel ook〉 beursoperatie, (beurs/handels)transactie2 onderneming ⇒ bedrijf, zaak♦voorbeelden:perform an operation on someone for appendicitis • iemand opereren aan de blindedarm1 werking3 beheer♦voorbeelden:1 ready for operation • bedrijfsklaar, operationeelbe in operation • in werking/van kracht zijnbring/put something into operation • iets in werking brengen/zettencome into operation • in werking treden, ingaan 〈 van wet〉 -
12 ready for operation
bedrijfsklaar, operationeel -
13 workable
adj. bedrijfsklaar, bruikbaar; uitvoerbaar, haalbaar[ wə:kəbl] 〈 workableness〉1 bedrijfs/gebruiksklaar ⇒ bruikbaar2 uitvoerbaar ⇒ haalbaar, werkbaar3 be/verwerkbaar ⇒ hanteerbaar -
14 working order
-
15 operationalize
v. bedrijfsklaar maken, functioneel maken; in werking stellen; een begrip definiëren zodat het van uit een meetbaar oogpunt kan worden uitgedrukt -
16 monter
monter1 [mõtee]〈m.〉————————monter2 [mõtee]2 instappen ⇒ opstappen, gaan (zitten) in, gaan (staan) op♦voorbeelden:monter sur, à un arbre • in een boom klimmenla mer monte • het wordt vloedle ton monte • het gesprek raakt verhitmonter de 10 pour cent • met 10 procent stijgenles larmes lui montaient aux yeux • de tranen schoten haar, hem in de ogenle vin lui monte à la tête • de wijn stijgt haar, hem naar het hoofdII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bestijgen ⇒ beklimmen, opgaan3 naar boven brengen ⇒ omhoog halen, optrekken5 uitrusten ⇒ geheel voorzien van, inrichten6 plaats nemen in, op ⇒ instappen in♦voorbeelden:v1) klimmen, naar boven gaan2) instappen3) toenemen4) opstijgen6) paardrijden9) reiken (tot)10) bestijgen11) hoger plaatsen13) in elkaar zetten14) uitrusten, inrichten15) dekken [koe]16) opkloppen [eiwit]17) hoger stemmen [muziek]18) ophitsen -
17 opérationnel
opérationnel [oppeeraasjonnel]2 operationeel ⇒ wetenschappelijk verantwoord, werkbaar♦voorbeelden: -
18 готовый к вводу в действие
adjgener. bedrijfsklaar -
19 готовый к пуску
adjgener. bedrijfsklaar -
20 opstarten
1 [in beweging zetten] mettre en marche2 [bedrijfsklaar maken] amorcer3 [computer][een programma] ouvrir♦voorbeelden:
- 1
- 2