-
41 duivel
1 [geen meervoud] [Satan] devil♦voorbeelden:1 de duivel bannen/bezweren/uitdrijven • exorcise/drive out the devil't is of de duivel ermee speelt • you'd think the devil had a hand in it〈 figuurlijk〉 hij is van de duivel bezeten • he's possessed (by/of the devil)〈 figuurlijk〉 bij de duivel te biecht gaan • consort with the enemy/devilhij is voor de duivel nog niet bang • he's afraid of no one and nobodyalsof de duivel hem op de hielen zat • as if the devil were at his heels〈 figuurlijk〉 hij is des duivels • he's furious/livid〈 spreekwoord〉 als je van de duivel spreekt, trap je hem op zijn staart • talk of the devil and he's sure to appear¶ wat/waar/wie voor de duivel • what/where/who the devil -
42 een onfeilbaar teken van drift
een onfeilbaar teken van driftVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een onfeilbaar teken van drift
-
43 een rolvast acteur
een rolvast acteurVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een rolvast acteur
-
44 en/maar jawel hoor!
en/maar jawel hoor!and/but sure enough!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > en/maar jawel hoor!
-
45 ergens zeker van zijn
ergens zeker van zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ergens zeker van zijn
-
46 ervoor waken dat iets gebeurt
ervoor waken dat iets gebeurtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ervoor waken dat iets gebeurt
-
47 ervoor zorgen dat het gesmeerd gaat
ervoor zorgen dat het gesmeerd gaatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ervoor zorgen dat het gesmeerd gaat
-
48 ga vooral vroeg naar bed
ga vooral vroeg naar bedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ga vooral vroeg naar bed
-
49 geheid
♦voorbeelden:dat paard wint geheid • that horse is a dead cert -
50 gesmeerd
1 [bedekt/ingewreven met vet/boter] greased, buttered2 [zonder moeilijkheid] smoothly♦voorbeelden: -
51 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
52 heb je het of krijg je het?
heb je het of krijg je het?are you sure you haven't got a screw loose somewhere?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > heb je het of krijg je het?
-
53 heilig
1 [met betrekking tot God/Christus/personen] holy♦voorbeelden:iemand heilig verklaren • canonize someone〈 figuurlijk〉 hij is een boef, maar nog heilig bij zijn broer vergeleken • he is a crook, but a saint compared with his brotherhet Heilige Land • the Holy Landde heilige Mis • Holy Massde heilige stad • the Holy Cityde zondag heilig houden • observe the Lord's Dayhet heilige der heiligen • the holy of holiesII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:een heilig ontzag voor iemand hebben • stand in great awe of someonede nagedachtenis van haar moeder bewaarde zij heilig • she cherished the memory of her motherhem is niets heilig • nothing is sacred to him3 heilige eerbied • great/profound respecthet is mij heilige ernst • I am dead(ly) seriousik was in de heilige overtuiging dat zij nog leefde • I was firmly convinced that she was still alivehet is de heilige waarheid • it is gospel truthiets heilig beloven • promise something solemnlyik heb het me heilig voorgenomen (om …) • I am firmly determined (to …)je kunt er heilig van op aan • you can be dead sure (of that) -
54 het is zo zeker als 2 + 2 vier is
het is zo zeker als 2 + 2 vier isVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is zo zeker als 2 + 2 vier is
-
55 heus
♦voorbeelden:heus niet! • not at all!, certainly not!〈 schertsend〉 maar niet heus! • but not really!hij doet het heus niet/wel • he is sure (not) to do that -
56 hij doet het heus niet/wel
hij doet het heus niet/welVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij doet het heus niet/wel
-
57 hij is zo vreselijk zeker van alles
hij is zo vreselijk zeker van allesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is zo vreselijk zeker van alles
-
58 hij komt stellig
hij komt stelligVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij komt stellig
-
59 hij nam het zekere voor het onzekere
hij nam het zekere voor het onzekereVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij nam het zekere voor het onzekere
-
60 hij was ervan overtuigd te zullen slagen
hij was ervan overtuigd te zullen slagenhe was confident/sure (that) he would succeedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij was ervan overtuigd te zullen slagen
См. также в других словарях:
Sure Start — logo Sure Start is a UK Government initiative applying in England, originating with HM Treasury, with the aim of giving children the best possible start in life through improvement of childcare, early education, health and family support, with an … Wikipedia
Sure — Sure, a. [Compar. {Surer}; superl. {Surest}.] [OE. sur, OF. se[ u]r, F. s[^u]r, L. securus; se aside, without + cura care. See {Secure}, and cf. {Assure}, {Insure}, {Sicker} sure.] 1. Certainly knowing and believing; confident beyond doubt;… … The Collaborative International Dictionary of English
Sure (riviere) — Sûre (rivière) Sûre La Sûre à Echternach au Luxembourg. Caractéristiques Longueur 206 km Bassin … Wikipédia en Français
sure — [shoor] adj.. surer surest th [OFr .seur < L securus: see SECURE] 1. Obs. secure or safe 2. that will not fail; always effective [a sure method] 3. that can be relied upon; trustworthy [a sure friend] … English World dictionary
sure — ► ADJECTIVE 1) completely confident that one is right. 2) (sure of/to do) certain to receive, get, or do. 3) undoubtedly true; completely reliable. 4) steady and confident. ► ADVERB informal ▪ certainly … English terms dictionary
Sure — or SURE may refer to: * sure as probability, see certainty * Sure (brand), the brand by Unilever * Sure, a telephone company operating in the British Crown dependencies * Sure, a Chilean based film company * Stein s unbiased risk estimate (SURE) … Wikipedia
sure — sure, surely 1. In all parts of the English speaking world, surely is the dominant form in the meaning ‘in a sure or certain manner’ (slowly but surely) and in the use inviting or presupposing agreement (Surely that can t be right). In BrE, sure… … Modern English usage
sure-footed — [shoor′foot′id] adj. 1. not likely to stumble, slip, or fall 2. not likely to err; skillful, competent, etc.: Also written surefooted sure footedly adv. sure footedness n. * * * sure foot·ed or sure·foot·ed ( … Universalium
Sure — Sûre Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Sûre est le féminin de l adjectif sûr qui peut être employé pour qualifier ce qui a rapport à la sûreté. Depuis les rectifications orthographiques de … Wikipédia en Français
Sure canción — Saltar a navegación, búsqueda «sure» Sencillo de Every Little Thing del álbum eternity Publicación 16 de febrero, 2000 Formato Maxi single … Wikipedia Español
sure — c.1300, safe, secure, later mentally certain (mid 15c.), from O.Fr. sur, seur safe, secure, from L. securus free from care, untroubled, heedless, safe (see SECURE (Cf. secure)). Pronunciation development followed that of SUGAR (Cf. sugar). As an… … Etymology dictionary