-
101 life
n. "Life", Amerikaans maandblad gespecialiseerd in fotopers[ lajf] 〈meervoud: lives〉♦voorbeelden:1 〈 benaming voor〉 leven ⇒ bestaan; levendigheid; bedrijvigheid; levensduur/tijd; levensbeschrijving/verhaal♦voorbeelden:a matter of life and death • een zaak van leven of doodmake life easy • niet moeilijk doeneveryday life • het leven van alledag〈 informeel〉 you (can) bet your life • nou en of!, wat dacht je!save someone's life • iemands leven reddenstart life • geboren wordentake one's (own) life • zelfmoord plegentake someone's life • iemand om het leven brengenfor life • voor het leven, levenslangfor the life of me I couldn't remember it • al sla je me dood, ik weet het echt niet meerrun for one's life • rennen voor je levenpainted from life • naar het leven geschilderdthe other life • het leven hiernamaalsthis is the life! • dit is/noem ik nog eens leven!this life • dit (aardse) leven〈 spreekwoord〉 while there is life there is hope • zolang er leven is, is er hoopescape with life and limb • het er levend afbrengenthe life (and soul) of the party • de gangmaker van het feestbreathe life into a party • een feest opvrolijken/verlevendigenstart life • zijn carrière beginnenhis records/stamps are his life • zijn platen/postzegels zijn zijn lust en zijn leven -
102 runway
n. loop; pad; sponning; start of landingsbaanrunway1 start/landingsbaan -
103 starter
-
104 partant
partant1 [paartã]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉2 aan de start verschijnend(e) paard, coureur♦voorbeelden:¶ être partant pour • te vinden zijn voor, in zijn voor————————partant2 [paartã]〈 voegwoord〉1 dientengevolge ⇒ bijgevolg, derhalve1. m1) vertrekkende2) aan de start verschijnend paard/coureur2. conj -
105 Fehlstart
-
106 loskommen
-
107 взлёт
opvliegen, opstijging, start, opbloei -
108 отлёт
vertrek, start, wegvliegen -
109 старт
nsports. start -
110 afresh
-
111 ball
n. bal; bal (dansfeest)--------v. tot bal vormen; tot een bal maken; klonteren; deelnemen aan geslachtsgemeenschapball1[ bo:l]2 bol ⇒ bolvormig voorwerp, bal3 prop ⇒ kluwen, bol5 kogel♦voorbeelden:set/start the ball rolling • de zaak aan het rollen brengenballs! • gelul!¶ on the ball • wakker, op zijn hoedebe (right) on the ball • op de hoogte/ad rem zijn♦voorbeelden:————————ball2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:→ balls up balls up/ -
112 bang
adv. klap, dreun; met lawaai--------interj. boem!--------n. slag; geluid van een explosie; harde slag, dreun; verdovend middel, hennep--------v. slaan, treffen; voortdurend lawaai maken; opzettelijk lawaai maken; een speciale haardracht ("pony") maken waarbij het voorhoofd zichtbaarder wordt; (Agressieve Slang) deelnemen aan geslachtsgemeenschap, een paar vormenbang1[ bæng] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klap ⇒ dreun, slag2 knal ⇒ ontploffing, schot3 plotselinge inspanning/energie♦voorbeelden:3 start off with a bang • hard aan het werk gaan/van stapel lopen————————bang2♦voorbeelden:bang into someone • iemand toevallig ontmoeten→ bang away bang away/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stoten ⇒ bonzen, botsen2 dichtgooien/smijten♦voorbeelden:→ bang out bang out/————————bang3〈 bijwoord〉1 precies ⇒ pats, vlak2 plof ⇒ boem, paf♦voorbeelden:〈 informeel〉 bang on • precies goed/raakbang on time • precies op tijdbang went another million • nog een miljoen naar de maancome bang up against (something) • stuiten op (iets)————————bang41 boem! ⇒ pats!, pang! -
113 be well away
be well away -
114 be
n. Barylium (chemische grondstof Be)be1 zijn ⇒ bestaan, voorkomen; plaatshebben2 〈 alleen in voltooide tijd〉geweest/gekomen zijn♦voorbeelden:2 has the postman been? • is de postbode al geweest?〈Brits-Engels; informeel〉 he's been and won the first prize • laat ie me nou toch de eerste prijs winnenII 〈 koppelwerkwoord〉1 zijn5 liggen aan ⇒ komen door, de schuld zijn van♦voorbeelden:she'd like to be a teacher • ze zou graag lerares wordenthe bride-to-be • de toekomstige/aanstaande bruida would-be teacher • iemand die zich voor leraar uitgeeftMrs Smith, Miss Jones that was • mevr. Smith, geboren Jonesbe that as it may • hoe het ook zijhow are you? • hoe is het met je?be back • terug zijnbe about/around • (ergens) rondslingerenI'm before you • ik kom voor u aan de beurtwhat's behind this? • wat steekt hier achter?it's beyond my wildest expectations • het gaat mijn stoutste verwachtingen te boven〈 alleen in voltooide tijd〉 have you ever been to India? • ben je ooit naar/in India geweest?4 A+ is excellent • een A-plus is/betekent uitstekendwhat's that to him? • wat trekt hij zich daarvan aan?how is that? • hoe komt dat (zo)?they were already about their business • ze waren al (met hun zaken) bezigbe after someone • iemand achternazittenbe after something • iets proberen te pakken te krijgen, op iets uit zijn〈 informeel〉 be off something • geen trek/zin meer hebben inas is/was • zoals hij/zij/het is/was→ be about be about/, be around be around/, be at be at/, be down be down/, be for be for/, be in be in/, be off be off/, be on be on/, be out be out/, be out of be out of/, be over be over/, be round be round/, be through be through/, be up be up/, be upon be upon/, be up to be up to/, be with be with/III 〈 hulpwerkwoord〉1 aan het … zijn♦voorbeelden:1 they were reading • ze waren aan het lezen, ze lazen3 if this were to happen, were this to happen • als dit zou/mocht gebeuren→ be going to be going to/, be to be to/ -
115 beat/jump the gun
beat/jump the gun -
116 blue peter
n. blauwe vertrekvlag met wit blok in het midden (schepen maken er gebruik van om aan te geven dat ze klaar zijn om te varen)〈 voornamelijk zeilsport〉start/vertrek/afvaartvlag -
117 blue
adj. blauw; verdrietig (slang)--------n. blauw--------v. blauw kleuren; geld verspillenblue1[ bloe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 blauw5 lid/kleur van een conservatieve politieke partij ⇒ 〈 Brits-Engels〉 Tory, conservatief6 〈 Brits-Engels〉student(e) die universiteit vertegenwoordigt in sportwedstrijden tussen Oxford en Cambridge♦voorbeelden:3 into the blue • naar/in het onbekende, in de ruimteout of the blue • plotseling, als een donderslag bij heldere hemel¶ get/win one's blue • gekozen worden als vertegenwoordiger (van Oxford of Cambridge) in sportwedstrijden————————blue2〈bijvoeglijk naamwoord; bluer; blueness〉2 gedeprimeerd ⇒ triest, somber♦voorbeelden:blue blooded • van adellijke afkomstblue cheese • schimmelkaasblue-collar workers • handarbeidersblue helmet • blauwhelmblue with cold • blauw van de kouthings are looking blue • de zaken staan er slecht voor4 blue film/movie • pornofilm, seksfilmwait till one is blue in the face • wachten tot je een ons weegtonce in a blue moon • (hoogst) zelden, zelden of nooitcry/scream/shout blue murder • moord en brand schreeuwen————————blue3〈 werkwoord〉1 blauw kleuren/maken -
118 doom
n. populair computerspel (ook op internet)doom1[ doe:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:send someone to his doom • iemand zijn ondergang tegemoet sturen————————doom2〈 werkwoord〉2 〈 voornamelijk voltooid deelwoord〉tot mislukking/ten ondergang doemen♦voorbeelden:1 we are doomed! • we zijn verloren!doomed to unemployment • tot werkloosheid gedoemd2 the undertaking was doomed from the start • de onderneming was tot mislukken gedoemd vanaf het begin -
119 embark
v. aan boord gaan; beginnen[ imba:k]1 aan boord gaan/nemen ⇒ (zich) inschepen♦voorbeelden:1 they embarked at Rotterdam for Hull • zij scheepten zich te Rotterdam in voor/naar Hull2 embark (up)on • zich begeven/wagen in, beginnen (aan) -
120 family
adj. v.d. familie--------n. familie[ fæm(ə)lie] 〈meervoud: families〉3 afkomst ⇒ afstamming, familie♦voorbeelden:1 a small family • een gezin met weinig kinderen, een klein gezinstart a family • een gezin stichtenhave you any family? • hebt u kinderen?3 of good family • van goede familie/afkomst
См. также в других словарях:
Start-1 — est un lanceur de satellite russe, développé à partir du missile balistique intercontinental RT 2PM Topol conçu à l époque de l Union soviétique par l Institut de technologie thermique de Moscou. Sommaire 1 Histoire 2 Description 3 La version S … Wikipédia en Français
Start — can refer to multiple topics:* Takeoff, the phase of flight where an aircraft transitions from moving along the ground to flying through the air * Standing start and rolling start, in an auto race * Start signal, in telecommunications * Start… … Wikipedia
Start (Rakete) — Start ist der Name einer russischen Trägerrakete, die auf Basis der Interkontinentalrakete SS 25 („Topol“) entwickelt wurde. Man unterscheidet die Typen Start und Start 1. Start 1 hat vier Raketenstufen, Start hingegen fünf, wobei die zweite… … Deutsch Wikipedia
start — START, starturi, s.n. Loc de plecare (marcat printr o linie) într o cursă sportivă. ♢ expr. A se prezenta la start sau a lua startul = a lua parte la o întrecere sportivă. ♦ Momentul începerii unei curse sportive, indicat de starter. – Din engl.… … Dicționar Român
Start (entreprise) — Pour les articles homonymes, voir Start. Logo du groupe Start Création 1992 … Wikipédia en Français
Start Over — is a feature offered to Time Warner Cable customers in the United States.It allows customers to jump to the beginning of a program in progress without any preplanning or in home recording devices. It is available to digital cable subscribers at… … Wikipedia
Start — steht für: den Beginn einer Zeitnahme, oder Anfangsort einer sportlichen Veranstaltung, siehe Start (Sport) das Abheben eines Luftfahrzeuges, siehe Start (Luftfahrt) das Hochfahren eines Computers, siehe Booten Start, Namen: Start (Louisiana),… … Deutsch Wikipedia
start — ► VERB 1) begin to do, be, happen, or engage in. 2) begin to operate or work. 3) cause to happen or operate. 4) begin to move or travel. 5) jump or jerk from surprise. 6) literary move or appear suddenly. 7) rouse (game) from its la … English terms dictionary
start in — To begin • • • Main Entry: ↑start * * * ˌstart ˈin [intransitive] [present tense I/you/we/they start in he/she/it starts in … Useful english dictionary
start — (st[aum]rt), v. i. [imp. & p. p. {started}; p. pr. & vb. n. {starting}.] [OE. sterten; akin to D. storten to hurl, rush, fall, G. st[ u]rzen, OHG. sturzen to turn over, to fall, Sw. st[ o]rta to cast down, to fall, Dan. styrte, and probably also… … The Collaborative International Dictionary of English
Start — (st[aum]rt), v. t. 1. To cause to move suddenly; to disturb suddenly; to startle; to alarm; to rouse; to cause to flee or fly; as, the hounds started a fox. [1913 Webster] Upon malicious bravery dost thou come To start my quiet? Shak. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English