-
81 trocito
m.bit, sliver, snippet.* * *= bit, titbit [tidbit, -UK], tidbit [titbit, -USA], chip.Ex. All these bits of raw material -- these 'chunks of reality' as McNair calls them -- are encapsulated in a carefully organized and well-rounded whole, which the reader must pull apart and put together again.Ex. Samples of pickled herring titbits and sprats were analysed for nitrate and nitrite.Ex. The edible parts of squid are suitable for drying, deep-freezing and for the production of tidbits and preserves.Ex. Tongue studs frequently damage the person's teeth, causing tiny fractures and huge chips.----* cortar en trocitos = dice.* en trocitos = diced.* galleta con trocitos de chocolate = chocolate chip cookie.* hacer Algo trocitos = tear + Nombre + to bits.* hacer Algo trocitos = tear + Nombre + to shreds.* trocito de Algo = crumb of + Algo.* trocitos = little bits.* * *= bit, titbit [tidbit, -UK], tidbit [titbit, -USA], chip.Ex: All these bits of raw material -- these 'chunks of reality' as McNair calls them -- are encapsulated in a carefully organized and well-rounded whole, which the reader must pull apart and put together again.
Ex: Samples of pickled herring titbits and sprats were analysed for nitrate and nitrite.Ex: The edible parts of squid are suitable for drying, deep-freezing and for the production of tidbits and preserves.Ex: Tongue studs frequently damage the person's teeth, causing tiny fractures and huge chips.* cortar en trocitos = dice.* en trocitos = diced.* galleta con trocitos de chocolate = chocolate chip cookie.* hacer Algo trocitos = tear + Nombre + to bits.* hacer Algo trocitos = tear + Nombre + to shreds.* trocito de Algo = crumb of + Algo.* trocitos = little bits. -
82 układać
impf ⇒ ułożyć* * *(książki, papiery, bukiet) to arrange; (wiersz, melodię) to compose; ( rannego) to lay downukładać sobie włosy — to have one's hair set lub styled
* * *ipf.1. (= umieszczać, porządkować) arrange, order, set, place; układać pasjansa play patience; układać sobie życie plan one's life; ułożyć komuś życie set sb up for life; układać parami pair, geminate; układać pochyło (o dachu, dachówkach) weather; układać warstwami stratify; ułożyć w kolejności alfabetycznej arrange in alphabetical order; kulin. layer; układać według skali graduate; układać w tabelę tabulate; układać w stos heap up, pile up, stack; układać w kategorie/grupy/zespoły sort into categories/groups/teams.2. (= tworzyć całość) compose, arrange, put together; ( bukiet) bunch (up), arrange (the flowers); (podłogę, płytki, wykładzinę) lay.3. (= formować) form, shape; ( włosy) dress, coiffure, set; (tkaninę, firankę) drape; ułożyć kwiaty do the flowers; układać sobie włosy do one's hair.4. (= umieszczać w pozycji leżącej) lay down, put down; układać do snu put to bed, lay to sleep.5. (= tworzyć) compose; (muzykę, wiersz) compose, make up; ( przemówienie) prepare; (list, pismo) pen, phrase, draft, formulate; (egzamin, pytania) set; układać horoskop cast a horoscope.6. (= ustalać) plan, design, arrange, settle.7. (= tresować zwierzęta) school, train.ipf.1. (= kłaść się) lie, lie down, couch; układać się w pozycji półleżącej recline; ułożyć się do snu lie down to sleep, bed down; ułożyć się wygodnie snug, lie l. settle l. nestle comfortably; assume a comfortable position.2. (= przybierać kształt) assume a shape; ( o tkaninie) drape, fall into folds ( w fałdy); moje włosy nie układają się my hair doesn't set.3. (= przebiegać) occur, happen, pan out, turn out; sprawy nie układają się najlepiej things are not the way they should be, things are not doing fine; wszystko się jakoś ułoży it'll all come right, everything's going to be all right; układać się (dobrze) shape up, fall into place.4. (= pertraktować) negotiate, discuss terms ( z kimś with sb).The New English-Polish, Polish-English Kościuszko foundation dictionary > układać
-
83 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily -
84 cooperar
v.1 to co-operate.2 to cooperate, to collaborate, to contribute, to co-operate.* * *1 to cooperate* * *VI to cooperate (en in) ( con with)cooperar en — to collaborate in, work together on
los factores que cooperaron al fracaso — the factors which together led to failure, the factors which contributed to the failure
* * *verbo intransitivoa) ( en tarea) to cooperatecooperar (con alguien) en algo: cooperamos con ellos en la introducción del sistema we worked with o cooperated with them on the introduction of the system; cooperaron en las tareas de reconstrucción they collaborated on the rebuilding work; cooperar en la lucha contra el cáncer — to work together in the fight against cancer
b) ( contribuir)c) ( en colecta)* * *= cooperate [co-operate], play + ball.Ex. By 1960 a draft code had been produced, and from this time on, British and American Committees co-operated closely.Ex. She then said: 'If you want to fare reasonably well, you better play ball with me'.----* cooperar en la patrocinación = co-sponsor [cosponsor].* * *verbo intransitivoa) ( en tarea) to cooperatecooperar (con alguien) en algo: cooperamos con ellos en la introducción del sistema we worked with o cooperated with them on the introduction of the system; cooperaron en las tareas de reconstrucción they collaborated on the rebuilding work; cooperar en la lucha contra el cáncer — to work together in the fight against cancer
b) ( contribuir)c) ( en colecta)* * *= cooperate [co-operate], play + ball.Ex: By 1960 a draft code had been produced, and from this time on, British and American Committees co-operated closely.
Ex: She then said: 'If you want to fare reasonably well, you better play ball with me'.* cooperar en la patrocinación = co-sponsor [cosponsor].* * *cooperar [A1 ]vi1 (en una tarea) to cooperate cooperar ( CON algn) EN algo:cooperamos con ellos en la introducción del nuevo sistema we worked with o cooperated with o helped them to introduce the new systemcooperaron en las tareas de reconstrucción they collaborated on o they took part in the rebuilding worktodos debemos cooperar en la lucha contra el cáncer we must all work together in the fight against cancercooperar para la creación de un mundo mejor to work together to create a better world2 (contribuir) cooperar A algo to contribute TO sthcooperó al éxito de la campaña it contributed to the success of the campaign3 (en una colecta) cooperar CON algo to contribute sthcooperar con 500 pesos to contribute 500 pesosla UE coopera con medicamentos the EU is contributing medical suppliescooperar con un donativo to make a contribution o donation* * *
cooperar ( conjugate cooperar) verbo intransitivo
to cooperate;
cooperar con algn to cooperate with sb;
cooperar verbo intransitivo to cooperate [a, en, in] [con, with]
' cooperar' also found in these entries:
English:
cooperate
- play along
- ball
* * *cooperar vi1. [trabajar] to co-operate;cooperó con nosotros en nuestro primer proyecto he worked with us on our first project;cooperaron con la policía en la investigación they co-operated with the police in the investigation, they helped the police with their enquiries;tenemos que cooperar para hacer desaparecer la violencia we must work together to put an end to violence2. [contribuir] to contribute;cooperaron con dos hospitales de campaña the contributed two field hospitals3. [influir] to contribute;el mal tiempo cooperó al fracaso the bad weather contributed to their failure* * *v/i cooperate* * *cooperar vi: to cooperate* * *cooperar vb to cooperate -
85 samle
accumulate, assemble, bundle, collect, compile, concentrate, gather, muster, piece together, pile up, put together, raise, rally, unify* * *vb gather ( fx mushrooms, pebbles, wealth, information, experience),( mere systematisk) collect ( fx material for a book; information; one's thoughts);( om personer) gather ( fx gather people about one), collect ( fxcollect all the pupils in the big hall),( til bestemt formål, F) assemble ( fx an audience; the members of the committee; people for a meeting);( tiltrække) attract ( fx he stood on a box to attract an audience);(maskindele etc) assemble;( opdynge) accumulate ( fx a lot of books; enormous riches),F amass ( fx a fortune);( til en enhed) unite ( fx a country),F unify;[ samles] gather, meet;(se også samlet);[ med sb:][ samle appetit] get up (el. gather) an appetite;[ samle mod] get up (el. pluck up) courage;[ samle en hær] raise an army;( komme sig) recuperate;[ samle alle sine kræfter] gather all one's strength;[ med præp, adv:][ samle ind]( foretage indsamling) collect ( til for),(fx på arbejdsplads, T) pass the hat round;[ samle op] pick up;[ samle på bøger (, frimærker etc)] collect books (, stamps etc);T ( ironisk) nothing to write home about;[ samle sammen] get (el. gather) together ( fx one's things), collect;[ med sig:][ samle sig] gather, collect,( for bestemt formål, F) assemble (om round), congregate;( ophobes) gather ( fx dust gathered on the books), collect,( gennem lang tid) accumulate ( fx books (, dust) had accumulated on his desk);( tage sig sammen) collect oneself,( koncentrere sig) concentrate (om on);[ samle sig en formue] accumulate (, F: amass) a fortune;(dvs for at støtte) they rallied round their leader. -
86 STANDA
* * *(stend; stóð, stóðum; staðinn), v.1) to stand, opp. to sitja or liggja (hann stóð við vegginn);koma standandi niðr, to come down on one’s feet;skal mik niðr setja standanda, in a standing position;standa fast, to stand fast;standa höllum fœti, to stand slanting;2) to stand, stick (G. skaut svá fast niðr skildinum, at hann stóð fastr í jörðunni);sveininum stóð fiskbein í hálsi, the bone stuck in his throat;3) to stand, remain;borð stóðu, stood, were not removed;4) to stand, be situated (bœr einn stóð skamt frá þeim);5) to stand still, rest, pause (stóð þá kyrrt nökkura hríð);verðr hér fyrst at standa sagan, the story must stop here for the present;6) to last (hafði lengi staðit bardaginn);7) to befit, become (konungr kvað þat eigi standa, at menn lægi svá);ekki stendr þér slíkt, it does not befit thee;8) to stand in a certain way, project, trend (fjögur horn ok stóðu fagrt, hit þriðja stóð í lopt upp);stendr inn straumrinn, the tide (current) stands in;blóðbogi stóð ór hvárutveggja eyranu, a stream of blood gushed out of both his ears;kallar hann betr standa veðrit at fara landhallt, that the wind stands better for making land;stóð vindr af landi, the wind blew from the land;standa grunnt, to be shallow (vinátta okkur stendr grunnt);9) to touch;standa grunn, to stick on the ground (örkin stóð grunn);10) to catch, overtake (hann drap menn Eiríks konungs, hvar sem hann stóð þá);standa e-n at e-u, to catch one doing a thing (ef maðr verðr at því staðinn, at hann meiðir smala manna);11) to stand, endure, bear (standa e-t or e-u);12) to press, urge, trouble (elli stóð Hárek);hvat stendr þik, what ails thee?13) to weigh so much (gullhringr, er stóð mörk);14) to stand by one, side with one, with dat.;mikils er vert, hversu fast N. stendr þér um alla ráðagerð, how close N. stands by thee in all counsel;15) with preps.:standa af e-u, to proceed from, be caused by (opt stendr illt af kvenna hjali);vil ok ek eigi, at af mér standi brigð okkarrar vináttu, nor do I wish to be the cause of a breach in our friendship;standa af e-u við e-n, to give up, cede to one;impers., segir hann honum, hvernig af stóð um ferð hans, how the matter stood as to his journey;standa at e-m, to attack (var við sjálft, at þeir mundu standa at prestinum);to stand by one, on one’s side (ek veit eigi víst, hvaðan G. inn ríki stendr at);standa á e-u, to stand on, insist on (statt ei á því, er þér er bannat);impers., stendr á illu einu með þeim, they are on very bad terms;standa á e-m, to hang over one (sú skóggangssök, er á þér stendr); to refer to (þat heilræði stóð upp á þenna sama sendiboða);standa eptir, to remain, be left;standa fyrir e-u, to stand in the way of (þeir kváðu geip hennar ekki skyldu standa fyrir þingreið þeira);standa e-m fyrir þrifum, to stand in the way of one’s thriving;to stand before one, protect one (vér skulum Egil af lífi taka, en hlífa engum, er fyrir honum vill standa);standa hjá e-m, to stand by one, assist one;standa í e-u, to be engaged in, busied with (standa í bardögum, einvígum, málum, kvánbœnum);impers., stendr í deilu með þeim, there is a quarrel between them;standa með blóma, to be in a flourishing condition;standa móti (á móti, í móti) e-u, to stand against;standa saman, to stand together, be gathered, amassed (þar stóð auðr mikill saman);standa til e-s, to tend towards;standa til umbótar, to stand for mending, need it;sem bœn yður stendr til, as your prayer tends to;eptir þeim efnum, sem honum þœtti til standa, according to the merits of the case;eptir því sem lög stóðu til, as the law was (taka þeir allir við bótum, sem lög stóðu til);impers., stendr til e-s, it is to be expected, feared (til langra meina mun standa, ef);standa e-m til e-s, to assist, help one (B. segir, hversu Ó. hafði honum til staðit);standa undan, to be lacking (mikit stendr undan við hann í vinfenginu);standa vel undir e-t, to support well, back it up well (munu margir vel undir þat standa);standa undir e-m, to be in one’s possession, keeping (féit stendr undir honum);standa upp, to stand up from a seat (þá stóð S. upp ok mælti hátt); to rise from bed (standa upp ok klæðast); to be left standing (fimm einir menn stóðu upp á skipinu);standa uppi, to be left standing (K. hinn auðgi flýði ok allt lið hans, þat er uppi stóð; hús þau, er uppi stóðu);to be laid up ashore, of a ship (stigu þeir á skip þat, er þar hafði uppi staðit um vetrinn);of a corpse, to lie on the bier (lík Kjartans stóð uppi í viku í Hjarðarholti);of a bow, to be kept bent (boginn má eigi einart uppi standa);standa við e-u, to withstand (víkingar svá harðfengir, at ekki stendr við);impers., stendr við e-t, it is on the verge of (þeir áttu svá harða leika, at við meiðingar stóð);standa yfir e-u, to be present at (heldr vildi hann þenna kjósa en standa yfir drápi Þorgils frænda síns); to extend (þar er þeira ríki stendr yfir);standa yfir, to stand over, last (hversu lengi skal fjárbón sjá yfir standa?);í þessum griðum ok svardögum, sem yfir standa, which now stand, are in force;16) refl., standast.* * *pres. stend, stendr, stöndum, standit, standa; pret. stóð, stótt, stóttú (mod. stóðst, stóðstú), stóð, pl. stóðum; subj. stæði; imperat. statt, stattú (cp. stand-þú); part. staðinn; pret. infin. stóðu = stelisse, Fms. vi. (in a verse); a medial form, pres. stöndumk (= stat mihi), Fm. 1. Kormak; pret. stóðumk (= stabant mihi), Hm. 106: with neg. suff. stóð-k-at, Fas. iii. 22 (in a verse). [Common to all Indo-Germ. languages.]A. To stand; þó at hann gangi eðr standi áðr, Grág. ii. 95; hann stóð við vegginn, … stóð á víxl fótunum, Sturl. ii. 158; standa höllum fæti, Nj. 97; koma standandi niðr, to come down standing (after a leap), 85, Grág. ii. 110; skal mik niðr setja standanda, in a standing position, Ld. 54; munkr er eigi mátti standa á bænum ok reikaði, Greg. 62; standa á götu e-s, Nj. 109; standa fast, to stand fast, 92; standa frammi, to stand, be on one’s feet, Fms. vii. 85; s. fyrir dómstóli keisarans, 656 C. 19; s. fyrir manni, to stand before a man, so as to screen him, Grág. ii. 12. 115, Eg. 357: s. hjá, to stand by, metaph. to assist, Fas. ii. 501: standa nær e-m, to stand near one, metaph. to back, Nj. 76; nær standa vinir Gunnars, 88.2. to stay; Egill stóð meðan ok beið þeirra, Eg. 483; statt ( stop) ok trú mér, 623. 17.3. to stand, stick; stóðu spjót þeirra ofan frá þeim, Nj. 253; at hann standi fastr í fönninni, 84; skildinum, svá at fastr stóð í vellinum, 262; öxin stóð á hamri, i. e. went through to the back, and stuck there, 165; sveininum stóð fiskbein í hálsi, the bone stuck in his throat, Blas. 40; ef nökkurum stendr bein í hálsi, 655 ix. B. 2: absol., það stendr í e-m, it sticks in one’s throat.4. to stand, remain; borð stóðu, stood, were not removed, Fms. vii. 144; skála þann sem enn stendr í dag, Þórð. 58 new Ed.; svá lengi sem heimrinn stendr, Rb. 64; skyli bú yðr standa ú-rænt, Nj. 208.5. to stand, be seated, placed;í þeim dal stendr kirkja, Greg. 57; kirkja sú er stendr í Reykja-holti, D. I. i. 476; bær einn stóð skamt frá þeim, Eg. 230; ór þeim sal er und þolli stendr … ask veit ek standa, … stóð fyrir norðan salr, sal veit hón standa, Vsp.; Lissibón stendr á Spáni, Fms. vii. 80; Narbón stendr vid Jórsala-haf, x. 85; öll þau fylki er í hans biskups-ríki stóðu, vii. 300; Illugastaði ok Hrafnagil er standa í Laxárdal, Dipl. v. 17; standa á bók, reikningi, skrá …, [Germ. es steht geschrieben], ii. 12, 13, Bs. i, passim. II. with prepp.; standa á e-u, to stand on, insist on, persevere in; statt eigi á því er þér er bannat, Mirm.; s. á illu ráði, id.; s. á hendi e-m, Nj. 88, Grág. i. 121 (see hönd); mest mundi á fyrir-mönnum standa, Nj. 106: to stand upon, s. á lögum, Js. 41; s. á rétti sínum, … standa á dómi e-s, to stand by, abide by:—s. gegn, á móti, to withstand, Hom. 7, Fms. ii. 36, 225, x. 401:—s. af e-u, to give up, Dan. afstaae, Fb. i. 523:—s. at, to help (at-stoð); hvaðan Guðmundr stendr at, … hvaðan sem hann stendr at, Nj. 214; þeim er þaðan standa at, 193:—s. eptir, to remain, N. G. L. i. 335, Fms. ii. 231, vi. 248, Grág. ii. 301, Eg. 202, Rb. 116, Hom. 12, Stj. 422 (eptir-stöðvar = arrears):—s. fyrir, to stand before, to stand in the way of a thing, Ísl. ii. 262, Fms. vi. 61, Grág. i. 140; s. e-m fyrir þrifum, Fms. ii. 154; s. e-m fyrir gleði, vii. 162; s. e-m fyrir svefni, Gísl. (in a verse); s. e-m fyrir ljósi, to stand in the way of one’s light; láta e-t s. fyrir kaupi, Nj. 17; láta s. fyrir kviðburði, 87; ef afl hefir staðit fyrir kvið þeirra, Grág. i. 53; þat á eigi fyrir málum at s., 106; eiðr Vermundar stóð fyrir, Fbr. 22; járni á hann fyrir at standa, N. G. L. i. 342; s. fyrir með eineiði, 346:—s. í e-u, to be deeply engaged in; s. í bardögum, einvígum, málum, stórmælum, kvánbænum, etc., Eg. 486, Ld. 262, Nj. 53, 224, 227, Ísl. ii. 216; standa í ábirgð, Dipl. v. 24; s. í þjónustu, Mar.:—standa saman, to stand together, put together in one place; þar stóðu saman fé mikil, Eg. 318; stóð úmegð mörg saman, Ísl. ii. 198; þar stóð auðr mikill saman, Ld. 124: to consist, Hom. 2:—s. undir e-u, to be subject to; s. undir prófi, Dipl. i. 6; féit stendr undir honum, is in his keeping, Grág. i. 395: standa undir með e-m, to support, Sturl. i. 20; s. vel undir e-t, to support well, back, Nj. 215, Fms. vii. 125; jarl stóð vel undir hans mál, viii. 282; munu margir vel undir þat s., to back it up well, Ó. H. 52:—standa upp, to stand up from a seat, Nj. 3, Fms. i. 33, x. 401: to rise from bed, Nj. 69, Eg. 121; s. upp fyrir dag, 577; s. upp ok klæðask, Ld. 44; hann liggr sjúkr … þar er standi aldri upp, Nj. 80 (standa upp ór sótt); s. upp með e-m, to rise, join one, Sturl. ii. 203:—s. uppi, of a ship, to be laid up ashore (during the winter), Nj. 259, Ísl. ii. 273: of a corpse, to lie on the bier, Fms. ii. 257, Ám. 101: of a bow, to be kept bent, 623. 19: standa upp, to be standing, be left standing on one’s feet; færri standa upp enn fallnir eru, Fms. xi. 110; stóðu þá enn upp mjök margir á skeiðinni, many still stood up (not dead or wounded), 142; flýði allt lið er upp stóð, Eg. 33; fimm einir menn stóðu upp á skipinu, Orkn. 356 old Ed., (new Ed. 414 l. c. leaves out ‘upp’); meðan ek má upp standa ok vápnum valda, Ld. 170: standa uppi, id., Fms, viii. 139, Hkr. i. 210:—standa við e-u, to withstand, Grág. i. 1, 336 (við-staða); svá harðfengir at ekki stendr við, Nj. 271; svá mikit troll at ekki stendr við honum, Bárð. 177; þeir skutu svá hart, at ekki stóðu við hlífarnar, Fms. i. 173: to stand against, stop, hann stóð við litla stund (við-staða, a pause, halt):—standa yfir, svá lengi sem þingboð stæði yfir, lasted, Fms. ii. 216: hversu lengi skal fjárbón sjá yfir standa? Nj. 141; í þessum griðum ok svardögum sem yfir standa, which now stand, are in force, Fms. xi. 365; þar er þeirra ríki stendr yfir, extends, Eg. 344.B. Metaph. usage, to stand still, rest, pause; verðr hér fyrst at standa sagan, the story must stop here, Fms. vi. 56: nú skal hér standa um athæfi Varbelgja, ix. 473; skulu sóknir standa, meðan leiðangr er úti, Gþl. 486; útlegðar-sakir skulu eigi standa um várþing, Grág. i. 103; skyldi málit standa um nóttina til rannsaks, Fms. ix. 414; skal þá standa leigan í hross-verðinu, Grág. i. 434; stóð þá kyrrt nokkura hrið, Fms. xi. 397; at svá búit stæði, Nj. 139; eigi mátti svá búit s., Fms. ii. 9; standa með blóma; stendr búit með miklum blóma, Band. 2.2. to last; Guðs ríki stendr ei ok ei, Hom. 160; ok standa eina þrjá vetr, Sks. 323; þá sjau daga sem veizlan stóð, Stj.; en er þrjár nætr hafði veizlan staðit, Landn. 117; hafði lengi staðit bardaginn, Odd. 18; er deildir várar s. lengr, Eg. 738; stóð mikil deila milli þeirra langa hríð, Fms. x. 169; stóð þetta heimboð nokkut skeið, Nj. 81; meðan erfit stóð, Eb. ch. 54; stóð hennar hagr með þeim hætti, Bs. ii. 166:—to be valid, skal þetta testamentum s. ok haldask, Dipl. iv. 8; ok standa enn þau lög, Ver. 52; um tólf mánaðr stendr þeirra mál, Grág. i. 143; skal þat allt s. ok satt vera, 655 xxvii. 28; hans tala skal s. á fé sjálfs hans, K. Þ. K. 146; má þat eigi s. né fyrir satt halda, Stj. 31; hann mun láta s. boð þessi (stand by it), Nj. 77; þrjú kúgildi þau er standa með jörðunni, Dipl. iii. 8; ekki á Bjarkeyjar-réttr á því máli at standa, this case does not fall under the town jurisdiction, Fms. vii. 130; stendr þat mál ( it extends) um þrjá fjórðunga, Grág. i. 464.3. to befit, become; konungr kvað þat ekki standa, at menn lægi svá, Fms. x. 157; berr þat eigi né stendr þvílíkum, Stj. 132; hví stalt þú guðum mínum, ekki stendr þér slíkt, 181.4. phrases, nú stóð í stilli, see stilli; var þat boð með svá miklu kappi, at stóð í stönginni (cp. Dan. saa at det stod efter), Fms. xi. 424; standa í háska, Mar.5. sem inn átti dagr Jóla standi á Dróttins degi, Rb. 128; en á þeim degi stóð Ólafs messu-aptann, Hom. 111.II. of direction, to stand in a certain way, project, trend; fjögur horn ok stóðu fagrt, hit þriðja stóð í lopt upp, hit fjórða stóð ór enni, ok niðr fyrir augu honum, Ld. 120; geitar-horn stendr ór höfði henni, Fms. vii. 156; vápn stóðu á Birkibeini svá þykt at varla mátti hann falla, 325; gákk af bryggjunni eðr spjotið stendr á þér, 144; ella hefði spjótið staðit gegnum hann, Nj. 246; blóðbogi stóð ór hváru-tveggja eyranu, 210, Fms. vi. 419; boginn stóð inn um ræfrit, Eg. 239; kallar hann betr standa veðrit, at fara landhallt, the wind stands better for making land, Fms. x. 347; sunnan-vindr hvass ok stóð at virkinu, xi. 34; stóð gnæðingr með fjöllum, Bárð. 171; af íllsku ok úþef þeim er af stóð, Fms. iii. 128; stóð vindr af landi, Vigl. 79 new Ed.; stendr inn straumrinn, Bs. ii. 143: stóð stropinn um kyrtilinn, Clar.; standa grunnt, to be shallow; vinátta okkur stendr grunnt, Eg. 520; stóð hón alla vega jörð, touched the earth. Art.; stafir stórir ok stóðu grunn í ánni, Fb. ii. 19; örkin stóð grunn, stuck to the ground, Stj. 50, Gþl. 460, Grág. ii. 358; þrjár rætr standa; á þrjá vega undir aski Yggdrasils, Gm.; augu yður standa lengra fram, Sturl. iii. 129; finnr konungr at mikit stendr undan við hann í vinfenginu al hendi Sigvalda, Fms. xi. 106; heilræðit stóð á þenna sama sendiboða, referred to him, 433; hvaðan Guðmundr inn ríki stendr, on which side he stands, with whom he sides, Nj. 214.2. to proceed from, be caused by; eigi standa þin orð af litlu fári, Fas. i. 195; stóð lítil stjórn af honum, Fms. xi. 223; þótti af honum minni ógn standa, Eg. 268; e-m stendr mein, úhapp, útili, íllt, gagn, hjálp … af e-m, 175; guðin rökðu til spádóma at af systkinum þessum mundi þeim mikil mein ok úhapp standa, Edda 18, Nj. 65, Barl. 39; eigi mun svá mikit íllt af þér standa, Nj. 368; opt stendr íllt af kvenna hjali. Gísl. 15: yðr munn vandræði af standa, Nj. 175.3. standa til, to tend towards; nú stóð áðr til svá mikils váða, at …, Fms. vii. 144; þá stendr þó til meira geigs, xi. 275; standa til umbótar, to stand for mending, need it, Fb. ii. 234; flest frumsmíð stendr til bóta, needs mending; standa til mikils kostnaðar, D. N. ii. 18; sem bæn yður stendr til, tends to, Nj. 192; hvárt honum standi hugr til nökkurrar konu, Ísl. ii. 285; engi ván eða verðleikr stendr til at fáisk, Al. 91; sem bæn yður stendr til, Nj. 192; eptir þeim efnum sem honum þætti til standa, according to the merits of the case, Fms. vii. 60; eptir þvi sem lög stódu til, as the law stood, Nj. 146, Ld. 28; frekari álög en forn lög stæði til, Fms. xi. 224; latari enn líkendi stæði til, 256; fremr enn ritningar stóðu til, tended towards, i. e. warranted, Mar.; líta á mál hans eptir þeim efnum sem honum þætti til standa, as the merits were, Fms. vii. 60; eptir því sem lög stóðu til, Nj. 146, Ld. 28; standa til váða ok auðnar, Fms. x. 271.III. to catch, overtake; hann drap menn Eiríks konungs hvar sem hann stóð þá, Hkr. i. 91; var hverr drepinn þar er staðinn varð, 107; lét hann ræna hvar sem hann stóð þá, Fms. vii. 181; hörmuðu bæði at þau máttu eigi fá staðit hann, Hom. 120; ef hann er með vátta inni staðinn, Grág. ii. 18; ef maðr tekr fé manns ok vinnr þjófskap at, enda standi hinn hann (acc.) at þvi er fé þat á, svá at handnumit verðr, ok …, 136; hinum er þýfð var í höndum staðin, id.; nú stendr maðr fé sitt þjófstolit í hendi öðrum manni, Gþl. 537.2. to stand, i. e. to endure or bear; hverr sem fyrir-smár dómarann, ok vill eigi dóm standa, N. G. L. i. 452: to discharge, skal dæma landit þeim manni er varðveizlu stendr, to the man who stands as guardian, Grág. ii. 251; sá er vitna þarf skal standa þeim kost allan, Jb. 358.3. to press, urge, trouble; ef ofviðri stendr mann, N. G. L. i. 349; Alfhildi stóð sótt, Hkr. ii. 199, Stj. 425; mun þik nú hræðsla standa, Fas. iii. 429; elli stóð Hárek, Ísl. ii. 482; hver fjölskylda sem þik stendr, Fms, xi. 429; segja máttu hvat þik stendr, what urges thee. Mar.; ok vænti af þér mests trausts, því heldr sem mik stendr meirr, Fms. iii. 70; standa mik svá stórar þröngslir, at …, Stj. 495; hvat stendr þik, what ails thee? Grett. 75 new Ed.; hvat stendr þik, Bergr, sagði biskup, Bs. i. 807; því at eins at þeim (þá?) standi ofviðri, N. G. L. i. 371.4. to be of weight, value; skal hann eigi standa tómr meirr enn átta merkr, Gþl. 524; gullhringr stendr sex aura, mörk, Fms. ii. 246, xi. 204; strútrinn stóð tíu merkr, 77; vættir þær er hver þeirra standi hálfa níundu mörk, Gþl. 523.C. Reflex. to stand right, be able to stand; steðjaði hann upp yfir törguna ok stóðsk þó, Nj. 144; þar mundir þú eigi hafa staðizk fylgjur þeirra Þorvarðs, Lv. 104; hann druknaði, því hann stóðsk ekki fjölkyngi Ragnars, Bárð. 181.2. standask e-t, standask áhlaup, Sks. 411; höggum standask fáir, Sks. 411 B; fáir stóðusk honum, þótt fræknir væri, Grett. 87 A; gull stendsk elding, Grág. i. 501; þetta éi var með svá miklum býsnum, at ekki máttu sumir menn betr enn fá staðizk, Fms, xi. 136; var við sjálft at ek mætta eigi standask, x. 331; stóðsk hann eigi ok dó, 623. 33; hví lét Guð þeira freista, þar er hann sá at þau máttu eigi standask, Eluc. 28; at þér standisk jafnvel ef þér sjáit frændr yðra svívirða, Fms. v. 270.3. to stand, bear, tolerate; hann skekr at honum sverðit, þetta fá þeir eigi staðizk ok hlaupa, Ísl. ii. 364; Kári stóðsk þetta eigi, Nj. 270; Björn stóðsk eigi ámælis-orð Sigmundar, Valla L. 218; standask frýju-orð, Fær. 196.4. standask við e-m, to stand, be able to withstand; Heiðrekr vá með Tyrfingi ok stóðsk ekki við honum, Fas. i. 526; engi hlutr var svá sterkr at standask mætti fyrir honum. Edda.5. to be valid; skulut mál hans standask um þá sök, Grág. i. 64; á þeirra dómr at standask, 80; eigu jammikit þeira orð at standask, sem annarra lögréttu-manna, 10; ef þú kemr til konungsins, ok megi þín orð nokkut standask, Fms. xi. 193; hennar orð stóðusk svá mikit, at …, Fas. i. 208; um þat vilda ek at mín at kvæði stæðisk, at …, Eb. 98.6. of direction, to proceed from; standask af e-m, af henni mun standask allt it ílla, Nj. 49; svá stenzk af um ferð mína, the matter stands so as to my journey; Ólafr sagði jarli hversu af stóðsk um ferð hans, Ld. 112 (hversu af stóð, 340); ekki sagði Kjartan föður sínum hversu af stóðsk um ferð þessa, 208; Gautr segir honum geiniliga allt hversu af stóðsk inn ferðir hans, Fms. iii. 57; svá stendsk af um ferðir mínar, at ek má hér ekki dvelja lengr, vi. 350; eigi veit ek hvernig af stenzk (stennz) um för þína, hvárt þú ferr nökkut í konungs leyfi, Ó. H. 143.7. a middle form; yfir ok undir stóðumk jötna vegir, the ‘giant-ways’ ( rocks) stood above and below, Hm.; stöndumk hjörr til hjarta, the sword touches me to the heart, Fm. 1.II. recipr. to stand opposite one another in the same line: to meet, of ends; þat stóðsk á, nesit þvert ok fylking þeirra, Ísl. ii. 326; stóðsk þat á, at Jólin þraut ok lokit var sögunni. Fms. vi. 356; vígin Áskels ok Steingríms skyldi á standask, Rd. 281; stóðsk þat á endum ok ostkistan, Nj. 76; stóðsk þat á endum ok þat er Gunnarr; átti at gjalda, 111; létu þeir þat á endum standask, 120; standask á mót; sandmelr sá er á stendzk ok Seftjörn, Gísl. 23; bær hans stóðsk á ok konungs atsetr, Fas. ii. 63: bíða þess at á stæðisk misganga straumanna ok austan-veðr, Orkn. 266: stendzk heldr í móti með þeim hjónum, they were rather at sixes and sevens, did not agree well, Bjarn. 21: hendingar standask sem næst, to stand as close to one another as possible, Edda (Ht.); tungl þau er næst standask, nearest to one another, Rb. 34, 1812. 56.III. staðinn = staddr, steadfast, placed, abiding; hvar sem maðr er staðinn, N. G. L. i. 163; vildi hann nú til staðins vita ( knew for certain) hver svör jarl vildi gefa, Vígl. 18. -
87 adelante
adv.1 forward, ahead.(de ahora) en adelante from now onsacar adelante to rescue (proyecto, empresa)salimos adelante we put our problems behind us2 before, in front.intj.1 come in.2 go on, carry on, go ahead, move on.pres.subj.3rd person singular (él/ella/ello) Present Subjunctive of Spanish verb: adelantar.* * *► adverbio1 forward, further1 (pase) come in!2 (siga) go ahead!, carry on!\de aquí en adelante from here onen adelante henceforthseguir adelante to keep going, carry on* * *adv.* * *ADV1) [indicando dirección] forward•
hacia adelante — forward•
llevar adelante un proyecto — to carry out a project•
sacar adelante una empresa/un espectáculo — to get a company/a show off the groundla orquesta no podrá salir adelante sin subvenciones — the orchestra won't be able to survive without subsidies
•
seguir adelante — to go ondecidieron seguir adelante con sus proyectos — they decided to go ahead o carry on with their plans
paso II, 1., 3)antes de seguir adelante, ¿hay alguna pregunta? — before I go on, are there any questions?
2) [indicando posición]la fila dos es demasiado adelante — row two is too near the front o too far forward
3) [indicando tiempo]•
en adelante — from now on, in futureen adelante las reuniones serán cada dos años — from now on o in future the meetings will be every two years
de ahora en adelante, de aquí en adelante — from now on
•
más adelante — laterdecidimos dejar la reunión para más adelante — we decided to leave the meeting till a later date o till later
4) [indicando cantidad]•
en adelante — upwards5)¡adelante! — [autorizando a entrar] come in!; [animando a seguir] go on!, carry on!; (Mil) forward!
6)• adelante de — LAm in front of
* * *1) ( en el espacio)a) (expresando dirección, movimiento) forwardpara/hacia adelante — forward
b) (lugar, posición)se sentó adelante — ( en coche) she sat in front; (en clase, cine) she sat at the front
más adelante la calle se bifurca — further on, the road forks
tiene un bolsillo adelante — (esp AmL) it has a pocket at the front
2) ( en el tiempo)de hoy en adelante — as of o from today
3)adelante de — (loc prep) (AmL)
a) ( en lugar anterior a) in front ofadelante de mí/ti/él — in front of me/you/him
b) ( en presencia de) in front of4)adelante! — (como interj) ( autorizando la entrada) come in!; ( ordenando marchar) forward!; ( invitando a continuar) go on!, carry on!
* * *= ahead.Ex. He glanced casually at the ill-balanced frontages of the buildings ahead that stretched on and on until they melded in an indistinguishable mass of gray at Laurence Street.----* ¡adelante! = go for it!.* ayudar a Alguien a salir adelante = help + Nombre + get on + Posesivo + feet.* cuya fecha se anunciará más adelante = at a time to be announced later.* cuya fecha se determinará más adelante = at a time to be determined later.* dar un paso adelante = step up.* de ahora en adelante = from now on, from this point on.* de atrás para adelante = back and forth.* de hoy en adelante = as from today.* desde + Fecha/Lugar + en adelante = from + Fecha/Lugar + onward(s).* desde hoy en adelante = as from today.* desde mitad de + Expresión Temporal + en adelante = from the mid + Expresión Temporal + onwards.* en adelante = forward [forwards].* Fecha + en adelante = Fecha + onwards.* gran salto adelante = giant leap, great leap forward.* hacia adelante = onward(s), straight ahead, straight on.* hacia adelante y hacia atrás = to and fro.* hay que seguir adelante = the show must go on.* llevar adelante = go ahead with, carry on, carry out.* más adelante = later, further along, later on, in due time, at a later date.* mirar adelante = look + straight ahead.* paso adelante = step up.* paso hacia adelante = step forward.* resignarse y seguir adelante = bite + the bullet.* salir adelante = make + ends meet, keep + the wolves from the door, get + unstuck.* salir adelante a duras penas = eke out + a living, scratch (out) + a living, scrape + a living, eke out + an existence.* salir adelante en la vida, = get on in + life.* seguir adelante = go forward, forge + ahead, forge + forward, go ahead, go straight ahead, carry through, move along, move forward, press forward (with), move + forward, continue on + Posesivo + way, move on.* seguir adelante con = go ahead with, stick with.* ser un gran paso adelante = be half the battle.* y más adelante = and beyond.* * *1) ( en el espacio)a) (expresando dirección, movimiento) forwardpara/hacia adelante — forward
b) (lugar, posición)se sentó adelante — ( en coche) she sat in front; (en clase, cine) she sat at the front
más adelante la calle se bifurca — further on, the road forks
tiene un bolsillo adelante — (esp AmL) it has a pocket at the front
2) ( en el tiempo)de hoy en adelante — as of o from today
3)adelante de — (loc prep) (AmL)
a) ( en lugar anterior a) in front ofadelante de mí/ti/él — in front of me/you/him
b) ( en presencia de) in front of4)adelante! — (como interj) ( autorizando la entrada) come in!; ( ordenando marchar) forward!; ( invitando a continuar) go on!, carry on!
* * *= ahead.Ex: He glanced casually at the ill-balanced frontages of the buildings ahead that stretched on and on until they melded in an indistinguishable mass of gray at Laurence Street.
* ¡adelante! = go for it!.* ayudar a Alguien a salir adelante = help + Nombre + get on + Posesivo + feet.* cuya fecha se anunciará más adelante = at a time to be announced later.* cuya fecha se determinará más adelante = at a time to be determined later.* dar un paso adelante = step up.* de ahora en adelante = from now on, from this point on.* de atrás para adelante = back and forth.* de hoy en adelante = as from today.* desde + Fecha/Lugar + en adelante = from + Fecha/Lugar + onward(s).* desde hoy en adelante = as from today.* desde mitad de + Expresión Temporal + en adelante = from the mid + Expresión Temporal + onwards.* en adelante = forward [forwards].* Fecha + en adelante = Fecha + onwards.* gran salto adelante = giant leap, great leap forward.* hacia adelante = onward(s), straight ahead, straight on.* hacia adelante y hacia atrás = to and fro.* hay que seguir adelante = the show must go on.* llevar adelante = go ahead with, carry on, carry out.* más adelante = later, further along, later on, in due time, at a later date.* mirar adelante = look + straight ahead.* paso adelante = step up.* paso hacia adelante = step forward.* resignarse y seguir adelante = bite + the bullet.* salir adelante = make + ends meet, keep + the wolves from the door, get + unstuck.* salir adelante a duras penas = eke out + a living, scratch (out) + a living, scrape + a living, eke out + an existence.* salir adelante en la vida, = get on in + life.* seguir adelante = go forward, forge + ahead, forge + forward, go ahead, go straight ahead, carry through, move along, move forward, press forward (with), move + forward, continue on + Posesivo + way, move on.* seguir adelante con = go ahead with, stick with.* ser un gran paso adelante = be half the battle.* y más adelante = and beyond.* * *1 (expresando dirección, movimiento) forwardmuévelo para/hacia adelante move it forwardsigamos adelante let's go onllevar algo adelante to carry on with sthdesistí de llevar adelante mis averiguaciones I decided not to carry on with my inquiries o ( frml) not to pursue my inquiries further2(lugar, parte): más adelante la calle se bifurca further on, the road forks[ S ] ver explicación más adelante see explanation belowla fila dos es muy adelante the second row is too far forward o is too near the front¿cuál es la parte de adelante? which is the front?tiene un bolsillo adelante ( esp AmL); it has a pocket at the frontB(en el tiempo): más adelante latertrataremos ese tema más adelante we will deal with that subject later (on) o at a later dateen adelante from now on, in futurede ahora en adelante from now onde hoy en adelante as from todayC1 (en lugar anterior a) in front ofadelante de mí/ti/él or ( crit) adelante mío/tuyo/suyo in front of me/you/himcolocó su silla adelante de la mía she put her chair in front of mine2 (en presencia de) in front ofD¡adelante! ( como interj) (autorizando la entrada) come in!; (ordenando marchar) foward!; (invitando a continuar) go on!, carry on!* * *
Del verbo adelantar: ( conjugate adelantar)
adelanté es:
1ª persona singular (yo) pretérito indicativo
adelante es:
1ª persona singular (yo) presente subjuntivo3ª persona singular (él/ella/usted) presente subjuntivo3ª persona singular (él/ella/usted) imperativo
Multiple Entries:
adelantar
adelante
adelantar ( conjugate adelantar) verbo transitivo
1
b) ‹pieza/ficha› to move … forward
2 ( sobrepasar) to overtake, pass
3
4 ( conseguir) to gain;
verbo intransitivo
1
2 (Auto) to pass, overtake (BrE)
adelantarse verbo pronominal
1
2
[verano/frío] to arrive early
3 ( anticiparse):
adelantese a los acontecimientos to jump the gun;
yo iba a pagar, pero él se me adelantó I was going to pay, but he beat me to it
adelante adverbio
1 ( en el espacio)
◊ para/hacia adelante forward;
seguir adelante to go on;
¡adelante! ( como interj) ( autorizando la entrada) come in!;
( ordenando marchar) forward!b) (lugar, posición):
(en clase, cine) she sat at the front;◊ más adelante la calle se bifurca further on, the road forks;
la parte de adelante the front
2 ( en el tiempo):
(de ahora) en adelante from now on;
de hoy en adelante as of o from today
3
adelantar
I verbo transitivo
1 to move o bring forward
(un reloj) to put forward
figurado to advance: no adelantas nada ocultándoselo, you won't get anything by concealing it from him
2 (sobrepasar a un coche, a alguien) to overtake
3 (una fecha, una convocatoria) to bring forward
fig (hacer predicciones) adelantar acontecimientos, to get ahead of oneself
no adelantemos acontecimientos, let's not cross the bridge before we come to it
II verbo intransitivo
1 to advance
2 (progresar) to make progress: hemos adelantado mucho en una hora, we've made a lot of progress in one hour
3 (reloj) to be fast
adelante
I adverbio forward
más adelante, (más lejos) further on
(más tarde) later: no puedo creer que lleven adelante una ley tan injusta, I can't believe they are going ahead with such an unjust law
seguiremos adelante con la investigación, we'll carry on with the research
II exclamación ¡adelante!, come in!
' adelante' also found in these entries:
Spanish:
ahora
- hacia
- invertir
- llevar
- proporcionar
- reservarse
- sacar
- sino
- vencer
- abatible
- ahí
- aquí
- delante
- hablar
- inclinar
- ir
- luchar
- muy
- paso
- revés
- salir
- seguir
English:
ahead
- along
- battle
- bootstrap
- breakthrough
- carry
- carry on
- carry through
- come forward
- day
- despite
- fact
- forge
- forward
- further
- future
- go through with
- henceforth
- hereafter
- hereinafter
- lead on
- lean forward
- move on
- now
- onward
- onwards
- over
- press ahead
- prosecute
- pull through
- push ahead
- push on
- qualm
- step forward
- step inside
- straighten out
- tip
- weigh up
- win through
- backward
- beyond
- encourage
- fall
- forth
- front
- get
- go
- grim
- hence
- jerk
* * *♦ adv1. [movimiento] forward, ahead;echarse adelante to lean forward;dar un paso adelante to step forward;hacia adelante forwards;no se puede seguir adelante porque la carretera está cortada we can't go on because the road is closedde este año en adelante from this year on;en adelante, llame antes de entrar in future, knock before coming in;más adelante ampliaremos el negocio later on, we'll expand the business;mirar adelante to look aheadla parte de adelante the front;más adelante se encuentra el centro de cálculo further on is the computer centre;prefiero sentarme adelante [en coche] I'd rather sit in the front;[en teatro, cine] I'd rather sit towards the front;más adelante [en camino] further on;[en teatro, cine] further forward; [en texto] below, later;se encuentra camino adelante it's further along o down the road♦ adelante de loc prepAm in front of;Pablo se sienta adelante de mí Pablo sits in front of me♦ interj[¡siga!] go ahead!; [¡pase!] come in!* * *I adv1 en espacio forward;un paso adelante tb fig a step forward;llevar osacar adelante familia bring up;salir adelante figseguir adelante carry on, keep going;¡adelante! come in!2 en tiempo:más adelante later on;de ahora oaquí en adelante from now onII prp:adelante de L.Am. in front of* * *adelante adv1) : ahead, in front, forward2)más adelante : further on, later on3)¡adelante! : come in!* * *adelante1 adv forwardadelante2 interj1. (para entrar) come in!2. (para dar ánimo) carry on! -
88 asociar
v.1 to associate.El abogado asoció a su yerno The lawyer associated his son-in-law.2 to take into partnership (commerce).3 to correlate, to associate, to bracket, to chain.Ella asoció los datos y lo supo She correlated the data and found it out.* * *1 to associate (a/con, with), connect, link2 COMERCIO to take into partnership1 (relacionarse) to be associated (a/con, with)■ aquella música se asociaba con una época particular that music was associated with a particular period2 COMERCIO to collaborate, form a partnership, become partners* * *verb1) to associate2) connect•* * *1. VT1) (=relacionar) to associate, connectse trata de asociar imágenes y números — it's all about associating o connecting images and numbers
asociar algo con algo — to associate sth with sth, connect sth with sth
asocio el azahar con Andalucía — I associate o connect orange blossom with Andalusia
me suena, pero no puedo asociarlo con nada — I know him, but I don't know where from o but I can't place him
asociar algo a algo — to link sth with o to sth
asocian este gen al cáncer de mama — this gene is linked with o to breast cancer
2) (Com, Econ) to take into partnership3) (=unir) [+ recursos] to pool, put together2.See:* * *1.verbo transitivo <ideas/palabras> to associate2.asociar algo/a alguien con algo/alguien: no logro asociarla con nada I can't place her; asociaba aquel lugar con su niñez — he associated that place with his childhood
asociarse v prona) empresas/comerciantes to collaborateb) hechos/factores to combinec) (a grupo, club)d) (a idea, sentimiento)asociarse a algo: nos asociamos al duelo nacional we share in the nation's grief; me asocio a lo expresado por mi colega — I agree with o (frml) concur with the views expressed by my colleague
* * *= associate, tie together, couple.Ex. Lower specificity will be associated with lower precision but high recall.Ex. The author describes a model for coupling hypertext and a knowledge based system.----* asociar (a) = tie (to).* asociarse = team, partner.* asociarse a = become + allied with.* asociarse a/con = team up (with).* asociarse con = associate + Reflexivo + with, partner with.* * *1.verbo transitivo <ideas/palabras> to associate2.asociar algo/a alguien con algo/alguien: no logro asociarla con nada I can't place her; asociaba aquel lugar con su niñez — he associated that place with his childhood
asociarse v prona) empresas/comerciantes to collaborateb) hechos/factores to combinec) (a grupo, club)d) (a idea, sentimiento)asociarse a algo: nos asociamos al duelo nacional we share in the nation's grief; me asocio a lo expresado por mi colega — I agree with o (frml) concur with the views expressed by my colleague
* * *= associate, tie together, couple.Ex: Lower specificity will be associated with lower precision but high recall.
Ex: The author describes a model for coupling hypertext and a knowledge based system.* asociar (a) = tie (to).* asociarse = team, partner.* asociarse a = become + allied with.* asociarse a/con = team up (with).* asociarse con = associate + Reflexivo + with, partner with.* * *asociar [A1 ]vt‹ideas/palabras› to associate asociar algo/a algn CON algo/algn to associate sth/sb WITH sth/sbasociaba aquel lugar con su niñez/su madre he associated that place with his childhood/his motherno logro asociarla con nada I can't place her, I can't think where I know her from1 «empresas/comerciantes» to collaborate asociarse CON algn to go into partnership WITH sbse asoció con su cuñado para montar el negocio he went into partnership with his brother-in-law to start the business2 «hechos/factores» to combine3 (a un grupo, club) asociarse A algo to become a member OF sthse asoció a un grupo ecologista he became a member of o joined an ecologist group4 (a una idea, un sentimiento) asociarse A algo:nos asociamos al duelo nacional we share in the nation's griefme asocio a lo expresado por mi colega I agree with o ( frml) concur with the views expressed by my colleague* * *
asociar ( conjugate asociar) verbo transitivo ‹ideas/palabras› to associate;
asociar algo/a algn con algo/algn to associate sth/sb with sth/sb;
asociarse verbo pronominal
asociarse con algn to go into partnership with sb
c) (a grupo, club) asociarse a algo to become a member of sth
asociar verbo transitivo to associate
' asociar' also found in these entries:
Spanish:
unir
English:
associate
- connect
- couple
* * *♦ vt1. [relacionar] to associate;* * *v/t associate;asociar a alguien con algo associate s.o. with sth* * *asociar vt1) : to associate, to connect2) : to pool (resources)3) : to take into partnership* * *asociar vb (relacionar) to associate -
89 conjunto
adj.united, conjunct, conjoint.m.1 set, ensemble, kit, suit.2 group, aggregate, combo.3 musical group, group.4 suit of clothes.pres.indicat.1st person singular (yo) present indicative of spanish verb: conjuntar.* * *► adjetivo1 (compartido) joint2 (combinado) combined1 (grupo) group, collection2 (todo) whole3 (prenda) outfit, ensemble; (jersey y chaqueta) twinset5 MATEMÁTICAS set6 DEPORTE team\de conjunto overallen conjunto altogether, on the wholeen su conjunto as a wholebase conjunta joint baseconjunto residencial housing estateconjunto urbanístico housing estate————————1 (grupo) group, collection2 (todo) whole3 (prenda) outfit, ensemble; (jersey y chaqueta) twinset5 MATEMÁTICAS set6 DEPORTE team* * *1. noun m.1) group2) ensemble3) set•2. (f. - conjunta)adj.* * *1.ADJ joint, combinedoperaciones conjuntas — (Mil) combined operations
2. SM1) (=totalidad) wholeen conjunto — as a whole, altogether
conjunto monumental — collection of historic buildings
2) (=ropa) ensemble3) (Mús) [de cámara] ensemble; [pop] group4) (Teat) chorus5) (Dep) (=equipo) team6) [de muebles] suite7) (Mat, Inform) set8) (Mec) unit, assembly* * *I- ta adjetivo jointII1) (de objetos, obras) collection; ( de personas) groupel conjunto de los magistrados ha decidido que... — magistrates as a body o group have decided that...
en su conjunto — (referido a - obra, exposición) as a whole; (- comité, partido) as a group
2) (Mús) tbconjunto musical — ( de música clásica) ensemble; ( de música popular) pop group
3) (Indum) ( de un pulóver y una chaqueta) twinset; ( de prendas en general) outfit4) (Mat) set5) ( totalidad)visto en conjunto or en su conjunto — overall o as a whole
* * *I- ta adjetivo jointII1) (de objetos, obras) collection; ( de personas) groupel conjunto de los magistrados ha decidido que... — magistrates as a body o group have decided that...
en su conjunto — (referido a - obra, exposición) as a whole; (- comité, partido) as a group
2) (Mús) tbconjunto musical — ( de música clásica) ensemble; ( de música popular) pop group
3) (Indum) ( de un pulóver y una chaqueta) twinset; ( de prendas en general) outfit4) (Mat) set5) ( totalidad)visto en conjunto or en su conjunto — overall o as a whole
* * *conjunto11 = aggregate, aggregation, body, set, cache, ensemble.Ex: The result of this is to provide a distinct class number for an aggregate of subjects which are adjacent in the UDC schedule order.
Ex: We should realize that a library is not simply an aggregation of discrete recorded materials; rather, it represents a collection, or more precisely collection of works.Ex: The main body of criticism centred upon the treatment of nonbook materials.Ex: SELECT retrieves records containing the search term or terms you specify and stores them in sets.Ex: It is known that there were books made from bamboo and wood during the Shang dynasty (1766-1122 BC) but none remain today except caches of oracle bones.Ex: DIANE is the name that has been given to the ensemble of available information services.* conjunto aleatorio de lógica difusa = random fuzzy set.* conjunto de conocimientos = body of knowledge.* conjunto de cosas afines, el = whole schmier, the.* conjunto de datos = data set [dataset].* conjunto de intereses = set of interests.* conjunto de lógica difusa = fuzzy set.* conjunto de modelos = model base.* conjunto de música = musical band.* conjunto de programas = workbench.* conjunto de valores = set of values.* conjunto difuso = rough set.* conjunto documental multimedia = kit, multimedia item.* conjunto hecho por el propio usuario = custom set.* conjunto impreciso = imprecise set.* conjunto integrado de protocolos = a suite of + protocols.* conjunto musical = musical band.* conjunto residencial = estate.* conjuntos de lógica difusa = fuzzy clustering.* teoría de conjuntos = set theory.* teoría de conjuntos difusos = fuzzy set theory.* un conjunto cada vez mayor de = a growing body of.* un conjunto de = a set of, a suite of, a pool of, an assembly of, a pattern of, a universe of, a harvest of, a complement of.conjunto22 = collaborative, joint, pooled, combined.Ex: This is a truly collaborative effort involving the Council on Library Resources (CLR) as the management and funding agency and 12 participants from the research library community.
Ex: Library schools must build bridges such as joint programmes and joint professorships that link them with their parent academic institution.Ex: A group of 64 libraries realised substantial cost reductions by joining in a pooled fund to self-insure for unemployment compensation.Ex: The joint code was the result of the combined efforts of the Library Association (UK) and the American Library Association.* autoría conjunta = collaborative writing.* código conjunto = joint code.* coeficiente de referencia conjunta = cocitation strength.* de forma conjunta con = in partnership with.* de manera conjunta con = in partnership with.* de modo conjunto con = in partnership with.* diseñado en conjunto = co-designed.* en conjunto = altogether, on balance, bulk, all in all, overall, overall.* en su conjunto = overall, together, collective, put together.* formar en su conjunto = weave + to form.* funcionamiento conjunto = interworking.* gráfica de referencias conjuntas = cocitation graph.* ofrecer una visión de conjunto = provide + a picture, provide + overview.* presentación conjunta = packaging.* publicidad conjunta = joint publicity.* todo en su conjunto = whole affair, the.* trabajo conjunto = interworking.* umbral de referencia conjunta = cocitation threshold.* ver las cosas en su conjunto = see + things as a whole.* visión de conjunto = overview, sweep.* * *joint ( before n)A (de objetos, obras) collection; (de personas) groupel conjunto de los magistrados ha decidido que … magistrates as a body o group have decided that …Compuestos:historical monuments (pl)residential complex o developmentB ( Mús) tbC ( Indum) (de un pulóver y una chaqueta) twinset(de prendas en general): llevaba un conjunto de chaqueta y pantalón he was wearing matching jacket and trousersesa nueva blusa te hace conjunto con la falda roja that new blouse goes well with your red skirtun conjunto de playa/tenis a beach/tennis outfitD ( Mat) setE(totalidad): visto en conjunto or en su conjunto, es un buen trabajo overall o as a whole, it is a good piece of workdebemos hacernos una visión de conjunto del problema we must get an overview of the problem, we must look at the problem as a whole* * *
Del verbo conjuntar: ( conjugate conjuntar)
conjunto es:
1ª persona singular (yo) presente indicativo
conjuntó es:
3ª persona singular (él/ella/usted) pretérito indicativo
Multiple Entries:
conjuntar
conjunto
conjunto 1
conjunto 2 sustantivo masculino
( de personas) group;
(— comité, partido) as a group;
b) (Mús) tb
( de música popular) pop group
( de prendas en general) outfit;
hacer conjunto con algo to go well with sthd) (Mat) set
conjunto,-a
I sustantivo masculino
1 (grupo) group, set
2 (totalidad de algo) whole
3 Mús (grupo de música) group, band
4 Indum ensemble
5 Mat set
6 Dep team
II adjetivo joint
♦ Locuciones: en conjunto, on the whole
' conjunto' also found in these entries:
Spanish:
abogacía
- acompañamiento
- alimentación
- bagaje
- banca
- comedor
- comedora
- comparsa
- compra
- concejo
- conducción
- conjunta
- contingente
- credo
- defensa
- derecha
- derecho
- dirección
- discurso
- entre
- equipo
- escribanía
- estatuto
- firma
- fondo
- galería
- ganadería
- ganado
- gestión
- global
- guardarropa
- juego
- paquete
- par
- pensamiento
- plan
- reglamentación
- sala
- servicio
- sillería
- tendedero
- toponimia
- tramitación
- tresillo
- tubería
- vecindario
- vestuario
- administración
- archivo
- cada
English:
aggregate
- altogether
- blend
- body
- by
- concerted
- ensemble
- estate
- ethic
- for
- group
- joint
- law
- lighting
- outfit
- overall
- package
- project
- set
- two-piece
- well-matched
- whole
- band
- bar
- battery
- combined
- comprehensive
- cooperative
- lie
- out
* * *conjunto, -a♦ adj[acción, esfuerzo] joint;cuenta conjunta joint account♦ nm1. [agrupación] collection, group;un conjunto de circunstancias a number of factors;un conjunto de maletas a set of suitcases;se enfrenta el conjunto local contra el líder the local team is playing the leaders2. [de ciudad] conjunto histórico-artístico:la ciudad de Cartagena es un conjunto histórico-artístico de gran interés the historical and artistic attributes of Cartagena combine to form a highly interesting whole;conjunto monumental historical buildings and monuments;conjunto urbanístico: [m5] un conjunto urbanístico muy heterógeno a cityscape of great variety3. [de ropa] outfit;llevaba un conjunto de camisa y pantalón she was wearing matching shirt and trousers;un conjunto primaveral a spring outfit4. [de música] group, band;un conjunto de jazz a jazz band;un conjunto de música clásica a classical music group5. [totalidad] whole;la media en el conjunto de Latinoamérica es de 5,4 in Latin America as a whole, the average is 5.4;la calidad, en conjunto, es buena, pero le falla algún detalle overall the quality is good, but it falls down on the occasional detail;los socios, en su conjunto, están en contra de la venta the whole membership is against the sale6. Mat setconjunto vacío empty set* * *I adj jointII men conjunto as a whole2 de prendas outfit3 MAT set* * *conjunto, -ta adj: jointconjunto nm1) : collection, group2) : ensemble, outfitconjunto musical: musical ensemble3) : whole, entiretyen conjunto: as a whole, altogether* * *conjunto1 adj jointconjunto2 n1. (grupo) group2. (ropa) outfit -
90 bauen
I v/t1. build; (errichten) erect, put up; (herstellen) make, build, manufacture, produce, TECH. auch construct2. umg. auch fig. (machen) do; (Examen) take; Betten bauen make (the) beds; den oder seinen Doktor bauen take a ( oder one’s) doctorate, do a Ph.D.; eine Eins / Sechs bauen get a first-class mark / fail (badly), Am. get an A / F; einen Unfall bauen have ( oder be involved in) an accident; Mist1 3II v/i1. build; (ein Eigenheim) build a house; wir werden nächstes Jahr bauen we are going to start building next year; in unserer Straße wird viel gebaut there’s a lot of building going on in our street; er hat jetzt gebaut he has had a house built; an etw. (Dat) bauen work on s.th.; großzügig / umweltbewusst bauen build on a generous scale / with environmental considerations in mind; hoch bauen build high* * *das Bauenbuilding* * *bau|en ['bauən]1. vt1) (= erbauen) to build, to construct; (= anfertigen auch) to make; Satz to construct; Höhle to dig, to makeein Haus báúen — to build oneself a house
ein Nest báúen — to make or build oneself a nest (auch fig)
seine Hoffnung auf jdn/etw báúen —
die Betten báúen (esp Mil) — to make the beds
See:→ auch gebaut2) (inf = verursachen) Unfall to causeda hast du Scheiße gebaut (inf) — you really messed (inf) or cocked (Brit inf)
bleib ruhig, bau keine Scheiße (inf) — cool it, don't make trouble (inf)
den Führerschein báúen — to pass one's driving test
seinen Doktor báúen — to get one's doctorate
2. vi1) (= Gebäude errichten) to buildwir haben neu/auf Sylt gebaut — we built a new house/a house on Sylt
báúen — to be working on sth, to be building sth (auch fig)
hier wird viel gebaut — there is a lot of building or development going on round (Brit) or around here
hoch báúen — to build high-rise buildings
2) (= vertrauen) to rely, to count (auf +acc on)* * *1) (to form or construct from parts: build a house/railway/bookcase.) build2) (to build; to put together: They are planning to construct a new supermarket near our house; Construct a sentence containing `although'.) construct3) (to be built: There are office blocks going up all over town.) go up* * *bau·en[ˈbauən]I. vt1. (errichten)▪ [jdm] etw \bauen to build [or construct] sth [for sb]2. (zusammenbauen)▪ etw \bauen to construct [or make] sthein Auto/eine Bombe/ein Flugzeug/ein Schiff \bauen to build a car/bomb/an aircraft/shipein Gerät \bauen to construct a machineeine Violine \bauen to make a violin3. (herstellen)▪ etw \bauen to build sthein Nest \bauen to build a nest; s.a. BettMist \bauen to mess things upeinen Unfall \bauen to cause an accident▪ etw \bauen to do sthden Führerschein \bauen to do one's driving testII. vi1. (ein Haus errichten lassen) to build a house, to have a house builtbillig \bauen to build cheaplyteuer \bauen to spend a lot on building a housean einem Haus \bauen to be building [or working on] a house2. (vertrauen)▪ auf jdn/etw \bauen to rely [or count] on sb/sthdarauf \bauen, dass etwas passiert to rely on sth happening* * *1.transitives Verb1) build; build, construct <house, road, bridge, etc.>; make <violin, piano, burrow>; s. auch Bett 1)2) (ugs.)seinen Doktor bauen — do one's Ph.D.
3) (ugs.): (verursachen)2.einen Unfall bauen — have an accident
intransitives Verb1) buildwir wollen bauen — we want to build a house; (bauen lassen) we want to have a house built
an etwas (Dat.) bauen — do building work on something
2) (fig.)auf jemanden/etwas bauen — rely on somebody/something
* * *A. v/t1. build; (errichten) erect, put up; (herstellen) make, build, manufacture, produce, TECH auch constructBetten bauen make (the) beds;seinen Doktor bauen take a ( oder one’s) doctorate, do a Ph.D.;eine Eins/Sechs bauen get a first-class mark/fail (badly), US get an A/F;3. fig:seine Hoffnungen etcauf etwas (akk)bauen base one’s hopes etc on sthB. v/i1. build; (ein Eigenheim) build a house;wir werden nächstes Jahr bauen we are going to start building next year;in unserer Straße wird viel gebaut there’s a lot of building going on in our street;er hat jetzt gebaut he has had a house built;an etwas (dat)bauen work on sth;großzügig/umweltbewusst bauen build on a generous scale/with environmental considerations in mind;hoch bauen build high2. fig:* * *1.transitives Verb1) build; build, construct <house, road, bridge, etc.>; make <violin, piano, burrow>; s. auch Bett 1)2) (ugs.)seinen Doktor bauen — do one's Ph.D.
3) (ugs.): (verursachen)2.intransitives Verb1) buildwir wollen bauen — we want to build a house; (bauen lassen) we want to have a house built
an etwas (Dat.) bauen — do building work on something
2) (fig.)auf jemanden/etwas bauen — rely on somebody/something
* * *v.to build v.(§ p.,p.p.: built)to put up v. -
91 ahí
adv.there.* * *► adverbio1 there, in that place\de ahí que hence, therefore* * *adv.* * *ADV1) [en un lugar] there¿Nina, estás ahí? — Nina, are you there?
•
ahí dentro — in there, inside•
ahí fuera — out there, outsidehoy podemos ir a cenar por ahí — we can go out for dinner tonight, we can eat out tonight
¿no dicen por ahí que vivimos en un país libre? — don't they say we live in a free country?
por ahí se le ocurre llamar — Cono Sur he might think to phone
•
¡ahí va!, ahí va el balón, ¡cógelo! — there goes the ball, catch it!¡ahí va, qué bonito! — wow, it's lovely!
¡ahí va, no me había dado cuenta de que eras tú! — well well! I didn't realise it was you
ahí donde lo ves, come más que tú y yo juntos — believe it or not he eats more than you and me put together
2) [en una situación]¡ahí está el problema! — that's the problem!
ahí está, por ejemplo, el caso de Luis — there's the case of Luis, for example
ahí estaba yo, con casi cincuenta años, y todavía soltero — there was I, about to turn fifty, and still a bachelor
-¿está mejor tu mujer? -ahí anda o LAm ahí va — "is your wife better?" - "she's doing all right"
¡hombre, haber empezado por ahí! — why didn't you say so before!
•
de ahí — that's whyde ahí las quejas de los inquilinos — that's why the tenants are complaining, hence the tenants' complaints frm
de ahí se deduce que... — from that it follows that...
•
hasta ahí, hasta ahí llego yo — I can work that much out for myselfbueno, hasta ahí de acuerdo — well, I agree with you up to there o that point
¡hasta ahí podíamos llegar! — what a nerve!, that's the limit!, can you credit it!
•
he ahí el dilema — that's the dilemma, there you have the dilemmasi hubiéramos ido más rápido, ahí sí que nos matamos — if we'd gone any faster, we'd definitely have been killed
3) [en el tiempo]•
a partir de ahí — from then on* * *1)a) ( en el espacio) thereahí está/viene — there he is/here he comes
ahí arriba/abajo — up/down there
ahí mismo or (AmL) nomás o (Méx) mero — right o just there
b) (en locs)debe estar como a 200 pesetas - sí, por ahí anda — it must be about 200 pesetas - yes, that's about right
ahí sí que — (AmL)
de ahí a que: de ahí a que venga es otra cosa — whether or not he actually comes is another matter
2)de ahí a la drogadicción sólo hay un paso — from there it's just a short step to becoming a drug addict
de ahí a decir que es excelente hay un buen trecho — there's a big difference between that and saying it's excellent
b)de ahí que — (+ subj)
3) ( en el tiempo) thenahí es cuando... — that's when...
4) (AmL) ( más o menos)¿cómo sigue tu abuelo? - ahí anda — how's your grandfather getting on? - oh, so-so
* * *= therein.Ex. The ASLIB handbook of special library and information work discusses literature searching techniques and the role of literature guides therein.----* ahí está el problema = herein lies the rub, there's the rub.* ahí está la dificultad = herein lies the rub, there's the rub.* andar por ahí = go + (a)round, be out and about, get out and about.* de ahí = therefrom.* de ahí que = hence.* en algún lugar (de por ahí) = somewhere out there.* ir por ahí = go + (a)round, be out and about, get out and about.* no quedarse ahí = there + be + more to it than that.* por ahí = out there.* sueltos por ahí = hanging about.* * *1)a) ( en el espacio) thereahí está/viene — there he is/here he comes
ahí arriba/abajo — up/down there
ahí mismo or (AmL) nomás o (Méx) mero — right o just there
b) (en locs)debe estar como a 200 pesetas - sí, por ahí anda — it must be about 200 pesetas - yes, that's about right
ahí sí que — (AmL)
de ahí a que: de ahí a que venga es otra cosa — whether or not he actually comes is another matter
2)de ahí a la drogadicción sólo hay un paso — from there it's just a short step to becoming a drug addict
de ahí a decir que es excelente hay un buen trecho — there's a big difference between that and saying it's excellent
b)de ahí que — (+ subj)
3) ( en el tiempo) thenahí es cuando... — that's when...
4) (AmL) ( más o menos)¿cómo sigue tu abuelo? - ahí anda — how's your grandfather getting on? - oh, so-so
* * *= therein.Ex: The ASLIB handbook of special library and information work discusses literature searching techniques and the role of literature guides therein.
* ahí está el problema = herein lies the rub, there's the rub.* ahí está la dificultad = herein lies the rub, there's the rub.* andar por ahí = go + (a)round, be out and about, get out and about.* de ahí = therefrom.* de ahí que = hence.* en algún lugar (de por ahí) = somewhere out there.* ir por ahí = go + (a)round, be out and about, get out and about.* no quedarse ahí = there + be + more to it than that.* por ahí = out there.* sueltos por ahí = hanging about.* * *A1 (en el espacio) there¿qué tienes ahí? what have you got there?¿y Juan? — ahí está/viene where's Juan? — there he is/here he comes nowahí arriba/abajo up/down there¡bájate de ahí! get down from there!no, ahí no, allí no, not there, (over) thereestá ahí nomás or no más, a la vuelta ( AmL); it's only just around the cornerlo dejé ahí mismo or ( Méx) ahí mero I left it right o just therepara egoísta ahí tienes a tu primo if we're talking about selfishness you need look no further than your cousin2 ( en locs):por ahí somewherehe debido dejarlo por ahí I must have left it somewheresiempre anda por ahí she's always out somewherepor ahí hay quien dice que … there are those who say that …debe estar como a 2 euros — sí, por ahí anda it must be about 2 euros — yes, that's about right o yes, round about thattendrá unos 35 años o por ahí he must be 35 or so, he must be around 35por ahí se le da por venir ( RPl); he may decide to comeahí sí que ( AmL): ahí sí que me cogiste or ( RPl) agarraste or ( Chi) pillaste you've really got me there! ( colloq)no estar ni ahí ( Chi fam): no estoy ni ahí (no me importa) I couldn't care less ( colloq) (no me interesa) it leaves me cold ( colloq)B1(refiriéndose a un lugar figurado): ahí está el truco that's the secret, that's where the secret liesde ahí a la drogadicción sólo hay un paso from there it's just a short step to becoming a drug addictde ahí a decir que es excelente hay un buen trecho there's a big difference between that and saying it's excellenthasta ahí llego yo (al resolver un problema) I worked that much out myself; (al negarse a hacer algo) that's as far as I'm prepared to gohasta por ahí no más (CS): mi paciencia llega hasta por ahí no más there's a limit to my patience, my patience only goes so fares generoso hasta por ahí no más he's only generous up to a point2de ahí hencede ahí la importancia de esta reunión hence the importance of this meetingde ahí que (+ subj) that is whyde ahí que haya perdido popularidad that is why her popularity has declinedC (en el tiempo) thende ahí en adelante from then on, from that time o point onahí es cuando debió decírselo, no después that's when he should have told her, not laterahí cambié de táctica then o at that point I changed my tacticsahí mismo there and thenD( AmL) (más o menos): ¿cómo sigue tu abuelo? — ahí anda how's your grandfather getting on? — oh, so-so* * *
ahí adverbio
1
◊ ahí está/viene there he is/here he comes;
ahí arriba/abajo up/down there;
ahí mismo or (AmL) nomás or (Méx) mero right o just thereb)
debe estar por ahí it must be around somewhere;
fue a dar una vuelta por ahí she went off for a walk;
se fue por ahí she went that way;
yo he estado por ahí I've been around there;
tendrá unos 35 años o por ahí he must be 35 or thereabouts
2
◊ ahí está el truco/problema that's the secret/problem;
de ahí a la drogadicción solo hay un paso from there it's just a short step to becoming a drug addict;
hasta ahí llego yo that's as far as I'm prepared to gob)
de ahí mi sorpresa hence my surprise;
de ahí que hayan fracasado that is why they failed;
de ahí a que venga es otra cosa whether or not he actually comes is another matter
3 ( en el tiempo) then;
ahí mismo there and then
ahí adverbio there: está ahí, it's there
ponlo por ahí, put it over there
ahí tienes, here you are
tiene cincuenta años o por ahí, he's fifty or thereabouts
ve por ahí, go that way
de ahí, hence
de ahí que, so
' ahí' also found in these entries:
Spanish:
alguien
- anda
- andar
- apestosa
- apestoso
- arriba
- biruji
- crisma
- detrás
- ir
- hostia
- lado
- le
- los
- mañana
- media
- medio
- pregonar
- quienquiera
- quitarse
- Tiro
- yo
- agarrar
- apartar
- bien
- brazo
- colgar
- cuidar
- dentro
- izquierda
- mover
- parado
- poner
- por
- quedar
- quitar
- recordar
- salir
English:
hand up
- hence
- hustle
- leave
- loose
- mooch
- nobody
- peace
- rest
- rub
- stand about
- stand around
- stay
- there
- thereabout
- thereabouts
- tissue
- around
- d'
- flash
- go
- hand
- happen
- lucky
- out of
- reason
- swear
- way
* * *ahí adv1. [lugar determinado] there;ahí arriba/abajo up/down there;desde ahí no se ve nada you can't see anything from there;ponlo ahí put it over there;vino por ahí he came that way;¡ahí están! there they are!;¡ahí tienes! here o there you are!;ahí vienen los niños here o there come the children;ahí mismo right there;déjalo ahí mismo leave it (over) there;Amahí nomás right over therela solución está ahí that's where the solution lies;de ahí a la fama hay muy poco it's not far to go from there to being famous;de ahí a llamarle tonto hay poca distancia there's little difference between saying that and calling him stupid;las llaves están por ahí the keys are around there somewhere;está por ahí [en lugar indeterminado] she's around (somewhere);[en la calle] she's out;se ha ido a pasear por ahí she's gone out for a walk;Famandar por ahí con los amigos to hang out with one's friends;andan por ahí diciendo tonterías they're going around talking nonsense;por ahí [aproximadamente eso] something like that;¿te costó 10 euros? – por ahí, por ahí it cost you 10 euros, did it? – yes, somewhere around that o more or less;por ahí va la cosa you're not too far wrong;por ahí no paso that's one thing I'm not prepared to do;Am¡ahí está! (you) see!;todavía no me contestaron – ahí está, yo te dije they still haven't answered – (you) see, I told you so;CAm, Méx Fam¡ahí muere! forget it!;¡ahí es nada!: subió al Everest sin oxígeno, ¡ahí es nada! guess what, he only climbed Everest without any oxygen!;ha vendido ya dos millones, ¡ahí es nada! she's sold two million already, not bad, eh?;Famahí le duele: a pesar de su éxito, la crítica sigue sin aceptarlo, ¡ahí le duele! frustratingly for him, he still hasn't achieved critical acclaim despite his success;¡ahí me las den todas! I couldn't care less!;Méx Famahí se va (it's no) big deal;Méx Famhacer algo al ahí se va to do sth any old how3.de ahí que [por eso] and consequently;es un mandón, de ahí que no lo aguante nadie he's very bossy, that's why nobody likes him;de ahí su enfado that's why she was so angry4. [momento] then;de ahí en adelante from then on;ahí me di cuenta de que estaba mintiendo that was when I realized he was lying* * *adv there;ahí mismo right there;irse por ahí go out;por ahí voy that’s what I’m getting at;ahí me las den todas fam I couldn’t ocould care less, BrI couldn’t care less;¡ahí va! fam there you go! fam ;de ahí que that is why* * *ahí adv1) : thereahí está: there it is2)por ahí : somewhere, thereabouts3)de ahí que : with the result that, so that* * *ahí adv there -
92 συλλαμβάνω
συλλαμβάνω, [tense] fut. - λήψομαι: [tense] pf. - είληφα, [voice] Pass. - είλημμαι: [tense] aor. συνέλᾰβον, inf. συλλᾰβεῖν:—[voice] Med., [tense] pres. in Philem.53.4: [tense] aor.Aσυνελαβόμην Hdt.3.49
, etc.:—[voice] Pass. (v. infr.; in X.An.7.2.14 συλληφθήσεται has been restored for συλλήψεται):—collect, gather together, esp. rally scattered troops,τῆς στρατιῆς τοὺς περιγενομένους Hdt.5.46
;τὸ στράτευμα X.Cyr.3.3.1
;τὰς δυνάμεις Pl.Grg. 456a
; .2 take with one, carry off, S.Tr. 1153; , cf. AP5.52 (tm., Diosc.); συλλαβὼν θεσπίσματα κεῖται παρ' Ἅιδῃ with all his prophecies, S.OT 971;ἔρρε, τάσδε συλλαβὼν ἀράς Id.OC 1384
; ἔκπλει σεαυτὸν συλλαβὼν ἐκ τῆσδε γῆς pack yourself off, Id.Ph. 577.3 put together, close, τὸ στόμα καὶ τοὺς ὀφθαλμούς (of a corpse) Pl.Phd. 118a; ξ. αὐτοῦ τὸ στόμα shut his mouth, Ar.Ach. 926, cf. Arist.HA 623b2; enclose, ;ξ. καὶ τοὺς τένοντας τοῖσι ἐρίοισι Aret.CA1.6
.b combine in pronunciation, λέγε δὴ μόλωμεν ξυνεχὲς ὡδὶ ξυλλαβών say αὐτὸ μόλωμεν as one word, Ar.Eq.21.4 in speaking, comprehend, comprise,ἑνὶ ἔπεϊ πάντα συλλαβόντα εἰπεῖν Hdt.3.82
;πᾶν.. συλλαβὼν εἴρηκας Id.7.16
.γ; εἰς ἓν πάντα ς. Pl.Sph. 234b, cf. Tht. 147d;τὰ ἄλλα εἰς ταὐτό Id.Plt. 263d
:—[voice] Pass., to be comprehended (logically),μετὰ τοῦ γένους αἱ συλλαμβανόμεναι διαφοραί Arist.Metaph. 1037b31
, cf. 998b28; σὺν τῇ ὕλῃ συνειλημμένος, i.e. concrete, opp. abstract, ib. 1039b21, cf. 1035a25, al.II lay hands on, seize,ὁλκάδας Hdt.6.26
; ;τέττιγα τοῦ πτεροῦ Archil. 143
(loosely paraphrased, cf. Hermes 23.279);τὰ ποτήμενα συλλαβῆν Theoc.29.30
; ξ. τῶν σχοινίων lay hold of them, help to pull, Ar. Pax 437:—[voice] Med., τίς ξυλλάβοιτ' ἂν τοῦ ξύλου; Id.Lys. 313, cf. Pax 465 (lyr.).2 seize the person of.., apprehend, arrest, IG12.39.7, Hdt.2.121.έ, Ar.Ach. 206, Antipho 5.29, And.1.45, PCair.Zen. 15v.44, 202.2 (iii B.C.); συνέλαβον αὐτὸν καὶ ἀπήχθη εἰς τὸ δεσμωτήριον ib.484.21 (iii B.C.); σ. ζῶντα, ὅμηρον, E.Rh. 513, Or. 1189;τινὰ ἐπὶ θανάτῳ Isoc.4.154
; συλλαβόντας αὐτὸν ἴσχειν seize and hold him, IG42(1).122.40 (Epid., iv B.C.):— [voice] Pass., πρὶν ξυλληφθῆναι before they were arrested, Th.1.20, cf. Hdt. 1.80, al., And.1.101, PCair.Zen. 15v.7 (iii B.C.).3 of the mind, grasp the meaning of, comprehend, τὸ χρηστήριον, τὸ ῥηθέν, τὸν λόγον, τὴν φωνήν, Hdt.1.63,91, 2.49, 4.114;παρκείμενον συλλαβὼν τέρας Pi.O.13.73
, cf. Pl.Sph. 218c, etc.IV of females, conceive, Arist.HA 582a19, GA 727b8, Sor.1.28, etc.;ἐν γαστρί Hp.Aph.5.46
;ξυλλαβοῦσα τὴν γονήν Id.Steril.220
; of the womb,σ. τὸ σπέρμα Arist.HA 583b29
, al., cf. Luc.VH1.22: but συνειληφυῖα τοῦ τεκεῖν near to be delivered, LXX 1 Ki.4.19.V take with or besides, take as an assistant, τὴν δίκην ς. E.Fr. 584;ἄτεγκτον σ. καρδίαν Id.HF 833
.VI c. dat. pers., take pert with another, assist him, οὐ τοῖς ἀθύμοις ἡ τύχη ξ. S.Fr. 927, cf. E.Med. 813, Hdt.6.125, etc.; τὰ δυνατὰ τῇ πόλει ξ. Ar.Ec. 861; σ. τισί τι take part with or assist them in a thing, Id.Lys. 540 (lyr.), X.Cyr.7.5.49, etc.;σ. τινί τινος E.Med. 946
, Ar.V. 734 (lyr.);σ. τινί τινι D.18.20
: with a Prep., συνέλαβε γὰρ ἄλλα.. ἐς τὸ πείθεσθαι contributed towards persuading, Hdt.7.6, cf. X.Mem.2.6.28: abs., assist, A.Ch. 812 (lyr.), S.Tr. 1019 (lyr.), Ar.Eq. 229, Th.1.118; δεῖ δὲ ξυλλαμβάνοντα τοὺς θεοὺς ἐπικαλέεσθαι while invoking the gods one must help oneself, Hp.Insomn.87.2 [voice] Med., c.gen.rei, take part in,συνελάβοντο τοῦ στρατεύματος Hdt.3.49
; ; ξυνελάβοντο τοῦ τοιούτου οὐχ ἥκιστα, ὥστε.. especially contributed to this, Th.4.47: c. dat., καιρῷ χειμῶνος συλλαβέσθαι κυβερνητικήν intervene in a storm together with circumstance, Pl.Lg. 709c: sts. in tmesi,ξύμ μοι λάβεσθε τοῦ μύθου Id.Phdr. 237a
, cf. AP9.559 (Crin.).Greek-English dictionary (Αγγλικά Ελληνικά-λεξικό) > συλλαμβάνω
-
93 πήγνυμι
Grammatical information: v.Meaning: to fix, to stick, to join, to congeal or to coagulate' (Il.).Other forms: Dor. Aeol. πάγ-, also - ύω (X., Arist.), πήσσω, - ττω (hell.), aor. πῆξαι ( ἔπηκτο Λ 378; Schwyzer 751; Chantraine Gramm. hom. 1, 383), pass. παγῆναι, πηχθῆ-ναι, fut. πήξω, perf. act. intr. πέπηγα (all Il.), trans. plqu. ἐπεπήχεσαν (D. C.), midd. πέπηγμαι (D. H., Arr.).Compounds: Often w. prefix, e.g. ἐν-, συν-, κατα-, παρα-. Compounds: πηγεσί-μαλλος `dense of wool' (Γ 197; - εσι- prob. only enlarging, Schwyzer 444 w. n. 4); - πηξ, e.g. in ἀντί-πηξ, - γος f. `kind of chest' (E.; Bergson Eranos 58, 12 ff.); ναυ-πηγ-ός m. `shipbuilder' (Att. etc.); - πηγ-ής and - παγ-ής, e.g. εὑ-πηγ-ής. εὑ-παγ-ής `well built' (φ 334, Pl.), περιπηγ-ής `frozen around' (Nic.); συμπαγ-ής `put together' (Pl.).Derivatives: A. From the full grade: 1. πηγός `solid, dense, strong' (ep. poet. I 124), prob. prop, `fixing' (cf. Schwyzer 459, Chantraine Form. 13); second. `white', also `black' (late poetry; wrongly concluded from Hom., Kretschmer Glotta 31, 95ff., Leumann Hom. Wörter 214 n. 8, to it also Reiter Die griech. Bez. der Farben weiß, grau und braun 74 f.). 2. πηγάς, - άδος f. `hoar-frost, rime' (Hes.); 3. πηγυλίς f. `frosty, icecold' (ξ 476, A. R.), `hoar-frost, rime' (AP a.o.). 3. πῆγμα ( διά-, παρά-, σύμ-, πρόσ- πήγνυμι a.o.) n. `smth. joint together, stage, scaffold etc.' (Hp., hell.; coni. ap. A. Ag. 1198), - μάτιον (Ph., Procl.); 4. πῆξις ( σύμ-, ἔκ-, ἔμ- πήγνυμι a.o.) f. `fixing, fastening, coagulation' (Hp., Arist.); πήγνυσις f. `id.' (Ps.-Thales). 5. πηκτός, Dor. πᾱκ- ( κατά-, σύμ-, εὔ- πήγνυμι a.o.) `solid etc.' (in Att.); πηκτή f. `set up net, framework' (Ar., Arist.), πακτά f. `fresh cheese' (Theoc. a.o.; cf. Rohlfs ByzZ 37, 47); ἐμπήκτης m. `one who sticks up (the Athen. judicial notes)' (Arist.; Fraenkel Nom. ag. 2, 74); πηκτίς (Dor. Aeol. πακ-), - ίδος f. name of a Lydian harp (IA.); πηκτικός ( ἐκ- πήγνυμι) `making coagulate, congeal' (Thphr.. Dsc.). 6. πηγετός m. = παγ- (D. P.). -- B. From the zero grade: πάγος, - ετός, - ερός, πάγη, πάξ, πάχνη, s. vv. (not πάσσαλος); also πάγιος `stout, solid' (Pl., Arist.) and παγεύς m. `pedestal' (Hero). Further also πᾰκ-τός in καταπακ-τός, (Hdt.) and πακτό-ω ( ἐπι-, ἐμ- πήγνυμι) `to fix' (IA.; πακτός for trad. πηκτός in Hom.?; Wackernagel Unt. 11 f.).Etymology: Beside the νυ-present πήγ-νυ-μι (with second. full grade) stands in Latin and Germ. a zero grade formation with nasalinfix: Lat. pa-n-g-ō `consolidate, fix together' (on the semant. agreement between Greek and Lat. Schulze KZ 57, 297 = Kl. Schr. 217), Germ., e.g. Goth. fahan, OHG fāhan from PGerm. * fa-n-χ-an (IE *paḱ- beside *paǵ-) `fasten, catch'. An analogous pair is ζεύγ-νυ-μι: iu-n-g-ō. Also the reduplicated perfekt πέ-πηγ-α has a formal agreement in Lat. pe-pig-ī with zero grade as in opt. πεπαγοίην (Eup.). Phonet. identical are further πηγός and pāgus m. `district, village'; also, with secondary full grade, πηκτός and com-pāctus, πῆξις and com-pācti-ō. The original zero grade is in πακτός and păctus ( sum, beside păciscor) retained. Zero grade also, without direct connection with the Greek formations πάγος etc., in Germ., e.g. OS fac n. `encompassing frontier, NHG Fach. -- An aspirated byform Meillet finds BSL 36, 110 in Arm. p'akem `close, shut off'. -- Further forms w. lit. in WP. 2, 2 f., Pok. 787f., W.-Hofmann s. pangō and pacīscō. (Not here πήγανον.)Page in Frisk: 2,525-526Greek-English etymological dictionary (Ελληνικά-Αγγλικά ετυμολογική λεξικό) > πήγνυμι
-
94 συνίστημι
συνίστημι (Hom.+) Ro 3:5; 5:8; 16:1; 2 Cor 4:2 v.l.; 6:4 v.l.; 10:18b; Gal 2:18 v.l. Beside it συνιστάνω (Polyb. 4, 82, 5; 31, 29, 8; Jos., Bell. 1, 15, Ant. 6, 272.—Schweizer 177; Nachmanson 157; KDieterich, Untersuchungen 1898, 218; B-D-F §93; W-S. §14, 14; Rob. 315f) 2 Cor 3:1; 4:2; 6:4 v.l.; 10:12, 18a; Gal 2:18 and συνιστάω (Sb 4512, 77 [II B.C.] impf. συνίστων) 2 Cor 4:2 v.l.; 6:4 v.l.; 10:18a v.l.—1 aor. συνέστησα; 2 aor. συνέστην LXX; pf. συνέστηκα, ptc. συνεστηκώς (LXX) and συνεστώς; inf. συνεστάναι (Tat. 30, 1; Ath. 25, 3); 1 aor. mid. συνεστησάμην (s. Schwyzer I 758, 760); 1 aor. pass. ptc. συσταθείς. The basic semantic component refers to coherence or being in a state of close relationship.A. transitive, act., pass., and mid.① to bring together by gathering, unite, collect pass. of the water of the boundless sea συσταθὲν εἰς τὰς συναγωγάς collected in its gathering-places 1 Cl 20:6.② to bring together as friends or in a trusting relationship by commending/recommending, present, introduce/recommend someone to someone else (X., Pla.; PHamb 27, 3; PHib 65, 3; POxy 292, 6; PGiss 71, 4 al.; 1 Macc 12:43; 2 Macc 4:24; 9:25; Jos., Ant. 16, 85; Just., D. 2, 1 θεῷ) τινά τινι (re)commend someone to someone (PSI 589, 14 [III B.C.] σύστησόν με Σώσῳ; PBrem 5, 7 [117–19 A.D.]) ὑμῖν Φοίβην Ro 16:1 (in a letter, as Chion, Ep. 8 ὅπως αὐτὸν συστήσαιμί σοι). Self-commendation (ἑαυτὸν/ἑαυτοὺς ς.) may be construed either as inappropriate 2 Cor 3:1; οὐ πάλιν ἑαυτοὺς συνιστάνομεν ὑμῖν 5:12; 10:12 (ἑαυτούς), 18a (ἑαυτόν); or as appropriate (ὡς θεοῦ διάκονοι) 6:4 (but s. 3 below). συνιστάνοντες ἑαυτοὺς πρὸς πᾶσαν συνείδησιν ἀνθρώπων we commend ourselves to every human conscience 4:2=to every person’s awareness of what is right (s. πρός w. acc. 3eβ as PMich 210, 4 [c. 200 A.D.]). (The juxtaposition of apparently contradictory approaches to self-commendation is true to Gr-Rom. perspectives: contrast Pind., O. 9, 38f ‘an untimely boast plays in tune with madness’ and O. 1, 115f in which the poet celebrates his own power of song. The subject of appropriate and inappropriate self-commendation is discussed at length by Plut., Mor. 539–47 [On Inoffensive Self-Praise]. τινά someone ὸ̔ν ὁ κύριος συνίστησιν 10:18b. Pass. συνίστασθαι ὑπό τινος be recommended by someone (Epict. 3, 23, 22; PPetr II 2, 4, 4 [III B.C.]) 12:11.③ to provide evidence of a personal characteristic or claim through action, demonstrate, show, bring out τὶ someth. (Polyb. 4, 5, 6 εὔνοιαν) Ro 3:5. Cp. 2 Cor 6:4 (see comm. and 2 above). συνίστησιν τὴν ἑαυτοῦ ἀγάπην εἰς ἡμᾶς ὁ θεός 5:8. Difficult and perh. due to a damaged text (B-D-F §197) is the constr. w. acc. and inf. (cp. Diod S 14, 45, 4) συνεστήσατε ἑαυτοὺς ἁγνοὺς εἶναι τῷ πράγματι 2 Cor 7:11. W. a double acc. (Diod S 13, 91, 4; Sus 61 Theod.; Philo, Rer. Div. Her. 258 συνίστησιν αὐτὸν προφήτην [so in the mss.]; Jos., Ant. 7, 49) παραβάτην ἐμαυτὸν συνιστάνω I demonstrate that I am a wrongdoer Gal 2:18 (WMundle, ZNW 23, 1924, 152f).④ to bring into existence in an organized manner, put together, constitute, establish, prepare, mid. τὶ someth. (Pla. et al.; Tat. 1, 2; pap) of God’s creative activity (Lucian, Hermot. 20 Ἥφαιστος ἄνθρωπον συνεστήσατο; En 101:6; Philo, Leg. All. 3, 10 θεὸν τὸν τὰ ὅλα συστησάμενον ἐκ μὴ ὄντων; Jos., Ant. 12, 22 τὸν ἅπαντα συστησάμενον θεόν) ἐν λόγῳ συνεστήσατο τὰ πάντα 1 Cl 27:4 (Herm. Wr. 1, 31 ἅγιος εἶ, ὁ λόγῳ συστησάμενος τὰ ὄντα).B. intransitive, in our lit. the pres. mid. and pf. act.① to stand in close association with, stand with/by (1 Km 17:26), perf. act. τινί someone Lk 9:32 (οἱ συνεστῶτες as Apollon. Paradox. 5).② to be composed or compounded of various parts, consist, pres. mid., ἔκ τινος of someth. (Pla., X. et al.; Herm. Wr. 13, 2; Jos., Vi. 35; Ar. 4, 2; Ath. 8, 2, R. 25 p. 78, 9) ἡ μῆνις ἐκ τοσούτων κακῶν συνισταμένη Hm 5, 2, 4.③ to come to be in a condition of coherence, continue, endure, exist, hold together, pres. mid. and perf. act. (EpArist 154 τὸ ζῆν διὰ τῆς τροφῆς συνεστάναι; Tat. 30, 1; Mel., P. 91, 681) γῆ ἐξ ὕδατος καὶ διʼ ὕδατος συνεστῶσα 2 Pt 3:5 (mngs. 2 and 3 are prob. blended here and in the next pass.; s. also Philo, Plant. 6). τὰ πάντα ἐν αὐτῷ συνέστηκεν Col 1:17 (cp. Pla., Rep. 7, 530a, Tim. 61a; Ps.-Aristot. DeMundo 6, 2 ἐκ θεοῦ τὰ πάντα καὶ διὰ θεὸν συνέστηκεν; Philo, Rer. Div. Her. 58; PGM 4, 1769 τὰ πάντα συνέστηκεν; Ar. 1, 5 διʼ αὐτοῦ δὲ τὰ πάντα συνέστηκεν). SHanson, The Unity of the Church in the NT ’46, 112.—RWard, Aristotelian Terms in the NT: Baptist Quarterly 11, ’45, 398–403 (συνίστημι).—M-M. EDNT. TW. -
95 עקד
עָקַד(b. h.) ( to bend; cmp. כָּפַת, 1) to tie hand to foot, contrad. to כפת (v. infra). Gen. R. s. 56 כל מה שהיה אברהם אבינו עוֹקֵד …הקב״ה כופתוכ׳ as Abraham was tying his son here below, so the Lord bound Lev. R. s. 2; a. fr.Part. pass. עָקוּד. Sabb.V, 3 לא ע׳ ולא רגול, expl. ib. 54a ע׳ עקידת יד ורגל כיצחקוכ׳ ʿaḳud refers to tying foreleg to hindleg like the tying of Isaac, ragul refers to bending the forefoot upward and tying it to the foreleg; Y. ib. V, 7b bot. ע׳ בירו אחת; Tosef. ib. IV (V), 3 (v. Var. ed. Zuck.); a. e. 2) (denom. of עֲקֵידָה) to sacrifice. R. Hash. 16a כאילו עֲקַדְתֶּםוכ׳ as if you offered yourselves, v. עֲקֵידָה. Lev. R. s. 30 (play on כפת, Lev. 23:40) זה יצחק שהיה כפות ועָקוּדוכ׳ this typifies Isaac, who was tied and offered up on the altar; a. e.Gitt.57b אתה עָקַדְתָּ מזבח אחד ואני עָקַדְתִּיוכ׳ thou (Abraham) hast put up one altar, but I have put up seven altars (offered seven martyred sons). Nif. נֶעֱקַד to be tied; to be put on the altar. Gen. R. l. c. זה לַעֲקוֹד וזה לֵיעָקֵד the one (ready) to sacrifice, the other to be sacrificed. Pirké dR. El. ch. XXXI; Yalk. Gen. 101 האב מַעֲקִיד בכל לב והבן נ׳וכ׳ the father offering with a whole heart, and the son offering himself with a whole heart. Ib. רחם … שהוא אדם ובן אדם ונ׳וכ׳ have pity on Isaac who is a human being, son of a human being, and is being offered before thee like a dumb beast; a. fr. Hif. הֶעֱקִיד 1) to tie (foreleg to hindleg). Tam.IV, 1 (30b) לא היו כופתין … אלא מַעֲקִירִין אותו (Mish. ed. מְעַקְּדִין Pi.) they did not bind the lamb (all feet together), but tied it, expl. ib. 31b יד ורגל כעקידתוכ׳, v. supra. 2) to put on the altar. Pesik. Aḥăré, p. 170b> והֶעֱקִידוֹע״ג המזבח and laid him tied on the altar; a. e. Pi. עִקֵּד same, v. supra. -
96 עָקַד
עָקַד(b. h.) ( to bend; cmp. כָּפַת, 1) to tie hand to foot, contrad. to כפת (v. infra). Gen. R. s. 56 כל מה שהיה אברהם אבינו עוֹקֵד …הקב״ה כופתוכ׳ as Abraham was tying his son here below, so the Lord bound Lev. R. s. 2; a. fr.Part. pass. עָקוּד. Sabb.V, 3 לא ע׳ ולא רגול, expl. ib. 54a ע׳ עקידת יד ורגל כיצחקוכ׳ ʿaḳud refers to tying foreleg to hindleg like the tying of Isaac, ragul refers to bending the forefoot upward and tying it to the foreleg; Y. ib. V, 7b bot. ע׳ בירו אחת; Tosef. ib. IV (V), 3 (v. Var. ed. Zuck.); a. e. 2) (denom. of עֲקֵידָה) to sacrifice. R. Hash. 16a כאילו עֲקַדְתֶּםוכ׳ as if you offered yourselves, v. עֲקֵידָה. Lev. R. s. 30 (play on כפת, Lev. 23:40) זה יצחק שהיה כפות ועָקוּדוכ׳ this typifies Isaac, who was tied and offered up on the altar; a. e.Gitt.57b אתה עָקַדְתָּ מזבח אחד ואני עָקַדְתִּיוכ׳ thou (Abraham) hast put up one altar, but I have put up seven altars (offered seven martyred sons). Nif. נֶעֱקַד to be tied; to be put on the altar. Gen. R. l. c. זה לַעֲקוֹד וזה לֵיעָקֵד the one (ready) to sacrifice, the other to be sacrificed. Pirké dR. El. ch. XXXI; Yalk. Gen. 101 האב מַעֲקִיד בכל לב והבן נ׳וכ׳ the father offering with a whole heart, and the son offering himself with a whole heart. Ib. רחם … שהוא אדם ובן אדם ונ׳וכ׳ have pity on Isaac who is a human being, son of a human being, and is being offered before thee like a dumb beast; a. fr. Hif. הֶעֱקִיד 1) to tie (foreleg to hindleg). Tam.IV, 1 (30b) לא היו כופתין … אלא מַעֲקִירִין אותו (Mish. ed. מְעַקְּדִין Pi.) they did not bind the lamb (all feet together), but tied it, expl. ib. 31b יד ורגל כעקידתוכ׳, v. supra. 2) to put on the altar. Pesik. Aḥăré, p. 170b> והֶעֱקִידוֹע״ג המזבח and laid him tied on the altar; a. e. Pi. עִקֵּד same, v. supra. -
97 взятые вместе
•All these differences combined should account for...
Русско-английский научно-технический словарь переводчика > взятые вместе
-
98 взятые вместе
•All these differences combined should account for...
Русско-английский научно-технический словарь переводчика > взятые вместе
-
99 С-6
CAM ПО СЕБЕ AdjP fixed WO1. ( usu. modif) (of a person, thing, phenomenon etc) considered as a separate entity, with a focus on his or its intrinsic qualities, apart from related circumstances, events etcin (and of) oneself (itself)(in limited contexts) in one's (its) own right (when it modif ies a deverbal noun or a clause) the very fact of (doing sth.) the mere fact that... Мне было неловко видеть её (бабушки) печаль при свидании с нами я сознавал, что мы сами по себе ничто в её глазах, что мы ей дороги только как воспоминание... (Толстой 2). I was embarrassed to see her (Grandmother's) sorrow at the sight of usI realized that in ourselves we were nothing in her eyes, that we were dear to her only as a reminder... (2b).«Сама по себе затея написать книжку о выдающемся деятеле шестидесятых годов ничего предосудительного в себе не содержит» (Набоков 1). "In itself the idea of writing a book about an outstanding public figure of the sixties contains nothing reprehensible" (1a).Для Анны Николаевны пролетарская этика была священна сама по себе... (Богданов 1). То Anna Nikolaevna, proletarian ethics were sacred in and of themselves... (1a).В конце концов я узнал, что Иванько Сергей Сергеевич, 1925 года рождения: а) родственник бывшего председателя КГБ Семичастного б) ближайший друг бывшего представителя СССР в Организации Объединённых Наций... Николая Т. Федоренко в) сам по себе тоже большая шишка (Войнович 3). In the end, I learned that Ivanko, Sergei Sergeevich, born 1925, was: a. A relative of the former director of the KGB, Semichastny. b. A close friend of Nikolai T. Fedorenko, the former Soviet representative to the United Nations... c. A big shot in his own right (3a).На избирательных участках стоят, правда, задёрнутые шторами кабинки для «тайного» голосования... но даже сам по себе заход в эту кабинку будет кем-нибудь отмечен, и в досье совершившего этот «антиобщественный» поступок гражданина появится соответствующая отметка (Войнович 1). The polling places do...have booths with blinds that can be closed for casting a "secret" ballot....But the very fact of entering the booth will be noted in the dossier of the citizen committing that "antisocial" act (1a).Основное обвинение отец решительно отверг, но то, что он не сгрёб Лёву за шиворот и не вышвырнул тут же из кабинета, само по себе было очень примечательно (Битов 2). Father emphatically rejected the main accusation, but the mere fact that he didn't scoop Lyova up by the scruff of the neck and fling him right out of the study was very noteworthy (2a).2. расти, жить и т. п. -adv(of a child) (to grow up) without receiving any attention, care, guidance etc from one's parents or guardians, (of an adult) (to live) having little or no contact with the person or people with whom one liveson one's own(in limited contexts) live one's own life.Родители были всегда заняты, и мальчик фактически рос сам по себе. The boy's parents were always busy, so actually he grew up on his own.У них с отцом (у Андрея с отцом) не существовало каких-то особых отношений - ни плохих, ни хороших, каждый... жил сам по себе (Распутин 2). Не (Andrei) and his father had no special relationship-it wasn't bad, it wasn't good, each lived his own life (2a).3. бытье, существовать, жить и т. п. - ( subj-compl with copula (subj: human, abstr, or concr) or advwhen used with two subjects, the idiom is repeated with each of themoften used in two clauses connected by contrastive Conj «a») some thing (phenom- Дойдя на Севере до Архангельска... (куриный) мор остановился сам собой по той причине, что идти ему дальше было некуда, - в Белом море куры, как известно, не водятся (Булгаков 10). Having reached Archangel...in the North, the (chicken) plague stopped by itself, for the reason that there was nowhere for it to go-as everybody knows, there are no hens in the White Sea (10b).Про кампанию оппозиции забудут, и она задохнется сама собой (Зиновьев 1). The campaign for protest will be forgotten and it'll wither away on its own" (1a).Князь Андрей, точно так же как и все люди полка, нахмуренный и бледный, ходил взад и вперёд по лугу... Делать и приказывать ему нечего было. Всё делалось само собою. Убитых оттаскивали за фронт, раненых относили, ряды смыкались (Толстой 6). Prince Andrei, pale and depressed like everyone else in the regiment, paced up and down from one border to another on the meadow...There were no orders to be given, nothing for him to do. Everything happened of itself. The dead were dragged back from the front, the wounded carried away, and again the ranks closed up (5a).Мнили, что во время этой гульбы хлеб вырастет сам собой, и потому перестали возделывать поля (Салтыков-Щедрин 1). They imagined that while this gaiety was going on, the corn would grow of its own accord, and they gave up tilling the fields (1b).Нож», — крикнул Филипп Филиппович. Нож вскочил ему в руки как бы сам собой... (Булгаков 11). "Knife," cried Philip Philippovich. The knife leaped into his hands as of its own volition... (1 la).О его сборничке так никто и не написал, - он почему-то полагал, что это само собою сделается, и даже не потрудился разослать редакциям... (Набоков 1). His book of poems did not get any reviews after all (somehow he had assumed it would happen automatically and had not even taken the trouble of sending out review copies...) (1a).2. \С-6 додумался до чего, добился чего и т. п. obsoles (one came up with an idea or solution, achieved sth. etc) independently, without anyone's help: (all) by o.s. (Городничий:) О, я знаю вас: вы если начнёте говорить о сотворении мира, просто волосы дыбом поднимаются. (Ам-мос Фёдорович:) Да ведь сам собою дошёл... (Гоголь 4). (Mayor:) Oh I know you. When you start spouting your crazy theories of the Creation, it's enough to make a man's hair stand on end. (A.E:) But I arrived at it all by myself... (4f). enon etc) is separate from, exists separately from a connected thing (phenomenon etc)some person (or group) lives, works etc individually, apart from some other person (or group): (all) by o.s. (itself) on one's (its) own independently (of s.o. sth.) (of things, phenomena etc only) (be) a separate entity (separate entities)(when both subjects are specified) X сам по себе, a Y сам по себе = (of people) X went X's way and Y went Y's(of things) X is one thing and Y is another.(Липочка:) Так смотрите же, Лазарь Елизарыч, мы будем жить сами по себе, а они (тятенька и маменька) сами по себе (Островский 10). (L.:) Then, look here, Lazar Elizarych, we'll live by ourselves, and they'll (mama and daddy will) live by themselves (10a)....Он (Лёва) ещё не может знать, не подозревает о существовании этих фактов, но эти факты тем не менее существуют сами по себе и существуют некоторым образом в его незнании (Битов 2)....He (Lyova) cannot yet know about and does not suspect the existence of these facts, yet the facts nevertheless exist independently and also exist, after a fashion, in his ignorance (2a).Ты, Илья Никанорыч, не подумай чего, наше дело -сторона, мы люди маленькие... Ванька сам по себе, а я сам по себе, у меня к евонным ( ungrammat — его) затеям никакого касательства» (Максимов 1). "Ilya Nikanorych, please don't get the wrong idea. We're not mixed up in this, we're just simple people!... Vanka went his way and I went mine. I had nothing to do with what he was up to" (1a).Жизнь у него (Обломова) была сама по себе, а наука сама по себе (Гончаров 1). For him (Oblomov) life was one thing and learning another (1b)....У вас на заводе работает инженер с высшим образованием и имеет в своём подчинении 10-12 чел. Он может приказать им что-нибудь только по работе, а после работы или во время выходного дня они ему уже не подчиняются и могут делать, что хотят, как говорится, ты сам по себе, а я сам по себе» (Войнович 2). ( context transl) "...At the factory you have an engineer with a higher education, with some ten to twelve men under him. He can order them to do anything at work, but after work or on their days off they're not subordinate to him any more and they can do whatever they want-as the saying goes, you're your own boss and I'm mine" (2a).4. действовать, происходить и т. п. -adv(of a person) (to act) on one's own initiative, not influenced by anyone's suggestions, without outside interference(of a thing, event etc) (to happen, proceed etc) without any outside influence or interference: (all) by o.s. (itself) of one's (its) own accord of one's (its) own volition on one's (its) own.«Да где ж это видано, чтобы народ сам по себе собирался без всякого контроля со стороны руководства?» (Войнович 2). "Who ever heard of people assembling all by themselves, without any control on the part of the leadership?" (2a).Привычные словосочетания притупляли ощущение горя, уводили сознание в сторону, и вскоре язык Килина болтал уже что-то сам по себе, как отдельный и независимый член организма (Войнович 2). The familiar word patterns dulled his sense of grief, distracted his mind, and soon Kilin's tongue was babbling away all by itself, like a separate and independent part of his body (2a).Глаза были похожи на два неестественно голубых, светящихся шарика, подвешенных в воздухе над рулём пустой машины, которая идёт без водителя, сама по себе (Евтушенко 1). They were like two unnaturally blue shiny balloons, suspended in mid-air over the steering wheel of an empty car, which moved along of its own accord without a driver (1a)....Ему надо только придумать первую фразу, а там дальше дело пойдёт само по себе (Войнович 6). ( context transl) Не had only to put together the first sentence, and after that the book would write itself (6a). -
100 Rad
n; -(e)s, Räder1. wheel (auch fig.); auf Rädern on wheels; Essen auf Rädern meals on wheels; das Rad wechseln change a wheel; unter die Räder kommen be run over; fig. go to the dogs; das fünfte Rad am Wagen sein fig. be the odd man out; bei Paaren: play gooseberry, Am. be the third wheel; das Rad der Zeit / der Geschichte anhalten wollen fig. try to stop the march of time / the course of history; aufs Rad geflochten werden HIST. be broken on the wheel; ( ein) Rad schlagen Pfau: spread its tail; Turnen: turn ( oder do) a cartwheel2. (Fahrrad) bicycle, bike umg.; mit dem Rad fahren go by bicycle ( oder bike); Rad fahren cycle, ride a bicycle ( oder bike), bike umg.; aufs / vom Rad steigen get on (to) one’s bicycle / get off ( oder dismount) from one’s bicycle3. Rad fahren umg., pej., gegenüber Vorgesetzten: suck up to the boss (while bullying those under you)* * *das Rad(Fahrrad) cycle; bicycle; bike;(Reifen) wheel* * *[raːt]nt -(e)s, -er['rɛːdɐ]Rád schlagen — to do or turn cartwheels
ein Rád schlagen (Sport) — to do or turn a cartwheel
der Pfau schlägt ein Rád — the peacock is fanning out its tail or spreading its tail or opening its fan
ein Rád greift ins andere (fig) — it all knits together, all the parts knit together
das Rád der Geschichte — the wheels of history
das Rád der Geschichte or Zeit lässt sich nicht zurückdrehen — you can't turn or put the clock back
unter die Räder kommen or geraten (inf) — to get or fall into bad ways
das Rád neu or noch einmal erfinden — to reinvent the wheel
das fünfte Rád am Wagen sein (inf) — to be in the way
ein Rád abhaben (inf) — to have a screw loose (inf)
2) (= Fahrrad) bicycle, bike (inf), cycleRád fahren — to cycle; (pej inf
ich fahre Rád — I ride a bicycle
kannst du Rád fahren? — can you ride a bike?
mit dem Rád fahren/kommen — to go/come by bicycle
* * *das1) (a sideways somersault.) cartwheel2) (a circular frame or disc turning on a rod or axle, on which vehicles etc move along the ground: A bicycle has two wheels, a tricycle three, and most cars four; a cartwheel.) wheel* * *<->* * *das; Rades, Räder1) wheelfünftes od. das fünfte Rad am Wagen sein — (fig. ugs.) be superfluous; (die Harmonie stören) be in the way
unter die Räder kommen — (fig. ugs.) fall into bad ways
2)nur ein Rad im Getriebe sein — be just a small cog in the machine
3) (FahrRad) bicycle; bike (coll.)mit dem Rad fahren — go by bicycle or (coll.) bike
Rad fahren — cycle; ride a bicycle or (coll.) bike; (fig. ugs. abwertend): (unterwürfig sein) suck up to people
4) (Turnen) cartwheel* * *1. wheel (auch fig);auf Rädern on wheels;Essen auf Rädern meals on wheels;das Rad wechseln change a wheel;unter die Räder kommen be run over; fig go to the dogs;das fünfte Rad am Wagen sein fig be the odd man out; bei Paaren: play gooseberry, US be the third wheel;das Rad der Zeit/der Geschichte anhalten wollen fig try to stop the march of time/the course of history;aufs Rad geflochten werden HIST be broken on the wheel;mit dem Rad fahren go by bicycle ( oder bike);3.* * *das; Rades, Räder1) wheelfünftes od. das fünfte Rad am Wagen sein — (fig. ugs.) be superfluous; (die Harmonie stören) be in the way
unter die Räder kommen — (fig. ugs.) fall into bad ways
2)3) (FahrRad) bicycle; bike (coll.)mit dem Rad fahren — go by bicycle or (coll.) bike
Rad fahren — cycle; ride a bicycle or (coll.) bike; (fig. ugs. abwertend): (unterwürfig sein) suck up to people
4) (Turnen) cartwheel* * *¨-er n.wheel n.
См. также в других словарях:
put together — verb create by putting components or members together (Freq. 4) She pieced a quilt He tacked together some verses They set up a committee • Syn: ↑assemble, ↑piece, ↑set up, ↑tack, ↑ … Useful english dictionary
put together — phrasal verb [transitive] Word forms put together : present tense I/you/we/they put together he/she/it puts together present participle putting together past tense put together past participle put together 1) to produce or organize something… … English dictionary
put together — 1. verb To assemble, construct, or build. If you try to put together the model kit yourself, be very careful not to break any of the pieces. 2. adjective a) Combined, assembled … Wiktionary
To put together — Put Put, v. t. [imp. & p. p. {Put}; p. pr. & vb. n. {Putting}.] [AS. potian to thrust: cf. Dan. putte to put, to put into, Fries. putje; perh. akin to W. pwtio to butt, poke, thrust; cf. also Gael. put to push, thrust, and E. potter, v. i.] 1. To … The Collaborative International Dictionary of English
all — Synonyms and related words: A to Z, A to izzard, Copernican universe, Einsteinian universe, Newtonian universe, Ptolemaic universe, acme, across the board, aggregate, all and some, all and sundry, all being, all creation, all hands, all in all,… … Moby Thesaurus
put — W1S1 [put] v past tense and past participle put present participle putting [T] ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(move to place)¦ 2¦(change somebody s situation/feelings)¦ 3¦(write/print something)¦ 4¦(express)¦ 5 put a stop/an end to something 6 put something into… … Dictionary of contemporary English
put — [ put ] (past tense and past participle put) verb transitive *** ▸ 1 move something to position ▸ 2 cause to be in situation ▸ 3 write/print something ▸ 4 make someone go to place ▸ 5 give position on list ▸ 6 build/place somewhere ▸ 7 express in … Usage of the words and phrases in modern English
together — Put Put, v. t. [imp. & p. p. {Put}; p. pr. & vb. n. {Putting}.] [AS. potian to thrust: cf. Dan. putte to put, to put into, Fries. putje; perh. akin to W. pwtio to butt, poke, thrust; cf. also Gael. put to push, thrust, and E. potter, v. i.] 1. To … The Collaborative International Dictionary of English
All-India Muslim League — Leader Aga Khan III (first Honorary President) Quaid e Azam Founded December 30, 1906 Dacca, Bengal Presidency, British India Headquarters Lucknow (first headquarters) … Wikipedia
Put — Put, v. t. [imp. & p. p. {Put}; p. pr. & vb. n. {Putting}.] [AS. potian to thrust: cf. Dan. putte to put, to put into, Fries. putje; perh. akin to W. pwtio to butt, poke, thrust; cf. also Gael. put to push, thrust, and E. potter, v. i.] 1. To… … The Collaborative International Dictionary of English
Put — Put, v. t. [imp. & p. p. {Put}; p. pr. & vb. n. {Putting}.] [AS. potian to thrust: cf. Dan. putte to put, to put into, Fries. putje; perh. akin to W. pwtio to butt, poke, thrust; cf. also Gael. put to push, thrust, and E. potter, v. i.] 1. To… … The Collaborative International Dictionary of English