-
61 naald
♦voorbeelden:een naald in een hooiberg zoeken • chercher une aiguille dans une meule de foin〈figuurlijk; Algemeen Zuid-Nederlands〉 iets van naaldje tot draadje vertellen • raconter qc. en long et en large -
62 naam
♦voorbeelden:mijn naam is haas • je n'ai rien à voir avec cette histoire, je n'en sais rieneen goede naam hebben • avoir bonne réputationiemand lieve naampjes geven • donner à qn. des petits noms gentilseen slechte naam hebben • avoir mauvaise réputationzijn naam eer aandoen • faire honneur à son nomiemands naam gebruiken • se recommander de qn.dat mag geen naam hebben • c'est sans importanceik wil niet de naam hebben (dat) … • je ne veux pas qu'on dise de moi que …de naam hebben (van) rijk te zijn • passer pour être richeonder de naam (van) • sous le nom deeen geleerde van naam • un savant renommé2 iemand met naam en toenaam noemen • désigner qn. nommémenteen dubbele naam • un nom à rallongesiemands goede naam • la réputation de qn.valse naam • faux nomaangenomen naam • nom d'emprunthoe is uw naam? • quel est votre nom?luisteren naar de naam van • répondre au nom dehet huis staat op zijn naam • la maison est à son nomuit mijn naam • en mon nommet name • notamment -
63 neerleggen
1 [algemeen]poser (qc.) ⇒ 〈 in horizontale positie〉coucher (qc., qn.)2 [afstand doen van; ook juridisch] déposer3 [doden] descendre♦voorbeelden:iemands bevelen naast zich neerleggen • braver les ordres de qn.ik heb de sleutels op de tafel neergelegd • j'ai mis les clés sur la tableik heb tien gulden moeten neerleggen • j'ai dû allonger dix florinsclausule, neergelegd in een contract • clause couchée dans un contratII 〈wederkerend werkwoord; zich neerleggen〉1 [+ bij][berusten] se résigner (à qc.)♦voorbeelden: -
64 over
over11 [voorbij] passé♦voorbeelden:II 〈 bijwoord〉1 [van de ene plaats naar de andere] à travers2 [op een andere plaats] de l'autre côté♦voorbeelden:over en weer • de part et d'autreover en weer lopen • faire les cent paselkaar over en weer verwijten maken • se faire des reproches réciproquesmorgen gaan we over • on déménage demainmijn tante is gisteren over geweest • hier ma tante est venue nous voir〈 communicatie(media)〉 over! • terminé!→ link=reden redente over • plus qu'il n'en fautvoorbeelden te over • les exemples abondentgelegenheid te over! • les occasions ne manquent pas!————————over2〈 voorzetsel〉1 [algemeen] sur2 [via] par3 [boven, langs iets heen] au-dessus de4 [aan de andere kant van] de l'autre côté de5 [na verloop van] dans6 [meer, verder dan] plus de7 [tegenover] en face de♦voorbeelden:het nieuws verspreidde zich over het hele land • la nouvelle se répandit dans tout le paysover de straat lopen • marcher dans la ruezij heeft iets innemends over zich • elle a qc. d'avenantover de post • par la posteik heb het over de radio gehoord • je l'ai entendu à la radio3 over de grens komen • franchir, passer la frontièrevandaag over acht dagen • aujourd'hui en huitde temperatuur was over de 30° • il faisait plus de 30°het is over vieren • il est quatre heures passées→ link=wereld wereld -
65 pak
♦voorbeelden:een pak oud papier • un paquet de vieux papierseen pak sneeuw • un paquet de neigede prijs staat op het pak • le prix est indiqué sur l'emballage2 een nat pak halen • 〈 nat regenen〉 recevoir une douche; 〈 in het water vallen〉 prendre un bain forcégoed in het pak zitten • être bien habilléeen pak slaag krijgen • recevoir une racléeiemand een pak slaag geven, toedienen • donner une raclée à qn.bij de pakken neerzitten • baisser les brasiemand een pak op zijn donder, sodemieter, verdommenis geven • flanquer une rossée à qn.; 〈 figuurlijk〉 engueuler qn.dat is een pak van mijn hart • cela m'enlève un poids du coeuriemand een pak van het hart afnemen • enlever un poids à qn.moet je een pak voor je billen, je broek? • tu veux une fessée? -
66 pakken
1 [algemeen] prendre2 [betrappen] attraper3 [inpakken] emballer5 [benadelen] rouler6 [proppen] tasser7 [seksueel gebruiken] s'envoyer8 [boeien] passionner♦voorbeelden:even mijn agenda pakken • attends, je prends mon agendazullen we de auto pakken? • allons-nous en voiture?er eentje pakken • boire un couppak ze! • attaque!proberen iemand te pakken te krijgen • essayer de joindre qn.iets te pakken krijgen • réussir à obtenir qc.iemand pakken op verboden wapenbezit • arrêter qn. pour port d'armes prohibéesiemand te pakken nemen • avoir qn.aan alle kanten gepakt worden • se faire rouler par tout le mondeeen pakkende titel • un titre accrocheur¶ iemand op iets pakken • faire grief à qn. de qc.het lelijk te pakken hebben • être pincé (par la maladie, par l'amour)1 [een contact bewerkstelligen] prendre2 [zich laten samenvoegen] se tasser♦voorbeelden: -
67 partij
♦voorbeelden:de strijdende partijen • les parties combattanteszij heeft de partij gewonnen • elle a gagné la partiede spelers in partijen verdelen • diviser les joueurs en équipespartij kiezen, trekken (voor iemand) • prendre parti (pour qn.)de partijen komen overeen dat … • les parties conviennent que …geen partij zijn voor • ne pas faire le poids contrezij is een goede partij • c'est un beau partieen partijtje geven • donner une fêteeen partijtje vechten • se bagarrerpartij trekken van • tirer parti devan de partij zijn • être de la partie -
68 patronaat
♦voorbeelden:1 de nieuwe kerk staat onder het patronaat van Sint-Petrus • Saint Pierre est le patron de la nouvelle église -
69 plan
♦voorbeelden:een plan van een stad • le plan d'une villehet centraal economisch plan • le plan économique centralgewestelijk plan • plan régional d'aménagement du territoirevolgens plan verlopen • se dérouler selon les planseen ondoordacht plan • un projet hasardeuxhet plan bestaat (om) • l'intention est (de)het plan hebben • avoir l'intention (de)geen plannen hebben (om) • ne pas avoir l'intention (de)een plan laten varen • abandonner un projeteen plan maken • ébaucher un planhet plan opvatten (om) • projeter (de)iets van plan zijn • compter faire qc.iets niet van plan zijn • ne pas avoir l'intention de faire qc.vast van plan zijn • avoir la ferme intention de -
70 put
♦voorbeelden:diep in de put zitten • être désespéré〈 figuurlijk〉 iemand uit de put halen • remonter (le moral à) qn.putjes in de wangen • fossettes→ link=kalf kalf -
71 reclameren
-
72 ring
6 [Algemeen Zuid-Nederlands][rondweg] (boulevard <m.>) périphérique 〈m.〉 ⇒ 〈 in België〉 ring 〈m.〉♦voorbeelden:hij heeft een ringetje in zijn oor • il porte un anneau à l'oreillemen kan hem door een ringetje halen • il est propre comme un sou neuf -
73 rust
♦voorbeelden:1 iemand geen rust gunnen • tenir qn. en haleinezich geen rust gunnen • ne pas s'accorder de répithij is in diepe rust • il dort profondémentde rust bewaren • préserver le calmede zieke moet rust hebben • le malade doit se reposerniets dat de rust verstoort • rien qui trouble le calmein rust en vrede leven • mener une vie paisibleiemand, iets met rust laten • laisser qn., qc. tranquilleop rust gesteld zijn • tenir à sa tranquillitégeen rust in zijn gat hebben • avoir le feu au derrière -
74 schikking
♦voorbeelden:een minnelijke schikking • un accord à l'amiableeen minnelijke schikking treffen • s'arranger à l'amiablede schikking van de figuren op een schilderij • la disposition des personnages d'un tableautot een schikking komen • arriver à un accord -
75 schok
♦voorbeelden:een schok van verontwaardiging • un sursaut d'indignationdat gaf een harde schok • cela provoqua un choc violenter ging een schok door hem heen • il eut un soubresautmet schokken • par à-coupszonder schokken • sans secousse -
76 schuren
1 [algemeen] frotter (contre)♦voorbeelden:het zand schuurt langs de bodem van de boot • le sable racle le fond du bateauhet schuren • le frottementII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [wrijven met schuurpapier e.d.] poncer2 [wrijvend schuiven langs] frotter♦voorbeelden:een steelpan schuren • récurer une casserole -
77 slag
I 〈de〉♦voorbeelden:de slagen van het noodlot • les coups du destineen harde slag • un coup violentdat was een harde slag voor hem • c'était un coup dur pour luihij viel met een zware slag tegen de grond • il est tombé lourdement sur le solde klok gaf vier slagen • l'horloge a sonné quatre coupsmet één slag sloeg hij het aan stukken • il l'a brisé d'un seul coupmet elke slag van de hamer • à chaque coup de marteaude deur met een slag dichtdoen • claquer la porteop slag van tienen • à dix heures sonnantesmijn pendule is van slag • ma pendule décomptezonder slag of stoot • sans coup férirde slag bij Nieuwpoort • la bataille de Nieuport6 de slag van iets kwijtraken • perdre la main (pour faire qc.)de slag te pakken krijgen • prendre le coupeen slag maken • faire un pli12 iets een halve slag omdraaien • faire faire un demi-tour à qc.¶ iets met de Franse slag doen • faire qc. à la va-viteeen slag naar iets slaan • deviner qc.zijn slag slaan • réussir son coupaan de slag gaan • se mettre au travaildat boek maakte hem met één slag beroemd • ce livre l'a rendu célèbre d'un seul coupeen slag om de arm houden • se ménager une porte de sortiehij was op slag dood • il est mort sur le coupII 〈 het〉♦voorbeelden:mensen van hetzelfde slag • gens de la même espèce -
78 stellen
1 [algemeen] mettre2 [in de gewenste stand brengen] régler3 [doen, uiten; voorschrijven] faire5 [beweren] affirmer6 [+ op][begroten] estimer (à)♦voorbeelden:stel, dat dit zo is • supposons qu'il en soit ainsi5 wat stelde hij daar zoëven? • qu'est-ce qu'il vient d'affirmer?iets als onwaarschijnlijk stellen • considérer qc. comme très peu vraisemblableik kan het hier niet alleen stellen • je n'y arriverai pas tout seulhet niet kunnen stellen zonder iemand, iets • ne pas pouvoir se passer de qn., de qc.〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 zich in iets stellen • se résigner à qc.het goed stellen • aller biengoed stellen • avoir un bon stylehoe is het gesteld met zijn vrouw? • comment va sa femme?zijn eigen belang hoger stellen dan dat van een ander • faire passer ses propres intérêts avant ceux des autreshet is niet zo best met hem gesteld • ça ne va pas très bien pour luiveel te stellen hebben met iemand, iets • avoir fort à faire avec qn., qc. -
79 steriliseren
-
80 tegen
tegen1〈 bijwoord〉1 contre♦voorbeelden:wind en stroom waren ons tegen • le vent et le courant nous étaient contrairesergens iets (op) tegen hebben • avoir qc. contre qc.iemand tegen hebben • avoir qn. comme ennemiiedereen was tegen • tout le monde était contreergens tegen zijn • être contre qc.¶ (zich) iets tegen eten • manger qc. jusqu'au dégoût————————tegen2〈 voorzetsel〉1 [algemeen] contre2 [jegens] envers3 [in strijd met] contraire à4 [kort vóór] vers5 [in ruil voor] moyennant6 [Algemeen Zuid-Nederlands][in de buurt van] près de♦voorbeelden:een middel tegen de koorts • un remède contre la fièvretegen een muur opklimmen • escalader un murtegen de wind in fietsen • pédaler contre le venthebt u er iets (op) tegen? • y voyez-vous un inconvénient?zij heeft iets tegen hem • elle a qc. contre luiiets tegen iemand zeggen • dire qc. à qn.2 vriendelijk tegen iemand zijn • être gentil avec qn.dat is tegen de wet • c'est contraire à la loihet is tegen elven • il est près de onze heurestegen Pasen • aux environs de Pâqueshij is tegen elf uur gekomen • il est venu vers onze heurestegen dat hij thuiskomt • juste avant qu'il (ne) rentreeen lening tegen 7,5 % (rente) • un emprunt à 7,5 %
См. также в других словарях:
Idioma neerlandés — Neerlandés Nederlands Hablado en Países Bajos Curazao … Wikipedia Español
Langue néerlandaise — Néerlandais Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Parlée aux Pays Bas, Belgique (Communauté flamande), Suriname, Aruba, Antilles néerlandaises … Wikipédia en Français
Ndls — Néerlandais Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Parlée aux Pays Bas, Belgique (Communauté flamande), Suriname, Aruba, Antilles néerlandaises … Wikipédia en Français
Neerlandais — Néerlandais Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Parlée aux Pays Bas, Belgique (Communauté flamande), Suriname, Aruba, Antilles néerlandaises … Wikipédia en Français
Néerlandais — Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Langues filles afrikaans Parlée aux … Wikipédia en Français
Néerlandophone — Néerlandais Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Parlée aux Pays Bas, Belgique (Communauté flamande), Suriname, Aruba, Antilles néerlandaises … Wikipédia en Français
Néérlandais — Néerlandais Cet article concerne la langue néerlandaise. Pour la nationalité, voir Pays Bas. Néerlandais Nederlands Parlée aux Pays Bas, Belgique (Communauté flamande), Suriname, Aruba, Antilles néerlandaises … Wikipédia en Français
Afrikaner — Infobox Ethnic group group = Afrikaner people caption = Andries Pretorius· Jan Smuts· Petrus Jacobus Joubert pop = approx. 3.4 millionFact|date=September 2008 regions = *flagcountry|South Africa 2.5 3 million Fact|date=September 2008… … Wikipedia
Hendrik Pieter Nicolaas Muller — Infobox Person name= Hendrik Pieter Nicolaas Muller imagesize = 225 px caption= Dr. Hendrik P.N. Muller birth date= birth date|1859|4|2|df=y birth place= Rotterdam, The Netherlands dead=dead death date= death date and age|1941|8|11|1859|4|2|df=y… … Wikipedia
Hochwasserkatastrophe von 1953 — Blick über das überflutete Oude Tonge Goeree Overflakkee Die Flutkatastrophe von 1953 (in den Niederlanden und Flandern als Watersnood oder kurz de Ramp (die Katastrophe), in Großbritannien als (Great) North Sea flood oder East Coast floods und… … Deutsch Wikipedia
Hollandflut — Blick über das überflutete Oude Tonge Goeree Overflakkee Die Flutkatastrophe von 1953 (in den Niederlanden und Flandern als Watersnood oder kurz de Ramp (die Katastrophe), in Großbritannien als (Great) North Sea flood oder East Coast floods und… … Deutsch Wikipedia