-
1 buttock
n. bil; achterwerk; bips; kont[ buttək] -
2 tail
adj. achter---------n. staart; vos; detective; jong meisje; achterwerk--------v. volgen, schaduwentail1[ teel]1 staart2 〈 benaming voor〉laatste/onderste/achterste deel ⇒ uiteinde; pand, sleep 〈 van kleding〉; staart 〈 van onder meer komeet, vliegtuig〉; munt/keerzijde 〈 van muntstuk〉♦voorbeelden:turn tail on • ervandoor gaan voorturn tail and run • hard weglopenbe on someone's tail • iemand op de hielen zitten♦voorbeelden:1 what a bit/piece of tail! • wat een stuk/stoot!————————tail2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
3 backside
-
4 bottom
adj. onderst--------n. bodem; achterwerk, zitvlak; zitvlak van stoel--------v. oprichten; bouwen; vestigenbottom1[ bottəm] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:go to the bottom • zinkensend to the bottom • in de grond boren, kelderenknock the bottom out of something • iets waardeloos/krachteloos makenreach/touch bottom • het laagste punt bereikenbottom up • onderste bovenat the bottom of the mountain/the stairs • aan de voet van de berg/trapfrom the bottom up • van bij het begin, helemaal (opnieuw)the bottom of the garden • achterin de tuinthe bottom of the social ladder • onderaan de sociale ladder¶ get to the bottom of the heap • tot de verliezers/mislukkelingen (gaan) behoren〈 informeel〉 bottoms up! • ad fundum!at bottom • eigenlijk, in wezentell me who is at the bottom of this • zeg me wie hier verantwoordelijk voor isI'll get to the bottom of this • ik ga dit helemaal uitzoeken————————bottom21 onderste ⇒ laatste, laagste♦voorbeelden: -
5 broad in the beam
met een zwaar achterwerk, goedgebroekt -
6 broad
adj. breed; ruim, wijd; globaal--------n. vrouw, meisje (platte taal)broad1[ bro:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 the broad of the back • het achterste, het ondereind van de rug————————broad2〈 broadness〉1 breed(gebouwd) ⇒ uitgestrekt, in de breedte2 ruim(denkend) ⇒ liberaal, vrijzinnig3 gedurfd ⇒ onbekrompen, royaal4 duidelijk ⇒ evident, direct5 grof ⇒ plat, lomp♦voorbeelden:broad bean • tuinboonbroad fields • uitgestrekte veldenbroad shoulders • brede schoudersbroadly speaking • in zijn algemeenheidbroad views • ruime opvattingen, liberale denkbeeldenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 ruim ⇒ globaal, ruw♦voorbeelden: -
7 bum
adj. waardeloos--------n. bedelaar; iemand die niets uitvoert; achterwerk--------v. rondhangen, lummelenbum13 (kloot)zak ⇒ mislukkeling, nietsnut————————bum2〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈 slang〉1 waardeloos ⇒ rottig, klote-♦voorbeelden:I've got a bum leg • ik sukkel met mijn ene poot————————bum33 liften♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bietsen ⇒ bedelen, aftroggelen -
8 butt
n. peuk; aanhangsel; achterwerk (slang); doel; een groot vat--------v. stoten; botsen; hinderen; rammen; vooruit springenbutt13 〈 benaming voor〉 (dik) uiteinde ⇒ kolf, handvat; restant, eindje; peuk 〈 van sigaret〉; 〈 slang〉 achterste, krent; 〈 Amerikaans-Engels〉 romp, tors5 (bier/wijn)vat ⇒ (regen)ton————————butt2〈 werkwoord〉2 met de uiteinden/een stootvoeg verbonden zijn/aan elkaar verbinden ⇒ aangrenzen/sluiten3 (voor)uitsteken/springen→ butt in butt in/ -
9 caudal
-
10 fanny
n. kont (sl.)[ fænie] 〈meervoud: fannies〉 -
11 hindquarters
-
12 posterior
adj. achter--------n. zitvlak (slang)posterior1————————posterior2♦voorbeelden:1 posterior to • komend na, volgend op, later dan -
13 quarter
n. kwart; woonwijk; kwart-dollar; kwart; vierhoek; plaats; streek; genade; windstreek--------v. vierendelen; in vieren delen; in vier gelijke stukken verdelen; kwartieren; opbergenquarter1[ kwo:tə]8 (stads)deel ⇒ wijk, gewest♦voorbeelden:a quarter of an hour • een kwartierhe chose the best quarter of the ox • hij koos het beste kwartier van de osthree quarters of the people voted • driekwart van de mensen stemdeduring the last quarter • in het laatste semesterthis clock also strikes the quarters • deze klok slaat ook de kwartierenit's a quarter past/to eight • het is kwart over/voor achtfrom all quarters of the world • uit alle windstrekenis the wind in that quarter? • waait de wind uit die hoek?♦voorbeelden:♦voorbeelden:find suitable quarters • geschikte huisvesting vindenwell-informed quarters • goed ingelichte kringenmarried quarters • familieverblijventhey took up their quarters • ze sloegen hun tenten op, ze namen hun intrek→ close close/————————quarter2〈 werkwoord〉2 inkwartieren ⇒ logies/huisvesting verschaffen (aan), legeren♦voorbeelden: -
14 rear
adj. achter---------n. achterland; achter---------v. opvoeden; stichten; optillen; verheffenrear1[ riə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ bring up the rear • als laatste komen, de rij sluitenat/ 〈 Amerikaans-Engels〉 in the rear • achteraan, aan de achterkant————————rear2♦voorbeelden:1 rear door/light/wheel • achterdeur/licht/wiel————————rear3II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 grootbrengen ⇒ fokken, kweken♦voorbeelden: -
15 spank
n. klap, mep op achterwerk--------v. slaan, er van langs geven[ spængk]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (een pak) voor de broek geven 〈in het bijzonder met vlakke hand/plat voorwerp〉 ⇒ een pak slaag geven -
16 stern
n. Stern (familienaam)stern1[ stə:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————stern2〈bijvoeglijk naamwoord; sternness〉1 streng ⇒ hard, onbuigzaam♦voorbeelden: -
17 bastinade
n. klap (op achterwerk of benen); stok--------v. op de benen slaan -
18 buttocks
n. achterste gedeelte van bekken van menselijke lichaam; achterwerk, bips -
19 kick in the ass
"trap tegen achterwerk", afgang -
20 walks with a ramrod up his ass
loopt met een stok in zijn achterwerk (loopt kaarsrecht)
См. также в других словарях:
achterwerk — bakasey / gogo / bakadyari / bakadan … Woordenlijst Sranan
Z@PP — Infobox Radio Station name = Z@PP area = flagcountry|Netherlands airdate = frequency = owner = NPO / Dutch State website = [http://www.zapp.nl www.zapp.nl] Z@PP is the child block system of NPO. It is aimed especially at children between 6 and 12 … Wikipedia