-
1 worshipful
n. eerwaardig; achtbaar[ wə:sjipfl]II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief; vaak Worshipful〉 〈 verouderd, behalve in titels; Brits-Engels〉1 achtbaar -
2 почтенный
adjgener. respectabel, achtbaar, achtenswaard, achtenswaardig, achtingswaard, achtingswaardig, eerbiedwaardig, geacht, geeerd -
3 уважаемый
adjgener. gezien, aanzienlijk, achtbaar, geacht, geeerd, gewaardeerd -
4 Most/Right Honourable
Most/Right Honourable -
5 honourable
n. eerlijk mens, respectabel iemand, iemand met principes; iemand die titel Weledelachtbare bezit (titel uit respect gegeven aan hoge functionarissen, Engelse adelijke titel gegeven aan de nakomelingen van edelmannen onder de rang van markies)♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
6 honorable
honorable [onnorraabl]1 achtenswaardig ⇒ achtbaar, eerbaar♦voorbeelden:adj1) achtenswaardig, eerbaar2) betrouwbaar, solide3) behoorlijk, fatoenlijk -
7 anständig
1) achtbaar2) achtenswaardig -
8 Respektsperson
-
9 achtbar
achtbar♦voorbeelden:1 aus achtbarer Familie, achtbarem Hause sein • van achtbare familie, van goeden huize zijn -
10 achtenswert
achtenswert
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
- Шведский