-
1 Scottish
adj. Schots (betr. Schotland/Schotten/Schotse taal of dialect)--------n. de Schotten; Schots (taal/dialect) -
2 Sassenach
n. beledigende term voor Engelsman (Schots gebruik)[ sæsənæk] 〈 Iers-Engels, Schots-Engels; voornamelijk pejoratief〉 -
3 Scots
adj. schots, van Schotland--------n. schot, inwoner van Schotland -
4 sup
v. nippen, lepelen; het avondmaal gebruiken, 's avonds eten, souperen; met kleine teugjes drinken, slurpensup1————————sup2〈werkwoord; supped〉 〈 voornamelijk Schots-Engels〉1 drinken ⇒ nippen, een teug nemen (van)♦voorbeelden: -
5 public
adj. publiekelijk; gemeenschappelijk--------n. publiek; gemeenschappublic1[ publik] 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:the public • de mensen, de toeschouwers/toehoorders————————public2〈 publicness〉1 openbaar ⇒ publiek, voor iedereen toegankelijk2 openbaar ⇒ publiek, algemeen bekend♦voorbeelden:〈Brits-Engels; economie〉 public limited company • publieke/openbare naamloze vennootschap, NVin the public domain • in openbaar bezitpublic footpath • voetpad, wandelpadpublic house 〈 Brits-Engels〉 • café, bar, pubpublic speaking • spreken in het openbaarpublic transport • openbaar vervoerpublic utility • nutsbedrijvenpublic figure • bekende figuurpublic relations • (bevordering van de) goede verstandhouding met het publiek, public relationsmake public • openbaar maken, bekendmakenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 algemeen ⇒ gemeenschaps-, nationaal, maatschappelijk2 overheids- ⇒ regerings-, publiek-, staats-♦voorbeelden:public health • volksgezondheidpublic holiday • nationale feestdagpublic interest • het algemeen belangpublic opinion • publieke opinie〈 Brits-Engels〉 public school • particuliere kostschool; 〈 Schots-Engels, Amerikaans-Engels〉 gesubsidieerde lagere schoolpublic service (corporation) • nutsbedrijfpublic spirit • burgerzin, sociale instelling 〈 van iemand〉public works • openbare werken2 public assistance • sociale steun, uitkeringpublic enterprise • staats/overheidsondernemingpublic ownership • staatseigendompublic purse • (de/'s lands) schatkistpublic sector • openbare sectorpublic servant • rijksambtenaarpublic service • rijksdienst -
6 fash
n. (Slang) mode; (Schots) ergenis; angst, zorgen, kwelling; ongemak--------v. (Schots) ergeren, plagen; zorgen maken; kwellen[ fæsj] 〈 Schots-Engels〉1 lastig vallen ⇒ plagen, ergeren♦voorbeelden: -
7 beadle
n. bode; pedel (op universiteit), koster; ceremoniemeester[ bie:dl] -
8 laird
-
9 provost
n. hoofd van een college ; burgemeester; provoost[ provvəst] -
10 wee
adj. klein; weinig--------n. kleine hoeveelheid; korte tijdwee1♦voorbeelden:II 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord; alleen enkelvoud〉 〈voornamelijk Brits-Engels; informeel; kindertaal〉1 plasje♦voorbeelden:1 do (a) wee, have a wee • een plasje plegen/doen————————wee2〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈informeel; kindertaal〉1 klein♦voorbeelden:————————wee3, weeweewee〈 werkwoord〉 〈voornamelijk Brits-Engels; informeel; kindertaal〉 -
11 Halloween
n. avond vóór Allerheiligen, feest gevierd in de avond van 31 Oktober waarbij kinderen in speciale kostuums gekleed van deur tot deur gaan om snoep te krijgenHalloween, Hallowe'en[ hælooie:n] 〈 Amerikaans-Engels, Schots-Engels〉 -
12 banshee
n. banshee (een toverfee in de Ierse folklore die schreeuwt en gilt voor een sterfgeval in haar familie)banshee, banshie[ bænsjie:] 〈 Iers-Engels, Schots-Engels〉 -
13 breech
-
14 carry-out
carry-out♦voorbeelden: -
15 flit
n. met de noorderzon vertrekken--------v. fladderen, zweven, vliegen; (snel) heen en weer gaan (schieten), (weg)trekken; verhuizenflit1♦voorbeelden:————————flit2〈werkwoord; flitted〉3 snel heen en weer bewegen ⇒ zweven, vliegen♦voorbeelden: -
16 overly
-
17 pawky
adj. slimmerd -
18 pinkie
-
19 plead
v. verzoek indienen; verdedigen; smeken♦voorbeelden:1 plead guilty/not guilty • schuld bekennen/ontkennenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
20 presently
adv. momenteel; op dit moment; nu, hedendaags[ prezntlie]
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский
Schots-Engels
Страницы