-
61 blubber something out
blubber something outiets snikkend/jankend zeggen -
62 blubber
adj. verhuild; olieachtig en opgeblazen--------n. walvissen spek; gegrien, gehuil--------v. grienen, huilenblubber1[ blubbə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 blubber ⇒ walvisspek; spek(laag)————————blubber2〈 werkwoord〉1 grienen ⇒ snotteren, janken♦voorbeelden:1 blubber something out • iets snikkend/jankend zeggen -
63 breathe
v. ademen; fluisteren; eruit halen[ brie:ð]2 op adem komen ⇒ uitblazen, bijkomen♦voorbeelden:〈 informeel〉 as I live and breathe • hoe is het mogelijk!breathe in • inademenbreathe out • uitademenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 inademen3 inblazen ⇒ ingeven, inboezemen4 fluisteren ⇒ uiting geven aan, (zachtjes) zeggen♦voorbeelden:don't breathe a word of this! • praat je mond niet voorbij! -
64 brick
adj. van stenen gemaakt--------n. steen, baksteen; blok; beleefd iemand--------v. metselen; met baksteen bekledenbrick1[ brik] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 baksteen♦voorbeelden:〈Brits-Engels; slang〉 drop a brick • iets verkeerds zeggen, een blunder begaan————————brick2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 brick up/in • dichtmetselen, inmetselen -
65 brief
adj. kort--------n. instructie (voor pleiter); vlieginstructie; (dames/heren)slip--------v. instrueren; rapporterenbrief1[ brie:f]1 stukken ⇒ bescheiden, dossier; 〈 juridisch〉 instructie voor pleiter 〈 opgesteld ten behoeve van advocaat〉; 〈Brits-Engels; bij uitbreiding〉 opdracht voor een ‘barrister’♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 it's not part of your brief to tell her what to do • het is niet aan jou haar te zeggen wat ze doen moetII 〈meervoud; werkwoord steeds meervoud〉1 (dames/heren)slip ⇒ (pijploos) onderbroekje, bikinibroekje————————brief21 kort(stondig) ⇒ beknopt, bondig, vluchtig♦voorbeelden:brief and to the point • kort en krachtigbe brief • het kort houdenin brief • om kort te gaan, kortom————————brief3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 please brief me on this point • wil je dit punt even met me doornemen? -
66 business
adj. zakelijk,van bedrijf--------n. zaken, handel; bedrijf, zaak; werk; aangelegenheid; beweging en uitdrukking bij opvoering[ biznis]1 aangelegenheid ⇒ affaire, zaak, kwestie3 zaak ⇒ winkel, bedrijf♦voorbeelden:1 (ver)plicht(ing) ⇒ taak, verantwoordelijkheid, werk♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 my affairs are no business of yours/none of your business • mijn zaken gaan jou niets aango about one's business • met zijn gewone werk verder gaanhave no business to do something/doing something • ergens niet het recht toe hebbenknow one's business • zijn vak/zaken kennenI will make it my business to see that … • ik zal het op me nemen ervoor te zorgen dat …send someone about his business • iemand zeggen zich met zijn eigen zaken te bemoeien2 the business of today's meeting is … • voor de vergadering van vandaag staat op de agenda …♦voorbeelden:get down to business • ter zake komen, spijkers met koppen slaanmean business • het serieus menentalk business • over zaken sprekenhow's business today? • hoe staan de zaken vandaag?I'm in business for myself now • ik ben voor mezelf begonnengo into business • in de handel gaanon business • voor zaken -
67 by mere report
by mere report -
68 by one's own account
-
69 call in sick
-
70 call in
call in1 opbellen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:call in all gold coins • alle gouden munten uit de circulatie nemen -
71 call
n. roep; telefoontje; visite, bezoek; bel; uitnodiging; aanklacht; moeten--------v. roepen; schreeuwen; uitnodigen; telefoneren; bezoekencall1[ ko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 benaming voor〉 signaal ⇒ 〈 leger〉 verzamelsignaal 〈op bugel e.d.〉; 〈 jacht〉 hoornsignaal; (met lokfluitje) nagebootste dierenroep; 〈 brandweer〉 alarm4 (kort/formeel/zakelijk) bezoek5 beroep ⇒ aanspraak, claim6 oproep(ing) ⇒ sommatie, roep(ing); appel, voorlezing van presentielijst 〈 school, parlement e.d.〉; 〈 geldwezen〉 oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning7 reden ⇒ aanleiding, noodzaak, behoefte10 telefoontje ⇒ (telefoon)gesprek, belletje♦voorbeelden:within call • binnen gehoorsafstandpay a call on someone • iemand een kort bezoek brengen, bij iemand langsgaanthe actors received a call for eight o'clock • de acteurs moesten om acht uur ophave at/on one's call • tot zijn (onmiddellijke) beschikking hebben〈 geldwezen〉 money at/on call, loan on call • callgeld, daggeldleningthere's no call for you to worry • je hoeft je niet ongerust te makenthere's not much call for figs • er is niet veel vraag naar vijgen→ close close/————————call21 (even) langsgaan/komen ⇒ (kort) op bezoek gaan, aanwippen; stoppen 〈 op station〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 call by • (even) aan/binnenwippenplease call in this afternoon • kom vanmiddag even langs alsjeblieftdo call round again • kom vooral nog eens langsthe ship calls at numerous ports • het schip doet talrijke havens aan3 roepen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ zijn roep uiten 〈 van vogel〉; lokken 〈 door nabootsing van dierengeluid〉; 〈 in het bijzonder〉 ritmisch roepen 〈 instructies〉; bij dans♦voorbeelden:call (something) (out) to someone • iemand (iets) toeroepenEdith will call (you) tonight • Edith belt (je) vanavondduty calls (me) • de/mijn plicht roept4 did Joan call (hearts) at all? • hééft Joan wel (harten) geboden?1 afroepen ⇒ oplezen, opsommen3 afkondigen ⇒ bijeenroepen, proclameren4 wakker maken ⇒ wekken, roepen7 het houden op ⇒ zeggen, (een bedrag) afmaken op♦voorbeelden:call to witness • als getuige oproepencall down/in/over • (naar) beneden/(naar) binnen/bij zich roepencall a meeting • een vergadering beleggen/bijeenroepenhow can you call yourself my friend? • hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?call someone a liar • iemand uitmaken voor leugenaaryou call that hard? • noem/vind je dat moeilijk?call (something) one's own • (iets) bezitten, (iets) zijn eigendom (kunnen) noemen〈 informeel〉 what d'you call it? • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesbe called after one's grandfather • vernoemd zijn naar zijn grootvadercall away • wegroepencall forth • oproepen, (naar) boven brengencall forward • naar voren roepen -
72 chirp
n. (ge)tjirp, (ge)sjilp--------v. tjirpen, kwetterenchirp1[ tsjə:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (ge)tjirp ⇒ (ge)sjilp, (ge)piep————————chirp21 tjirpen ⇒ tjilpen, piepen2 kwetteren ⇒ vrolijk/met een hoge stem pratenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zingen ⇒ op een hoge/vrolijke toon zeggen♦voorbeelden: -
73 chorus
n. koor; koorzang; refrein--------v. in een koor zingenchorus1[ ko:rəs] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 koor2 refrein♦voorbeelden:in chorus • samen, in koor————————chorus2〈werkwoord; chorus(s)ed〉1 in koor zingen/praten/zeggen -
74 claim kindred with someone
-
75 clam up
〈 clammed〉♦voorbeelden: -
76 come again
interj. zin gebruikt om iemand te vragen iets te herhalen wat zojuist is gezegd--------kom nog een keer,kom weer; zeg dat nog eenscome again1 terugkomen ⇒ teruggaan, terugkeren♦voorbeelden:————————terugkomen; 〈als verzoek; informeel〉wat zei je? -
77 come on!
come on!kom op! 〈om iemand tot haast aan te sporen of aan te moedigen iets te doen/zeggen〉————————come on!schiet op! -
78 come on
kom maar, vooruit; verdraaid nog aan toecome on1 naderbij komen ⇒ oprukken, (blijven) komen2 opschieten ⇒ vorderen, vooruitkomen3 〈 benaming voor〉 beginnen ⇒ opkomen 〈 van onweer〉, vallen 〈 van nacht〉, aangaan 〈 van licht〉, beginnen (te ontstaan) 〈van ziekte e.d.〉♦voorbeelden:the rain came on • het begon te regenen¶ come on in! • kom toch binnen!come on up! • kom toch boven!come on! • kom op! 〈om iemand tot haast aan te sporen of aan te moedigen iets te doen/zeggen〉oh come on (not again)! • oh alsjeblieft niet nog eens!II 〈werkwoord + voorzetsel〉♦voorbeelden: -
79 come up
opkomen, naar boven komencome up1 opkomen ⇒ (naar) boven komen, opdoemen2 uitkomen ⇒ opschieten, kiemen4 gebeuren ⇒ voorkomen, zich voordoen8 voorkomen 〈 van rechtszaak〉10 〈 Brits-Engels〉 aan de universiteit komen ⇒ gaan studeren, student worden, eerstejaars zijn 〈 voornamelijk Oxford, Cambridge〉♦voorbeelden:come up in the world • vooruitkomen in de wereld9 I hope my number will come up this time • ik hoop dat mijn nummer deze keer wint/uitkomtcome up against • in conflict komen metour holiday didn't come up to our expectations • onze vakantie viel tegen〈 informeel〉 you'll have to come up with a better answer • je zult met een beter antwoord op de proppen moeten komen -
80 control
n. controle; beheer; stuurinrichting; beheersing--------v. controleren; beheersen; beheren; onderzoeken; regelencontrol1[ kəntrool]1 〈 voornamelijk meervoud〉bedienings/controlepaneel ⇒ regeleenheid, besturingstoestel2 〈 voornamelijk meervoud〉controlemiddel/maatregel ⇒ beheersings/regelingsmechanisme1 beheersing ⇒ controle, zeggenschap2 bestuur ⇒ op/toezicht, leiding♦voorbeelden:keep under control • bedwingen, in toom houdentake control of/over • de macht/leiding in handen nemen overbeyond control • onhandelbaarin control of the situation • de situatie meester/de baasget/go out of control • uit de hand lopenhave no control over/of a class • geen orde kunnen houden in een klas2 be in control • de leiding hebben, het voor het zeggen hebbencontrol over an organization • leiding over een organisatie————————control2〈werkwoord; controlled〉1 controleren ⇒ leiden, toezicht uitoefenen op; beheren3 in toom/bedwang houden ⇒ beheersen, onder controle houden4 nakijken ⇒ controleren, nalopen/zien/trekken♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
zeggen — taki … Woordenlijst Sranan
Sagen — 1. As (wenn) man sugt (sagt) gestorben, glaüb. (Jüd. deutsch. Brody.) 2. As man sugt Meschige (verrückt), glaübe. (Jüd. deutsch. Brody.) 3. Auf das Sagen folgt Weinen oder Behagen. Es kommt sehr viel darauf an, wie man es darstellt; es kann eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wahrheit — 1. A Wiard klinkt üs an Klaak. (Nordfries.) – Lappenkorb; Firmenich, III, 6, 94. Die Wahrheit klingt wie eine Glocke. Sinn: Sie ist so sicher erkennbar und vernehmbar, wie eine Glocke. Wenn man eine Glocke hört, weiss man sogleich, dass es eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Thun — 1. Allein thon, allein büsst. – Franck, I, 74b. 2. Alles gethan mit bedacht, hat niemand in vnglück bracht. – Gruter, III, 4. Lat.: Praecedat consideratio, et subsequatur operatio. (Chaos, 140.) 3. Alles ge(ver)than vor meinem end macht ein… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Nieuwleusen — Town Coordinates … Wikipedia
Anthem without a title — no title national anthem of Netherlands Antilles Lyrics Zahira Hiliman Adopted 2000 Relinquished … Wikipedia
Tania Mouraud — Nom de naissance Tania Mouraud Naissance 2 janvier 1942 (1942 01 02) (69 ans) Paris en France Nationalité … Wikipédia en Français
Kunst — 1. A Konst at nian Bruat. (Amrum.) – Haupt, VIII, 369, 321. 2. Aller Kunst Anfang ist geringe. 3. Als beste Kunst wird gerühmt, dass man thut, wie sich geziemt. Jeder seinem Stande und Alter angemessen. 4. Alte Kunst nährt. Dän.: Bedre er gammel… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
It is said — Say Say, v. t. [imp. & p. p. {Said} (s[e^]d), contracted from sayed; p. pr. & vb. n. {Saying}.] [OE. seggen, seyen, siggen, sayen, sayn, AS. secgan; akin to OS. seggian, D. zeggen, LG. seggen, OHG. sag[=e]n, G. sagen, Icel. segja, Sw. s[ a]ga,… … The Collaborative International Dictionary of English
Said — Say Say, v. t. [imp. & p. p. {Said} (s[e^]d), contracted from sayed; p. pr. & vb. n. {Saying}.] [OE. seggen, seyen, siggen, sayen, sayn, AS. secgan; akin to OS. seggian, D. zeggen, LG. seggen, OHG. sag[=e]n, G. sagen, Icel. segja, Sw. s[ a]ga,… … The Collaborative International Dictionary of English
Say — Say, v. t. [imp. & p. p. {Said} (s[e^]d), contracted from sayed; p. pr. & vb. n. {Saying}.] [OE. seggen, seyen, siggen, sayen, sayn, AS. secgan; akin to OS. seggian, D. zeggen, LG. seggen, OHG. sag[=e]n, G. sagen, Icel. segja, Sw. s[ a]ga, Dan.… … The Collaborative International Dictionary of English